Nummer 12. Rotterdam, 7 Juni 1916. 2de Jaargang. HET VLAAMSCHE LAND. "VLAAMSCH 9 :ORGAAN : voorBelqië enNederland Weekblad oiider Hoofdredaotie van Dr. JOZBP CRETS. Do/lar*ia AD A WI1TCTD A AT 1 £ QnUotvI'im 1 Voor Vlaanderen! ABONNEM.ENTSPRIJS : AD VERTENTIËN : Per 3 maanden, franco per post . / 0.8S. per re»ei 15 cent. Per half jaar ' „ 1.60. & ' ___ Per jaar 3.10. . Enkele nummers 5 cents. Voor meer dan 100 regels 10 cent per regel. Voor Nederlandl Oproep der Belgen van 18 tôt 40 jaar. De Belgiache Regeering heeit in mi-nisterraad het volgende beslnit genomen hetwelk door Koninklijk Beslnit be-kraohtigd werd: Aile Belgen van 18 tôt 40 jaren in den vreemde verblijvende, worden tôt den krijgsdienst opgeroepen. Zij znllen, naar gelang der noodwendigheden, worden gebrnikt in den dienst van het leger, of achter het front, in amunitie-fabrieken.Strenge laatregelen tegen de déserteurs. PHS3 | Het zoo indrukwekkend artikel, Déserteurs, van onzen hoofdredac-teur, in ons vorig nummer ver-schenen, schijnt op zijn tijd te zijn gekomen, want juist komt ons de tijding dat de ministers, in een laatstleden gehouden zeer belang-rijke vergadering, ten opzichte der achterblijvers en déserteurs, maat-regelen van zulke gewichtigheid hebben genomen dat geen enkel hunner zich aan zijn Vaderlandschen plicht zal willen onttrekken. Die maatregelen zijn de volgende : Tegen al dezen die een persoon-lijke verwittiging ontvingen of indien deze verwittiging door dezer ouders, of een hunner werd ont-vangen, en zij die daarbij zich aan hunne militaire plichten zullen ontrokken hebben, zal den vol-^enden maatregel worden getrofïen : Hunne iranien yoornamen en aile nuttige inlichtingen door le diplomatische agenten of Belgische Consuls hen betref-fende verstrekt, zullen in een strafregister worden aangetee-kend. De teksten in deze registers ingeschreven, zullen door het staatsblad worden bekend gemaakt en opgehangen aan aile gouvernementsge-bouwen, legatiën en consulaten Fan Belgie. De miliciens die, binneu de tnaand na de openbaarmaking ran dit dekreet-wet in den ^Moniteur" verschenen, zich aiet zullen hebben aangeboden roor de recruteerings-commissie [>f voor den Belgischen Consul pan het distrikt 't welk zy bewonen, zullen onwederroe-pelgk als déserteurs worden t)eschouwd en gestraft volgens liet militaire strafwetboek. Dit dekreet treedt onmiddelijk n werkine. Ter gelegenheid van Pinkste-ren zal, zooals het in ons vorig nummer werd aangekondigd, ons blad aanstaanden Zaturdag 10 dezer niet verschjjnen. OPEN BRIEF VAN Rombout van Bruinekruis aan HOOISTER. Rotterdam, 24 Mei 1916. Mijn waarde Hodister, „Noblesse oblige". Zegt men in 't fransch. Die spreekwoord breng ik in toepassing en ik zend LJ, in ruil voor het Uwe, mijn portret in dubbel toe. Zooals U gezien hebt door het cliché, 't welk mij gediend heeft om, in de courant, al mijn lezeressen en lezers de trekken van den dichter-soldaat, van den dichter-held, van den zoo geliefden enpopu-lairen Hodister aan te bieden, zal dit portret nu blijven onder ons en, als het beeld van vlaamschen helden-moed na den oorlog, op den door U en Uwe koene makkers vrijge-vochten en schoongeveegden grond des vaderlands, in het eerste nummer van Het Vlaamsche Land her ver-schijnen.Ha, Hodister, dan zal voor ons een andere strijd beginnen, minder wreed maar niet minder hard: de strijd voor het behoud, het onver-basterd behoud onzer taal en volks-rechten en voor de zedslijke en verstandelijke verheffing van Vlaanderen. Dien strijd zullerr wij samen voeren, Hodister, met dezelfde liefde, hetzelfde vuur dat ons thans bezielt voor de herovering onzer nationale vrijheid! In afwachting daarvan, zullen wij voortgaan in eigen sfeer voorbeeldig onzen vaderlandschen plicht te kwij-ten, ja, tôt stichting te dienen onzer landgenooten, en een klein deel op ons te nemen van de eere-taak die de legers der G-eallieerden gezvvoren hebben te volvoeren: de wereld voor goed te verlossen van den vervaarlijken pruisisch mili-taristischen draak die een oogenblik dreigde het recht van den zwakke onder zijn klauwen te pletten, maar die nu zelf begint te wankelen en, weldra, zijn vreeselijken kop tegen de onoverwinnelijke scharen zal komen breken die te zamen ge-zworen hebben, voor de zaak van Belgie en der vrijheid, te sterven of te zegepralen! In Uw laatsten brief, in dato 8 April, lees ik de groote vreugde die U het ontvangen onzer Cou-ranten heeft bezorgd, en dât juist als een leuke verrassing, den dag van 's konings verjaring. Ach, mijn waarde kerel, wat wou ik U meer dergelijke verrassingen doen en U karrevrachten sigaren, tabak, snoep en andere lekkernijen zenden om U, in naam mijner lezers en in mijn naam, onze diepe erkentelijkheid te betuigen in ruil voor het zalige genot dat wij smaken bij het lezen Uwer uitboezemingen, van waar-uit een gloed ons tegenlaait en een brand van onbluschbaren geest-drift en onverdelgbaar geloof! Maar, ziet ge, vriend, Het Vlaamsche Land is een kostelijk kind, waarvan de zorg en het onderhoud zoo oneindig veel vergen van mij en, heusch, ik kan heelemaal aan niets anders dan aan zijn bloeiend voortbestaan den-ken, en zulks, voor het heil van zoovele landgenooten die, bij het lezen onzer artikelen en gedichten, steeds nieuwen voorraad moed en vertrouwen' opdoen. Maar ook heb ik U eene kwa-jongensstreek te ver wij ten: Dââr zit nu de rechter, en wie is voor zijn rechtèrstoel gedaagd? Wie staat daar zoo beteuterd voor hem? Wie?.. „Wel wel, bedriegen mij mijne oogen niet? Hodister! Ja toch het is hij! Kijkt hem nou eens aan: Net of hij had een pan-neken gebroken: „Gij hebt een groote, een zware, een afschuwelijke zonde op het ge-weten" bromt de stem van den juge die, over de glazen van zijn bril heen, schuin naar Hodister kijkt die zwijgt. „ G-ij hebt U aan een schrikkelijk euvel plichtig gemaakt, een euvel van zoo ergen aard dat ik er zelf bij huiver! „En de stem van den edelachtbare bromt een toontje lager; Hodister blijft zwijgen. „Gij hebt, zoo vervolgt de rechter, een streng geheim veropenbaard en ontsluierd, een geheim, een staats-geheim en, als een doodgewone Antwerpsche klappei uit het schip-perskwartier, hebt gij het verklapt en geschonden. Ja .. a .. a .. a .. geschonden !", stottert de altijd lager brommende basstem van den verontwaardigden zuse. En Hodister blijft maar steeds zwijgen dat hij zweet. „Grij hebt, en de rechter vaagt zijn druipend gezicht droog, over heel het front durven gaan vertellen wie de Vlâamsch-Belgische dichter Rombout van Bruinekruis is en van waar hij komt. En nu weet, volgens uwe eigen bekentenis, het iedereen. Een poze van angstige stilte :... „De straf, Hodister, moet in ver-houding wezen van het gepleegde kwaad ! „Beef, beef jongen, want boeten zal je!" bromt de basstem zoo laag mogelijk. Het kwaad is, eilaas, niet meer te herstellen, snikt hij, en de stem van den rechter stikt haast van verontwaardiging in de schorre keel. Daarom, zal je zelf al dezen gaan vinden die uit uw mond vernamen wie Rombout van Bruinekruis is, en U moeten verbinden hen alien tôt abonnenten van het blad te maken waarin de dichter zijn verzen schrijft!" De rechter is nu uitgebromd en Hodister heeft, in grooten deemoed, de pij der boete aangetrokken. * * * Nou, mijn waarde held, ik reken er ten stelligst op, en dank U om de zoo geruststellende bizonderheden dewelke ik over U en den alge-meenen toestand 'onzer geliefde soldaten aan het front vernam. Tevens hartelijk dank voor het postmandaat van 1.50 gld. welke ik van U als abonnementsbedrag ontvangen heb. Met dezen brief, zend ik U hetgevraagdepakkranten. Houd stand! Kloek aan! Tracht voor het Vaderland, Het Vlaamsche Land, en vrouw en kinderen ge-spaard te blijven! Wij vieren samen de blijde zege onder de zon der her-wonnen vrijheid!! Aan U tôt den dood ! ! ! Rombout van Bruinekruis. NASCHRIFT. Juist was bovenstaande gedrukt, of daar overhandigt me de postbode het voor mij zoo hartversterkend en verrassend schrijven 't welk op de derde pagina dezer courant is opgenomen. Ha, wat deed me de kennisne-ming ervan deugd en knapte me de lezing ervan op! Wat schonk mij de inhoud troost, troost ja, te mid-den der ondankbaarheid en der boosheid waarmee soms menschen van dezelfde familie, van hetzelfde land liefde en toewijding vergelden. Wat goot Uw vroolijke, levens-lustige echt Vlaamsche stijl mij ijzer om het hart! Neen, maar heusch, Hodister, soms grijpt me, te midden mijner beslommeringen, te midden van mijn drukken arbeid, een koorts van ontmoediging aan, van snerpend heimwee, de pen valt me dan uit de hand als ware ze met plotselinge lamheid geslagen en ik wou bij U zijn en vechten aan uw zij. Maar, telkens, in deze ontzenu-wende stonden, staan Uw stoere en scherpgelijnde trekken voor mij, zie ik U als de edelste verpersoon-lijking van wat een man, een karakter moet wezen. En weder vat ik de pen op en ik herleef voor den strijd, voor mijn kunst, voor mijn lier, en het scbaamrood komt mijn wangen kleuren omdat ik, Rombout van Bruinekruis, die den heldenmoed onzer dapperen en den onsterfelijken roem des Vaderlands bezing, een oogenblik mij aan de vertwijfeling dierf prijs geven. Ik zend U dan, Hodister, waardig soldaat, fiere Vlaming, trouweBelg, een dubbelen hartewensch bij de blijde 20e herdenking Uwer inlijving bij het leger: Mocht God U veilig laten weder-keeren, met roem beladen en met het kruis der helden op de borst! Mocht Gij, weldra, de vreugde-volle tijding vernemen : de ooievaar is gekomen, en een nieuwe Hodister leeft ! Dankt ook voor mij den talent-vollen Mechelschen dichter, die zoo mooi hulde bracht aan ons geliefd orgaan „Het Vlaamsche Land" en aan wat het steeds, als een heilige plicht, gewetensvol heeft betracht. Wees er zeker van, zijn „Hoera! voor t Vlaamsche Land!' zal ook hier en na den- oorlog in telgie kliiiken. Dankt ook, en drukt hen voor mij de hand, de Yserhelden die, bij het gehouden huldebetoon, U en „Het Vlaamsche Land" hebben toegejuicht. Verzeker hen dat, zoo-lang ik gezond blijven mag, zoolang ik hier ben ik, fier en onvervaard, den strijd voor Recht en Vrijheid voortzetten zal. Doch ik begin te vreezen dat er ook voor mij een dag zal aanbreken dat ik mijn handen te fel zal voelen jeuken en mijn bloed in opstand komen zal, omdat ik de overtuiging van mijn minder-waarde niet langer zal verdragen kunnen wanneer ik aan U en aan Uwe onverschrokken wapenbroeders denk, die blij den dood tarten, terwijl ik, daarentegen, ver van aile gevaar, in onteerende veiligheid blijft voort-leven.Uw, als hooger, verkleefde Rombout van Bruinekruis. Aile de Belgen van IS tôt 40 jaar zijn opgeroepen. Hoera! allen naar 't front! Voor Vaderland

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.