Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend

969 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 13 Januar. Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend. Konsultiert 23 September 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/p26pz52v97/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

3de JA ARC ANC, Nr 796. ZQNDAC, 13 JANUARI 1918. HET VADERLAND Kleine aankondigingen : 1 fr. per regel Groote id. bij overeenkomst Dienstaanbiedingen ! voor gereformeer-den kosteloos. Belgisch dagblad, voorloopig te Parijs, 3, Place des Deux-Écus, 3 LEO VAN GOETHEM, Directeur Het nummer ; 5 centiem (Front en Frankrijk). 10 centiem (andere landen). Per maand (vooruitbetaald) : Frankrijk 1.25 fr. Engeland 2 sh. Holland 1 gld. 25. Elders 3.00 fr. De Optocht door FRITZ FRANCKEN — Met te zoeken, filosofeerde Stok- ken-en-Zeilen. Nu begon de kruistooht e^rst voor goed. Kromme Lowie hield zijn flesch met een vaderlijke teerderheid in de armen; Verriest waggelde met zijn ke-fel aan de hand; Stokken-en-Zeilen zwoegde onder den zwaren broodzak; Nand zwierde de Army Rations van de eene schouder op de andee... Nand bleef met den voet aan een ree-pel telefoondraad haperen en buitelde op den grond. De flesch ! riepen twee stem men. — Neen, 't apenvleesch, vloekte Nand. Kanons blaften. Roode vlammen laaiden en jankend schoten de projek-tielen door de koude Iucht. 't Anlwoord volgde spoedig. 't Heelal beefde en kraakte; schiûhtiige' vlammeniketens doorslingarden do duisternis. Donders rolden.... — Waar drijven w© maar toe ! zei Kromme Lowie, buiten adem... — Weet Sk het ! — Weet §k (het ! In het naohtelijk bombardement dom-pelde het viertal verloren. — Als w' eens 'n slokske pakten, pleitte Stokken-en-Zeilen. — Wel ja, beaamde Verriest. Kromme Lowie nam een houding aan oî hij zijn flesch tôt het uiterste ging verdedigen. Maar hij liet zich aldra vermurwen. — Eén sldkske, lorellijde Nand, ons paarfc en geen druppeltje meer. Ze pleréfcerden. Kromme Lowie ont-; k'urkte de flesch. — Wie eerst ? vroeg hij. L. -r Gij, zei Stokken-en-Zeilen, galant. Kromme Lowie dronk een slok, en reikte daarna de flesoh aan Stokken-en-Zeilen. Deze dronk op zijn beurt. — Hait ! klonk het uit drie monden te gelijk. — Gij zoudt heel de flesoh door uw keelgat gieten, toornde Kromme Lowie. — 't Doet deugd, smakte Verriest. — 't Loopt tôt in de toppen van mijn teenen, delklameerde Nand. — Hoe lang zijn we nu al op scheut ? •- Zeker en vast twee uur ! — Twee uur ! En we zijn nog niet aan Merckem. — We zijn verkeerd geloopen, verze-kerde Verriest. — Bijlange niet ! ontkende Nand. — We mœsten toch eerst over de Maartjesbeke. — Daar zijn we al lang voorbij ! — En hier, in die steppen, valt geen evende ziel te raadplegen. —Laat ons nog 'n eindje doorstap-wn, zei Verriest. Misschien sulkkelen ve dan op den goeien weg. — Vooruit ! Elk na.m zijn ballast op. Kromme jowie ging aan den kop. De anderen iohaatsten hem achterna door 't slijk. Ben uur lang vochten ze tegen d'en wind; nu en dan viel er één. — 't Brood is sopnat, weefklaajgde Stokken-en-Zeilen die in 't water getui-neld was met klitoken en klakken. Ze stopten nogmaals, wanhopig be-raadslagend.— Waar mogen we nu toch zitten ! — We geraken nooit thuis dezen avond. Verriest hief het deiksel van zijn ke-teltje.— De petatten zijn al be.vro7.en. hijg-dehij.— Is me dat 'n leven ! s Altijd 't zelf de liedje... t Kromme Lowie voelde eenige water-druppeis op zijn aange.zicM lefeken. 't Begint opnieuw te regenen, grolde hij. -- Laat ze maar pompen, filozofeerde verriest : we zijn nu toch nat. — Aïs we nog maar een borrelke 5noepten.... Wie spra)k daar van een borrelke? Kromme Lowie giftigde, verontwaar-digd.— Zij-de niet beschaamd, Nand ?, Verriest onderbrak : 't Is er toch dîk aan verdiend, zulle Kromme. — En op één been kunnen we toch liet marcheeren. — Nog niet op twee, vloekte Stokken-în-Zeilen.Kromme Lowie overwoog. Dan, zijn nanden in de onsohuld wasschend, ver-Waarde hij : — Tegen drie man, (kan ik me toch niet verdedigen. Dus, als gijlien wilt... Hij bood de flesch aan Verriest. — Neen, Kromme, gij eerst, vleide verriest. Kromme Lowie 'dronk. — Nummer twee, zei hij, met de tong ^kkerrcl. Stokken-en-Zeilen sprong op 53e flesch toe. Daarna dronk Nand en Verriest... — Wat gaan we aan den mannen veriellen, vroeg Kromme Lowie... — We kunnen er water bij gieten ! — Water? — Of zeggen dat de jenever ver-dampt is. — Verdampt ! Heimelijk siste Stokken-en-Zeilen : —Ik weet 'n veel beter miSdeltje ? — ??? — We bijzen heel de flesch uit en we zeggen... —... dat er 'n bom van 'nen vlieger op gevallen is, spotte Nand. — Neen '.neen ! Heel simpel : we zeggen dat de flesch gebroken is... — Ja, in uw onder hemd, hoor ! ra-telde Kromme Lowie. Dan krijg ik heel 't peloton op mijnen nek, omdat ik ze laten vallen heb. — Wel, zei Stokken-en-Zeilen, 'k zal zeggen dat ik ze droeg. Neemt ge aan ? Zijn makkers aarzelden nog. Was het niet laf hun kameraden zoo te bedrie-gen ? Maar Stokken-en-Zeilen overwon algauw dit laatste zweempje wroeging. — Toe ! Wie zal er rots van weten ? En een maatje jenever doet tooh zoo goed ! We zijn versteven van den kou. 't Zal ons heelemaal opknappen... Zwijgend, traag, overhandigde Kromme Lowie de flesch aan Stokken-en-Zeilen.— Op de gezondheid, mannen ! Stokken-en-Zeilen (klokte eens goed door. — Nu gij, Kromme. En tôt er geen lek meer op den bo-dem hing, ging de flesoh rond. Nand smeet ze wijd van zich af. — 't Is of er duivels rond een helle-vuur zitten in mijn lijf, gekte Nand. FRITZ FRANCKEN. [Wordt vervolffd). DUITSCHLAND TEGEN ITALIE Wat men niet mag vergeten Bij de beoordeeling van den onver-wachten tegenspoed door een deel der groote Italiaansche legermacht geleden, dienen de volgende feiten in het oog te worden gahouden. Duitschland is de hoofdvijand der verbondenen, wier krijgstaktiek derhalve op de nederlaag van dat land is berekend. Zij kunnen den oorlog alleen winnen, door Duitsch-lands maoht af te breken. Zijn bond-genooten, Oostenrijk-Honigarije, Tur-kije en Bulgarije, kunnen dan niet langer op die maoht leunen. Zoodra zij zich dien steun zullen zien ontvallen, zullen zij wellicht afzonderlijk toege-ven, vooral om hun economische toe-komst niet heelemaal in gevaar te bren-gen. Die toekomst der Centralen heb-ben de verbondenen met Amerika vol-komen in handen. Duitschland nu is enkel klein te krij-gen aan het westelijk front. Daar, van de Vlaamsche kust af tôt aan de Vogee-aen, ligt derihalve 'ty zwaartepunt van den oorlog. Elke vordering der Britsche, Fransche en weldra ok de Amerikaan-sche troepen — let wel op de beteeke-nis der keuze van het front voor Ame-rika's deelneming aan den landoorlog — maakt de Duitsohers meer en meer angstig. Want hoe verder de Duitsche linie daar wordt teruggeschoven, des te diohter komt zij bij de Duitsche grens. De Duitsche heerschers vreezen niets mere dan den oorlog thuis te zullen krijgen. Wat is nu natuurlijker, dan dat de Duitsche heerschers hun tegenstanders trachten te verlokken het westelijk front ook maar eenigermate en daar-door tevens de aanvalsfcraoht der verbondenen te verzwakken, door een elders ondernomen Teutonische krijgsbe-/wegingv? Duitschland, )niet tejgen de hoofdmacht der verbondenen opgewas-sen en er gestadig verder door achter-uitgedreven, zoekt voor zijn eiigen red-ding steeds weer naar een zwak aan-valspunt elders. Dat moge vain zijn kant een verklaarbare krijgstactiek zijn, de bedoeling er van is ai te doorzichtig. Duitschland stelt het op zijn gewone besoheiden wijze voor, dat zijn « trou-welooze vroegere bondgenoot heeft er-varen, wat Duitsche macht en Duitsche gramschap beteekent ». Dit zal op het Duitsche volk, alsmede op enkele neu-tralen, wel weer indrak hebben ge-maakt en dat zal dan ook de bedoeling van die snorkende taal zijn geweest. Maar Duitschland is wel de laatste, die over « trouweloosheid » mag spreken. (Wordt vervoladh. OP HET WESTERFTRONT De Fransche es BMe verriebtingen WELGELUKTE AANVALLEN DE TOESTAND i Een vijandelijke aanval werd mis-lukt te-n zuiden van Armentières. Ten noord-oosten van Yper was de Duitsche 'artillerie bedrijvig. Ten zuid-oosten van Moncïiy-le-Preux hebben de Britsche artillerie-schutters een groep vijandelijke wer-kers verdreven. Ondanks het ongunstig weder hebben de Britsche vliegers gunstig werk ver-richt. Er werden twee ton bommen uit-geworpen op een munitiestapeflplaats in den omtrek van Kortrijk en andere punten. Een Duitsche vlieger werd genood-zaakt neder te dalen in ontredderden staat. Een Britsche vlieger wordt vermist. De berichten van 11 Januari melden alleenlij'k dat de wederzijdsohe artillerie ten zuid-oosten van Yper en in dé streek van Saint-Quentin plaats gegre-pen (heeft. In Argonne en in Champagne geluk-ten de Fransche troepen er in binnen de vijandelijke lijnen te dringen. Er werden gevangenen genomen, Volgens de (<■ Manchester Guardian » zouden er groote veranderingen plaats : grijpen kortelings. Generaal Traver Clarke zou hoofdkwartier-generaal worden en generaal Sir Herbert Laudrence zou dienstoverste worden van de inlich-tingen. Volgens de berichten is er nog een verandering te verwachten die belang-rijker is. FRANSCH LECERBERICHT VAN DEN NAMIDDAC Het Fransch legerbericht meldt : jer heeft een hevige ai;tilleriebedrij-vigheid plaats gegrepen op het front van Beaumont-Bezonvaux. Ten zuiden van Bezonvaux hebben de Franschen een aanval ondernomen en gevangenen genomen. De nacht was alom elders kalm. BRITSCH LECERBERICHT VAN DEN NAMIDDAC Er werd een aanval ondernomen door de Fransche troepen ten oosten van Loos. Er werden gevangenen genomen. Er is geen ander belangrijk feit te melden. DE VIJAND IS GEDWONGEN EEN VLIEGPLEIN IN BELGIE TE VERPLAATSEN Londen, 12 Januari. — Men meldt uit Amsterdam aan de « Times » . : De Duitschers werden genoodzaakt een hunner groote vliegpleinen van Vlaanderen achteruit te brengen op een afstand van 10 kilometers van het Britsch leger in de streek van Pas-schendaele. Duitsche ondankbaarheid De Duitscher hebben aile redenen om Trtotsky, den Russischen « afzonder-lijken vredesluiter » minzaam te beoor-deeleln. En toch, volgens een Duitsch blad hem beoordeelde eenige dagen voor de samenkomst te Brest-Litovsk, sohijnt de leider van de Maximalisten niet zoo erg in den smaak te vallen. Men leze liever : « Een medewerker van de « Vossische Zeitung » heeft ongeveer vijftien jaair geleden met Trotzky, den tegenwoor-digen volkscomm issaris voor buiten-landsche aangelegenheden, te Weenen, kennis gemaakt en vertelt daarvan het volgende : In een van de Rusissohe stu-dentenkwartieren heb ik Trotzky vaak ontmoet. Hij kwam tœn al niet uit j Rusland, maar uit den hoogeren vur-sus van de revolutie, uit Zwitserlaîid. Hij had reeds toen zijn revolutionnai-ren roeme verworven. Ik kan niet zeggen, dat ik mij tôt hem aangetrokken voelde. Hij droeg toen een Nazareneir baard, zijn gezicht was bleek en zon-der bloed, de zwarte haren waren naar mijn smaak te lang, maar deze koket-terie is gemakkelijk te verklaren uit gebreik aan geld. Hij leefde volkomen spartaansch, zijn extatisCh wezen be-rustte geheel op ondervoeding. Zijn littéraire kennis overblufte een mensoh. Hij sprak vloeiend Duitsch, waarover hij ook pra.tte, steeds sloeg hij zulk een apodictischen toon aan, dat een be-spreking na de zijne onnoodig werd en die mij" toen den Russische gast niet sympathiek deed schijnen. Ook in de personenkwesties van de Oostenrijk-sche sociaal-democratie was hij thuis. Hij verstootte de partijgenooten, idie zich bewust bleven van hun Duitsche nationaliteit en prees de fanatici, die zich wilden ontdoen van hun nationaliteit als van een niet goet zittende overjas. In ene oogwenk loste hij de Oostenrijksche problemen op en ook dit stemde antipathiek. Deze doorta-stendheid zal Trotzky bij-zonder te pas gekomen zijn. Hij heeft reeds aan de groote generale repetitie ; van de Russische revolutie in 1905 mee-gewerkt en daarover in de Duitsche taal een intéressant boe.k gesohreven.; Hij was van het erste oogenblik af we-1 gens zijn ietwat hysterische onver-: draagzaamheid onaangenaam. wij voel-den in het ereste kwartier een niet openlij'k verklaarde oorlogstoestand tus-schen ons. Ik sloot mij liever bij de lyrische Ru9sen aan. Trotzky's lieve-lingswoord was het woord « decadent ». Driekwart van den levenden Duitschen geest was volgens hem decadent. Eenmaal, herinner ik me, kwam het ttx^scheu ons tôt een botsing .Trotzky gaf zijn opinie ten besté over Frank Wedekind. Hij had natuurlijk een zeer stellig, onwrikbaar en absoluut juist oordeel over Wedekind, die een paar jaar geleden in Rusland hartstochte-lijke aanhangers had. Trotzky kon dit heel go edverklaren. Dit kwam door den geestelijken toestand van de décadente bourgeoisie. Dit heeft geen poli-tiee idéal en meer. Het Duitsche burger-dom, dat in 1870 zijn nationale taak op-gelost had, werd en tiental jaren later rijp voor Wedekind. De Russische bourgeoisie, die zijn heldhaftig tijdperk ook reeds achter den rug heeft, nam Wedekind met open armen op. Hat proleta-riaat eohter staat onversohillig tegen-over deze ontaarding. De jonge Ttrotz.ky was geen beminne-lijke medeburger. Dat er een buitenge-wone energie in hem woonde, hoorde iik van' tijd tôt tijd uit berichten over zijn fantastisch leven. In den winter van 1903 was hij in Rusland, werd daar gevangen genomen en naar de Poolstreek gezonden. Twee jaar later was hij alweer in Weenen, uit de ijs-wereld gevlucht. Daar bleef hij en schreef hij tôt het begin van den oorlog. Toen hoorde ik, gaf hij een Russische krant uit in Parij, die Briand en Viviani hoogst onwelkom was. Hij werd uit Frankrijk verbannen, wilde naar Zwitserland, waar hem eohter op een wenk uit Frankrijk de toegang ge-weigerd werd. Hij wilde naar Spanje, doc hook de Spanjaarden lieten hem niet over de grens. Trotzky ging scheep naar Amerika. Nauwelijks daar aange-komen hoorde hij heit bericht van de Russische revolutie. Hij wilde naar Rusland. Maar de Amerikaansche boot werd aangehouden door een Engelsch oorlogsschip. Trotzky werd gevangen genomen en bij Duitsche krijgsgevan-genen in ene kamp gezet. Daar begon hij onder de Duitschers te agiteeren, werd gedenuncieerd en afgezonderd. Maar de Russische kameraden wisten door te zetten, dat hij werd vrij gela-ten en zoo kwam hij langs een omweg over Fransche, Spaansche, Engelsche en Rusissohe gevangenissen eindelijk naar Petrograd. Daar schreef hij een onstuimig artikel tegen Buchanan, den Engelschen gezant, dat met de woorden eindige : « En nu zijn wij toch nieuws-gierig, wanneer eindelijk de Russische démocratie den heer Buchanan zal toe-roepen : « Bemoei je met je eigen za-ken ! » De « bleeke Joodsche literator », zoo-als Hervé he mnoemde, zetelt nu in het Winterpaleis van den Czar. Wl/VW———— » LEEST OP DE TWEEDS BLADZ5JDE DE LAATSTE BERICHTEN VAN DEN NACHT Het einde van den oorîog in Oost-Afrika In een bergachtig, moerassig en boschrijk land, doorsneden met ontel-bare rivieren, terrein heel gepast voor hinderlagen en schermutselingen, heeft de laatste faze van de verovering van Duitsch Oost-Afrika zich afgespeeld. Door heel het verre uitgestrekt vaste-land, van het westen naar het oosten, hebben onze soldaten onze driekleur laten wapperen. In de Duitsche kolonie, van het oosten naar het westen, op de volkanen der blauwe boorden van het Kivumeer, evenals in de vruchtbare vlakten van Ruanda, in de onmetelijke zandwoestijn van Unyamwezi zooals in Tabora, waarover steeds eene felblek-kerende zonne hangt, op de groene boorden van den Indischen Oceaan zooals in de geheimzinnige hoofdsteden der beruchte negerkoningen, heeft de wind in de plooien gespeeld van het driekleurig zinnebeeld, welke een krachtdadige en beroemde vorst, voor minstens eene halve eeuw, voor de eer-ste maal heeft geplant op nederige stroohutten, aan de monding van den Congostroom. Al die roem voor den Belgischen naam, heeft veel dapperheid1, veel ont-beringen en vooral veel onversaagdheid gekost. ir * * De veldtocht, die tôt de verovering van Tabora leidde, werd zegevierend in 1916 geëindigd. Maar is de Duitscher een onverzoen-bare vijand, dan is hij ook een tegen-strever wiens moed en wilskracht onze hulde verdienen. Met hem die hulde te laten wedervaren, is de zege van ons. die hem overwonnen hebben, des te heerlijker. Toen hij in 1917 werd aanzien als zijnde op het einde van zijn weerstands-vermogen, is hij terug op zijn verhaal gekomen, en dit met eene vinnigheid welke ons met onze Britsche bondge-nooten noodzaakte eenen nieuwen veldtocht in te zetten ten Z.-O. van het oude slavemiij-ceintrum, dàt thans de zetel-plaats van het bestunr en verbindings-y;unt voor Trans-Afrikaansch verkeer is. Voor enkele dagen hebben onze troepen de laatste verdedigeirs van de laatste Duitsche kolonie in Portugeesch grond-gebied gedreven. Is het noodig te herinneren aan die te-leurstellingen en verrassingen welke zoo-veel maanden te reke dien zegerijken uitslag vertraagden, bij den groet, wel-ken wij aan de helden ri chien, die hun veroveringstaak zoo scihitterand hebben volbracht ? Dienen wij andermaal te gewagen var de stoutmoedigheid van hauptmannn Wintgens, die er in slaagde den omsin-gelingskring door te breken, gemaakl voor de laatste Duitsche strijdkraohten aan de zuidelijke grèns, en die, bij eene ongehoorde kans, aan het hoofd van en keïe mobiele kolone's, andermaal al« meester door het grondgebied kon ruk-ken, welk de bondgenooten hem h ad der ontnomen, en schrik en verwarring op zijnen doortooht zaaien, Tabora en Muanza aan het Vistoria-maer bedrei-gen, om, door den rit dood-af geraakt. zich in het uiterste noorden door de Britten te laten gevangen nemen ? Wi] zullen slechts ons houden bij he! relaas van de jongste roemrijke wapen-feiten der onzen, ten zuiden van Oost-Afrika.De vijand had in de tœeede helft van dat jaar zijne strijdkrachten in twe« groepen verdeeld : De eerste bezette, onder het bevel van Tafel, het gebied van Mahenge; de andere, verdedigde, onder het commando van von Lettow-Forbeck, de naast de zeekust gelegen streken (Kil-wa-Lindi).Na onophoudende gevechten, vielen de Belgische contingenten Mahenge aan. onder "de aanvoering van kolonel Huy-ghe.De Duitschers hadden zich duchtig verschanst in de vesting en veirweerden zich met de zekerheid dat de neerlaag hunne laatste hoop zou uitdooven, aan de dood of aan het gevangenschap te ont-snappen. Aan de voorposten te Mahenge kwam het tôt eene reeks aanhouden-de gevechten. Onze tegenstrevers hadden te allen kanten in het land kleine verdedigings-œerken opgeworpen: de beboschte om-geving begunstigde hunnen weerstand. Hier en daar hadden zij «kopjes» in staat van verweer gebracht, welke door ravi j nen en moerassen omsingeld waren. Men ontzenuwende traagheid dien-de men die stellingen om te trekken, ?ich tusschen dezen te glijden en het ge-regeld beleg te vermijden, œat al te veel tijd en volk zou gevergd hebiben. « Gestadig botste men op weerstand,v schreef op opgeruimden toon een offi oier van ginder verre, waaruit volsrt da) de bataljons ter plaatse trappelen eu vijf kilometer en soms minder dagelijkj vooruit komen. Het waren vooreeirst lanJ ge marschen in eene bergketen waai elke heuvel, die wat gunstig gelegen ceas, stevig werd verdedigd dloor hands vollen zwartein, oingieven door blanken, die vastbesloten waren zich tôt het uiter. sté te verdedigen. Hun gering aantal lie! hun na een dag of twee toe,in het struik-gewas te slibberen, en maar weinigen gevangenen achter te laten. Zij hebben ee-j aanzienlijk aantal blanken op d< baan van Mahenge; een insgelijks aan zienlijk aantal hunner laat zioh dooden. Den 28 Augustus, kwam bij mij de lust op zelf op verkenning te gaan. Ii neem 15 soldaten mede, en marschee: behoedzaam naar Kilombero toe, terwijl ik mij gestadig orienteer. Reeds hadden wij'een kilometer weegs afgelegd of wi] krijgen van aile kanten «pruimen». Drie soldaten vallen; het «goedje» kwam van uit het struikgewas, maar men kreeg niets duidelijks te zien. Geen ander* keus dan zich maar op de beurt in hel struikgewas te verduiken; vlug daarach. ter eene loopgraaf gegraven, en men blijft wachten. Ik vraag een peloton dat, na een paar uren komt opdiagen; toen begon eene eohte jacht. De Duitschers maakten zich gauw uit de voeten, lieten eenen dooden blanke op het terrein. En prat over zijnen troep, voegde de< zelfde officier er bij: Ge ziet dat ik dap-pere kerels heb. In de companie kreeg men reeds niet min dan 18 vermeldin> gen. Ongelukkiglijk zal d!ie arme companie het niet lang meer kunnen trekken, bij gebrek aan stri.jiders. De dappere man,- die deze regels schreef, heette kapitein Van Damme.Bij had het niet beter kunnen voorzeggen : Enkele dagen nadien,sneuvelde hij zelf. Maheinge werd den 9 November genomen. Wat van de companie reste, trad de stad binnen, maar zonder d'en koe. nen kapitein aan het hoofd. Tafel vluchtte naar het zuid-oosten. Maar hij werd achteirnagezet, botste op de Britten, poogde von Lettow te gaan vervoegen, maar liet zich gevangen nemen. Den 27 November gaf hij met heel zijne kolonne zich over. Aan zijn eigen overgelaten, zoeh von Lettow een sebuiloord in Portugeesch Mozambique. Er bleef geen enkel Duik scher in Oost-Afrika meer oveir, en den in December kon de bevelhebber dei Britsche strijdkrachten, de Transvaal-sche generaal Van Deventer, naar Londen seinen : «Al de laatste Duitsch^ overzeesche bezittingen zijn thans in onze handen en in die onzer Belgische bondgenooten.» Het dapper koloniaal legeir, dat wij uit oorlogsdwang ginder hadidien moeten te beon brengen, heeft al zoo de opge:leg< de taak op de slagvelden van Middem 1 Afrika volbracht. [Wordt voorlgezet) MU wmi ■■■•• Nieuws uit Belgie ANTWERPEN BOTSING (Eigen bericht van « Het Vaderland ») Op den Mechelschen steenweg, op de ! hoogte van de Lamorinièrestraat, heeft een geweldige botsing plaats gehad tusschen een tram met een volgriituig en een met twee paarden bespannen wa-gen, die met een zware vracht fruit gei laden was. Beide rijtuigen gingen in de, richting van Berchem wat het geweld \'an den schok eanigszins verminderde; toch werden beide' rijtuigen1 deerlijk ge-havend; de voerman en de wattmarï werden ernstig gekwetst en moesten naar het gasthuis overgebraoht worden; verscheidene reizigers werden lichter ge-1 wond. ZELFMOORD (Eigen bericht van « Het Vaderland ») De 66-jarige Maria-Theresia Francken^ echtgenoote Bal, wonende in de Welda-i digheidsstraat, heieft een einde aan haar leven gesteld door in de vestingWaters van de Sthijnpoort te springen. Dokter De Groof stelde de dood vast, en deed het lijk naar het doodenhuis van de Kor te Dykstraat overbrengen. CASVERSTIKK1NC (Eigen bericht van « Het Vaderland ») Daar de politio verwittigd werd dat de bewoners van een achterkamer in de De Pretstraat sedert een paair dagen niet meer gezien waren en men bovendien een hevigen gasreuk gewaar werd,drong deze de kamer binnen, waar zij man en vrouw verstikt te bed vond. De vrouw ademde nog, doch de man was nog slechts een lijk. De vrouw werd anar het Stuyvenberggasthuis gebracht, 'doch ondanks de .haar toegediende zorgen wanhoopt men er aan ze te redden. i Het kraantje van de gais werd open

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Le Havre von 1915 bis 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume