Gazette van Gent

1794 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 26 März. Gazette van Gent. Konsultiert 18 Juni 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/f18sb3zg3d/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

■n/Jfls TA AIR — Wr 71 . — Ti 5 CENTIEMEN DONDERBAG, 26 MAAET 1914 GAZETTE VAN GENT I1ÎSCHRÎJTINC1SPKIJS : VOOR GENT : VOOR GEIIEEL BELGIE : tonjsar S2-00 Een jaar fr. 15-00 guaanden » 6 maanden » 7-75 jjmMUden > 3-50 3 maanden > 4-00 Voor Holland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD BïiS'TUUB Ï3M BEB ACTIE VELDSTRAAT, 60, GENT ? burèelen sijn open van 7 ure 's morgends tôt 5 W'6 's GVOildS, TELBFOON nr 710 De inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nêmen ten Postkantoore hunner woonplaats. Gesticht in 1667 (BEURZENCOURANT). BUITENLAND. FRÂ6MKRIJK. De moord op den heer Calmette Mevrouw Caillaux. Gisteren nacht bracht de moordenaar-iter van den heer Calmette een woeligen nacht door. Toen zij gisteren morgend, om 9 ure, opstond, verklaarde zij dat het 't onder-hocr was van den heer onderzeksreckter Boucard die haar zoo moe had gemaakt en haar hoofdpijn had bezorgd.Kort daarna, legde zij zich weer te bed, doch wei-gerde een dokter te ontvangen. Om 10 1/4 ure kwam hare dochter baar bezoeken. Het meisje bleef drie brait uurs bij hare moeder. Om 1 ure ontving zij het bezoek van. haar man, die tôt rond 3 ure bij haar bleef. Het onderzoek. Het onderzoek wordt ieverig voortge-zet.De heer Boucard onderhoorde gisteren namiddag den wapenmaker en den be-diende dezer, bij wie mevr. Caillaux zich den revolver der misdaad aianschafte. Beiden deden niets nieuws kennen. De-rechter ontving idaarna déni heer Voisin, annoncenmakelaar vatn den "Figaro" en nog twee teekenaars, de heeren Honoré en Masson. Mevr. Caillaux had namelijk verklaard liât zij, ki het ,'wachltsialion vertoevend,, drie opstellers dichtbij haar samen had. looren p rat en en dat ze een der drie hoorde zeggen dat de documenten des anderendaags zouden openbaar gemaakt rorden. De drie heeren verkLaarden dat er hoe-Renaamd van geen documenten gesproken werd, maar van zaken, en dat op zeker oogenblik gezegd werd : " Caat er zonder fout morgen naartoe." Teekeningen wer-den op tafel ontrold, en dit is al. De zaak Rochette LN DE lONDERZOEKSCOMMISSIE. Uit al de getuigenissen, die wij tôt hiertoe gehoord hebben, zou blijken, dat het procès Rochette in den doofpot geduwd werd door de tusschenkomst van de regeering. De heer Jaurès, voorzitter der commissie, hoopte het onderzoek woensdag te kunnen sluiten. De commissie zou dan tare besluitselen opstellen en deze aa-n de goedkeuring der Kamer onderwerpen. 3enkeiijk zal de Kamer dinsdag over die besluitselen eene beslissing nemen. Verklaringen van den heer Regnault. De heer Regnault, substituut,legde uit irelk belang Rochette er bij had dat zijn procès uitgesteid werd. Door ailerlei meuwe bedrieglijke ondernemingen [ooopte bij veel geld te verzamelen en daardoor zijne slachtoffers min of meer jjhadeloos te stellen, natuurlijk ten na-dee.e van de nieuwe slachtoffers, die hij ;®et zyne nieuwe ondernemingen wist te malien. De likwidator Vachez. Do commissie heeft vervolgens den «eer Vachez, likwidator der zaken Ro-j™ette, gehoord. De heer Vachez deed de jikwidatie van het Crédit Minier. Het tekort in die maatschappij beliep 40 rnil-llioen en het inkas 6 millioen. I ^In eene andere onderneming, de Mandions Hella, was er zelfs geene boek- S 11 », ... —— ——— houding. Men heeft nochtans kunnen op-maken, dat er 15,000 slachtoffers waren. De titels, die door Rochette ter SBeurs gebracht werden, kregen enkel hunne waarde door de reclaam, welke zekere dagbladen er voor imaakten. Voor die reclaam betaalde Rochette 2 millioen 528.000 fr., en zulks slechts voor eene enkele onderneming Conirontatiën. Woensdag morgend verschenen de heeren Monis, Caillaux, Fabre en Bernard samen voor de commissie. Zij werden met elkander geconfronteerd, daar zij niet t'akkoord zijn over den datum, waarop de heer Monis aan den heer Far bre bevel zou gegeven hebben het procès uit te stellen. De heer Fabre be-weert dat het den morgend van 22 maart 1911 was. Daar de heer Monis gehandeld heeft op aandringen van den heer Caillaux, moet deze den heer Monis dus vôér den 22 .maart een bezoek gebracht hebben. Nochtans beweert de heer Caillaux eerst den 24 maart bij den heer Monis geweest te zijn, en zulks op ver-zoek van Mr Bernard, advocaat van Rochette. De heer Fabre houdt staande dat het den 22 was. De heer Monis zelf kan niets met zekerlieid zeggen. Hij weet enkel dat het onderhoud op een morgend van maart plaats had. Den 22 maart was een woensdag, en 's woensdags verleen-de de heer Caillaux zijne audiënties. Dus kon het onderhoud niet den 22 plaats gehad hebben. De heer Fabre heeft zich dus vergist. Deze iblijft staande houden dat hij den 22 maart het bevel ontving van den heer Monis. Bij de herneming der zitting verweet de heer Caillaux aan het parket den mi-nister van geldwezen niet verwittigd te hebben der financieele verrichtingen die Rochette voortzette als hij in voorloopige vrijheid was gesteld. Voor hem is het de vorloopige in vrijheidstelling van Rochette die de grond der zaak is. De heer Caillaux voerde daarna aan dat de heeren Briand en Barthou hem ver-keerde woorden in den mond gelegd hebben.Hij heeft eenvoudig tôt die beide heeren gezegd dat hij aan deï< heer Monis het verzoek van Mr Bernard overbracht en dat hij zulks enkel deed om den advo-kaat genoegen te doen. De heer Caillaux deed verder bijzon-derheden over zijn privaat leven kennen. De commissie aanhoorde dharna den heer Lyon, voorzitter der Syndicale Kamer der Waarden, die enkele bijzonderhe-d'en verstrekte over de uitgifjten Rochette. De nota van <Jen heer Fabre. Een der leden van de commissie van onderzoek, de heer Long, heeft meenen op te merken, dat in de nota van den heer Fabre de datum met anderen inkt geschreven is dan de: tekst. De moord in een treiln. — Tôt hiertoe heeft men nog niet de minste aanduiding tôt het opsporen der moordenaars van den paa-rdenkoopman Guinard, in den trein van Parijs naar Auxerre vermoord. Galei aîgeschaft. — Het bagno van Nieuw Caledonie verdwijnt bij gebrek aan kostgangers. De bestuurder der strafkolonie, de heer Cardillet, is op pen-sioen gesteld. Moordenaar van zijn zoon. — De Bel-gische rijkswacht heeft te Jeumont aan de Fransche gendarmen den 45jarigen Georges Jérôme uitgeleverd. Deze had te Pajrisis (Aisne), zijn zoon met een scherpen priem in het hart gestoken en gedood. Mil»■!— IIWIU ENGELAND Het Home-Rule In het I,agerhui3. De mededeelingen in de pers omtren de voorwaarden, waaronder generaa Gough (die ontslag had gevraagd omda hij in de Ulsterstreek niet wilde strijden in zijne- positie in Ierland hersteld werd leidden in het Lagerhuis tôt het stellei van nieuwe vragen, die een belangrijki mededeeling van de regeering uitlokten De afgevaardigde Lee vroeg namelijk of het juist was, dat Gough zijn com mando weder had aanvaard na van di regeering een geschreven verklaring t( hebben ontvangen, dat de onder zijn be vel staande troepen niet gebruikt zoudei worden om de bewoners van Ulster ti dwingen zich aan de bepalingen van di "home rule-wet" te onderwerpen. De minister van oorlog, Seely, ant woordde daarop, dat hij van plan was aile geschreven documenten, die op di kwestie betrekking hebben, bekend ti imaken, waardoor de zaak in een helde: daglicht zou treden en aile géfheimzin nigheid weggenomen zou worden. .Seely verklaarde verder, dat hij oj verdere vragen niet zou antwoorden daar het onmogelijk was eene juiste le zine van de zaak te geven, tenzij dez< van verschillende zijden beschouwc werd, waarop de eerste minister Asquitil zegde, dat dit zou geschieden bij de be handeling van de "Appropriation ibill" Hii voegde daaraan toe, dat tôt de ove: te leggen documenten ook zullen behoo ren de schriftelijken onderrichtingen vai generaal Paget, den opperbevelhebbe: voor Ierland. Ontslag aangeboden. In het Lagerhuis heeft de minister vai oorlog gisteren aangekondigd dat hij zij] ontslag gaf. Hij zette uiteen dat er tusschen hem ei 't kabinet een misverstajid was ontstaan waarvoor hij alleen verantwoordelijk ie De kolonel verklaarde ten stelligst1 dat de koning in de zaak der officieren hoegenaamd niet tusschen kwam In antwoord op enkele opmerkingei van den heer IJalfour, zegde de liee Asquith dat kolonel iSeely nog altoo deel maakt van het kabinet. De heer Asquith voegde er aan toe da hii het ontslag van kolonel Seely weigert De heer Bonar Law drong er bij he gouvernement op aan zich te verzekerei of het den wil van het volk vertegenwoor digt. Sir Edward Grey drukte de hoop ur dat welkdanig besluit, rakende het ont slag van kolonel Seely, zal besprokei worden met het oog op het algemeen be lang. ■«« In de Lordskamer. —- De Lordskame: hesprak gisteren de documenten betrek keliik het ontslag' der officieren. Eene zonderiinge ontmoeting. — Ge neraal Mae Ready, die bijzonder naa: Belfast werd gestuurd door het ministe rie van Oorlog, om te onderhandelen me generaal Gleichen, ibevelhebfoer der troe pen van Belfast, begaf zich in groot< kleedij naar Craoghavon, om zijne be leefde groeten over te brengen aan dei overste van de Ulsterstreek, sir Ed'warc Carson. Generaal Richardson, bevelheb ber der vrije unionisten van de Ulster streek, was tegenwoordig bij het onder houd van generaal Mae Ready met si. Edward Carson. Vechtpartijea te Belfast. — Te Belfas zijn protestanten en katholieken hand gemeen geworden. Er werd met ste.nei geworpen ; men heeft ook eenige revol-verschoten hooren knallen. De policie heeft de groepen uiteen gedreven. Er zijn verscheidene gekwetsten. De policie heeft eenige aanhoudingen gedaan. Eene rechterlijke dwaling? —• In de-t cemlber 1908 werd te Glasgow een be-1 jaarde, rijke dame ,miss Gilchrist, ver-t moord. Een jonge man, Oscar Slater, ) werd in verband met dezen moord in de , Vereenigde Staten, waarheen hij zich had î begeven, aangehouden, schuldig bevon-3 den en ter dood veroordeeld. Dit vonnis werd echter in levenslange gevangenis*-, straf veranderd. Thans is op last, van den minister van Schotland, Me Kinnon i Wood. een nieuw onderzoek in deze zaak > geopend, want er zijn ernstige vermoe-dens gerezen, dat de veroordeelde on- i schuldig is. Slater werd veroordeeld op î de verklaringen van de dienstmeid der î vermoorde en van, een meisje, die op den avond van den moord in botsing was ge-komen met een man, die in allerijl het i huis, waar miss Gilchrist woonde, ver- > liet en die in Slater werkelijk den man, > dien zij hadden zien vluchten, herken-den.Maar nu is langzamerhand uitgekomen dat deze getuigenverklaringen niet be-i trouwbaar zijn, dat de dienstbode al-, thans eerst een heel andere beschrijving van den dader, die zij uit de kamer van ; de vermoorde zag komen, nadat zij van [ eene boodschap was teruggekeerd, had i gegweti. Dat Slater, wiens reis.naar Amerika ook al opgevat was als een ibe-wijs van schuld, volstrekt niet naar de Vereenigde Staten was gevluclit, maar dat zijne reis naar Amerika reeds gerui-i men tijd voor den moord was vastge-steld.AVel zonderling is het zeker, dat bij de behandeling van het procès tegen Slater al deze omstandigheden onbekend zijn j geblerven. Maar de nieuw gebleken feiten j hebben nu althans den minister aanlei-ding gegeven, een nieuw onderzoek te j openen. Dank zij de aan Slater verleende ge-nade van de doodstraf, zal dus nu een j rechterlijke dwaling welliclit hersteld kunnen worden. Ook dit geval verdient dus weder d-e l overweging van de tvoorstanders der r doodstraf. DUITSCHLAND: Reis uitgesteid. — De reis van het f. Duitsch kroonprinselijk echtpaar naar de t Duitsche koloniën zal niet in den loop der huidige lente plaats hebben, om de goede reden dat de toebereidselen, er toe i te treffen, niet zoo maar in enkele we- ken gereed kunnen komen. ( Een afgevaardigde uit Beieren aange= houden. — De afgevaardigde Abresch, van de omschrijving van Neustadt, bij de Beiersche Kamer, is aldaar aangehouden geworden, op aanklacht van den advocaat von Harder, van Mannheim. Deze beschuldigt den afgevaardigde van een noodlottigen invloed uit te oefe-nen op zijne dochter, die hij zou ge-schaakt hebben en waarvan hij eene procuratie zou hebben bekomen, voor het heheer van hare fortuin, die ver-hj scheidene millioenen ibedraagt. von Harder heeft haar doen opsluiten ! en haar een voogd doen benoemen. De "procuratie", gegeven aan Abresch,werd 1 nietig verklaard. ' In de Beiersche Kamer verwekte de aanhouding van Abresch groote opschud-ding.De rarap van Kœpenick. — Uit ambte-lijke vaststellingen blijkt dat bij de ramp met den. overzetbak, op 19 personen die ; er zich in bevonden, 10 'het leven hebben verloren.Onder de verdronkenen bevindt l zich ook de veerman. De oorlogsbelasting. — Uit eene offi-cieele verklaring. dinsdag in den Rijksdag gedaan blijkt dat de vreemdelingen, die in Duitschlnd verblijven, verplicht zijn hun deel te betalen van de buitengewone oorlogsbelasting, voor de versterking van de land- en zeemachten gestemd. In vacantie. — De Rijksdag zal morgen avond ,tot 28 april, op l'aaschvacantie gaan. Voor dien tijd zullen nog de be-grooting vain Kiao-tsjou, verschillende protesten tegen verkiezingen, het wets-voorstel nopens het tweegevecht (ver-scherping van de strafbepalingen) en eenige kleine wetten afgehandeld wor-<len.Aanvaring. — De torpedoboot n. 193 is bij pachto«fening xlocfp de "torpedobaote n. 108 aangevaren en boven de waterlijn opengescheurd. De boot kreeg drie lek-ken aan stuurboord en een aan de achter-steven van bakboord. N. 193 is gisteren morgend naar Kiel gesleept. Te bevoeg-der plaatse is niets naders van deze aanvaring bekend. OOSTEMRSJK- HOWGARIE De Duitsche keizer en de hertog van Cumberland. — Keizer Frans Jozef is tegenwoordig geweest bij het bezoek, te Weenen, door den hertog van Cumberland gebracht aan den Duitschen keizer. Het tegenbezoek, dat keizer Willem bij den hertog van Cumberland aflegde, droeg een zoo hartelijk mogelijk karak-ter, het duurde één uur. Keizer Frans Jozef begeleidde den keizer. Aan de statie namen de beide keizers die warm werden toegejuicht, op buiten-gewoon harfelijke wijze afscheid van elkaar. ZWEDE^J Eene aanklacht tegen Staaff. — Pro-fessor Mittag-Leffler heeft een opzien-barende beschuldiging geuit itegen den vroegeren minister-voorzitter Staaff : Deze heeft tijdens zijn ministerieel leven twee belangrijke berichten, de landsver-dediging betreffende, die naar hun in-houd of herkomst de aandacht der ge-heele regeering moesten trekken en da-delijk aan de militaire overheden moesten zijn medegedeeld, verborgen gehou-dëri. Een dier berichten hëeft Staaff gé-durende 14 maanden in zijn bureel laten liggen, het tweede heeft hij met voorbij-gane: van de militaire overheden aan de parlementaire commissie voor de lands-verdediging gegeven, die het 14 maanden onder zich hield. De zaak heeft allerwege in Zweden de grootste belangstelling en het grootste opzien verwekt. ITALIE: De keizer van Duitschland en de ko= ning te Venetie. —■ De koning begaf zich gisteren morgend aan boord van den " Hohenzollern", vergezeld van markies di San Giuliano, minister van buiten-landsche zaken en verscheidene personen van zijn gevolg. Op den ganschen doortocht was er zeer veel volk, niettegenstaande den aanhou-denden regen ; de vorst werd bij zijne aankomst begroet door salvo's, gelost door de Italiaansche en Duitsche sche-pen en de luide hoera's der bemanning. De ontmoeting tusschen Willem II en koning Victor Emmanuel was zeer vrïen-delijk. De vorsten omhelsden elkander twee maal. Keizer en koning ondeihielden zich daarna met den minister van buitenland-sche zaken. De ramp van Venetie. — Keizer Willem van Duitschland heeft den burge-meester van Venetie eene som van 3000 mark ter hand gesteld, voor de familiën van de slachtoffers jvan het ongeluk, voorgevallen op 19 dezer. Geen ongeluk, eene misdaad. — Men had gezegd dat de bestuurder van het Observatorium van den Vesuvius aan de gevolgen van een ongeluk was gestor-ven. Men had hem verkoold in zijn ver-brand bed vinden liggen en daar de lamp in het bed lag, meende men dat hij deze, in zijn bed liggend, omver had ge-stooten en zoo verongelukt was. Het blijkt nu dat de kwestie geheel anders ineen zit. Prof. Manteechi is niet verongelukt, maar wel vermoord door dieven, die eene som van 6000 lire uit de kas van het Observatorium gestolen hebben. De dieven hebben het lijk op het bed geworpen en om te doen denken aan een ongeluk, hebben zij den brand veroor-zaakt.RUSLÂND. De verloving van twee dochters van den czaar. — Naar uit St-Petersburg wordt gemeld, zal binnen enkele dagen de verloving van de twee oudste dochters van den czaar bekend worden gemaakt. Groot-vorstin Olga verlooft zich met grootvorst Pawlowits ; haar zuster Tatiana met den oudsten zoon van den Rumeenschen troonopvolger. Geideîijke hulp. —- Te St-Petersburg is het gerucht in omloop dat de Duitsche wapenfabriek Krujpp een nieuw crediet van 4 milioen ipond ^sterling, gteopend heeft. ASV9ERIKA. Een tusschengeval. — Tusschen Mexicain en Amerikaansche grenstroepen is weer een tusschfjngeval voorgekomen. 40 opstandelingen vluchtten voor eene overmacht van Huerta's troepen over de Rio Grande en gaven zich aan de Amerikaansche grenswacht over. Toch scho-ten Huerta's troepen door; toen zij ten slotte een Amerikaan verwondden, be-antwoordde de grenswacht het vuur en doodde enkele Mexicanen. Het drinkgeld. — In den Noord-Ame-rikaanschen Staat New-Jersey heeft een lid van den Senaat een wetsontwerp in-gediend, waarin aan bedienden, agenten, pachters, eigenaars van hôtels en restaurants, verboden wordt, drinkgeld aan tè nemen. Het geven en aannemen van drinkgeld wordt als misdaad beschouwd en zal met gevangenisstraf worden ge-straft.De Senaat van den Staat heeft deze wet met geestdrift aangenomen. De vraag is nu maar of deze heeren, die het drinkgeld geven en aannemen als een misdaad beschouwen, in een restaurant of hôtel zullen durven komen, zonder er te geven 1 STADSNIEUWS. STEBELiiiv i;,SÂD VAN GENT Zitting van den 25 maart. De zitting wordt om 6 u. 20 geopend, onder voorzitterschap van den heer >bur-gemeester Braun. STEDELIJKE BEGROOTING. Aîgemeene bespreking. De Raad zet de algemeene bespreking der begrooting voort. De heer De Bruyne, schepen, geeft een beknopt overzicht van wat de stad Gent immer deed voor het openbaar onder-wijs.Ik zal, zegt woordvoerder, de stappen van mijn voorgangers tôt opbeuring en steeds meerderen .bloei van het onder-wijs drukken. De heer Casier sprak over de groote sommen aan het onderwijs besteed. Hij ^ feuilleton d-er Gazette van Gent. Sene locveFsgeecMedeÉ * ervolgens verhaalde ,ik haar mijne tfti8 naar Dives, het noodlottige nieuws, j L 'k vernam, mijn wanhopig besluit >a^r nog eenmaal te zien, mijne verba-Jfflg en mijne blijdschap, toen ik zag dat i'"' "ikkleed ejene andet lijk dian hteîtj ■are bedekte : eindelijk mijn nachtelijken het vinden van een sleutel onder j Srafzerk mijn afdaling in het on-"eraarsch gewelf, mijn geluk en mijne reugde, toen ik haar vond ; en ik ver-aaidç haar dat ailes met die uitdrukking jer ziel,.welke, zonder dat men het woord letcle uitspreekt, het in elk woord dat "en zegti (joe^ trillen, want ik zag hoe 'a hartstochtelijk, levendig verhaal hajar n'tne ontroering mededeelde, en hoe ,nige Woorden heimelijk tôt in het hart ®ordrongeô. Toen ik geëindigd had, nam sn ■ ^nind en drukte die zonder te niu 11 'laje ^anden, mij met eene u f.n'kkwg van engelachtige dankbaar-"«a beschouwende ; eindelijk het stil- lTS©ïi afbrekeiide, zegd zij: L^Doe "Hi ^ eed. — Welnu ! spreek il îc '^.^leihgste wat er voor ■ > immer aan iemand te openbaren, miin ^ U ja z,6Soei}> ^en minste niet véor ! VoAr ,V° * v°or dien mijner moeder, oî | dien van den graaf. - ! de ik ZWeei' het °P mi''ne eer' ant^oord-LnÎRter dan hernam zij. VIL — Ik behoef u niet te zeggen van welk geslacht ik afkomstig ben ; gij kent het, gij kent mijne moeder en eenige verre na-bestaanden, dat is ailes : ik bezat eenig vermogen. — Helaas! ja, viel ik haar in de rede, hadde het anders geweest. — Mijn vader, vervolgde Pauline, zonder te doen blijken, dat zij het gevoel had bemerkt, dat mij mijn uitroep had ontrukt liet na zijn dood mij veertig duizend livres inkomen na. Daar ik zijne eenige dochter was, strekte mij dit tôt een vermogen. Ik vertoonde mij dan in de wereld als een rijlc meisje. Gij vergeet, zegde ik, als eene uitmun-tende schoonheid, van de volmaakste opvoeding. Gij ziet wel, dat ik niet kan voortgaan, antwoordde mij Pauline glimlachende daar gij mij telkens in de rede valt. — Ach ! het is omdat gij niet, gelijk ik, den indruk kent die gij veroorzaakt ; het is omdat ik een gedeelte uwer geschiede-nis beter ken, dan gij ; het is, omdat gij er aan twijfelt, gij die de koningin van aile feesten waart ; eene door de hulde van allen, gekroonde koningin ; doch welke kroon alleen voor u onzichtbaar was. Het was toen dat ik u zag. De eerste maal. ten buize van de prinses de Bel... Al wat de talenten en beroemd'neid kon bogen, was bij die schoone Milaansche bannelin-ge vereenigd. Men zong en onze salon-virtuozeii zetten zich beurtelings voor de piano. Al wnl instruihenten aan Ininsfc, znng on snMtëk bezitten, was daar te vinden en bekoorde de menigte der dilettanten, die vemvonderd zijn, steeds in de groote wereld, die zorgvuldige uitvoering te< vinden, welke vereischt wordt, doch die men zoo zeldzaam in den schouwburg aan-treft ; toen werd van u gesproken en iemand noemde uwen naam. Waarom sloeg mijn hart driftig bij het hooren van dien naam voor het eerst van mijn leven 1 De prinses stond op, nam u bij de hand en geleidde u, bi.jna als een offer naar het altaar der welluidendheid : zeg mij nogmaals, waarom, u zoo verlegen ziende, in mij een gevoel van angst werd opgewekt, ais waart gij mijne zuster geweest, tervvijl ik u slechts nauwelijks een kwartuurs gezien hacl. O ! ik beefde mis-schien meer dan gij, en gij waart zeker verre van te denken, dat onder dien invloed een broederhart van het uwe wafc, dat door uwen angst beefde en zich door uwe zegepraal zou bedwelmen. Uwen mond glimlachte, de eerste too-nen uwer stem, bevende en onzeker, klon-ken ; doch dra verhieven zich de noten zuiver en trillen der, uwe oogen hielden op den grond aan te star en, maar richtten zich hemelwaarts. De u omringende drom verdween voor uwen blik, en ik weet niet of zelfs de toejuichingen uw oor bereikten zoo hoog scheen uw geest boven ailes te zweven ; gij zongt, een aria van Bellini,har monisch en eenvoudig was het, en tevens roerend, gelijk hij ze weet te maken. Ik juichtte u niet toe, maar weende. Te mid-den der gelukwenschingen geleidde men u op uwe' plaats : ik alleen dierf u niet naderen, maar ik plaatste mij, dat ik u al tijd zien kon. Ilet avondfeest werd voortgezet, de muziek bleef de eer er van ophouden, op hare bekoorde aanhoorders. Maar ik hoorde niets meer ;sinds gij de piano verlaten hadt, waren al mijne zin-tuigen tôt een enkel samengevloeid. Ik beschouwde u ! Herinnert gij u dien avond? Ja, ik meen mij te herinneren, zegde Pauline. Sedert, vervolgde ik, zonder er aan. te denken dat ik hadr belette te verhalen, sedert hoorde ik nog eenmaal, niet het-zelfde aria, maar het volkslied, waartoe het aanleiding gaf. Het was in Sicilie, tegen den avond van een dier dage-n, welke alleen aan Italie en Griekenland gegeven zijn ; de zon ging achter Gigenti, het oude Agrigenti onder. Ik zat aan den kant van een weg, aan mijne linkerhand, van lieverlede zich hul-lende in de vallende duistemis, was dat gansch met bouwvallen bedekte strand, te midden van welke alleen drie tempels staande waren gebleven ; achter het strand, is de zee effen en stil als een zil-veren spiegel ; aan mijne rechterzijde tee-kende de stad zich in krachtige omtrek-kn af, op een gouden grond, gelijk een dier schilderijen van de eerste Florentijn-sche school, die men aan Gaddi toes schi-ijft, of onderteekend zijn Ciambué of Giotto. Een jong meisje van de fontein komen-de en op haar hoofd eene dier langwerpi-ge waterkruiken van een sierlijken voi-m dragende, ging voorbij mij, zingende het aria waarvan ik u gesproken heb. O ! als ge den indruk kendet, dien ik toen gevoel de ! Ik sloot de oogen, ik liet mijn hoofd in mijne hand vallen ; zee, stad, tempels, ailes verdween, ja zelfs het Grieksche meisjo, dat als een toovergodjii mij drie jaren deed terug gaan, en mij in de salon der prinses de Bel... overbracht. Toen zag ik u weder ; ik hoorde opnieuw uwe stem : ik beschouwde u met verrukking ; plots overmeesterde eene diepe smart mijne ziel : want gij waart reeds niet meer het meisje dat ik zoo innig lief had en men Pauline de Meulien noemde, gij waart de gravin Horace de Beuzeval. Helaas!... helaas ! O! ja, helaas! zoichtte Pauline. Wij bleven beiden eenige oogenblikken sprakeloos. Pauline herstelde zich het eerst. Ja, het was de schootiste tijd, de gelukkigste tijd van mijn leven, vervolgde zij. O ! die jonge meisjes ! zij kennen haar gehik niet ; zij weten niet, dat het ongeluk den eerbaren sluier die haar omhult, niet durft aanraken, waarvan een echtge-noot haar beroofd heeft. Ja, gedurende drie jaren was het dat d'e zon zich nauwelijks aan mij vertoonde of eeno dier onschuldige aandoeningen, welke de jonge meisjes als liefde beschouwen, werd door eene wolk beneveld. Gedurende den zomer gingen wij het kasteel van Meulien bewonen ; gedurende den winter keerden wij te Parijs terug. De< zomer vervloog in landelijke feesten en de winter was niet voldoende voor de stads-vermaken. Ik verbeeldde mij, dat zulk een rein, gerust leven nimmer verdonkeren kon. Vroolijk en vertfouwend schreed ik voort ; en wij bereikten den herft vain 1830. — Wij hadden tôt buurvrouw op het land mevrouw de Lucienne, wier echtge-noot een groote vriend van mijn vader geweest was; op zekeren avond noodigde zij ons, mijne moeder en mij, den volgen-den dag in haar kasteel te komen door-* brengen. Haar echtgenoot, haar zoon en eenige Parijzer vrienden hadden er zich vereenigd tôt een wild-zwijnenjacht en door een groot middagmaal moest de over winning van den nieuwen Meleager ge-vierd worden. Wij voldeden aan hare uit-noodiging.Toen wij aankwamen, waren de jagers vertrokken ; maar dewijl het park door muren omsloten was, konden wij hen ge-makkelijk vinden ; bovendien, wij zouden van tijd tôt tijd het hoorngeschal hooren en daarop afgaande al het jachtvermaâft genieten zonder de vermoeinissen er van ^'e ondervinden. De hèer de Lucienne was gebleven om ons gezeischap te houden, zoowel als zijne vrouw, zijne dochter, mijne moeder en ik ; Paul zijn zoon, voerde den jachtstoet aan. Tegèn den midd'ag naderde het hoorngeschal meer en meer, meermalen hoor-den wij dezelfden tonen. De heer de Lucienne zegde ons, dat het wild zwijn ver-moeid werd, en dat indien wij wilden, het nu tijd was te paard te stijgen. In dat oogenblik naderde een der jagers in vol-len draf, namens Paul ons afhalen en ons benchtende, dat weldra het zwijn door de honden_ zou overvallen worden. De heer de Lucienne nam eene karabi.jn, die bij aan d'en haan van zijn zadel hing, en ha, aile drie te paard t© zijn gestegen, vertrokken wij. Onze beide moeders traden v,a(n hare zijden een pavieljoen binnen, rondom welk het jachtvennaak plaats had. (Wordt voortgozet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume