t Volk van Ronsse: Vlaamsch katholiek weekblad voor Ronse en het arrondissement Audenaarde

1558 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 15 März. t Volk van Ronsse: Vlaamsch katholiek weekblad voor Ronse en het arrondissement Audenaarde. Konsultiert 10 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/348gf0r13w/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Zondag 15 Maart 1914. 0,05 fr. per Nummer 16e Jaargaiig, Nr 16 LxSCHRIJVOJGSPRtJS. ( Vo trop idta'ilba ir ) Perja:ir fr ->J, .. 'il iai) l»tj fr l,"i i iii 14:1 Iffit [>. I,li O UuUen h îf laud, de ver-ztîQ.IiagslioUen erby tvj voeren. Ije boeScen, waarvan wij één exemplaar ontvangen, worden TA aangekondigd ; deze. waarvan wH ; twee exemplaren ontvangen, wor den beoordeeld. 't volk van Ronsse Aankom>igingen. A nnoncen, jjer 1 fr. 0,1 "> H«k hunei) fr. 0,2o Recht'erlyke eerherslellin^on IV. 0,(10 Ongeleekende brieven worden niet ejpgenonien. Aile artikels en aankondigingen dlenen ten laatste Donderdag's US ! middags ingezonden te zfjn. 4L, GODSDIENST, HUISGEZIN en EIGENDOM Katholiek-, Volks- en Vlaamscbgezind Weekblad ALLES VOOR VLAANDEREN ! VLAANDEREN VOOR CHRISTUS Druk en Uitgaaf der Drukkerij GOEBEERT, Spilgremstraat, 121, Ronsse ZUSTERS! De gekende Fransche schrijver René Bazin, lid der Frai sche Academie, heeft onlangs over de kloosterzusters eeni: prachtige regelen geschreven die we volgaarne vertale om ze aan onze lezers ter lezing en overweging te geven. Het stuk heeft rechtstreeks betrek op de Fransche klooste zusters, doch we kunnen het heel gemakkelijk aan aile kloo terzusters toepassen. Ge ziet ze voorbijgaan in de straten van steden en dorperi ge vindt ze aan de bedsponde der zieken, in de hospitalen ge weet dat ze zich gansch toegewijd hebben aan de werke van bermhertigheid en christene liefde ; ge zegt wel als i ze « goede zuster » noemt. Van Wa;ir komen zij ? Van overal. Ze zijn afkomstig van arme familiën en van rijke, meest van christene familiën, soms ook van huisgezinnen waar Gc als ongekend is. Hunne kindsheid was gelijk de uwe. Als ze klein waren, speelden ze en liepen ze, ze hadden gerc te lachen, hadden hunne vriendinnen ; hunne moeder moe hen soms bekijven, ze hadden misschien veel moeite om brai te blijven : niets op hun uiterlijke onderscheidde ze van c andere kinderen. Wie in hun hert hadde kunnen lezen, zc er goeden wil gemerkt hebben en een grooter zorg om zuive te blijven. Zekeren dag, voor de eenen vroeger dan voor de anderei hebben zij de stem Gods gehoord. Dit is een geheimzinni doch zeker feit. Eene redelijke, overtuigende en overweld gende kracht trekt ze tôt het sacrificie, en eischt hunne te< dere handen, den medelijdenden blik hunner oogen, al c uren van hun leven en al de liefde van hun hart tôt lenigiri van s werelds ellende. Zelfs deze die zich in een klooster zullen opsluiten om er h< grootste deel hunner dagen en hunner nachten in gebed ove te brengen, zullen het doen uit liefde tôt gansch de levend menschheid en voor de zielen der overlevenden. Allen hebben zij tegen hun eigen zelven moeten strijder allen hebben geleden door de scheiding. Ik heb een vriend wiens dochter hem aldus verliet op twir tigjarigen ouderdom. Hij heeft mij een en ander daàrvan hei innerd, en hij sprak ervan alsof het maar pas één uur gelede was. Hij zeide : — Mijn kind gaat kloosterzuster worden. Zij is bezig me onze laatste liefde af te dwingen. Zij leeft hare laatste dagen i ons midden, en die dagen zijn vervuld van de zorgvolle vreug omdat we haar nog bezitten en van de smert haar weldra t verliezen. Als we malkaar aanzien, denkt zij en denk ik aan die schei ding waarvan de datum tusschen ons beiden geschreve/i i: Zij is kalm, voorkomender dan ooit, en blij. Haar verdrie dat ze overwint, steekt ze niet weg. Ze zegt me : « De minst dingen van ons huis trekken me aan : mijne kamer, opgeschil< zooals ik ze wil, een lint, mijne vogelen, mijn zilveren teer ling, mijn wijwatervatje, het daglicht dat binnendringt rech vo6r mijn bed, de portretten die op mijne tafel uitgestald zijr Ik heb moeite om ailes te breken. Maar, het moet ». Zij is geroepen in haar voile jeugd, in haar voile schoonheid Dichtbij ons heeft zij een kozijn zien ondertrouw doen, ziei trouwen, en ze zegt mij daarop : « Ik zou kunnen beminnei lijk anderen, en ge weet als ik bemin dat ik sterk bemin maar ik mag niet, de armen zouden er té veel door lijden en onder hen de eerste arme, God ». Aan God heeft zij het geschonken, haar hert, zoo licht be wogen, zoo kiesch, zoo levendig, zoo vurig. Zij weerhoudt da hert. Zij zal dat zielelachje hebben dat van den hemel daalt en dat zich op haar zal afteekenen, en ze zal het uitdeelen aat de ellendige wereld. Mijne dochter zal de vrede bezitten di< aan de sterken is toegezegd. Ik offer ze op gelijk welk uur gelijk ik mijn bloed zou geven druppel voor druppel. Ik mir 2e meer en meer en ik mag tôt haar niet te veel zeggen. Da God de leemte vulle met zijn genade ! Zij heeft een nieuwer hoed meegebracht voor de laatste reis die we samen zuller doen voor de scheiding. Hij is in blauw vilt, met twee op gaande vleugelen, en een blauwe strik in 't midden. En als il hem op haar hoofd zag, en dat ze vroeg : is hij schoon ? dar dacht ik dat ik een doos zou koopen om hem erin te bewaren als zij hier niet meer zal zijn, binnen 3 weken. En we deden de beloofde reis naar het ander uiteinde var Frankrijk. Ik was alleen met mijn kind. Ik bekeek onophou-delijk hare oogen, en ik zag er de landschappen in, den hemel de voorbijgangers en de steden. Over gansch den weg bewonderde men haar als een prachtige bloem. Veel initiatief, een jonkheid vol leven en sterkte een lieftalligheid waarvan ze de kracht kende en die haar belette schuchter te zijn, een overschot van kinderachtigheid We ontvingen brieven die ik haar niet volledig voorlas Hare moeder schreef mij : « Ik zou nog willen in den tijd zijr toen ik haar voedde, toen ik haar het leven gaf dat ze nu aan God gaat geven ». Mijn kind en ik, we trachtten kloekmoedig te zijn. Maar il< was maar sterk door haar, door haren glimlach, hare edelmoe-digheid.Zij was zoo door en om God. Zij vernoemde Hem niet meer dan naar gewoonte. Nochtans, bij de kromming der vallei, wanneer de verte opdeint en als een nieuwe wereld voor ons oog optoovert, dan zond ze haar hert naar al de grijze torens. Ik raadde het omdat mijn gedacht ze gansch omvatte. Ik raadde aan de kortstondige ingetogenheid van hare wezens-trekken, dat ze van verre al de kerken begroette als zooveel vriendenhuizen in ongekende streken. Ik zou gewild hebben dat dit lijden en die vreugd nooit een einde hadden. Heden blijft mij de herinnering ervan zonder bitterheid. Mijn dochter behoort mij niet meer, zij behoort aan God, aan de armen, aan de ellende der verlatene zielen, en de vrede die ze ver- diend heeft is aan ons beiden geschonken. * * * Vele ouders, en vele moeders, hebben de gemoedsgestelte-nis ondervonden die mijn vriend mij meedeelde. Hunne doch-ters, van hun gescheiden, hebben van hun vaderhuis, en van al de dierbare wezens die over hen waakten, een gedenkenis bewaard waarvan niets de teederheid is komen verzwakken. Zij dienen God, hetgeen ten allen tijde de beste wijze is geweest van het vaderland te dienen. Ze dienen God in Frankrijk, en dit nederig en vredelievend leger heeft meer opstand onderdrukt dan aile andere krachten te zamen. Het heeft meer herten opgewekt dan de' beste en meest verspreide boeken ; het heeft meer onreinheden gewasschen dan de wateren der bronnen en der stroomen ; het heeft meer armen gevoed dan de openbare graanzolders ten tijde van hongersnood ; het heeft op het gebied van bijstand en christene liefde de plaats ingenomen van dezen die de vergetenheid of de dood van de levenden verwijderde. Maar veel van die moedige meisjes zijn missionnaris ge-; worden. Zij vertrekken bij kleine groepen, naar aile gewesten i- der wereld. Iedere groote reistocht naar Azië, Afrika of Ameri-ka voert er de eene of de andere mede. Door haar, evenais n, door de priesters-missionnarissen, kan ons land dat meer dan welk ander ook, aan de voortplanting van 't Evangelie mede-l"- werkt, den Christus zaaien in de landouwen der barbaren. s- Zij leven ongeschonden te midden van het bederf, zacht te midden der woestheid, volherdend te midden van onstand- - vastige volkeren. Hun moeite schijnt soms vruchteloos, dik-> wijls worden ze tegengewerkt. Zij sterven en worden vervan-j gen door anderen. ;n Maar nochtans, de kinderen die ze opvoeden, de zieken die >e ze verplegen, weten altijd van waar ze komen. Met ze eens te zien, al ware 't maar één oogenblik, weten ze dat verre van hun Afrika of hun Azië een land bestaat dat men alleen met hertverscheurmg verlaat, een heldenvolk dat predikt, en met wiens aantrekkelijke ziel men gaarne kennis maakt. De Kamer. ;t if . - x — e Eerst eenige vragen aan de ministers gesteld over algemeene u en plaatselijke belangen : :r MINISTERIE VAN OORLOG Vraag van den heer Moyersoen, 3 Maart : i, De dagbladen kondigen aan dat de Regeering er aan den-g ken zou den diensttijd te verlengen. i- De heer minister gelieve mij te zeggen of deze geruchten, die men in omloop brengt, gegrond zijn ? e Antwoord : Die geruchten zijn ongegrond. Zij komen waar- j g schijnlijk voort uit de dwaling die begaan werd, toen de diensttijd der bereden artillerie op 21 maand gebracht werd, :t daar die duur 24 maand had moeten bedragen als voor de ar-:r tillerie te paard. e Vraag van den heer Maenhaut, 4 Maart : Zou de minister mij willen zeggen op welken datum de i, milicianen van 1914 naar de kazerne zullen geroepen worden ? Vele jongelingen, die in den Zomer naar den vreemde gaan - werken, zouden graag daaromtrent ingelicht worden. Antwoord : Waarschijnlijk tegen 15 September, uitgeno-n men voor de bereden artillerie, die tegen 15 December zou kunnen opgeroepen worden. t MINISTERIE VAN a BINNENLANDSCHE ZAKEN d Vraag van den heer Dhauwer, 4 Maart : e Het gemeentebestuur der stad Ronsse heeft eene persoon-lijke belasting gestemd op de « vermoedelijke inkomsten » - en werd gemachtigd deze taks te heffen. Heeft dit bestuur het recht de jaarwedde der onderwijzers t te aanzien als « vermoedelijke inkomst » en hen uit dien hoofde e te belasten ? t Antwoord : Het achtbaarNlid heeft wellicht vergeten dat de - Bestendige Deputatiën in deze eene rechtsmacht uitoefenen t waarm de Regeering met mag tusschen komen. MINISTERIE VAN GELDWEZEN Vraag (in 't Vlaamsch) van den heer Siffer, 5 Maart : Artikel 1 der taalwet van 22 Mei 1878 zegt : « In de provin-1 ciën Antwerpen, West- en Oost-Vlaanderen, Limburg en in 1 het arrondissement Leuven zullen de berichten en mededee- > lingen, welke de staatsambtenaren tôt het publiek richten, ' hetzij in de Nederlandsche taal, hetzij in de Nederlandsche en m de Fransche taal opgesteld worden. » De staatsambtenaren zullen met de gemeenten en bij-zondere personen m het Nederlandsch briefwisseling houden, > tenzij deze gemeenten of personen vragen dat de briefwisse-1 ling in 't Fransch geschiede of zelven die taal in de brief-; wisling gebruikt hebben ». De heer Grondpandhouder D..., van Oudenaarde, beant-1 woordt m t Fransch de brieven die hem in 't Nederlandsch ■ geschreven worden, overtreedt aldus de bepalingen van de 1 wet van 22 Mei 1878 en miskent de onderrichtingen der hooge 1 overheid in zake taalgebruik. Het is ongetwijfeld eene vergetelheid en ik heb de eer aan • den heer minister te vragen bedoelden ambtenaar op het ver-1 grijp te willen wij zen. Antwoord (in 't Vlaamsch) : Uit het onderzoek waartoe werd overgegaan, blijkt dat het eenvoudig uit onachtzaam-1 heid is, zooals de heer Siffer het wel gedacht heeft, dat de be-waarder der hypotheken te Oudenaarde, die een Vlaming is, twee- of driemaal in gebreke bleef de Vlaamsche taal te ge-bruîken, waar hij zulks moest. De noodige aanbevelingen zijn hem gedaan. MINISTERIE VAN POSTERIJEN, enz. Vraag van den heer Behaghel, 5 Maart : Zou de heer minister mij den vermoedelijken datum van het in aanbesteding leggen der werken van het nieuwe posthotel van Ronsse, kunnen mededeelen ? De noodzakelijkheid eener dadelijke oplossing doet zich elken dag meer gevoelen. Antwoord : De aanbesteding der werken zal zoo spoedig mogelijk geschieden en waarschijnlijk in den loop van dit jaar. * pv 1 * . * De wet op den arbeid der kinderen en vrouwen in de nij-verheid, werd dus aangenomen. « De begrooting van landbouw en openbare werken werd ook besproken en aangenomen. In de bespreking kwam de heer i Behaghel welgelukt tusschen om aan den heer minister te doen opmerken dat de prijskampen voor het vee wel wat zou- < den moeten veranderd worden zoodat ook kleine landbouwers i kunnen aangemoedigd worden in het kweeken van vee. i De Kamer nam ook nog aan het wetsvoorstel waardoor de i jaarwedde der bedienden bij de tribunalen verhoogd wordt. Dan werd ook het budget van Congo besproken en aange- e nomen. De heer Renkin heeft in eene diepdoordachte rede- i voering bewezen dat wij over de toekomst van deze colonie t de meeste hoop mogen koesteren, als wij maar willen werken. Zijne redevoering maakte den besten indruk. c Dinsdag laatst kwam de bespreking der interpellatie over de handelwijze der policie tegenover de werkstakers te Ware- 1 gem. De lezing der verslagen geeft dezen ontegensprekelijken < indruk : van katholieke zijde schijnt er niet één man in de •< Kamer te zijn die genoegzaam de syndicalistische beweging 1 kent en doorvoelt en meegeleefd heeft, om sterk te staan tegen- i over de socialisten in de besprekingen der Kamer. i Vraagt overal DE ROEM VAN VLAANDEREN, de î Jbest gekende Chicorei. J. Vandekerkhove-Laleman, 1 ' Iseghem. : OORLOG ? Zal 't toch waar zijn ? Gaat het er toch van komen dat de oorlog gaat uitbreken in Europa ? Laat ons hopen van neen, want t is toch zoo schrikkelijk, < de oorlog. Zie, 't moet wreed zijn een oorlog te hebben in ] t land, zoo schrikkelijk wreed, dat wij in de Litanie van aile Heiligen in éénen adem bidden volgens de voorschriften en i inzichten der Kerk : « van de pest. hongersnood en oorlog verlos ons Heer ». < Welhoe, als t toch zoo wreed is oorlog te hebben, waarom zijn de volkeren toch niet wijs genoeg om nooit geen oorlog < te voeren ? Waarom, ja waarom ? i t Is moeilijk om zeggen, doch vast en zeker is 't dat de volkeren nooit gaarne oorlog voeren ; maar zie, 't is somtijds * noodig, zegt men, 't is somtijds noodig om aan de landen en £ volkeren toe te laten te leven. Ja ? en hoe dat ? I Omdat nu toch de menschen niet allen in één en 't zelfde land leven, ja, niet kunnen leven ; omdat de levensbelangen van t eene land somtijds regelrecht gekant staan tegen de & levensbelangen van een ander land en dat 't ééne land niet kan, niet mag toegeven, en dat... ten allerlaatste het gevecht somtijds het laatste middel is om de kwestie te beslissen. ^ Wil dat zeggen dat deze die overwint daardoor zelf het l recht op zijn kant heeft ? v Absoluut niet ! Maar wat wilt ge, 't is in die menschen hun c gewoonten het geweld te gebruiken als de kalme rede geen uit-weg vmdt. ' t Wil dat zeggen dat wij dat geweld, dat wij den oorlog goed-keuren ? v Absoluut niet ! Wij keuren den oorlog ten allerstrengste af, c wij verwenschen hem. Doch de werkelijkheid is zoo dikwijls veel machtiger dan d onze wenschen, dan onze theorie, en wij leven percies niet in een wereld van zuivere theorie, maar in een wereld van wer- h kelijkheid. k * * * Welnu, de tegenwoordige werkelijkheid is dat er van aile g kanten gesproken wordt over de mogelijkheid van een oorlog 1< tusschen Duitschland en Rusland en dat wij, Belgen, dat ge- d vaar niet mogen uit het oog verliezen. b Hoe ? Wat kan ons de oorlog tusschen Duitschland en Rusland aangaan ? w Toch wel ; want als Duitschland tegen Rusland optrekt, d dan springen Oostenrijk en Italie bij om Duitschland te hel-pen en dan springt Frankrijk bij en ook Engeland om Rusland v te helpen, en zie dan staat heel Europa in vuur en vlam en dan le liggen wij Belgen, tusschen vuur en vlam ; dan loopt ons land b gevaar het veld te worden waar geheel Europa komt vechten, ten ware dat wij sterk genoeg zijn om den vijand buiten ons h land te houden. n Mogen wij waarlijk" het katholiek gouvernement niet be-danken om klaar vooruitgezien te hebben om ons leger bij w tijds te hervormen en te versterken ? Zou t misschien dat geweest zijn dat de heer de Broque- b ville in geheime zitting toevertrouwde aan de Kamer vôôr de d bespreking der nieuwe legerwet ? le En 't zou misschien daar de reden zijn waarom de heer Colfs, katholiek volksvertegenwoordiger van Brussel, die altijd tegen aile oorlogsonkosten stemde, ja, zou 't daar de g< reden zijn waarom zelfs de heer Colfs nu de vergrooting der n legeronkosten stemde ? ei Zou 't daar de reden zijn waarom zelfs eenige liberalen v< voor de wet stemden ? *k Weet het niet ; maar 't moet toch ievers voor zijn, en ik, d< die uit al mijne krachten tegen de vermeerdering van leger- d onkosten was, ik ook begin te veranderen van gedacht en te d peizen dat wij nog wel zullen mogen tevreden zijn wat meer te moeten betalen, maar vrije Belgen te blijven en bevrijd van te den oorlog in ons dierbaar vaderland. d UIT BERCHEM. p ! x Verleden Dinsdag had hier de plechtige inhuldiging plaats van het nieuwe kerkorgel van het huis Reygaert, van Gee-raardsbergen.Na de wijding door den Z. E. H. Deken van Ronsse voerde p, de heer Van Rechem, organist in de hoofdkerk te Oudenaar- \[ de, verscheidene stukken uit, die de talrijke aanwezigen waarlijk in begeestering hebben gebracht. Dubois, Guilmant, Bach, hebben voor Van Rechem geene geheimen, en zijn ge-voelvol spel geeft en deelt mede al wat de kunstenaars in hunne gewrochten hebben uitgedrukt. Binst het Lof voerde de kleine Cecilia-Kring der school- g€ knapen, onder het geleide van M. Kamiel Struyvelt, verschei- V£ Jene schoone motets uit, als de « Tola pulchra » van Perosi, w, 1 Adoramus » van Van Damme en een « Tantum ergo » van Lingenberger. Ze Kortom, een schoon feest, waarvan al de eer wederom terug- ze /ait op de katholieken van Berchem, die gansch alleert dit îchoone muziektuig voor den dienst Gods aan hunne kerk Qr lebben geschonken. —X—- Verleden Woensdag hoorden wij in den Studiekring eene schoone voordracht van den E. H. Onderpastoor over het ka : Liberalismus ». ze Spreker legde uit wat het liberalismus is op godsdienstig jebied en op staathuishoudkundig gebied. Op godsdienstig gebied is het liberalismus eene ketterij lie staande houdt dat de Staat heerschappij voert over de Cerk, of zoodanig onafhankelijk van de Kerk, dat hij ailes £> nag doen en schikken, zelfs als hij de Kerk in hare zending be- Vc îadeeligt. De katholieke leer zegt dat Kerk en Staat twee volmaakte :n onafhankelijke maatschappijen zijn die op sommige ge- » neenschappelijke terreinen moeten samenwerken voor het mi ilgemeen welzijn. De mensch is één, en stoffelijk en geestelijk belang gaan likwijls samen. Op staathuishoudkundig gebied is het liberalismus de nood- ee] ottige leer der ikzucht, « elk voor zijn eigen », leer die de >orzaak geweest is van al de wantoestanden en uitbuiting en rerkrachting waaraan de minderen en de werklieden geleden îebben twee eéuwen lang. De kleinen staan alleen vo6r den nachtige... De grooten en rijken hebben altijd voor het libe- fre alisme gehouden... en dat voor reden. in De katholieke leer, aan de wereld gegeven door Paus Léo •(III, zegt : « Werklieden, vereenigt u, om in liefde en vrede go >etere arbeidsvoorwaarden en loonen met uwe Werkgevers te op >espreken ». Ëene belangrijke bespreking volgde die leerrijke voordracht. ; D< t Peper en Zout. GEIiJKHEID en BROEDERL1JKHEID !- Ge zoudt he ;r plat van op uwen buik vallen, me>est ge eens gaan in 't nieuw H Daleis « Slokop », der socialisten te Gent. ne Peins ne keer, de eetzaal is in drij klassen verdeeld, en dat n naam der gelijkheid en broederlijkheid. sli In de eerste klas mogen de serieuze, groote en welingesmeer- be le socialisten zitten, ver genoeg van de gaaien. Daarnevens zitten de ingepoeierde commis-voyageurkens, lie er hunne boontjes op te week leggen wat te kunnen in de tu nagazijnen van Vooruit te verzetten. w Eindelijk, langs den anderen kant, ver genoeg verwijderd, itten de arme dutsen die door de groote heeren niet kunnen be ;eroken worden. ee De werkman heeft ééne teljoor, de heejren uit d'eerste klas de lebben er drij of vier. - te< En dat altijd in den naam der gelijkheid en broederlijkheid. te t Is jammer om zien, he>e zekere menschen te>ch zoo blind unnen blijven. bc — 2 —w< EEN BEETJE VERSTROOID ! - U Peuple, zijn riendjes uit Vooruit met handen en voeten verdedigende, de ekent dat de bestuurder van de socialistische vlasfabriek en an Gent is veroordeeld geworden om een kind te hebben loen werken van onder de 13 jaar, en dat bijna elf uren daags. de t Is enkel door onoplettendheid, schrijft Le Peuple, en de ke estuurraad der fabriek wist er niets van ! ku Daarmee rammelt Le Peuple over het ver minderen der no ferkuren en tracht zoo de gedachten der lezers van die ver- lijl ordeeling af te trekken. pr; Luister ne keer wel, Peupelkcn : uw vriend Vooruit is te ve ikwijls verstrooid en onoplettend ? t Is zeker door onoplettendheid dat Vooruit zijn paart moest aai ebben van het dagloon der werkmeisjes, waarom hij op de de orrektionneele rechtbank bij den neus werd gepakt. zij t Is zeker door onoplettendheid dat men de boter met mar- vae arine vervalschte in de magazijnen van Vooruit ; door onop- be' ittendheid ook liet Vooruit de winkeldochters er voor veroor-eelen, alhoewel ze gedwongen geweest waren van die fijne dei oter te verkoopen. dei t Is door onoplettendheid dat Vooruit in 1902 zijne lezer9 wa ijsmaakte hoe ze een bom me>esten maken en in 1906 de gel ynamiet verhief tôt in de wolken. j ] t Is door onoplettendheid ook dat Vooruit door de pleitrede sla an citoyen Deman verpletterd werd omdat zijne bank van ge^ ndbouwkrediet tôt aankoopen van dieren zich te rap wilde j 1 innenspelen. J vùi t Is door onoplettendheid dat Vooruit zijn « Volkspaleis » ste eeft doen bouwen zonder te kijken of het een of twee miljoen me îeer zou kosten. i lan Dat al die onoplettendheden aan de roode ridders leeren j . 1 at min fel te zijn met hunnen bek. j var Dat ze eerst ne keer in hunnen eigen pot kijken of zc hunne ger Dter niet verbrand hebben en dat ze dan spreken, en dat ze sef in afgeven op nen fabrikant die misschien ook door onop- ma ttendheid t een of 't ander mispikkelde tegen denjwerkman. i do< — 3 -— var AL DWEERSDRIJVERIJ ! Onze katholieke en volks- j me :zinde regeering zou op gebied der sociale wetgeving veel j leer weg af leggen, werden ze niet tegengewerkt door kartel- ! i mortelbroeders. Door domme en nuttelooze grootsprekerij îrspillen ze den tijd der wetgevende Kamers. Op de dagorde der Kamer staan nen hoop volkswetten van îwelke oneindig veel goeds verwacht wordt en die dank aan T : rood-blauwe dwarsdrijverij niet kunnen besproken wor- kia' Noemen we slechts de pensie>enwet, die aan onze oudjes ', n minste 140 fr. per jaar in plaats van 65 fr. moet verzekeren, j : wet over de vroegtijdige onbekwaamheid, het krediet voor ; ^5 s kleine burgers, neringdoeners, landbouwers, enz. Geen stap kan er vooruit gedaan worden ! Nu de schoolwet, na vier maanden, er in de Kamer door is, Dgen de kartelbroeders dezelfde zottigheden in den Senaat herbeginnen. |ev Loutere dwarsdrijverij. l?a Of ons volk tevreden is, moet ge niet vragen. , e Dan staan die liberale en se>cialistische volk&foppers te ga- ez în van verwondering, omdat ze bij iedere kiezing eene duch-je rammeling krijgen. Taj t Is maar loon naar werken ! ar —. 4 — Pot ZONDER NAAM ! — De dochter van eene overledene ^ St-Janshospitaal schrijft aan den Patriote : jCn « 1. Mijne me>eder werd eerst in de algemeene ziekenzaal , e legd. Ze bezeerde zich aan het hoofd met uit het bed te lien, daar de onoplettende ziekendienster de plank niet had sc îergeschoven, die het uitvallen beletten moest. cn., » 2. De arme zieke is daarna in eene kamer gedragen waar , alleen lag en waar zelfs geene le» was om op te schrijven wat a.a vandoen had. ^ » 3. Haren bril, die haar hoogst noodig was, had men haar e tnomen, doch daarna weergegeven ; maar omdat zij zich m ^ kloeg werd hij haar voor goed ontnomen ». Zulke daden verdienen geenen naam. 't Is moeilijk om verstaan he>e men oude arme dutsen 200 n behandelen en hoe de beheerders zich niet wat meer ver- yor tten om daar orde in te brengen. erT 't Is al 't voordeel der wereldlijke ziekendiensters. Zie, zoo kunnen de Zusterkens niet verzorgen t - 5 - EENTJE VOOR T SLUITEN ! - Zondag heeft Rodolf ; Saegher er nog ne keer de boter uitgeslagen in zijne rede- £ ering in de Gentsche Liberale Associatie. Ziehier wat hij onder andere zegde : ^ « Wat zijn wij ver afgeweken van die fiere spreuk van ui, ulius Vuylsteke, die groote Vlaming : Klauwaert en Geus, ^ tar eerst Geus ! » (Toejuichingen). van Zijn de blauwen tegen den Godsdien6t ? Wat zouden ze !? ^ Zoo zeker is 't dat ze er niet tegen zijn alsdat men van H i petrolievat wijn kan tappen. J schc Onze nieuwe goudstukken. Z Woensdag middag werden te Brussel vex>r één millioen spac nk nieuwe goudstukken met de beeltenis van Koning Albert groe omloop gebracht. niet s Morgens heeft de bestuurder der Nationale Bank twee D iidstukken, een met Vlaamsch opschrift en een met Fransch ontr schrift, aan Zijne Majesteit overhandigd. V De nieuwe geldstukken, door den beeldhouwer Godefroid trok ivreese gegraveerd, zijn zeer sche>on. . D Veeprijskampen. 1 ijdens de bespreking over de begrooting van landbouw eft onze Volksvertegenwoordiger, de Heer Ridder BE AGHEL, in de Kamer de volgende wenschen uitgedrukl •pens het inrichten der Veeprijskampen : De Heer Behaghel. — Een brok uit het uitstekend vei -tg van den achtbaren heer Raemdonck kwam mij bijzonde. langwekkend voor. In hoofdstuk VII stelt de verslaggever de volgende vraag : «Past het de veeprijskampen te onderwerpen aan een cri-ch onderzoek ten einde het nuttig uitwerksel daarvan te jzigen en te verbeteren ? » Daarop moet bevestigend geantwoord worden. Twe<* zwaren werden tegen de prijskampen opgeworpen. He! rste is dat zij er slechts de minderheid van onze veekweekers •en belang in stellen en met eene geringe verhouding van îltdieren. De tweede entiek betreft de wijze waarop d-, itoongestelde dieren worden beoordeeld ». Ik deel heelemaal die meening en in 't belang van onze land-'Uwers, wensch ik dat er doeltreffende maatregelen genômen >rden om nieuwe methodes bij deze zaak in te voeren. De premiën bij die prijskampen toegekend moeten toi el hebben zooveel mogelijk veekweekers aan te moedigen met een bijzondere en beperkte soort veefokîkers. Vanzelf ondervindt men dit spijtig gevolg dat tegenwoordit,' aanmoedigingen, onder vorm van premie, alleen geschon n worden aan de landbouwers die zich « premiebeesten nnen aanschaffen ; terwijl de minder rijke landbouwei odzakelijk buiten de belooningen moeten vallen. Verge-:t men de uitslagen der algemeene, provinciale of comice-jskampen, dan ziet men dat het altijd dezelfden zijn die er 'schijnen. Daar zij voortaan zouden belang hebben in het deelnemen 1 de prijskampen, hebben zij ook kans premiën te trekken ; kleine landbouwers zullen de groote trachten na te volgen zullen hunnen veestapel verbeteren, de verdeelende recht-irdigheid zal beter toegepast worden en voor de landbouw-folking zullen er de grootste weldaden uit voortspruiten. Daarom stel ik voor dat, voor het verdeelen en 't behouden ■ premiën, het vee voortaan m twee reeksen verdeeld worde, wijze dat het vee van de tweede reeks naar de eerste, en, ar het noodig is, van de eerste naar de tweede klas kan over->racht worden. Dit zijn bedenkingen die mij werden ingegeven door *t ver-l van mijn achtbaren collega en waaraan ik een praktisch 'olg zou willen zien geven. Vlen zal mij misschien opwerpen dat de prijskampen juisl >r doel hebben het kweeken van keurvee, dat met de groot-zorg wordt uitgekozen, aan te moedigen, en dat het pri-eren van middelmatige hoornbeesten vlakaf tegen de be-gen van den landbouw ingaat. Vflaar men schijnt daarbij te vergeten, dat naast de beesten 1 eerste klas, waarvan 't aankweeken voortdurend moet aan-noedigd worden, er andere klassen van vee zijn, die in ijn wel minder waard en van minder gehalte zijn, zeker, ar die voor den klemen landbouwer voldoende zijn en >r hem kunnen aangekocht worden. Men mag het belang 1 den kleinen landbouwer niet uit het oog verliezen en n moet hulde brengen aan zijn dikwijls zoo harden arbeid. LANDBOUW. BEMESTING DER HAVER )e haver vergt eene duchtige minerale bemesting, vooral ineer er, zex>als dit algemeen in Vlaanderen geschiedt, /er in gezaaid wordt. Het fosfoorzuur, de potasch en de c zijn volstrekt noodzakelijk, zoo tôt het bekomen van een l'ig strooi als van de goede hoedanigheid van het graan. n verlieze niet uit het oog, dat van de stevigheid van het >oi niet alleen grootelijks de hoedanigheid van het graan, ir in de meeste gevallen de graanvoortbrengst zelf afhangt. Wanneer de meststoffen vroeg ondergewerkt worden. en wij de voorkeur aan de staalslakken op het superfos-: ; bij laattijdige bemesting verkiezen wij het superfosfaat. kaïniet geeft zeker ge>ede uitslagen ; toch vinden wij dat e meer eene najaars en wintermeststof is, en dat de chloor-asch daar immer de voorkeur op verdient in de Lente, irenboven, doordien de chloorpotasch viermalen rijker is de kaïniet, verminderen de vervoerkosten der zuivere asch er door tôt op een vierde. )e stikstof geeft den goeden groei, dus, begunstigt even-s de opbrengst en de hoedanigheid. Eene matig werken-stikstof is noodzakelijk om de goede opname der minerale tanddeelen te verzekeren : te snel werkende stikstof is idelijk, doordien deze het legeren voor gevolg kan hebben bijgevolg de graan voortbrengst schaden. /anneer klaver in de haver gezaaid wordt, denke men niet rom de stikstof te mogen verwaarloozen. onder voorwend-dat klavers den grond aan stikstof verrijken ; de gevestig-ïtikstof der lucht komt immers de haver niet ten goede, >r wel het gewas dat na de klavers zal verbouwd worden. >e slakken en de kaïniet kunnen op de snede ondergewerkt den ; een mengsel van 150 kgr. zwavelzuren ammoniak, kgr. superfosfaat en 150 kgr. chloorpotasch per hectare dt bij voorkeur een achttal dagen voor de zaaiïng ter hulp-lesting duchtig ingeëgd. Jan. :-0-: Van tak op tak, chtscheiding van gezel Furnémont. e rechtbank van Brussel heeft de echtscheiding van gezel lémont uitgesproken. e reden is : het verlaten van het echtelijk dak tengevolge erge beleedigingen aan zijne vrouw. en heet gebakerd officierke. ij is eigenlijk nog geen officier, maar student bij de krijgs-ol en heeft als zoodanig rang van adjudant, en dus recht ien militairen groet van onder-officieren, kaporaals en aten. ao'n tejekomende officier, ontmoette Zondag op de An-hlaan te Brussel eenen kaporaal die verwaarloosde hem te ten. De student sprak hem aan en de kaporaal zegde hem gezien te hebben. it belette den student niet, den kaporaal zijn wapen te ukken. slk schaarde zich rond de twee krijgslieden ; de menschen ken partij voor den kaporaal en jouwden den student uit. eze laatste gmg nu een koffiehuis binnen, waar hij zich

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel t Volk van Ronsse: Vlaamsch katholiek weekblad voor Ronse en het arrondissement Audenaarde gehört zu der Kategorie Katholieke pers, veröffentlicht in Ronse von 1898 bis 1936.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume