De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1545 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 27 Juli. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Konsultiert 05 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/zp3vt1hz9k/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

I frr-sfe «Saargang "TVO- I7X Dinsdag, 37 *Julï 1915 S Cent, DE VLAAMSCHE STEM I fg„ yolk zal niet vergaan! ALGEMEEN BELG2SCH DAGBLAD Eendracht maakt macht BEDACTIE- EH ADKUMSTRATIEBUREELEN « KAIVERSTRAAT 64, bo*enhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. Hoofdopsteller: Mr. ALBERIK DESWARTE. Opstetraad: CYR1EL BUYSSE — RENÉ DE CLERCQ — Dr. A. JACOB — ANDRE DE RIDDER. ABONNEMENTSP.RIJS (bij vooruitbpfaling): Voor NederJand per jaar gld. 6.50 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor Belgii;, Engelaiid, Frankrjjk en andere landen dezelfde prjzen, met verhooging van vevzendïngskosten (2*/§ cent per nummer), ADV-KRTENTIES: 20 Cent per regel. Viaanderen. m. De Steden. Pj jiel vaa het Vlaamsche wezen ligï in Troo^" «n teerlijk is de Natuur van Viaanderen ; een geweldig bloeiland gelijk de sappigste en de volste schoonheid , groen en'der zomiekleureu zich. ge-"reid heeft over do aarde en ailes S verheerlijkt tôt jubelende blijheid. «Si jiin de l&ndouwen, blij is het volk, «tebewoont en ze bewerkt heeft, eeuw na Jjjï, met hetzelfde taaie geduld en dezelf- (, rtoerc vlijtv . .. Jlaar meer dan die grond, meer dan die «je jonge kleurefl van natuurlijk leven, EKr' dan dis bloeiende weelde, zijn de ste-denhethart van Viaanderen, waarin klopt bruist het warme, edele bloed, datzelfde M "dat- uogmaals, voor de vrijheid en TOr het recht, zich mengt met den ouden r,nJ waar zoovele dapperen 6lapen, na volbrachten heldenplicht. Hun stof-fe lichaam is opgestaan in bloemen en iuboomen; hunne zielen zijn bij ons, wij K- ,en ze, wij voelen ze in ons harte en bet É ijun geest die ons bezielt en ons brengt^ lot die daden van glorievolle fierheid, ' mruit wij herwinnen zullen een vrij be-jian en de gansche ontwikkeling onzer lensclilijkheid. Zij waren Vlamingen, zij ira de Gothiekers, en bouwden tempels n hooge torens. Zij spraken Vlaamsch, zij nren zichzelf en vonden in de dieptcn van iin ei»en ziel, dien adel en dien trots, «irait vrij geboren, herboren worden, in tt machtige herrijzenis.Gothiscb is de Na-iur van Viaanderen : in zijn boœchen utnedralén alom de beuken met pleohtvol-statigen rythmus. Gotliiscb zijn onze :>i=rne °zielen met hun eimpel geloof en tan trachten naar een heerlijker leven in t nivere regionen van den geest. Gothisch ijn onze steden en overal voelen wij en we in dezelfde religie, waarmede onze fflleren een luttel handvol van den Vlaam-Bïn grond in zich opnamen voor zij ten itrijde togen, als een consacratie, waar het ■isielsche wonder der traneformatie den sensch God brengt en Zijn heilig bloed... * * * Wij hebben in do Vlaamsche landen over-Jodm 6teden. Gespreid liggen ze over de îiodouwen, en al hun torens staan hoog mr den hemel en naar het liclit. Al6 tochtende de zonne daagt met den zege-stnden groet van heur levenwekkende iracht, dan ontvangen zij de eerste gouden itraal; en bij 't avonddalen staan zij in 't mebW1 rood en purper heerlijk, als sachtige ^.-jaren, die opwillen de hoogte en in hun steenen onmacht, in hun michtîoos pogen naar bevrijding, toch die l'.oriô belevendigen en ze oproepen in aller urt«v.- Brugge on Gent, Yperen en Veurne, Brnssel en Antwerpen, van allen kanto de torens omhoog en dragen het syra-bcol van on6 Vlaamsche leven, dat groeit en >?rîelt en vrij zich ontplooien wil, voirons iî harmonische ontwikkeling van zijn eigen '-"en en zijn eigen woord. Xaaet de kathedralen, de belforten en de bllen; naast het diepe religieuze gevoel, de 'ereldsche macht, de rijke weeldo van een ftlvarend' volk. Zoo komen in de Vlaamsche •flen de twee aanzichten van het Ylaam-•-« leven tôt hun recht en zoo zijn deze « trouwste getuigen van de evolutie, die *ij doorloopen hebben, en uit wiens sclioon-ons beetaan zij ne beete krach ten put. Grootech is het Vlaamsche leven, grootsch de zomerzonne die over zij ne velden tondt. Zulk volk heeft zich, naast de Na-•|a-. een kader geschapen, waarin het vol-^cb uitleven kon. Jong, geZond, vroom, j en zingend Éeeft het dit ailes .weten teleggen in zijn bouwen, die steeds zul-•' zëtuigen van heigeen wij waren in het '•'.eden, en van hetgeen wij nog zijn, in goedverstane, niet slaafsche, opvolging f voorvaderlijke traditie. Wat zij waren, "J1 ook. Hun erfdeel is in onze handen 3 *ij zullen het overhandigen a an onze ^deren, na het te hebben verrijkt met -•iwe, nog niet geopenbaarde schoonhe-die ontbloeien zullen uit den geweldi-kamp, waar^an wij allen deel hebben vraarin oiis» steden, onze arme, bloeden-•" [teden ïulke oven\regende roi gespeeld Jwben, * * * , hefc leven, lijk heE zich *uitspreekt, , steeds wisselende harmonieën, ongebon-en vrij, met zijn klare diepten en zijn '^aere verborgenheden, hebben wij ge-in onze steden. Dit vrije hebben wij ^jfkgd in den steen, waar de lijnen, ^"Jo eQ beweeglijk, de hoogste schoonheid '^ke nieuwe levensfaze hebben getee-!. en verzinnelijkt in tastbare symbolen. de vrome, de stille, met lieur 2 e van devotie, waar de .Middel-k;.Wen voortleven hun duistere mystiek, ; '1 «iddende engelen en heiligen, in het L^er^t van kerken, waar 't zonne-IroV (^eems^ert door de hooge, blauw-13 '^re ^eurruiten en waar het orgelt met fiT ^°nen een eeuwig gebed om ziele-*aa" p ^er wateren, le V^ ranke booten en waar bidden ■jjkt Uî2enrijen, ongestoord, peinzend en r®,e.u a^s schuchtere begijntjes, die a g°rdijntje prevelen met half ! n mon^> toog boven hun oude Bru»/ boodschap des Heeren klept. 1De^ zijn wierookreuken, waar elk foot T k?rk en e^€ kerk een woonste ^ simpelen van geest; waar zoete ,Xro.UWBn lachend neerzien op het 3î*aa'j ^ndeke en waar het Heilig bloed U v'ordt in kcstbaar gouden schrijn. icor^°?° ^ avond, altijd teer- iwijoe )ec^eiïiering, waar aile passies ^ ^ ^lar^e' Moe van levensdrift, ^ ^iste vind-fc ty'j zûovele heiljgen on zoo groote devotie van peinzend spiegelende huizenreek... Gent, de onbedwingbare, de koppige, met haar ouden roem en haar ouden luister. Ilier werd geboet en geleden voor de vrij-heid hier groeide het verzet en 6tonden de machtigen op om hun volk te brengen naar het licht en het te geven den adel van hun eigen ziel. Hier spraken de vrouwen de bezieling in het hart der mannen en dreig-den hen met den schandelijksten smaad, zoo zij keerden, ongedeerd, uit den verloren kamp. Hier broeiden de hartstochten en leefden zij zich uit, in den onbedwingbaren drang van de levensdrift. Machtiger dan hunne koningen, trotscher dan hun vreemde heerschers, hebben de Gentenaren steeds het hoofd omhoog gehouden, met niet te temmen hartstochtelijkheid. Daar trilde en dreunde Roelandt, daar leefde eeuw na eeuw de ziel van Viaanderen en bouwde zij heur sterkste veste. Gent, de moderne fabriekstad, met de nijverige bevolking, ! waar meer dan ooit gestreden wordt in den moeilijken strijd des levons; waar naast het belfort en het Gravenkasteel fabriek en werkhuis hun logge, grauwe massas optor-sen, leeft het leven van den nieuwen tijd, met zijn stormen en ruwe kampen 0111 't levensbrood. .Yperen, met. de halle, Veurne met zijn markte, Mechelen, Leuven, Dixmuide, Ivortrijk en zoovele andere plaatsjes nog, die getuigen van de aloude grootheid, toen ; in Viaanderen klopi» het hart der wereld en toen om zijn grond gestreden werd door be-geerige koningen en die 6tilaan verarraden, toen de rampen Viaanderen teisterden en Brugge's haven hopeloos verzande. Antwerpen, de stad der levepsblijheid ' en der levensjoligheid, waar ganscli het ' kleurrijke vertoon van de rijke Vlaamsche burgerij tôt zijn ^ierlijkste uiting.is geko-men. De liavenstad, de joviale, oppervlak-kige, blije stad het heur rilde toren en heur grootsche monumentale bouwen. De stad 1 van zonne en vreugde, waar de sappige, ietwat boertig Vlaamsche volksgeest onver-basterd bewaard werd en doortrilt in elk gezegde en elke 6preuk. Het genot en de feestjool, het zingende blije, dat zich .uit \ in stoeten, reuzenoptochten, vergaderingen , en gânsçh het uiterlijke leven van een stad, waar veel geld verdiend en ook veel ver- < teerd wordt. Was in Brugge het leven gansch verscholen in 't iunerlijkste van het wezen, hier leeft het zich uit, stroômt uit ' aile porieën van het gezonde lijf. Hier ademt men met voile, breede teugen, hier is , er geweld en gedreun en daverende klokken ; geroep en gegil, gesehreeuw en oorverdoo-vende herrie, dat opklimt naar de zonne en : dat danst en trilt, zingt en lacht onder de blauwe hemelen van rt zomerfestijn. Jeugd en liefde, lijn en kleur, zang en jool, fris- 1 6che, spontané levensdurf, zoo groeit Antwerpen in Viaanderen naar het zonnege-weld. Hier viert het Vlaamsche wezen hoogtij, hier bloeien allen in« de on ver- , valschte traditie van Ruben6 en Jordaens, ; die 't vleesch- en bloedrijke volkswezen hebben verheerlijkt in hun werk. Het is de stad van 't opene, voile licht, waaruit ' de Vlaamsche beweging hare beste, krach-tigste en oorspronkelijkste kracliten put. Brussel, het mondaine, werekkche Brus- ^ 6el. Stad van weelde en grooten sier, met heur zuiver Vlaamsche bevolking. Hier is ailes plechtiger, koninklijker en ademt men de fijne geuren van zwoele parfums en teedere geneuch- ! tens. Het leven bloeit er in sierlijke, •uitgezoclite bloemen, waar 't grove veredeld ' is tôt licht-luchte gratie en waar onze vrou- : wen iets hebben van de elegantie en de be- ' valligheid van den waren adeldom. Brussel met zijn groote Markt, waar de huizen in . goud 6taan en pralen met de fijn-besneden beelden, bloeit de wondere schoonheid van < beschaving. die kunsten en wetenschappen vereenigd heeft in zijn boezem. En waar, door 't grootsche plan van een wjjs en ver-6tandig vorst, al het menschlijke weten stil-aan vereenigd wordt in heerlijke paleizen, die den ELunstberg zullen sieren door hun uitgelezen harmonieën. Hier is het Vlaamsche wezen gebracht tôt zijne modernste uiting en droomt men geen vrome myste- t ries meer, maar geniet men, met de schoone elegantie en het fraaie gebaar, van wat hèt leven geeft en in zich heeft en van wat het ons zoo milde schenken wil... Zoo leeft in de Vlaamsche steden liet ge-heele wezen der Vlaamsche ziel. Vroom en • devoot in Brugge, arbeidzaam en vlijtig in Gent, sappig en kleurrijk in Antwerpen, élégant en sierlijk in Brussel. Zoo komt in . ons landeke de wereldziel met heur sensua-liteit en levensdrift en heur trachten naar hooger, bovenmensclielijk bestaan tôt een ' van heur schoonste uitingen en hebben onze verschillende steden elk in heur eigen harte weten vàst te leggen één aanzicht van dat wezen, in wier volmaakte harmonie Viaanderen bloeit en opgaat naar steeds grootere en heerlijker schoonheid... * î * Zoo was het, voor de Duiteclier6 in ons landeke drongen. Liever dan onze steden ; waar elke .steen gewijd is door de devotie-volle liefde van ons aller harten, te ' redden door een lafhartig buigen voor hunne macht, hebben wij ze opgeof-ferd en het offer was des te groo-ter, daar wij ze beminden met eene onein-dige liefde. Elke bouw die wankeldo, elke steen die afbrokkelde heeft iets gedood in ons eigen wezen. Want hun wezen was het onze, hun ziel de onze. Ons harte bloedt lijk bloeden de kerken en de belforten, maar | wij hebben het lot aanvaard, wij hebben de smart vrijwillig aangenomen en zullen ze dragen, dag voor dag, met een groote gelatenheid. En wij zullen strijden, wij zullen bloeden ons edelste bloed, tôt ons niets meer ov-erblijft en tôt wij zullen rus-ten gaan in den stillen dood; waar zij ons zullen wachten, weeraoedvol, peinzend, maar als roepende om wraak in hun woor-delooze aanklacht. GABRIEL OPDEBEEK. KLEINE KRONIEK Kern. ,,Niets staet zoo nauw met de eigene grond-beginsels eener natie in verband als do volks-tael. Het is de tael, die dezelfde denkwyzen over al de rangen der maetschappy verspreidt; die .de verscheidenheid der volken doet onder-kennen en gevolgenlyk de nationaliteit vornit. Derhalve is het aen een vaderlandsch bestuer als pligt npgelcgd de valkstael bj-zojidcrl.yk voor to stacnV' Ph. BLOMMAE11T (1832). ^en nieuw standbeeïd voor Bjornson. De groote Noorsche dichfcer Bjoniistjerne Bjornson, die voor eenige jaren overleden is, krijgt dezer dagen een standheeld in Bergen, do stad waar hij vele jaren als schomvburgbestuur-der werkzaam was. Het beeld is door Gustav Vigeland gebeiteld. Vermoedelijk zal het een plaats vinden op het plein voor den stads-schouwburg.Te zamen 272 jaar oud. Het zal wel niet dikwijls voorkomen dat men snder één dak drie personen vindt die to zamen niet minder dan 272£ jaar oud zijn. Zulk een Seval vermeldde dezer dagen een Noorsche blad. re Kleven in Noorwegen woont een smid, Lars Kristianscn, die nu 91J jaar oud is. Hij is een 'cr8st*î oudo man, die nog steeds den smids-lanier niet heeft neergelegd. Zijn vroinv, Gun-bild Marie Kristiansen, is nu 86 jaar, en haar îuster, die bij hen iiiwoont, vrouw Aase Tonvine Storaker, is er 95. Wat te zamen het aardige ^etal vormt dat hier boven staat. Kunstmatïge robijnen. In do Iaatste jaren hebben geleerden hun îrachten ook nog op de lcunstmatige bereiding hng van edelgesteenten, o.a. van den robijn, >chrijft dr. A. J. 0. Snijders in de ,,Telegraaf". Men heeft echter, in de Iaatste jaren, zijn \rachten ok nog oop de kunstmatige bereiding -an. een ander kostbaar edelgesteente beproefd, ïamelijk den ro b ij n. Deze heeft een ontzag-ijko waarde; hij is bijna even kostbaar als de liamant, ja, de karmozijnroode robijn uit Oost-[ndië en China wordt zelfs met nog lioogere irijzen betaald. En toch is ook 'hier evenals )ij den diamant de eigenlijke grondstof zoo *oed als vol komen waardeloos. Zij bestaat xiit îiets anders dan aluinaarde of aluminiumçxyd, lezelfde stof, die het hoofdbestanddeel is van ïe klei en waaruit men ons gewoon aardewerk ervaardigt. De waarde schuilt weer alleen in : len kristalvorm, do doorschijnendheid en de )lauwachtig roode kleur, welko Iaatste te dan-cen is a-an geringe bijmengseien van cliroom->xyd.Hoewel dus de samenstelling van den robijn •olledig bekend is en niettegenstaande het imeltpunt van aluinaarde oncindig. veel lager s dan dat van de koolstof, namelijk ongevecr LOcK) gr. C., zoo heeft tooli ook Jiier het vraag-îtuk van de kunstmatige bereiding grooto noeilijkheden gebaard. Wel is waar, behoefde lien slechts de ^ewonc aluinaarde té smelteu, *r een klèine hoeveel'lieid chroomoxyd aan toe jq voegen en het gesmolten mengsel te laten îekoelen — en zoo heeft men ook werkelijk •eeds geruimen tijd geleden, donkerroode kris-/allen van robijn weten te vcrkrijgen —- maar... îij hadden een groot gebrek : zij waren melk-loilitig troebel en daardoor waardeloos. Eerst in den jongsten tijd is het aan Ver-leuil, den assistent van den Franschen geleer-le Frémy, gelukt, om een vroegere methode ran dezen aanzienlijk te verbeteren, door het cristalliseeren uiterst langzaam te doen ilaats hebben. In Frankrijk en in Duitschland bestonden, •eeds voor eenigen tijd, verschillende fabric-cen, die het procès van Verneuil praktiscli in >oepassing brachten ; de verkregen robijnen ver den, onder den naam van s y n t h e t i-iclie edelgesteenten, op groote schaal in den îandel gebracht. Deze steenon kdmen, in aile )p zich ten, met de natuurlijke overeen en zij '.ijn zelfs van de beste echte robijnen niet to niderscheiden, terwijl do prijzen veel lager ;ijn. Hoewel voor den liefhebber de natuurlij-ce steenen steeds een zekere waarde als zeld-jaamiheden zullen beliouden, zoo is toch de cunstmatige bereiding niet zonder invloed op le prijzen gebleven. Dit blijkt, gelijk onlangs lericlit werd, uit het intéressante feit, dat de >anken van leening geen robijnen meer ter leleening aannemen. Merkwaat'dige genezing. In aansluiting aan de staaltje6 van merk-vaardige genezingen van ernstigo verwondin-;en ten slagvelde. verliaalt do corr. van de /Daily Ohronicle" nog eenige gevallen van loldaten die verpleegd werden wegens betrek-îelijk geringe venvondingen, doch die de vspo-•en vertoonden dat 'n gelukkig toeval hen 7oor erger behoed had. De chef van den ge-îeeskundigen dienst van het I^ondensche hos-îitaal toonde den journalist een Ierechen vrij-villiger die een schot in den hais gekregen had rij een gevecht aan da Dardanellen. Een kogel vas hem n.I. langs het strottenhoofd door den îals gegaan, merkwaardigerwijze zonder de in le onmiddellijke nabijheid liggende rechter-îals-slagader te treffen. Een ander soldaat îad een schot door de borst gelcregen ; op een :entimeter na was de groote lichaamsslagader ïe'troffen. De kogel- had door den rug 't ichaam verlateii on was dus, zooals de dokter îiet onaardig opmerkte, ,,prachtig de gevaiir-ijke zone gepasseerd." Hoever Icperen van Roeselare ligt. Dait. gebeurde te Roeselare, de stad der jolig-îeid. Een boerke was ter markt gekonien om '-ijne waren uit te vente n ' en 't deed een ioerke lôor stad. 't Stond alzoo een tijdeiko reeds te cijken, voor een uitstalling op de postikaarten lie de verwoesting van Yperen weergaven. To laaTigamge fewaan er daar een duitsdhe ober-eutnant, met zijn rieten kaantjo zwaaiend als n snob, die de vliegen van zijn gesdhilderd vezen wil afweren. Hij ziet ons iboerke sta«vr* >n denkende eens te lacihen stapt hij or recht naar toe. — Eh wel wat zegt ge ervan Mi jnheer ? 't Boerke kijkt eens ovcrhoek, gaat een oeetjo aanzijds. — 'k Zeggo ik dat 't treurig is. — Ja zeker maar 't is een ibewijs van onze macht. Hoever ligt Yper zoo van -hier? — Ja, ziet ge, dat weet 3k nu niet meer! — Hoe zoo da/fc? — Wel zeker. We deden da/t in den tijd op rier uren, maar nu weet ik den afstand niet meer. — Zoo! Ge wilt spotten! Op te passen! Maak u mair niet to di'k. 'k Zog de waar- lieid. In den tijd logde ik den w<>g af op vier uren maar i'k zal 'het mis op gehad hebben. — Hoe zoo. — Wel verdra&id grj en uw léger tracht or reeds sedert acdit maanden te geraken en ge zijt er nog niet! De dl>erleutnant trok druipneuze'nd af op z'n eeuwig gemakjes. Ilij kon een tien passen verder zijn. — ,,Hela! riep 'fc boerke hem aohlerna, 7t zal nog wel verder zijn dan aoht maanden als iwv leger maar zoo voortgaat gelijk ge nu stapt dan is de weg zonder ende, go geraakt er in geen eeuwe. Ziektebrengende {nsecten. In ,,Teismannia" geeft de heer K. W. Dam-merman een causerie over de verschillende in-secten welke een roi spelen in het overbrengen en verbreiden van infectie-ziekten in do tro-pen en elders. Speciaal vraagt schr. de aandacht voor de als bemiddelaai-sters van verbreiding van malaria, pest en slaapziekte optredende insecten. In zako de malaria-verbreiding wijst hij op den ontwikkelingsgang, welken de theorie die verband zocht tussclien deze infectieziekte en muskieten doorliep, en herinnert aàn de ont-<lekking van Grassi, die 5t eerst een bep aai-d e muskieten-soort — de anopheles — als over-brôngster der malaria aanwees. Do verschillende vormen van malaria worden veroorzaakt door verschillende bloedpara-sieten, die door de Anopheles bij het bloedzui-gen worden opgenomen ; ze zetten zich in den maagwatid van de muskiet vast, doorboren dezen later en komen daardoor vrij in het bloed, dat bij insecten in de lichaamsholte stroomt en do verschillende organen omspoelt. Op deze wijze geraken zij in de speekselklieren en wanneer nu het insect iemand steekt^ kun-uen do malai'iaparasieten opnieuw in het bloed van den mensch ' komen- Het voorkomen van malaria is dus gebonden nan dat van do Anopheles, en deze komt alleen voor, waar stilstaand water is. Holle boomen, weggeworpen blikjes, uitge-îiolde klappers, enz. zijn de geliefkoosdo plekjes van het muskieten-broed. Tôt de malaria-bestrijding gekomen zet schr. <Ian uitean hoe deze eigenlijk geheel neerkomt op muskieten-bestri jding ; het vernietigen der broedplaatsen is liierb een eerste voorwaarde. Meer uitvoerig bespreekt schr. dan de ma-at-regeleu tegen malaria genomen in de l'anama-kanaal-zône, en herinnert schr. aan Jt in Amerika toegepaste systeem : het beschermen On fokken .van vleermuizen, ten einde guano op te zamelen dat naar men yil tôt verdwijnen der muskietenplaag meewerkt. Een andere ziekte, waarbij een bepaald insect als overbrengster dienst doet, is de gele koorts, overgebracht door de Stegomyia Calo-pus, op een wijze, welke in veel opzichten Overeenstemt met 't overbrengen van malaria. Onder de belangwekkende bijzonderhe<len aangaande aard çn Ievenswijze dezer muskiet, vermeldt schrijver, dat men geconstateerd heeft ^ ' de stegomyia-mannetjes gaàrne het zweet van de menschelijke huid opslurpen. Maar voor 't doorboren van de huid is hun slurf te zwak gebouwd. Mon denkt nu dat de wijfjes ooi^-spronkelijk ook slechts zweet zogen, maar eerst langzamerhand tôt blocdzuigen kwamen. Deze bloedvoeding bij de wijfjes is thans een , noodzakelijke voor waarde voor 't eicrenleggen. I Bij uisluitend met plantenkost gevoede wijfjes bleef 't eierleggen uit, ofschoon ze bij deze voeding meer dan 100 dagen bleven leven. Na éénmaal bloedzuigen volgt reeds de productie van een déel der eieren, na 2 of 3 maal worden a Ile eieren gelegd. Zelfs onbevruchte wijfjes leggen na 't bloedzuigen eieren, maar dezo komen niet tôt ontwikkeling. Tegen deze muskieten, gaat schr. voorfc, worden deezlfde maatregelen genomen als tegen de anopheles, en de bij *t graven van 't Panama-kanaal genomen maatregelen waren dan ook zoowel tegen malaria als tegen gelo koorts go-richt. Dan treedt schr. in een beschouwing over aard en infectiewijze der Filariasen, tôt de verbreiding waarvan verschillende geslachten in staat zijn. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een kleine draadvorm (filaria Bancrofti) die in lymph- en blbedvaten leeft. In de Iaatste jaren is meer bekend en be-rucht geworden de Afrikaansche slaapziekte, weer veroorzaakt door het trypanosoma gam-biense, die ook 'n tusschenwaard, hier een tsé-tsé vlieg noodig heeft voor zijn ontwikkeling. Deze ontwikkeling is nog niet geheel opgehel' derd. De ziekte komt tôt nu toe alleen in W. en O.-Afrika voor en is waarschijnlijk in W.-Afrika inheemsch en vandaar naar O.-Afrika overge-bracht.Uganda is het meest beruchte oord voer slaapziekte ; hier is op sommige plaatsen § der bevolking er aan gestorven. Zoowel de mannetjes als de wijfjes der tsé-tsé vlieg zijn bloedzuigend ; de vliegen stoken bijna uitsluitend overdag. ,,Merkwaardig is de ontwikkeling" — gaat sch. in zijn belangrijk referaat voort — Het wijfje is ni. levendbarend ; telkens komt slechts één ei tôt rijpheid en de jonge larve blijft binnen het moederlichaam. Spéciale mclkklieren aan de baarmoeder scheiden voed-sel voor 't jonge dier af, dat ten slotte geheel volwassen geboren wordt. Zoodra de larve 't daglicht aanschouwt. zoekt zij weer de duisternis op en kruipt onmiddeilijk in den bodem en is lia 1^- uur vei"popt, waarvoor zij speciaal met pisang be-groeido plekjes nabij rivieroevers op zoekt. Van hier uit vliegen do volwassen insecten niet ver weg, ofschoon ze zeer liardnekkig iemand kunnen achtervolgen. De meeste menschen worden bij 't oversteken van een rivier of bij 't baden gestoken... De ezel van Tsjesjmô. De Turkscho courant .,Koilu'' te Smyrna vertelt het volgende verhaal: Bij de beschie-ting van Tsjesjme waren den ezel van den amb-tenaar der ibelastingen Halil Effendi beide ooren van het hoofd gesclioten. De ezel is thans een bezienswaardigheid geworden. Ailes stroomt naar het huis van Halil om, tegen een behoor-lijk entrée, den ezel te bewonderc)n, dien Engel-sche granaten van zijn schoonste sicraad hebben beroofd. Het eind van een Chineeschen klipper. Op 5 Juli jl. werd de Noorsche bark Fiery Cross door een Duitsche duikboot getorpedeerd. Over de geachiedenis van dit schip scliruffc The London and China Telcgraph: ' Eens was dit schip de beroemde Chineesche klipper, die in de jaren omstreeks 1860 een scliit-terend figuur sloeg by de groote „tea races". Volgens het boek van Lubbock over Chineesche klippers bleef het schip langer dan eeni"- ander zich handhaven op de races. In 1871 ging de Fiery Cross op New-York varen eu werd later naor Noorwegen verkocht. Aan t!e ieden van de Vlaamsche Natuur- en Oeneeskundige Congressen. Er staat ons, Belgem, een harde tijd t« wachten na den oorlog; wij moeten ons j bekwamen om dien te doorworstelen. Aan j velen schijnt het voorbarig daar nu reeds , over te spreken, wanneer tooh de liuidige moeilijkhêden zoo groot zijn en aile aan- j daoht boeiën; maar de nood diwingt ertoe, zoo we begrijpen dat onze tegenwoordiige ; werkzaamheden de. voorbereiding moeten ] zijix van de latere ontwikkeling, zooals de j roemrijke weerstand onzer helden in Vlaa/n- . ^ deren den nakenden vooruitgang en de be- | vrijding voorafgaat. Wie geroepen is aan de veehtlijn, gehoor- j zame zijn bevoegde oppe-rhoofden. Wie den voorraad in voedsel, kleading en munit-ie moet aanbrengen, spanne daartoe aile krach-ten in ; en helpe wie lielpen kaai ona geld in te zamelen ten voordeele der goede wer-ken. Gloedvolle redenaai-s en schrijvei*s ster-ken onzon moed. Langenooten, thans in België opgeslaten, weten best hoe ze zich te godragen hebben en behoeven de be-laohelijke lesjea niet, die sommige uitge-wekenen liun aanmati'gend wil'len voordra-gen. Een wederzijdsch vertrouwen dient beliouden te worden in den tegenspoed; het is de waarborg eener sueller en vreugdevol-ler heropbeuring. Wantrouwig moeten wij ons alleen toonen tegenover degenen, die ] door huinne œnzijdige mededeelingen min- \ aohtirag voor den medebuTger zaaien en en- 1 kel ontmoediging kunnen oogsten. Na de oorlogsverklaring hebben wij allen ecndrachibig gevoeld wat het land van ons -eischte en eenige maanden lang is ons | aller samenwerkitng een versterkend en * praohtig bewijs geweest van de grootheid, die wij kunnen bereiken door het uitsluiten ^ van nuttelooze twisten. Waarom is dan het , mollenwerk begonnen, door de De Clercq en \ Hoste met recht aangeklaagd ? Waarom lieb- c . ben wij steeds en nog meer in de Fransch- 7 Belgieohe bladen die mededeelingen gekre- s gcn, die de Vlamingen in een valscli licht j moesten plaatsen en hunne vaderlandsliefde i betwijfelen? Waarom werden en worden nog h steeds moedwiillig alleen Vlamingen aange- a rand zonder dat er ooit een tereohtwijzing i gekomen is, wanneer de féiten onnauw- ( keuirig weeirgegeven waren? ^ Wij zuilîen ons niet langer ophouden met ( die negatieve werkingen, die hun straf wel ( zullen vinden in hun eigen slechtheid. Mij i dunikt de werkende kracliten moeten opge- ( beui-d worden en de bedrijvigheid van Waal 1 en Vlaming aangewakkerd, wa zij iets 1 voortbrengen dat hun persoonlijkheid sterkt, dat hun zelfibewustzijn, hun eigen voelen en eigen denken verscherpt. Want daarin ligt de moreele hinderpaal tegen verduit-eching of verfransching. De Vlaming, die fier blijft op zijn pf>rsoonlijkheid en op. zijn vrijheid, is antiduitsch, als de Duit-scher hem vril onderwerpen. De Waal, als hij vrij en zich zelven wil blijven, zal anti-fransch zijn, wanneer Frankrijk hem wil temmen. Om in de Wereld iets te betee-kenen moeteai wij eerst ons eigen meester zijn. Vermeylen zegde : ,,Wij ^villen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden". Zoo willeii wij Belgen zijn om Vlamingen te kunnen blijven. België is ons wedlug, als wij er niet volledig Vlaming kunnen zijn. België is ons ailes, wanneer wij in zijn on-afhankelijk bestaaii de waarborg onzer per-soonl'ijke ontwikkeling vinden. Verleden zomer werden wij overrompeld en aile plannen, in vredestijd gesmeed voov . het houden van vergadei-ingen, verijdeld -door den storm der gebeurtenissen en het onderbreken van aile maatschappelijk ver- 1 keer. De oorlog heeft ons niemwe eischen gesteld en nu de eerste verwarring lang ! voorbij is, kuainen we beter het onderzoe- 1 kingsveld overzien, dat een ieder scherp-zinnighedd op de proef • stelt. In alîe oor-log\roer'ende landen zijn de wetenschappe-leijke werkzaamheden regelmatig liernomen. De eens geschorste uit.gaven der Fransche tijdschriften zijn ingehaald. Aan aile légers zijn t-lians werkers verbonden, die niet het onmiddeilijk noodwendige verrich.ben, maar er zich uitsluitend op toelieggen de ver-meerdering der wet€nschapj>elijke kennis te tewerksteilligen, omdat de buitengewone ge-legenheid, waarin men zich in deze tijden bevindt, niet verloren zou gaan en \le be-hand.eling onzer strijdêre, zoowel nu als later, er onrechtstreeks haar nut zal in vinden. In Engeland worden aànzienlijke sommen gewijd aan die opsporingen en aile labora-toria leggien er zich ijveri'g op toe. De we-tensclia.ppelijko literatuur over de bevin- , dingen uit dezen oorlog zali overweldigend zijn, en toclu zulleii wij er ons op moeten toeleggen die te begrijpen en te venverken, 1 ten bate van ons eigen volk. ■ De leden der Vlaamsche Nat-uur- en ( Geneeokundige Congressen, die zeventien jaar lang regelmatig Vergaderden, zijn ver-spredd over geheel Europa en er is niet aan te denken ze op dezelfde plaats te ver- 1 eenigen. Hasselt is nu 'weer eens uitge-steld ! Maar waarom zouden zij niet op denzelfden dag, laat ons zeggen, den twee-dein zondag van September, ieder groep in zijn stresk, een samenkomst houden, die als een toonbeeild zou tellen van levenskracht en onwrikbare verldeefdheid aan onze ide-alen ? Het verblijf in het buitenland solierpt onze aandacht en veel • hebben wij kunnen leeren en opmerken, dat zonder verwijl aangeteekend moet worden om niet verloren te gaan. Menigeen heeft geilezen of persoon-lijk ondervonden wat ons allen nuttige wenken kan geven ; tijd ontbreekt ons niet om een of ander studiewerk door te drij-ven, dat wij in de nabijheid van goede bi-bliotheken lajmnen voltrekken. Onao leden, die in het leger zijn, kunnen ons hun oor- leel mededeelden over de besluiten door ndere onderzoekers vastgesteld. Wij mogen lit ailes niet verwaarloozen. Laat ons de voorouders indachtig zijn. De politieke moeilijkheden onderbrakeu tunne bedrijvighieid niet. Jan Yperman was îeelmeestei* en geneesheer der legerbenden 'an zijn vechtende gemeente, het glorierijk îfperen! — Als Dodœns over Keulen luiswaarts1 keerde, vernam hij dat de Spau-aaixls te Meahelen zijn tuin verwoest en ;ijn huis verbrand hadden, en toch werkto îij aan zijn klinische mededeelingen. Van tfauden schreef zijn ,,Bedieniinge der Ana-omien" in het belegerde Ajntwei-pen. Va.i Telmont, door de kerkelijken. opgesloten te ^"ilvoorde, arbedidde _ntog aan zijn sohei-:undige ontdèkkinigen. Toen Palfijn schreef, vaande zich Lodewijk de veertilende de enige baas; toen Jacobs zijn ,,Vroedkunde" litgaf waren er Oostenrijkers in den lande. Als de Ant/werpenaren hun eerste Vlaamsch Genootschap stichtten, was het iTransohe Republiek en spoedig daarna îwam d'Herbouvilte ze uiteen jagen. Er •ntstond dan ook al een Censor: Broeckx •erhaalt dat wanneer ze later eene penning àlden slaan met de Koppen van Vesalius, ran Helmont en Palfijn, de goevernèur zich laartegen verzette en erop deed plaatsen îet beeld zij-ns meesters ,,îTapoléon, empe-■eur".En toch werkten eeuwen door en onver->oosd^ de onzen, zooals Matthias de Lobel e RijseL schreef, ,,om den ghemeynen oir->oir te bevorderen". Dr. F. SANO. Londen, 11 Juli 1915. .n» ■ 9 ' le Duitsche oorlog eu het katholicismus Gelijk reeds voor enkele dagen aangekondigd, ijn thans gezaghebbende kathoheken druk in le weer om het vuil lijnwaad der wilde horden lit te wasschen. Doch de eerste wasch brengfc ieinig propers aan den dag en wij gelooven lan ook nooit dat ze er ooit zullen toekomen ich hagelwit te reinigen, evenmin al6 men met unlichtzeep een neger wit wrijft. Do opsteller van het schriftje, Prof. Rosen->erg uit Paderborn, heeft denzelfden titel ge-;ozen als het rake Franscho protest: Do Duit-cho oorlog en bet Katholicisfius. In een roordje ter inleiding getuigen eenigo voorman-len dat het christelijk leven met den oorlog ipbloeide, dat de soldaten voor hun vertrek in le kerken necrknieklen om do zego over de )uitsclie wapens in te roepen en dat bijgevolg lergelijke soldaten onmogelijk wreedheden kon-len begaan. Ze hadden zich ja volgens Keizers roorden gedragen : ,,En nu beveel ik u aan *od. Gaat thans naar de kerk, knielt neder oor God en bidt Hem om hulp voor het dap->ere leger»." Het boekjc is over 7 hoofdstukken verdeeld l'aarin de schrijver de onweerlcgbare bewijzen 1er Franschen tracht om te stooten. Doch 't is aeestal ,,een langs den pot draaien" en een leftig liegen. Eerstens wil^hij de wereld en ooral do neutrale Staten wijsmaken dat )uitscliland den oorlog niet gewild heeft, alhoe-rel wij heel goed weten dat Duitschland ge-egeerd werd door een militaire jonkerkaste. In het tweede hoofdstuk beweert de schrijver tout en bout dat België zelf zijn neutraliteit erbeurd had. Doch hoe dan het .,nood breekt ret" verklaard? En toen do barbaren als die-on en moordenaars België invielen, hadden zo ocli do beruchte Brusseler dokumenten zeker îog niet gevonden ! En do professor besluit îeel dapper: Had Duitschland een oogenblik çeaarzeld, dan hadden Engelscho en Franscho roepen België overrompeld. Protesteerde dan Duitschland tegen de schending van het Bel-jisch grondgebied, dan zouden do bondge-îootenJiatelijk en venijnig met dit protest ge-aclien liebben. Het derde hoofdstuk doet een Belg woedend -an zijn stoel opspringen. Do misdaden, dief-;en. wreedheden, die gepleegd werden, beweert ;teller, zijn erg overdreven, of geheel niet waai-. )aarbij legio waren de franc-tireurs en niet îet minst do priesters. En daarom moest het Duitsche leger streng optreden. Woordelijk ;even wij weder wat de schrijver zegt over de Seestelijkheid : .,Uit tal van bewijzen, uit militaire rappor-;en en brieven van soldaten blijkt zonnoklaar lat een groot getal priesters een aktief deel lan den franc-tireursoorlog, genomen heeft. Ook îebben Belgen zelf verklaard dat priesters Duitscho troepen overvallen en er dapper op osgeschoteç hebben. In meer dan een pastorie verden vuurwapens en kogels gevonden." Dus ailes, wat de Kardinaal Mercier en Mgr. Eleylen duidelijk over de priestermoorden in t licht gegeven hebben, is louter leugen. Doch leze Duitsche vlieger, zwaar beladen met eugens en onzin, gaat niet op ! Overal waar de Duitsche troepen aankwa-nen, waren franc-tireurs, die achter heg en (truik, uit kelder en zolder, op do Pruisen damden als stroopers op liazen. De regeering m do Belgische pers, die het volk tôt verzet >pgehitst lîebben, zijn enkel verailtwoordelijk -•oor het onschuldig Bclgisch bloed, dat de def-iige Duitsche soldaten enkel uit noodwecr heb-icn doen stroomen ! Op dergelijke onbeschaamdo leweringen, antwoorden wij enkel: ,,liegt maar >p, met liegen zult gij den Hemel ingaan". De volgende hoofdstukken zijn gewijd aan heti ,Duitscho oorlogsbëgrip", ,,Duitsche kultur" m ,,Frankrijk en de Katholieke Kerk". Geen •omeinsch keizer heeft systematisclier do kerk îevochten dan wel de goddelooze Fransche Republiek" ! klinkt het hier en dit enkél oui le katholieken in de neutrale landen gunstig ;oor Duitschland te stemmen.. Doch de Fran-«cho regeering heeft nog geen enkel priester rermoord, terwijl do Duitschcrs meer dan 200 iriesters op Belgischen bodem onschuldig om t leven gebracht hebben. En als wij do keerzijdo der medalje in rredestijd nemen, dan is de Duitscho lîegeering liet beter dan de Franscho. Enkel hier rond Roermond kennen wij vier Duitsche orden, dio lit do ,,liebe Heimat" sedert jaren verbannen îijn. De professor is ten slotte de vaste meening roegedaan dat de zegepiaal der Duitscho vapens ook de zegepiaal van het Katholicismus sal meebrongen, terwijl do zegepiaal der bond-?enootpn het hoogtij van het Iladikalismus be-^ekent. Doch andere klokken, andere tonenl Een hoogstaande Duitscho geestelijko ver-<laardo ons rondborstig dat na den oorlog in Duitschland een nieuwe en geweldige >,Kultur-çampf" onvermijdelijk zou losbreken. En dan? Wij gelooven dan ook niet dat dit schriftjo ete zal bijbrengen 0111 de Ivatbolieken der icutrale landen gunstig voor Duitschland to stemmen, Wel integendeel ! JAAK B00NEN-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Amsterdam von 1900 bis 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume