Het volk: christen werkmansblad

1436 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 10 Juni. Het volk: christen werkmansblad. Konsultiert 28 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/c24qj7957r/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Zes-en-Tniïiligste Jaar. — % 11 ! ■ .l i ..»«!■ '-L H 134 Goâsfiienst — Hulsgezla — Elgeadoa .,■ K~T * — : ~ -, ■ ■■ » mW*m» Zateràg, 10 Mm. 191S Aile briefwisselingen vraebt» I vrij te zen den aan Aug. Van Iseghem, uitgever voor de naaml. maaisch. «Drukkerij Het Volk», Meersteeg, n° 16, Gent. Bureel voor West-VJaanderen» Gaston Bossuyt, Recollettea» ilraat, 14, Kortryk, HET VOLK Msn sehrljft In s Opalle postkantoren aan 10 fr» per jaar. Zes maanden fr. 5.00» Drie maanden fr. 2,50. Aankondlgingen : Prijs volgens tarief. Vooroptta betalen. Rechterlijke herstelling, 2 fr« per regel. Ongetcekende brioven worden geweigerd. TELEÇOON N® 137, Gent» Verschîjnt © maal per weeîs CHRISTEN WERKMANSBLAD £1 CeRtiemea îiet imnimer fluiîsclieMeâedceîiagen en Yerordeniages. 174. — Verordening betreffende de uitoefening <J?r jacht In 't Etappengebied van het 4e leger (Etappenjachtverordenlx-g.) Ter \ ervanging der verordeningen van 13-8-15 {Verordeningsblad, blz. 52, N. 39) en van 28-11 1915 (Verordeningsblad, blz. 118, N. 91)bestem tk bij deze als volgt : § 1- — De jacht mag alleenli.jk door Duitsche officieren, officleren van gezondheid, officiercn-veeartsen, beambten met den rang van officieren En officier-dienstdoenders worden uitgeoefend. Het gebruik van legergeweren is niet toegela-ten.§ 2. — Tôt uitoefening der jacht is een jacht-verlof noodig, hetwelk op aanvraag door het ! Burgerlijk Bcstuur (Zivilverwaltung) van de Etappen-Inspektion kosteloos uitgevaardigd wordt en voor den duur van een jachtjaar (1 Juli tôt 30 Juni) geldig bîijft. Bij uitoefening der jacht œoet men het jachtverlof steeds op zich dragen en het op aanvraag aan de met de toe-zicht op de jacht gelaste miJitairen toonen. g 3. — Met de toezicht op de jacht zijn gelast : a). Pe Voorzitter van het Burgerlijk Bestuur (Zivilverwaltung) ; b) de Etappen- en Ortskom-mandanten ; c) de veldgendarmen en de militaire policie ; d) de jachtbestuurders binnen hunne jacht'îebieden. Deze (a-d) moeten er op letten, dat de be-iternmingen der jaehtverordening worden na-geleefd, inzonderheid dat de tijd wannepr do jacht verboden is, waargenomen wordt. Zij moeten de overtreders toebehoorende aan de bur-gerlijke bevolking ter bestraffing aangeven aan âe militaire rechtbank, de overtreders toebehoorende aan het leger aan hunne onmiddellijke sverheden. § 4- — Voor de jachtbescherming moeten aile Jachtgerechtigden cens jachtgebieds in het be-iang van het behoud van den wiklkweek zorgen tn ook de Belgische jacht- en veldwachters ertoe aanzetten. Indien het mogelijk is, zullen de jachtge-rechtigden eens jachtgebieds ertoe geschikte militairen met de bijzondere jachtbescherming gelasten ; dezen zal bij gebrek van een jachtverlof als bewijsstuk een toeîatingsbewijs door de Zivilverwaltung worden verleend § 5. — Wie een eigen jachtgebied be«eert moet dit vôôr het begin van het jachtjaar met •nauwkeurige aangifte der grenzen of mat be-noeming der gemeente bij de aldaar bevoe«de Etappenkommandantur aanvragen. Deze zal de aanvraag na ze onderzoeht te hebben. samen met hare meening dit aangaande, aan de Zivilverwaltung ter beslissing doorzenden. Wanneer hetzelfde jachtgebied aan verscheidene heeren toegewezen is, en deze onder zich eenen jacht-bestuurder nog niet gekozen en bekend gemaakt hebben, zoo moet er een zulke op voorstel der Kommandantur door de Zivilverwaltung be-noemd worden. De jachtbestuurder regelt de uitoefening der jacht op het gemeenzaam jachtgebied. Aan zijne bevelen moeten de andere jacht-berechtigden gehoorzamen. § 6. — Op gedurig en geheel omheinde eigen-dommen, (tuinen, parken) mag de jacht alleen-lijk uitgeoefend worden met toelating van den sigenaar of van zijnen plaatsvervanger. § 7. — Het geschoten wild is het eigendom van den Belgischen jachteigenaar, het mag nogthans door de n jager^den jachtgereehtigden van 't gebied) aan de vastgestelde prijzen voor ïijn eigen gebruik worden overgenomen. Het wild moet regelmatig dadelijk bij de overneming aan den eigenaar of aan zijnen gelaste of, wanneer dit niet mogelijk is, aan den burgemeester der gemeente, op wier grondgebied het wild geschoten is, betaald worden. Voor het aan den jachteigenaar overgelaten wild moet hem op aanvraag een bewijs met nauwkeurige aangifte der wildsoort en van het getal stukken worden uitgevaardigd. Dit bewijs zal gebruikt worden als bewijsstuk bij den verkoop van het wild. § 8. —• Voor het overgenomen wild moet betaald worden : a) Voor reewifd 20.00 mark per stuk ; b) Voor hazen 2.40 mark per stuk ; c) Voor fezanthapen 2.00 mark per stuk ; d) Voor fezanthenaen 1.50 mark per stuk ; c)Voor eenden 1.20 mark per stuk ; /) Voor sneppen 1.50 mark per stuk ; g) Voor patrijzen 0.75 mark per stuk ; 6) Voor konijnen 0.40 mark peï stuk. § 9. — Burgerlijke personen welke wild ver- handelcn, moeten zijnen oorsprong nauwkeurig kunnen aanduiden, zoo niet zal verbeurdver-klaring uitgesproken en eene straf toegepast worden. Aan militairen is het streng verboden wild in den handel te brengen. § 10. — Op volgende tijden is het schieten van wild toegelaten : a) Reewild — voor het schieten ervan is eene bijzondere toelating der Etappen-Inspektion noodig ; b) Hazen van 16-9 tôt 15-1 ; c) Patrijzen van 20-8 tôt 15-1 ; d) Fazanthanen van 16-9 tôt 2S-2 ; c) Fazant-hennen van 16-10 tôt 31-12 ; /) Sneppen van 1-7 tôt 31-3 ; g) Eenden van 1-7 tôt 28-2 ; /:) Geheel het overige waterwild van 1-7 tôt 31-3 ; i) Konijnen ganscli het jaar door. § 11- — Voor begin van de jacht en 14 dagen na het sluiten der jacht voor de betrokken wildsoort, mag deze niet verkocht of te koopaange-boden worden. In gérai van overtreding zal eene straf toegepast en het wild verbeurd ver-klaard worden. § 12. — Het vangen van wild met netten, stroppen of vallen van ailen aard is verboden, zijn uitgezonderd : a) Konijnen, die nogthans niet met stroppen mogen gevangen worden ; b) Fazantbenuen. Tôt het behoud van den wild-kweek kan aan een jachteigenaar het vangen van een bepaald getal hennen worden toegestaan die na sluiting der jacht in het gebied terug moeten worden uitgezet. De toelating wordt verleend door de ZivilverwalUmg ; c) Lijsters. Deze mogen van af 15 September tôt 14 November met vog?lstrikken gevangen worden, maar alleen lijk met een bijzonder toeîatingsbewijs van de Zivilverwaltung. § 13. — Overtredingen der besternmingen dezer verordening worden met ten hoogste 3000 mark geldboete en met ten hoogste 3 jaren ge-vangenis of met een dezer straffen gestraft. § 14. — De verordeningen betreffende den boschdiefStal en de wildstrooucrij van 25-9-15 (Verordeningsblad, blz. 74) en betreffende het vangen van zangvogelen van 23-8-15 (Vciorde-ningsblad, blz. 51) blîjvën voor het overige van krach t. E. H. O., den 2 Juni 1916. Der EtappeninspekteiiT, von UNGER, General der Kavallerie. Eeizer Wiîlielm bij don Ei'kslianselifr. Keizer Wilhelm had woensdagnamiddag een lang onderhoud met den rijkskanseîier. s® "il" "ilïifêNS. I» Sriskmlaafl. Gezien de mogendheden der Entente de blok-kade hebben toegepast op gansch de Grieksche kust, is de toestand te Athenen kritisch gewor-den. De ministers hebben ononderbroken zit.ting. De pers der Veni7elisUsche partij valt de regee-ring hevig aan om hare werkeloosheid. Venezilos beschuldigt den opperstaf de grondvesten te hebben gelegd voor eene Duitsch-Grieksche overeen-komst.De Z'Uïlsersehe Legerultgayea. De Zwitsersche regeering overweegt het uit-geven eener nieuwe mobilisatieleening, waar-sch'ijnlijk tsn bedrage van 100 millioen frank aan 4 y, per honderd. wiiilSiiSM. De briefwisseïaar van het Berliner Tagsblatl te Lugano schrijfl dat de vredestusschenkomst van Wilson op bijna onoverkomelijke hinder-nissen stuit. Toch zou Wilson, in overeenkomst met den koning van Spanje, de koningin van Holland en de Skandinavische koningen de tus-schenkomst in Juli aans-aande met groote krachtdadigheid opnemen. —■~-~^^c^vmncia^u%st4JUrfuasgaxr:ama\i , De rnmm Voorsslîer der Chiaeesche Hcpishliek. De nieuwe voorzitter van de Chineesche re-publiek Li-Yuan-Hung is in 1864 geboren. In 1905 was hij st.afoverste en bij het uitbreken der revolutie in 1911 dw'ongen de revolution-nairen hem, met den revolver voor het hoofd, zich bij hunne zaak aan te sluiten. Hij voerde 3aSg35Bga3^gB8SSSaSB5ES 'TE&SESSSEaSKSiœBlBa dan ook met kracht de revolutionaire strijd-krachten tegen de Mandschutroepen. Aan hem is het te danlcen dat de revolutionairen te Shanghaï in vredesonderhandelingen konden komen, In 1913 werd hij bepaald benoemd als eerste ondervoorzitter der republiek. Woensdagmorgen heeft Li Yuan-Hung offi-cieel zijn nieuw arnbf OlcIeeleMeiIefleelisgen în Vlaandepeo, Fraiikrijk en Elzas. ( Duitsche Meldin g. ) BERLIJN, 8 Juni. (Wolff.) — Uifc het groote hoofdkwarfcier : De artilleriestrijd langs weerskanten van de Maas duurt met onverminderde hevigheid voort. (Fransche Melding.) PARUS, 8 Juni. (Reuter.) — Ambtelijk be-richt van woensdagachternoen : Bij Fontenoy, Westelijk van Soissons, werden twee Duitsche patroeljes ver'strooid, die tracht-ten de Aisne te overschrijden. Fransche artillerie vernielde verscheidene Duitsche waarnemings-posten bij Nouvron. In de Argonnen lieten de Franschen met ge-volg drie mijnen springen bij La Fille Morte. Op den linker Maasoever duurt de strij d voort in de sectors der hoogte 304 en van het Caurettes-woud.De Duitsche artillerie zette de onafgebroken beschieting van liet front en der naburige streek \ voort. Do Fransche artillerie bevocht haarkracht-dadig.In de Vogezen krachtige beschieting van de ! zij de der Duitscliers tegen de eerste Fransche linies aan den Hartmannsweilferkopf. — Ambtelijk bericht van woensdagavond : Op den linker Maasoever heerschte groote ; bedrijvigheid der artillerie in de streek der hoog- ! te 304. Op den rechter Maasoever gaat het bombardement op zeer hevige wijze voort op onze eerste en tweede linie van de streek van Douaumont tôt na Damloup. De Duitschers meldden heden dat de panfcser-vesting Vaux 's avonds van 6 Juni in hunne handen gevallenis. Van dezezijdeuit kon wegens de hevigheid der beschieting geen verbinding met de vesting hersteld worden. In de Vogezen werden Duitsche verkenners-afdeelingen, die tegen onze stellingen Zuidelijk van Calles vooruitgeschikt werden, door ons vuur teruggedreven. Op het overige front bijtijds onderbroken | geschutvuur. — Belgisch bericht : Aan het front van het ; Belgisch leger heerschte rust. {En gclsche M Min g. ) LONDEN, 8 Juni. (W. T. B.) — Gisteravond j en heden zware wederzijdsche beschieting ; Oostelijk van Yper. De vijand veroverde gister i onze graven bij depuinen van 'tgehuchfc 't Hooge. Een andere ldeine aanval Westelijk van het Hooge werd hedenmorgen afgeslagen. Australiërs drongen 's nachts in Duitsche graven, braehten den vijand verliezen toe en voerden gevangenen mede. Ook ondernamen wij eenen gevolgrijken aan-f slag Oostelijk van Givenchy. Op het Oostelijk Gevechtsteppcia (Duitsche Melding.) BErtLIJ?T, 8 Juni. (Wolff.) — Uit het groote hoofdkwartier : Zuidalijk van Smorgon drongen Duitsche ver-kenners-afdeelingen ovor ver3eheidone vijande-lijke linies heen tôt in het dorp Kunawa, ver-nielden de kampwerken aldaar en keerden met Veertig gevangenen en een buitgemaakt maehien-gev.-oer terug. Op het overige front bij de Duitsche troepen geen bijzondere voorvallen. (Oostenrijksche Melding.) WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) - Ambtelijke mededeeling : In Wolhynië bereikten onze troepen onder aehterhoedegevechten hunne nieuwe stellingen aan de Styr. Aan de Ikwa en Noordelijk Wizrrioozyk: en aan de Strypa werden verscheidene Russisehe aanvallen afgewezen. Aan de beneden-Strypa valt de vijand ander-r~T- -ri rr 1 I II m maal met sterke krachten aan. De gevechten aldaar zijn nog niet beslist. Aan den Dnjestr en aan 't Bessarabisch front was er gister betrelckelijke rust. (Riissische Melding.) ST-PETERSBURG, 8 Juni. (W. T. B.) -Ambtelijk bericht van 7 Juni : De suecessen onzer troepen in Wolhynië, Galicië en Boekowina werden verder uitgebreid. Het aantal gevangenen en van den buit, sinds de verdrijving van den vijand uit zijnê stérk aan-gebouwde stellingen, groeit nog immer aan. De laatste gevechten toonen den vijand daad-zakelijk het aangroeien van ons oorlogsmateriaal. De gevechten droegen bij om het vertrouwen te versterken, dat met het verder aangroeien van 't materiaal, de vernieling der vijandelijke werken beduidend doeltreffender zal zijn. De suecessen, in de drie laatste gevechtsdagen bereikt, bewijzen de dapperheid en den aanvals-lust onzer troepen. Z. M. de opperste bevelhebber zond nog gisteravond om 10 uur uit het hoofdkwartier volgend telegram, waarin hij de troepen van gene-raal Brusilow over de bereikte uitslagen geluk-wensehte : « Breng mijn vurig beminde troepen aan het uw opperbevel toevertrouwde front over, dat ik met fiere bevrediging hunne helden-daden volg, hunnen voorwaartsdrang prijzend erken en htii'i mijne hartelijke dankbaarheid uit-spreek. Moge God de Heer ons zijne genadige hulp verleenen om den vijand uit ons land te werpen. Ik ben overtuigd dat allen eenmoedig den kamp tôt. het.glorierijke einde voor de Russisehe wapens zullen doorvechten. — Nikolaas. » De voorziehtigheid verbiedt tegenwoordig, de namen der dappere regimenten te noemen, die deels met verlies van aile officieren kampten; evenzoo onmogelijk is het, de namen onzer held-haftige generaals en officieren openbaar te maken, welke den heldendood stierven of ge-wond werden, evenals de streek aan te geven waar de gevechten zich afspeelden. DcOosteiiPijksch-ïtaliaanscIîcOorlog (Oostenrijksche Melding.) WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) — Ambtelijke mededeeling : Op de hoogvlakte van Asiago won onze aanval terrein aan gansch het front Zuidoostelijk Ce-suna-Gallio. Onze troçpen zetten zioh vasi op den Monte Lemerle, Zuidoostelijk Cesuna, en drongen Oostelijk Gallio over Ronchi vooruit. 's Avonds bestormden afdeelingen van het Bosnisch-Herzegowinsch infanterieregiment n.2 en van het Grazer infanterieregiment n. 27 den Monte Meletta. Het aantal gevangen Italianen, sinds het begin dezer maand genomen, steeg tôt 12.400, waaronder 215 officieren. Aan h it Dolomitenfront werd de aanval van verscheidene vijandelijke bataillons op Croda del Ancona afgewezen. (Italiaansche Melding.) ROME, 8 Juni. (W. T. B.) — Ambtelijk oor-logsbericht van woensdag : De vijand ondernam verdere hevige aanvallen, door kraehtig artillerievuur ondersteund, tegen de stellingen in het opper-Branddal, van den Monte Spin, in het Posinadal (Aataoh), langs het dal van Campomulo, Noordoostelijk van Asiago. De vijand werd overal teruggeslagen. Op de hoogten Oostelijk van Campomulo ondernamen onze troepen eenen krachtigen tegenaanval op vijandelijke artillerie. Gister hadden ondernemingen plaats, bijzonder van de artillerie, langs gansch het front tus-selien de Etsch en de Brenta. Vijandelijke aan-valspogingen tegen de Coni Zugna in het Etsch-dal en onze stellingen Zuidoostelijk van Asiago werden door ons vuur afgeslagen. In het Draudal zetten wij de beschieting voort van de statiën Toblaeh en Sillian. In Carnia en aan den Isonzo levendige gevechten mat bom-men en mijnontploffingen en bedrijvigheid onzer afdeelingen, £?P HE BALKUS. {Duitsche Melding.) BERLIJN, 8 Juni. (Wolff.) — Uifhet groote hoofdkwartier : Plaatselijkheden aan het Doiranmeer werden door vijandelijke vliegeniers zonder eenigen uitslag met bommen beworpen. (Oostenrijksche Melding.) WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) — Ambtelijke mededeeling : Onveranderd. MENGELWERK 23 Eie ziitertip Veriwijiiig A. K. GREEN, M.Gryce knikte en beschouwde met eenezon-flerlinge belangstelling de pronte personage, af-geschilderd op het doek; dan, tôt onze groote verwondering, stapte hij verder door, en rap als âe wind, draaide hij de schilderij van den muur Dm ; — hemel toch ! — wat kregen we nu te zien? Langs de keerzijde: het portret van eene freule, geene aanstaltelijke houding noch ver-vromeld gezicht, doch eene vrouw, laat zien of ik ze u afscliilderen kan, onmogelijk is het noch-tans dit uitzicht te schetsen. Het is slechts na er lang op te zien, dat men de kleur der oogen kon vatten. Het geheele uiterlijke maakte diepen indruk. Moeilijk was het te zeggen of die eigen-aardige vrouw schoon was of niet. Hare gelaats-kleur was blank als ivoor, hare oogen waren hoogzwart, heure haarbos blinkend aïs goud, haar voorhoofd van verwilderde uitdrukking lag in een krans van krollen. Dit portret was de schets van een meisje, zoo eigenaardig, zoo aan-trekkelijk, dat ze mijne aandacht onzeggelijk boeide. « Hoe durft gij I » waren de woorden die M. Blacke's lippen ontvlogen. Ik keerde mij om, ten einde hem te aanschouwen. Half veront-waardigd, half dreigend keek hij tôt den détective, viens oogen en vinger gericht waren naar het portret, den uitslag afwachtend zijner handelwijze. «Neoit zou ik bij n znlke driestheid hebben durven vermoeden tôt.... tôt Was dat de fiere gentleman, die waggeiendeman, met blanke lippen en bevende handèn, dien we te zien kregen ? « Ge verlan gdet dat ik me zou gerechtvaar-digd hebben, » zel mijfi overste eerbiedig groe-tend, «dit hier is mijne verrechtvaardiging. Zoudt ge de kleur van 't haar van dit portret, 't welk met zijn aangezichf naar de muur gekeerd hing, willen aanteekenen? Is die kleur dezelfde niet' van 'thaar dat ge vôôrenkeleoogenblikkenin de hand hieldt... eene klis, 'k zweer het, die ik uit den lcam van 't arme schepsel losmaaktp, dat de kamer hierboven bewoonde? Maar 't h niet al, verhaalde hij verder, wij! M. Blaeke eerst twij-felend dan weer zekerheid kreeg ; « zie nu goed toe hoe de vrouw op 't portret is aangekleed. Blauwe zijde ziet ge, zwaar en rijk van stof; eene breede kraag, kunstig uitgevoerd, ge zult moeilijk zoo iets gelijkaardigB vinden, eene borst-speld, dan de roos in haar hand, ziet ge dat? Nu wilt ge met mij de trap opgaan? » Hij sprak geen woord, en de hoogwaardige aristrokaat draaide rond gelijk een kind, en met vasten tred en met onrustigen blik volgde hij den weg die naar de kamer boven leîdde. «Gij hebt mij beschuldlgd vermetel te zijn, wïjl gij uitdrukkelijk looehendet, dat er tnsschen u en 't meisje, Emilie» gemeenschap bestond, • zei M. Gryce, als hij den gasbek aanstak en de famevize schuif van de bureellcast opentrok. « Kunt ge nog langer looehenen, in tegenwoordig-heid van ditîi En het doek oplichtend, dat de voorwerpen bedekte, lisalde bij het net opge- — ^ 7 . - vouwen kleed te voorschija, d« breede kraag, de borstspeld en de verwelkte roos, die er onder lagen. « Jufvrouw Daniels verzekerde ons dat deze voorwerpen aan de naaister Emilie, behoorden.... die ze hier bracht. Kunt ge beweren dat er geene overeenkomst is tusschen dit, ailes en 't geen op 't portret te zien is ? » M. Blaeke slaakte een kreet en zojnk op de knieën voor de schuif « Mijn God, mijn God, » was 't eenige antwoord. «Wat beduidt dit?» Plotseling stond hij recht bevend utt al zijne ledematen en de oogen vlammend. «Waa>- is jufvrouw Daniels ?»riep hij uit, terwijlhij lia asti g naar de bel greep. »Ik moet haar aan.stomis zien, zend de huisbewaarster hier,» bevool hij, als eenige stonden later Fanny glimlachend in het deurgat verscheen. « Jufvrouw Daniels is uitgegaan, » antwoord-de het meisje, « uitgegaan, zoodra de tafcl was afgediend, mijnlieer. » « Uitgegaan op dit unr? • «Ja, mijnheer, sedert eenige dagen gaat » teîkens uit, mijnheer. » De meester fronste zijn voorhoofd. « Zend haar tôt mij, zoohaast ze terug keert » sprak hij op zonderlingen toon, nader komend o» de voorwerpen aanrakend van het. openstaande sehuif met vertwijfelenden blik. « Ik kan de aanweaiî-heid dezer voorwerpen in deze kamer niet om-helderen ; doeh ala ge beneden komen wilt, zal ik u andere dingen varklaren diô u zuîlon inkoh-ten. Hoe ona a ,onaam het ook zij iemasd mot mijne innerlijke zakea te vertrouwen, deze hebben eenen keer genomen die mij het sprekes; opleg*.» XI. Lutts*a. - « Mijnheeren, » sprak hij, ala hij ona weer in zijne bijzondere kamer bracht, « gij hebt ver-ondersteld, en niet zonder reden, ik erken het, dat de persoon wier beeltenis hier geschilderd staat, en de vrouw die langen tijd de betrekking van naaister in dit huis waarnam, een en dezelfde is. Langer wil ik u niet verduiken, dat dit portret hoe zonderling dit u ook moge schijne, de beeltenis mijner vrouw is. » < Uwe vrouw ! » riepen we beiden verbaasd uit, < Wij wisten niet dat ge eene vrouw hadt. » « Het verwondert mij niât, » ging de meester des huizes voort, bitter lachend, « dat zeHs de detectiven geen kennis haddon van dit feit. » Dan zijne naMrarlijke beleefde manieren her-whtnend, zei hij, « ze was nergens als mijne vrouw erkend gaworden, noch we leefden nooit samen ; doch als de priesterlijke zegenàig, man en vrouw êén kunnen brengen.... dte vrow, die ge daar EÎet, ia rrajns weftige echtgenooté. » En ziefe opriebtend, keerde hij voorzicktâg het schooite aangezicht naar den muur terog, weer het leveudig duister uitorBjke zgaer njéht, voor | de oogea tes toon stetiend DapdaaelIeaRaukasus caOeia-Azii (Turksche Melding.) KONSTANTINOPEL, 7 Juni. (W. T. B.) He< hoofdkwartier deelt mede : Aan het Irakfront heeft zich op den rechter en den linker vleugel niet3 van beteekenis voor-gedaan.In het eentrum van het Kaukasusfront ver dreven wij den vijand opnieuw uit eenige stellingen en sloegen hem verder naar het Oosten terug. Wij maakten machiengeweren, eene me nigte wapens en 200 kisten met infanteriemuni tie buit. Een vijandelijke monitor beschoot een dorp aan de kust van het eiland Keusten en vernieldi gedeeltelijk twee huizen. Wij verdreven door ona vuur een vliegtuig, dat ov«r de wateren aldaai vloog. Anders niets van beteekenis. - KONSTANTINOPEL, 8 Juni. (W. T. B.; Het hoofdkwartier deelt mede : Aan het Irakfront is de toestand onveranderd Aan het Ka,ukasusfront schermutseling tegei. verkennersafdeelingen. In het eentrum trachtte de vijand eene hoogtr te nemen, die zich in onze handen bevond. Onzf reserven en onze cavalerie verjoegen hem doo eenen aanval met bajonnet e'n sabel tegen d-vijandelijke flank en dreven hem in de oude stel lingen terug. De Russen, die onze stellingen op die hoogtt tôt 400 meter genaderd waren, leden grootf verliezen aan dooden en gewonden en lieten 2i gevangenen in onze handen achter. Op den linker vleugel en in het kustengebiec verstrooide onze artillerie vijandelijke troepen die met bevestingswerken bezig waren. Een onzer watervliegtuigen viel een vijandelijl vliegtuig aan, dat Sedd-ul-Bahr overvloog, er vervolgde het in de ri chting van Imbros. Wij ver joegen een ander vijandelijk vliegtuig door hei vuur onzer artillerie en vernielden met artillerie vuur een vijandelijk kamp op het eiland Keusten in hetwelk de grootste verwarring verwekt werd Verders niets nieuws. Steeds da Zssslag aan 'î Siiagerrak (Nog eene Duilschc ambtelijke Melding.) BERLIJN, 7 Juni. (W. T. B.) Ambtelijk : Van Engelsche zijde v.ordt in ambtelijke en niet-ambtelijke perstelegrams en in uitlatingen. welke door de Engelsche zendelingen in het on-zijdig buitenland verbreid worden, stelselmati^: de betrachting gedaan, de grootte der Engelsche nederlaag in den zeeslag van 31 Mei te looehenen en de meening te verwekken als zou die slag voor de Engelsche wapens een succès geweesi zijn. Zoo wordt onder ander beweerd, dat de Duit sche vloot het slagveld ontruimd, de Engelsche vloot het daarentegen behouden heeft. Hiertegen wordt vastgesteld : Het Engelsche gros is tijdens den slag van 's avonds 31 Mei door de herhaalde uitwerkingsvolle aanvallen onzej torpedobootsflottielje tôt afdraaien gedwongen geworden en sinds dan niet weder in het zicht van onze strijdkrachten gekomen. Het heefl ondanks zijne meerdere snelheid en niettegen-staande de aankomst van een linies-eskadei van twaalf schepen uit de Zuidelijke Noordzee noch poging gedaan om de voeling met onz? strijdkrachten te herwinnen ten einde den strijd voort te zetten, noch eene vereeniging met ge zegd eskader om de nagestreefde vernietiging der Duitsche vloot te verwezenlijken. Met de verdere Engelsche bewering, dat de Engelsche vloot vergeefs getracht heeft de vluch tende Duitsche vloot in te halen om ze vôôr het bereiken van het eigenlandsche steunpunt te verslaan, staat de zoogenaamde ambtelijkt Engelsche verklaring in tegenspraak, volgen'-welke admiraal Jelîicoe met zijne groote vloot reeds den 1 Juni in het meer dan 300 mijlen van de strijdplaats verwijderde Steunpunt Scap:. Flow (Orkney-eilanden) binnengeloopen is. Zoo hebben dan ook onze talj-ijke Duitsche torpedobootsflottieljes, na den slag over d; schouwplaats van den dagslag tôt nachtaanva' naar het Noorden uitgezonden, ondanks ijverit zoeken van het Engelsche gros niets meer aange troffen; veeleer hadden onze torpedobooten hierbij gelegenheid, een groot aantal Engelschec van verscheidene gezonken schepen en vaar-tuigen te redden. Als een verder bewijs voor het feit, door de Engelsehen bestreden, van de deelname der geheele Engelsche strijdvloot aan den slag van 31 Mei, zij er op gewezen, dat het Engelsche admi-raliteitsbericht zelf de Marlborough als onstrijd-vaardig opgegeven heeft. Te meer is den 1 Juni door eene onzer duikbooten een ander schij: der Iron Duke-klas gezien geworden, in zwaar beschadigden toestand naar de Engelsche kus! varend. Beide gezegde schepen behoorden tôt het Engelsche gros toe. Om de grootte van het Duitsche succès te verminderen. wordt verder door de Engelsche pers het verlies van talrijke Engelsche schepen grootendeels toegeschreven aan de werking van Duitsche mijnen, duikbooten en luchtschepen. Daar tegenover wordt uitdrukkelijk betoond, dat noch mijnen — welke, terloops aangemerkt voor de eigene vloot zoo gevaarlijk hadden moeten zijn als voor de vijandelijke — noch duikbooten door onze volle-zeevloot aangewend geworden zijn. Duitsche luçhtschepen zijn enkel den 1 Juni, ea wel uitsluitend tôt verkenning ben ut geworden. De Duitsche zegepraal is door gepaste leidiag en door de werking onzer artillerie- en torpêd®-Wapens behaald geworden. Er is tôt hiertoe van afgezien, in te gaan tegen de zoogenaamd ambtelijke Engelsche beweria-gen nopens de grootte der Duitsche verliezen. De laatste, immer terugkeerende bewering is, dat de Duitsche vloot niet minder dan twe»' schepen der jKVrîser-klas, de Wesffakn, twee slagkruisers, vier kfeine kruisers en een groot aaotal torpedoboot-verdelgers verloren heeft. De Engelsche» (luiden bovendien de door oa» verloren gemeWe Pmnmern niet aan aïs vas % jaar 1905 staramead HnicseSçp ran lâi^ii

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Het volk: christen werkmansblad gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in - von 1891 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume