Het volk: christen werkmansblad

1781 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 24 Januar. Het volk: christen werkmansblad. Konsultiert 02 Oktober 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/h98z893n5k/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Aile brîefwisseîîngen vracht» ^rij te zenden aan Aug. Van Iseghem, uitgever voor de naamL ïnaatsch. « Drukkerij Het Volk », Ksersteeg, n° 16, Gent. Bureel van West-Vlaanderen » Gaston Bossuyt, Gilde der A m. bachten, Kortrijk Telefoon 523 Bureel van Antwerpen, Bra« tant en Limburg : Viktor Kuyl, Minderbroederstraat, 24, Leuven HET VOLK Men sclirïjft In: Op aile postkantoren aan 10 îfc per jaar. Zes maanden fr. C.OCfc Drie maanden fr. 2.50. Aankondlgingen. Prijs volgens tarief. Voorop t* betalen. Kechterlijke hersfcelliog, 2 tu per regel. Ongeteekende brieven worden geweigerd. TELEFOON N» 137, Gent. ÇHRISTEN WERKMANSBLAD l CENTIEM HET NUMMER BERICHT. Bit ânbbel blad kost 3 csntlemsn. * CÏER AARDBEVINGEN. De aardbevingen worden meestal ver-gezeld door onderaardsche, donderende, knetterende en krakende geluiden ; soms «ntstaan zelîs scheuren in den bodem, komen gas- water- oî slijkmassa's aan de oppervlakte of wordt de ligging der grond-lagen veranderd. v Bronnen worden dikwijls droog en riieuwe bronnen ontstaan. Men ziet ook 'tlikwijls den warmtegraad der bronnen ieene merkelijke wijziging ondergaan ; zoo .werd het water van Bagnères de Luchon |n 1755, door de aardbeving van Lissabon jvan 8 graden tôt 50 graden warm, dat •van Bagnères de Bigorre werd in 1680 «door eene aardbeving koud. £ De grootste verwoestingen richten de aardbevingen aan in streken waar de jvaste rotsbodem enkel met eene dunne laag puin bedelct is. De oppervlakte waarover eene aard-ibeving zich uitstrekt, is dikwijls moeilijk jnauwkeurig te bepalen, doch kan ecliter îzeer aanzienlijk zijn. i Zoo wordt de bekende aardbeving van 1755, die Lissabon verwoestte, op 16% 'millioen vierkante km. gesteld. Het om-îgckeerde kan ook waar zijn. Het gebied eener aardbeving kan een beperkten kring innemen. De aardbeving van Ischia (28e puli 1883) beperkte zich tôt dit kleine ieiland. In Europa hebben vooral te lijden ge 3iacl : de Alpen en de Karpaten, Grieken-iîand, Italie, de Pyreneiën en de Sierra [Nevada. Daarentegen heeft er nog nooit fccne aardbeving plaats gehad in Busland. i De studie der aardbevingen is in de ïaatste jaren zeer bevorderd, daar voor eenige jaren in bijna aile beschaafde lan-tlcn aardbevingstaties opgericht zijn, welke stelselmatig bedeeld zijn met gelijke waarnemingsteostellen. Deze waar-nemingsstaties worden onderscheiden in etaties van eersten, tweeden en derden rang. De hoofdstatie is te Straatsburg. Als de hevigste aardbevingen in de laatste eenw dienen vermeld te worden: Haïti, 7 Mei 1842. — Wallis 25 Juli 1855 r— Tokio, 12 November 1855. — Het gebied van Napels (Atenua, Padula, Polta), 16 December 1857. — Californie, 21 Octo-ber 1868. — Ischia, 18 Juli, 1883. — De Riviera, 23 Februari 1887. — Ten W. van Tokio, 28 October tôt 15 November 1892. r— Japan, 28 April en 20 Juni 1894. — Konstantinopel 1894. — Argentina, 27 October 1894. — Z. W. Duitschland, tt3 Januari 1895 en 22 Januari 1896. — jSilizië, 11 Juni 1895. — Florentie, 18 Mei 3-895. — Laibach, 14-15 April 1895 en £15 Juli 1897. — IJsland, 26-27 Aug. en 5-6 September 1896. — Japan, 31 Aug. 1896. — Mexico 1897. — Californie 30 Maart 1898. — Venezuela, 29 October 1900. — Martinique (Mont-Pelé 1902. — fTurkestan 1902. —Sicilië en Calabral905. r San-Francisco 1906. — Calabra en iSicilië 1908. • Voor wat onze onmiddellijke nabijheid jbetreft, vinden wij aangeteekend dat in 1262 en 1342 zware aardbevingen door heel Holland werden gevoeld. In 1449 had daar eene aardbeving plaats, die ook lin het water merkbaar was. Verder nog jjeene hevige aardbeving den 5 April 1580, die gansch Holland en België door, te Keulen, te Parijs en op de Noordzee werd 'waargenomen. Nog aardbevingen werden waargenomen in 1602,1640,1652 en 1692. Lichte aardscliommelingen kwamen in 1758 en 1760 te Middelburg en Vlissingen, in 1828 te 's Hertogenbosch, Nijmegen, den 17 Maart 1883 binnen den driehoek 's Gravenhage-Alkmaar-Utrecht. In Oost-Europa zijn aardbevingen zeld-zame gebeurtenissen. In het algemeen komen zij meest in de heete, minder in de gematigde lucht-streek voor. In Europa volgen de aardbevingen door-gaans de lijn die men van Sicilië en Calabri naar IJsland kan trekken, door de rijken van Midden-Europa. In den laatsten tijd wordt ook ernstige studie gemaakt van de lichte trillingcn der aardkorst, die alleen met zeer gevoelige waarnemerswerktuigen (tremometers) kunnen waargenomen worden. Deze lichte trillingen zijn zoo talrijk, dat men bijna zou kunnen beweren, dat de aardkorst onafgebroken trilt. Heeft België de aardbsvlngentevreezsn? In het tegenwoordig aardkundig tijdperk heeft België de rampen niet te vreezèn, als deze waarmede Italië thans opnieuw geslagen is. In 't algemeen worden de aardbevingen vcroorzaakt door dezelfde oorzaken als deze die de vulkanische uitbarstingen veroorzaken. Nu, de vulkanische streken die het dichtst onze streken zijn en waar-van wij den invloed zouden kunnen ge-voelen, zijn de Eiffel en de Auvergne en aangezien de vulkanen dezer streken sinds duizende eeuwen zijn uitgedoofd, hebben wij daar niet voor te vreezen. De mensch heeft ze waarschijnlijk nooit in werking gezien, ♦ * * Indien wij nochtans de kroniekschrijvers mogen gelooven, zouden in vroegeretijden zekere aardbevingen in België ware rampen hebben veroorzaakt, die steden in puin legden en duizenden slachtoffers maakten. Het moet ons niet verwonderen dat de tegenwoordige geleerden hunne verhalen uit fabels hebben opgezocht, want de overdrijving waarvan zij getuigen, schijnt buitenmate. Wij weten daarenboven, dat tijdens de lang vervlogen tijden, aile on-verwachte voorvallen, die zelden voor-komen en een min of meer geheimzinnig uitzicht hebben, zooals de kometen, de noorderlichten, groote sterrenregens, enz., de oorzaak waren van de opwinding der verbeelding en aanleiding gaven tôt on-gelooflijke verhalen dier verschijnselen. De eerste aardbeving, in onze provin-ciën waargenomen, volgens tôt heden ge-kende bronnen, zou plaats gehad hebben in 330 te Doornik. Die aardbeving zou de spits van het Belfort en verscheidene huizen doen ineenstorten hebben, vijftien personen werden gedood en een groot ge-tal inwoners gekwetst. Doch de Belforten bestonden, in België, nog niet op dit oogenblik; dit van Doornik dagteekent van de XIIe eeuw. Ook in 502 had te Doornik eene aardbeving plaats. De aardbeving, zegt een geschiedschrijver, duurde drie uren, wierp duizend gebouwen omver en doodde drie honderd personen. Volgens Hérigcr had rond 615 eene nieuwe aardbeving plaats, doch ditmaal in Limburg. Al de nieuwe gebouwen van Tongercn," dat nog maar juist door de Barbaren geplunderd was, werden in puin geslagen. In 630 is 't opnieuw te Doornik. De hoofdkerk werd beschadigd, doch 't zal waarschijnlijk eene vroegere hoofdkerk zijn geweest, want de tegenwoordige dagteekent enkel van de XIe eeuw. Andere aardbevingen hadden nog plaats in 854, in 1000, in 1118, in 1181, in 1317. De aardbeving van 14 Augustus 1317 vernielde gansch het Luikerland, de graafscliappen van Namen, Henegouw, Artois en Vlaanderen, maakte 246 slachtoffers te Ninove, Geeraardsbergen en Ronsse. Nog hadden aardbevingen plaats in 1342, 1346, 1350 en 1395, 1499, 1554, 1563, 1569, 1580. Deze van 1580 strekte zich uit van Parijs tôt Keulen en zelfs tôt in York, in Engeland. Te Sichem stortte dan een toren in. Een ooggetuige uit Audenaerde zegt dat, den woensdag na Paschen, tusschen 5 en 1 ure 's morgens, eene aardbeving plaats had, die twee tôt drie Onze Vaders duurde; de huizen waggelden. De aardbeving in 1755 te Lisabon werd ook in België gevoeld. Eene plotse-linge stijging der wateren van de Schelde had plaats. Het water te Chaudfontaine kreeg eene hoogere temperatuur. In eene reeks andere plaatsen liepen de vijvers droog. In België hadden nog aardbevingen plaats in 1756, 1760, 1762, 1768, 1767, 1776, 1800, 1808, 1809, 1818. In 1828 werden huizen omgeworpen te Jemeppe, Luik, Thienen, Tongeren en Hoei. Nog kleine, bijna onmerkbare aarbe-vingen hadden plaats in verschillende op-eenvolgende jaren tôt 1980.... De laatste merkbare schommeling had plaats op 2 September 1869 rond 9 ure 's avonds en werd gevoeld in Henegouw, Brabant, een deel der Vlaanderen, Arras en Douai. Al de hier aangestipte aardschomme-lingen hadden plaats van het oosten naar het westen, van nood-oost naar zuid-west of van zuid-oost naar noord-west. Men ziet dus dat eene eigenlijke aardbeving voor België om zoo te zeggen, niet te vreezen is. Een Nederlandsch Gezantbij het Yatikaaa? Volgens de Secolo, is de Nederlandsche regeering voornemens binnenkort een buitengewoon vertegenwoordiger bij het Vatikaan te benoemen. De Koningin heeft — zoo meldt het blad — den Paus door kardinaal Van Rossum met zijn verkiezing geluk laten wenschen. De kardinaal zou den Paus gevraagd hebben, of het dezen aangenaam zou zijn, dat er een vertegenwoordiger van zijn land bij het Vatikaan gevoegd werd. En de Paus zou hierop toestemmend geantwoord hebben. MIJNEN aangesfoeld. Nog steeds spoelen, na de stormachtige nachten van den laatsten tijd, mijnen op de hollandsche kust aan. Thans weer eene benoorden Delfzijl tusschen Oostmolen en Oostpolderzijl. Evenals de bij Harlin- , gen aangcspelde mijn, zal bovenbedoelde mijn zoo spoedig mogelijk door de marine worden opgeruimd. In het Zuiden zijn sedert gister weder eenige mijnen komen aanspoelen. Dé torpedodienst zet nog steeds het zoeken naar de in de Zuiderzee terecht-gekomen mijn voort. Tspasg ma®s* Belgëe, Maandag zouden weer 22 Belgische vluchtelingen uit Holland naar hun vader-land terugkeeren. 't Zijn landbouwers-familiën uit Wolverthem, bij Brussel gelegen. Sedert midden Augustus had hun geen enkel bericht omtrent huis, have en goed bereikt en ze beschouwde hunne eigendommen reeds als verloren of verwoest. Men kan zich de vreugde dezer menschen voorstellen toen ze dezer dagen bericht ontvingen van geburen en familie-leden, dat hunne hoeven niet beschadigd waren, het vee nog in de stallen was en het roggeland bezaaid. Belgische vluchtelingen naar Engeland, Zooals bekend is, vertrekken in den laatsten tijd vele vluchtelingen naar Engeland. Daarbij wordt in de haven van vertrek vanwege den opperbevel-hebber van land- en zeemacht toegezien, opdat een ingerichte uittocht van manne-lijke vluchtelingen, van dienstplichtigen leeftijd, worde tegengegaan. Te Amsterdam wordt aan de Belgische vluchtelingen, die van daar naar Engeland wenschen te vertrekken, een geparafeerd bewijs uitgereikt, op welk bewijs naam van den vluchteling, leeftijd, plaats van herkomst, enz. zijn vermeld. Te Amsterdam wordt, vôôr dat bedoeld bewijs wordt afgegeven, kontrool geoefend, ook wat betreft gebeurlijke dienstplichtigheid enz. VÔÏÏR de mlgen. Men is te Antwerpen aan de dokkenbe-gonnen met het lossen van het schip Thérèse, gansch gevuld met eetwaren en dat toegezonden werd door het Kana-deesche volk. Het grootste gedeelte be-staat uit bloem en zeer vele vaten aard-appelen. Op elk van de kolis is een wit papier geplakt waarop het volgende opschrift in het Fransch staat : « Voor de Bel gen, met da bewondering en de sympathie van de bewoners der provincie Nieuw-Schotland. » * * * Bij het Nederlandsch Komiteit tôt Steun van Belgische slachtoffers is thans in totaal ontvangen 508,511 gulden5575fr.en 164 mark. Nogsteeds bestaat er eene drin-gende behoefte aan kleedingstukken ten behoeve van de tien duizenden vluchtelingen die in Holland verblijf houden. Ook is veel geld noodig voor het onderwijs aan Belgische kinderen. Met dankbaarheid wijst het Komiteit op de verslagen, waaruit blijkt, dat van den beginne af in vele plaatsen de kinderen der vluchtelingen onderwijs genoten, dank zij den goeden zorgen der betrolcken gemeentebesturen. Daartegenover staat, dat het noodig bleelt verschillende ge-meenten te gemoet te komen voor het be-zoldigen van Belgische onderwijzers en onderwijzeresesn en het aanschalïen van leermiddelen. In 57 gemeenten worden thans voor het onderwijs, toelagen ver-leend voor het geven van onderwijs e aan te zamen 4500 Belgische leerlingen. Omdit werk te kunnen in stand houden, is versterking van de kasmiddelen drin-gend noodig. i ■ i.» i » Iodrukken over de LoopgravcB. Een denkbeeld van den toestand geven een paar regels uit een Fransch telegram: « Zonder dat wij aangevallen waren, zagen wij ons genoodzaakt eenige gedeelten van onze loopgraven in den sector van Atrecht te ontruimen, wijl de manschappen tôt aan de schouders in de modder stonden.» Dit is eene mededeeling, die meer zegt dan aile andere berichtjes, over kleine en kleinere partieele successen. Tôt aan den hais in de modder. Kan men zicîi voorstellen, wat dit wil zeggen? Op wacht te moeten staan, in lange loopgraven, oppassen en uitkijken, dag en nacht in de modder. En het moet al heel erg zijn, de modder moet tôt aan de schouders reiken, voordat men er toe over-gaat de loopgraven te ontruimen. Welk eene schrille tegenstelling met de verhalen en praatjes over het leven in de loopgraven, waarop de troepen koutende en kaartende worden voorgesteld, en waarin melding wordt gemaakt van aller-lei grappige incidenten, die in de loopgraven onder de troepen de vroolijkheid on-derhouden.Dat moge eens ergens zijn voorgekomen — regel is het niet. En wanneer de tele-grammen melding maken van den toestand, wordt daarin wel gesproken van een loopgraaf die genomen of hernomen werd; maar van het leven in die loopgraaf, van den toestand waarin de troepen ver-keerden, van de vermoeienis en uitput-ting die begonnen te heerschen, spreekt men niet. Een brief uit Vlaanderen zegt echter : « Niemand heeft eenig denkbeeld van wat de troepen uitstaan. Weken en maanden liggen wij in de loopgraven, zes-, zeven-,achtmaal worden zij ontruimd en weder genomen, onder voortdurend vuren van detegenpartij. Entelkens mojeten dan, na harden strijd vaalc, nieuwe dekkingen worden aangelegd. Dit moet altoos des nachts gebeuren. En het is niet alleen noodig loopgraven voor de deklcing der troepen te maken, maar nog vele andere, valsche en echte; de valsche om den vijand te bedriegen, de echte om telkens gelegen-heid te hebben op andere punten bescher-ming te zoeken of op te treden. » Iedere loopgraaf moet minstens 1.50 meter diep zijn, en dat is zwaar werk, in den veelal harden grond. De aarde die er uitkomt,mag ook niet zichtbaar zijn uit de verte, want dat zou de plaats waar de loopgraaf is, te veel verraden; zij moet dus in den nacht naar achteren worden gesleept of over het voorterrein gelijk-matig worden verdeeld. » Dat is dus bij nacht hard werlcen en bij dag opletten. En dat gaat zoo weken lang. Van de poëzie van het oorlogvoeren merkt men onder die omstandigheden niet veel En nu komt daar nog bij, dat door de onophoudelijke zware regens de loopgra ven vol water staan, de geheele linie in een modderpoel veranderd wordt. Dagen lang hebben aan beide zijden de troepen tôt de borst in het water of in de moddei gestaan, en doornat, doorweekt, zondei gelegenheid om zich te drogen of te ver-kleeden, moesten zij waakzaam blijven, want de vijand kon elk oogenblik een overval wagen » Dat is een klein staaltje van hetgeen de strijd aan hvft front beteekent, een strijd DE TERUGKEER. Men was op het einde der maand Mei [1814. De zcgepraal had de Fransche vlag ,verlaten. Van tijd tôt tijd zag men krijgs-gevangenen terugkeeren. Ook kapitein Rocher keerde naar zijn dorp in Cham-jpag'ne terug. De ellende, in gevangenschap geleden, had zijn krachtig gestel verzwakt, maar op zijn gelaat was eene natuurlijke rwilskracht te lezen, de wilskracht van den overwonnen soldaat. De sporen van den oorlog, die hij ovcral in zijn land ontmoet-jte, verhoogden nog de wilde uitdrukking |Van zijn gelaat. Aan eene herberg gekomen hield hij stil en trad deze binnen. — Kent gij kapitein Danglar? vroee hii den waard. ■ —Ja» mijnhcer, hij woont hier dicht ;Dij. Door zijne wonden gedwongen den ;dienst te verlaten, vervult hij tlians het ambt van houtvester. — Leeft hij alleen? / — Ncen, hij woont met een ouden knecht, een veteraan evenals hij. — Ik meende echter dat hij ook een ■ jong raeisje bij zich had. i — Ik heb er nooit van hooren spreken, jdoch ik woon hier ook eerst sedert drie of |Vier maanden. Het gelaat van Rocher nam eene uitdrukking van toorn aan. « Geef mij eene fleschwijnen twee glazen,sprakhij, enlaat kapitein Danglar zeggen dat iemand hem wacht.» Hij zette zich voor een tafeltje terwijl de herbergier heenging, in zichzelf mompelend : « Dat is geen gemakkelijke klant. » Na een uur wachtens verscheen kapitein Danglar. Hij was evenals zijn collega van hooge gestalte met krijgshaftig uiter-lijk,maar zijn rechter arm hing bijna slap langs het lichaam. Toen hij zijn ouden wapenmakker herkende, slaakte hij een uitroep van vreugde en trad met uitge-stoken hand op hem toe : « De dappere Rocher, dien wij allen dood waanden, mompelde hij. God zij geloofd I » Maar Rocher verroerde zich niet en keek hem koel aan. — Alvorens ik u de hand druk, sprak hij, moet gij op mijne vragen antwoorden. Ga zitten. — Zooals ge wilt, hernam de oude wapenmakker, tegenover hem plaats ne mend. — Toen ik naar het oorlogsterrein ver-trok, hernam Rocher, heb ik u mijne dochter toevertrouwd. Wat hebt gij met haar gedaan? Men heeft mij gezegd dat zij niet meer bij u woont. — Dat is zoo; toen zij in het liuwelijk trad, moest zij haren echtgcnoot volgen. Kapitein Rocher sprong driftig op. — Wat! ricp hij, zij is gehuwd en men heeft er mij niet in gekendl Terwiji ik in die vervloektc citadel van Glatz zuchtte, heb ik steeds aan mijne dochter gedacht, maar ik stelde mij gerust, daar ik haar onder uwe bescherming gesteld had. Ik veriroe !-de niet dat mijn vertrouwen besciu am 1 zou worden. Kapitein Danglar liet. hem kalm uit-spreken. Daarna zei hij: « îedereen waande u dood, de tijding vari uwe dood was officieel gegeven. Ik was nu de voogd uwer dochter en heb gebruik gemaakt van mijn recht. Ik heb mijn plicht gedaan. » Deze verklaring kalmeerde echter den heeten militair niet en toornig vroeg hij : — Zult gij mij ten minste zeggen met wien zij gehuwd is? — Neen, niet vôôr gij weer kalm ge-worden zijt. Ik wil hier geen verhoor ondergaan als een schuldige. Beiden bewaarden eenige oogenblikken het Stilzwijgen.Eindelijk zei Danglar: «Gij zegt mij niets van uwen ouden vriend Renneval ? » — Waarom zou ik over hem spreken? Sedert lang waren wij geen vrienden meer. — Zeker om ernstige redenen ? —■ Te drommel, ik heb hem altijd op mijnen weg ontmoet, als er eene gelegenheid was om mij te onderscheiden. Te Albeck had de kolonel een detachement noodig om eene Oostenrijksche batterij buit te maken. Ik hoopte er mee be-last te worden, maar men wees er hem voor aan ; hij kreeg het kruis twee jaar voor mij. Te Jena dezelfde geschiedenis ; ik wilde mij van eene Pruisisiche vlag meester maken, maar hij was mij voor ; men beloonde zijne dadenmet de kapiteins- epauletten. Overal heeft hij mij de beste kansen ontnomen. — Al is uwe grief tegen hem zoo groot, zij zal bij het graf ophouden, zei Danglar. — Is hij dood? Dit woord werd met innige droefheid uitgesproken ; al zijne bitterheid verdween, hij zag thans in zijn mededinger slechts den ouden wapenbroe-der, met wien hij vroeger in zoo nauwe vriendschap was verbonden. — Ja, hij is gestorven terwijl hij u het leven redde. Te Bautzen wierpt gij u als een woedende stier op een detachement, dat viermaal sterker was dan het uwe. Hij snelde u ter hulp en viel evenals gij. Wij meenden tôt heden dat gij beiden gesneu-veld waart, maar gij waart gevangen, hij echter stond niet meer op... Eene smartelijke ontroering teekende zich op het gelaat van Bocher af, een traan rolde over het ruwe gezicht van den ouden soldaat. «Hij was een dappere, mompelde hij, en het spijt mij dat ik zoo onrechtvaardig jegens hem geweest ben... Zeg mij nu, wie de echtgenoot mijner dochter is. » — Geduld, we zullen er wel komen. Herinnert ge u Edward nog, den zoon van Renneval? — Ja, ik herinner mij dien snaak nog, die het waagde een oog op mijne dochter te durven slaan. — Welnu, die lcnaap is thans een knappe jonkinan geworden en heeft be-wijzen gegeven van moed en dapperheid. Hij hee'it als een leeuw gevochten en is eigenhandig door den keizer gedekoreerd. i — Bravo I Een dappere gelijk zijn vader I — Gewond in den slag bij Montereau, werd hij bij mij getransporteerd. De twee jongelieden leefden daar te zamen, de een als wees, de andere meende het te zijn. Zij deelden elkanders smart en hadden elkaar lief zonder het te bekennen. Ik zei tôt hen : « Kinderen, gij hebt elkaar lief, trouwt met elkaar; indien zij, die er thans niet meer zijn, nog leefden, zouden zij uwe vereeniging zegenen. — Heb ik ongelijk gehad ? » Kapitein Rocher stak hem de hand toe. — Gij hebt goed gedaan, mijn vriend, sprak hij, vergeef mij en breng mij bij hen. — Neen, ge moet tôt morgen wachten. Kom mee naar mijn huis, daar zult gij den nacht overbrengen. * % Den volgenden morgen begaven de beide vrienden zich naar het kleine stadje, waar de jonge echtelingen woonden. Toen zij dit genaderd waren, hoorden zij het somber gelui der klok. Danglar verhaastte den stap en toen zij voor de kerk waren, zei hij : Laten we binnen gaan. — Waarom? — Ga binnen. Hij ging zijn vriend voor en leidde hem in een der donkerste deelen van het ge-bouw, achter een grooten pilaar, die lien voor de blikken verborg. Het altaar was met zwart bekleed. Twee jonge lieden, in rouwgewaad, knielden neer bij het priesterkoor. — — ■ ~ "■ " ■ ' igi-BMiiiri mMirnih \-mm nn-ma—aHMIIM i <IIW I wrn** -, Vijf-cn-Twinligste Jaar. — N. 23 Godsdlenst — Hnlsgszln — Elgendom • Mag, 24 Jannari 191S

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het volk: christen werkmansblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in - von 1891 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume