Vooruit: socialistisch dagblad

1039 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 16 März. Vooruit: socialistisch dagblad. Konsultiert 17 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/7659c6t34d/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Drekster-UItgetfstet £$m: Maatschappij H ET LICHT bestuurdcr • p. PC VISCH, Urfeberg-Oti* . . REDACTIE . . ADMIN 5STRATÏE KOOGPOORT, 29, GENT VOORUIT Orgatm der Betyische Werkliedenpartj/» aie dagen. *"* ASONNEMENTSPRU» BELQJE î3rie ssaandea. . . , , 1t. 3.25 Sas maandea > , < , . #r. 6.50 Eenjaar. ...... fr, 12.50) Mws abonneerS zicti ep tUe postbnrssJe*. DEN VREEMDE Drie maandes tdagelijk» vcrzondsn). • . . /. & oa DE TOEKOMSTSTAAT De eerste sccialisten, over een hon-derdtal jaren plus minus, hadden alle-maal de ziekte van eene nauwkeurige beschrijving te willen geven van den Toekomststaat. Onder die socialisten mogen wij noe-men : Fourrier, St-Simon, Cabet Enfantin, Robert Owen,enz. Zekerlijk waren al die menschen zeer geleerd en toch hebben zij niets blijvends bewerkt. Y/cl is waar waren de nieuwe werelden "die zij schiepen zeer schoon en verleide-lijk, maar de ondervinding spruitend uit de ontwikkeling der kapitalistische sa-menleving zelve, bewezen stillekens aan dat al die plannen der toekomstrnaat-schappij slechts droombeelden waren. Wil zulks zeggen dat er niets in die stelsels stak dat voor verwezenlijking vatbaar was*? Wij zijn er verre af zulks te beweren, ja wij zeggen zelfs dat onze voorgangers meesterlijke, zelfs geniale gedachten hebben vooruitgezet, over eene kwestie die alsdan zoo goed als nieuw was. En wij meenen te mogen zeggen dat, zoo de vooruitgezette toekomststelsels in hun geheel niet te verv/ezenlijken waren, onderdeelen daarvan op tijd en stond geheel of gedeeltelijk in toepas-sing zuilen gebracht worden. Maar wij houaen het altijd voor waar, dat door compleete stelsels vooruit te •tellen, men het meest gevaar loopt te terdwalen en als te verwarren in een net %'aar men niet meer uit geraakt. Het hoogste wat men kan en inag doen, is de beginsels uiteenzetten waar men naar streeft, zooals : recht op leyen, de algemeene eigendom, de uitroeiing van de loonslavernij, de algemeene wet-geviug door gansch het volk, enz. Al die beginsels te verwezenlijken, is het doel van ons streven. - Over de juiste middels om daartoe te komen doen wij geen uitspraak en wij zeggen : de tijd en de omstandigheden zuilen raad geven. # Jjt & Onze partijgenoot Menger, die eene faam heeft van hooge geleerdheid, blijkt van een ander gevoelen te zijn. Hij heeft althans niet geaarzeld een boek te schrijven, dat voor titel draagt Da SoslaSisiiscSîe Staat. Daar er voor den oogenblik geen der-gelijken Staat bestaat, is er natuurlijk sprake van een toekomststaat. Onze vriend Bogaerts heeft zich de moeite getroost er een d'eel uit te verta-len, nauelijk dat hetwelk handelt over den wederinkoop van den groot-eigen-dom.1s het stelsel van Menger aanneme-lijk, zooals het ons door gezel Bogaerts uiteengezet is? Wij denken Jiet niet. Zeker ware het een middel om de sociale kwestie op de vredelievendste manier mogelijk op te lossen. Maar Menger zal ook wel willen erken-nen, dat zijn systeem van wederinkoop van den groot-eigendom de lange week voor Sinxen zou zijn. Inderdaad, wij zien niet in dat de pas ingerichte Volksstaat over de noodige gelden zou beschikken om ineens den groot-eigendom terug in >te koopen, als hij het zou willen doen. Menger voorziet daarenboven zelf, dat men in botsing zou komen met onover-winbare moeilijkheden. Wij gelooven zulks met hem en vooral wanneer hij zijne zienswijze laat ken-nen, hoe men bij dien wederinkoop zou te werk gaan. Menger zegt : Men zou moeten vclgender wijze te werk gaan : aan den eigenaar van grocte fortuinen en aan hunne reeds bestaande nakomelingen zou men in vervanging van hunne afgestane goe-deren, eene eenvoudige levensrente verzekeren, voldoende voor hunne be-hoeften.Dat is, dunkt ons, weinig ernstig; het gelijkt althans niet op wederinkoop. Eene eenvoudige levensrente in ruil van een groot-eigendom, die misschien millioenen waard is, kan nooit worden •beschouwd als eene behoorlijke koop-som.Het stelsel van Menger blijkt ons eer-der te zijn de onteigening, inits eene kleine schadeloosstelling onder den vorm eener eenvoudige levensrente. S? Jfc sfc Dat er zal onteigend worden in de toe-komst, dat is z^ker. Zal men de onteigenden schadeloos stellen of niet? Daar kunnen of moeten wij niet op antwoorden, om de eenvoudige reden dat zulks. min van de werkende klasse zal afhangen dan van de bezittende klasse zelve. Indien deze laatste er in toestemde de samenleving geleidelijk kollektivistisch te maken, dan meenen wij dat er een middel zou zijn om aan de eigenaars, die hunne eigendommen aan de gemeen-schap zouden overmaken, eene schadeloosstelling toe te kennen. Maar wij moeten eerlijk bekennen dat wij daar weinig kans op zien, daar de groote bourgeoisie daar weinig neiging schijnt voor te toonen. Eene geweldige omkeering blijft ten slotte het meest vvaarsohîjnïijke, maar daarom nog niet zeker. Men îjiag en men moet dit zelfs betreuren en zijn best doen om de vredeîievende oplossing mogelijk te maken. Maar dat belet niet dat wij ons met het stelsel van Menger niet kunnen ver-eenigen en overigens met geene stelsels van toekomststaten. Het zijn en blijven ten hoogste allen waarschijnlijkheden, maar geene zeker-heden. F. H. Eene witte Raaf Eenige dagen geleden heeft de heer Woeste in eene kiesvergadering, de vol-gende redevoering uitgesproken : « Waarde kiezers van Aalst, landbouwers van Lede hoppekweekers van Denderleeuw, eu gij, arbeiders van Ninove en omliggen-do, îk groet u ailen zeer. « En ik zeg u, dat ik u voor deze bijeen-korast heb saamgeroepen, omdat het mij schijnt dat er misnoegen onder u is, dat ^ij vrees hebt voor de toekomst uwcr kinderen eu niet meer als vroeger Lerust in 't lot dat ' oo? u door God den Sckepper is wegge-legd.« Zijfc ge over mij niet meer tevreden? lj~ed ik mijn plie ht niet \ L'igt mij uw wel-sïijn minder aauw aan 't lierte ? Zijn de loo-nen geda.ald ? Brengt het land niet zooveel op 1 Zijn de stallen minder wel voorzien ? « Spreekt, gij wier belangen ik sedert een halve eeuw verdedig, heb ik mij be-drogen 1 Is onze goede katholieke Ilegee-dng een verkeerden weg ingeslagen en heeft ons streven aan uwe verwachtingen niet beajitwoord?... « Wie beweert er dat de oorlog woedt. « Dat men menschen slacht als dieren, dat er armoede is en honger wordt geleden ? « Wie zegt dat er gebrek heerscht, de broodkast ledig, 's middags geen viiur in den haard is en 's avonds te vergeefs naar « deksel » wordt gevraagd om de yerptijfde ledematen te verwarmen 1 « Ik ben rijk en er zou van hongersnood gesproken worden? « Waar zijn die twiststokersî Wie zijn die ouruiersî - — - - •• .«t t « Slaapt het gerecht dan en zal het langer doof blijven en aarzeien om de ge-kende belhamels, die altijd in opstand zijn tegen wet, godsdienst, eigendom en familie eens en voor goed onschadeLijk te maken ? <c Kunnen de kinderen der werklieden, van wie ik mij steeds den vriend, den ver-dediger heb genoemd, kunnen zij met eene ledige maag slapen gaan als ik aile dagen rond eene welvoorziene tafel zit en ailes heb wat mijn hartje lust? € Als in mijne keuken, in mijue salons, in mijne slaapkamers en mijn studeerver-trek, gedurig dezelfde aangename warrnte heerscht, ziin er duizende en duizende me-deburgers die hout en kolen derven 1 « Kaji er oorlog zijn, is er onrust en ver-driet op 't oogenblik dat ik feest vier ter gelegenheid van de BOe verjaring der « Ilevue générale » ? « Er zou oorlog zijn, en ik zou mijnen tijd verbeuzelen met dokumenten te verza-melen en eene studie te laten verschijnen over Leopold II en zijne regeering ? « De koninglijke familie is « op den dom-pel » ; duizende la<ndgenooten dwalen in den vreemde rond; de Ivamers, waar ik steeds de voornaamste plaats innam, zijn feitelijk ontbonden; Eelgië is België niet meer en ik Woeste, volksvertegenwoordi-ger en staatsminister, zou daarva.n onkun. dig zijn? « De geheele bevolking is bedrukt, te-neergeslagen, ontinoedigd ; handel en nij-verheid, scheepvaart, landbouw, ijzeren-wegen, ailes ligt stil, er is niets daji... werkeloosheid en ik Woeste, vrij van aile 5,'orgen opgeruimd, verjongd, zou thans ia Brussel de gelukkigste dagen van mijn lan-gen levensloop doorbrengen? t Zijn er onder u die daar geloof aan hwhtopj,, « is woeste dan een uiîtie, een zmsbe-drog, een spook? « Àla er oorlog ware,... zou ik er dan nog zijn? « Streed ik niet onvefpoosd, onverzwa-kt. vijftig jaren lang, tegen elke verbetering? Tegen îegerhervorming, tegen onderwijs, tegen aile uitbreiding van stemrecht, tegen aile wetten die den arbeid moesten be-schermen en werklieden en boeren en land-arbeiders moesten ten goede komen ? « Wie deelde, dertig jarèn lang, de lakens uit in België ? « Hebt gij u ooit tôt mij gewend zonder voldoening te bekomen X « Wraren de benoemingen in de Justitie, n het diplomatisch korps, van de hoogste bevelhebbers in het leger niet mijn werk i « Als de eersten immers als klassenrech-ters tegen minder bedeelden opgetreden zijn, den tweeden aïs verraders moeten ge-brandmerkt, de laatsten als onbekwamen bij de eerste gelegenheid afgesteld zijn, zou er dan niemand onder u opsta.an om mij daarovcr uitleggingea en rekening daar van te vragen ?... « Keert terug naar uw huis, beste vrien-den. 't Is niet waar dat het verwoest is. Gij zult er brood en vleeseh vinden. De « De tijden zijn niet zoo sleeht als 't in de ^oddelooze gazetten geschreven staat. Hebt vertrouwen in de partii der orde die sinds 188-1 aan 't bewind is, voor sommigen van België een waar luilekkerland heeft ge-maakt en evenals vroeger voor welstand ander de imvoners zorgen zal. Er is geen 3orjos. « Ik groet u allen zeer. » voorg. a. Miele. En wgteiissnsppeiîjk loofÉr'isi ko "ilet Volk,, In zijn nummer an maandag geeft «Het Volk», van lent, volgend wetenschappe-lijk hoofdartikel, dat wij in zijn geheel overdrukken : AL BKPEi!. — Met een paar nuin,-mers van. het roocîe etuamerceblad kunt ge eene halve woreld zedelijk vergifti-gen.In één enkel nummer : twee walge-lijk crapuleuze zwadderingen als hoofd-artikels, en verder eene eerloos laste-rende ciuemaschets tegen kerk en priester. In een volgend nummer : eerbicd voor de godsvrucht met ze uit te schelden en te belasteren, om den triomf te zingen van het socialism, welks toepassers de j)rijzen van 's volks levensmiddelen ver-dubbeld hebben. Kampzalige ouders, die 't gemoed van hunne zonen en doehters met zul-ken lupanarsett-er laten besmetten ! Dat is de diepste der diepe filosofie van den zeer diepdenkenden Fliepe, waarlegen geen enkel ander even diepgezonken per-soon iets vermag... Enfin, ons Heere vergeve het hem 1 Hij weet niet wat hij schrijft. Eens reÉïûiiii viis Lloyi Ûearge De engelsclie minister van geldwezen is dezer dagen in persoon gaan spreken tôt de werkgevers en werknemers van Bangor, waar trots ailes eene groote werkstaking was uitgebroken, en volgens het «Journal de Berne » heeft hij daar aan allen als volgt de les gespeld : « Indien gij op den gewichtigen oogenblik ons verlaat, is Engeland verloren!... Ge-looft ons als wij u zeggen dat het bestaan van ons land op het spel staat ! » Als een losgebroken monster heeft het duitsch leger zijne klauwen in het liehaam der fransehe Natie geslagen en bij elko po-ging om ze er uit te rukken trekt men bloe-dige lappen vleeseh mee. » Voor den oogenblik heeft dit bloeddorstig monster zich nog niet op onze kusten ge-worpen... Maar waartoe zuilen ons de twe« millioen soldaten dienen die wij reeds aan-geworven hebben, waartoe zuilen ons het dubbel getal soldaten onzer bondgenooten dienen als wij niet in staat zijn om ze voldoende te wapenen tegen onze veel talrijker vijanden ? » De huidige oorlog zal niet gewonnen worden door de legers die op het slag-veld staan, maar wel door de arbeiders die in de fabrieken werken. » In Duitschland zien wij de werkgevers op eene bewonderenswaardige wijze over-eenkomen, terwijl gij hier o> ergaat tôt de werkstaking. Hier wilt gij maar vijf dagen per week werken en als gij aan het werk gaat kunt gij niet betamelijk werken omdat gij u aan den drank overgeert ! » Wat moet er aldus van Engeland gewor-den?... Uwe dronkenschap berokkent aan uw vaderland oneindig veel meer sehade dan aile duitsche onderzeeërs te zamen. î Gij zult vu misschien inbeelden dat ik u dingen vertel die ik beter zou verdoken houden voor do» vijand4 maar gelooft mij, hij weet ailes zoo goed als wij, en voor ons volk mag ik niet verbe rgen wat het weten moet... Want een volk dat de waarheid niet kan hooreu zeggen is een volk dat niet in staat is om oorlog te voeren 1 » Wij komen dus een c'.ingenden oproep doen tôt de werkgevers, de werknemers en heel ons volk. Wij hebben de hulp van aJlen noodig en zeggen u : » Wij drijven den spot met ailes wat erin Duitschland gebeurt, in plaats van ons daardoor een heilzamen schrik te laten aan-jagen. Gaan wij liever ernstig na hoe men in Duitschland oorlogsbrood ya<n etardap-pslbloem eet. » Ik verzeker u ernstig dat het gedacht van « kartoffelbrood » te tten veel meer van aard is om ons van schrik te doen beven, dan om ons van plezier te doen lachen en gekscheren. Ik voor mijn deel heb er veel meer schrik van dan van de kraehtdadit,^ oorlogskunde van een von Hindenberg. » Wel is waar geloof ik dat wij er allen aldus over denken, maar ik moet er toch. bij^oegen dat de Engelschman over het al-gemeen een vijand van de heldhaftigheid is zoolang men er hem niet toe weet te dwin-gen. » De redevoering van den minister heeft op de aanwezigen een geweldigen indruk ga-maakt en aangetoond welke voorname roi ds werklieden in den oorlog kunnen spe-len. Eïii bsjoatssaaBva! in iisf-ViiaBierei! Een Duitsch vrijwilliger geeît een lev®n-lige beschrijving van een bajonet-aanval in tVest-Vlaanderen. «Plotseling, zegt hij, zagen wij in de «•erte in wilden galop een divisie-adjudant iankomen. Dit beteeuende, dat het uit was net de rust. Allen verdrongen zich om den capitein, om ten minste iets op te vangen. .leeds uit de verte zwaaide de adjudant net een papier : «Bevel tôt den aanval. ffaar is de kapitein?» Deze. teekende, zij vergeleken de horlo-res en weg was de adjudant weer naar de ;olgende aîdeeling. Bagage in orde, geweer n de hand, in groepen aar.getreden. Nu jegon het. In groepen, met vijftien pas tus-ichenruimte, uitzwermen. De voorste groep ?olgen. ïoen we achter onze dekking een luis,.vandaan kwamen, begon de zaak er il onaaugenaam uit te zien. De kogels kwa-uen leelijk dicht. Eerst ging het nog in len pas, geweer onder den arm. Ongeveer honderd meter, tôt onze eerste oopgraaf. Een kleine pauze, tôt ailes bij ilkaar was. Spoedig is het een boat men-;elmoes. Kameraden van verschillende lompagnieën door elkaar. De bevelen zijn lauvelijks te verstaan. Mijn afdeeling naakt een sprong vooruit. Wij gaan over u den looppas. Na vijftig meter, waarbij het kletteren an het menagerei en het klapperen van pade en bajonet tegen elkaar zich mengt, net liet fluiten van de kogels en het ge-doek van een, die struikelt, klinkt het evel : liggen ! Daar iagen we. Midden de mooiste bie-en. Een paar man trokken er eenige uit :n staken ze in den zak. Bij den broodzak :on men niet komen zonder een te groot loel te bieden. Wij krijgen juist tijd om :en beetje op adem te komen en toen ging iet weer vooruit, tôt in de voorste loop-raaf, die uitstekende dekking bood. Hier Laddeu wij reeds de eerste dooden. Snel iepen we de anderen toe : «Pas op, hier iggen doode kameraden !» Ondanks den :ogelregen weken zij dan uit, om den slaap ■an de gevallenen niet te storen, Wij hadden nog niets van den vijand ge-ien. Nu zagen we in het licht van de on-lergaande zon in het dorp en in het bosch-e voor ons gedaanten zich bewegen.'Een :ameraad zegt met : «Hoe zwaar moet het allen in deze zon te sterven.» Doch voor Iroomen is er nu geen tijd. Voorwaarts! In groote sprongen bereiken wij de eerste __ en spoedig ook de tweede vijandelijke loop< graaf. Voor ons, ongeveer zeven à achthoactard meter open veld met siechts gebrekkige dekking achter eenige hoopen mest. Daar achter in het licht van de avonds zon een park met dicht kreupelhout, waar-uit hier en daar de huizen van het dorp ta voorschijn komen. De heele rand van het bosch spuwde vuur. Van aile boomen en daken ontving ons een krankzinnig vunr, van do machinegeweren. Daarbij kwam nog het oorverdoovend geraas van de granaat-kartetsen. Het was of de hel was losgiet-laten. Daar moesten wij nu in. Twee sprongen hadden wij weer voorwaarts gedaan. De oommando's werden luid yan man, toti man gebruld. Ailes lag thaa?s achter de mesthoopen.' Vaak acht tôt tien man achter zwo'n hoop-i je, dat niet meer dan drie kwart meter breed en hoog was. Met moest zijn hoofcf in den grond steken en snel met de han-den wat aarde daarvoor bij elkaar scharre-len. Lang duurden deze tusschenpoozen ia het voorwaarts stormen niet. Twee of drie minuten op zijn hoogst schean het telkeos te zijn. Men verliest echter het vermogea om onder deze omstandigheden don tijd ta. bepalen. Het kwam ons voor, of het evenwell uren waren. i Terwijl we nog liggen komt het commando : «De bajonet op het geweer ! » En reeds blazen ook alla trompetten. Dan on-middellijk daarop geschetterend het oudei Pruisische aanvalssignaal. Alle« springB op.' Dof dreunen van aile kanten de trommels. Daartusschen klinkt het voortdurend door; aile horens geblazen voorwaarts-signaal. De; vijand haalt uit zijne geweren wat er uit/ te halen is. Het is of de machinegewerem brullen. En daar tusschendoor barsten de granaatkartetsen van de met snelvuur werkende artillerie. Dcch er komt geene wan--keling in den stormloop. fîechts en link» zoover het oog reikt, voorwaarts stormen-1 de infanterie. De zon schittert op aile va-' pens. Met een donderend hoeira rennen wij! voorwaarts. > Nog tweemaal werpen wij ons noer. De; voorste linie vuurt. Aan eene beek met wil-' gen erlapgs v/ordt snelvuur geopend op denj vijand in de boomen. Het sijn slechts korte, oogenblikken. Ailes dringt naar voren naair! den vijand. Wij willen de kerels den dood' van onze kameraden met do bajonet beta-j len. Het hoera wil nog maar moeilijk uit de! heesche keel. Het wordt een gebrul, waarinl men vergeefs een menschelijk geluid zou, trachten te herkennen. Mijne bunrlieden; hebben wijd opengesperde, met bloed door-loopen oogen. De gezichten zijn van woedel vertrokken. Ieder voelt slcchts drang naari voren. Bechts en links vallen kameraden. Men heeft slechts een blik voor hen overr « Ook gij, arme kerel » en ailes rent verder;, Nu is er geen tijd. « Waeht maar, wij zuilen het u betaald zetten ! » Eindelijk zijn wij aan het dorp. Ben! hooge muur met twee rijsn schieitgaten staat} voor ons. Gelukkig heeft onze artillerie er bressan in geschoten. Wij springen er door! heen. Daarachter is echter niemand. Gewe-' ren, ransels en oude uitrustingsstukken, dat is ailes. Fransehe mariniers, zwarten an Belgen loopen daar ginds in de boeschen) weg. Slechts eenige dapperen zijn achter gebleven. Met hen is het snel uit. Hun dood' is nutteloos, want de aanval is toch nieti meer te keeren. Reeds zijn de eerste doori het boschje en de tuinderij daarachter in de'1 eerste huizen van het dorp. Van ter zijdei door de snel ingeslagen muren komen zij binnen. Doch ook daar is niemand. De ver' dedigers zijn weg. Op straat kunnen wij! niet. Machinegeweren striemen daar met) kogels, alsof sproeiwagens aan het werk zijn. Wachten dus. Nu eerst zien wij met hoe weinigen wij] nog zijn. Wij hebben hulp noodig, want te' vele kameraden liggen er buiten op heti veld. De tijd gaat voorbij, maar er komt) geene versterking. Eerst eenigen tijd later; Het dorp echter of juister gezegd, datgenaf wat onze artillorie aan l'ookende puinhoo-j pen ervan had overgelaten, kwam in on» bezit. » a i Eunopeesche Oorlog In West-ViaaRdsrsn ©es ïn T liriai van Franftrîjk Oicieele ttligranm i Uii Duâfsehe brora Duitsche ambtclijke mcldingen. — Groot Hoofdkwartier 12 Maart. — Wcstelijk oor-logstcrrein.Twee vijandelijke linieschepen, begeleid door eenige torpedobooten vuurden gister Dp .Westende-Bad meer dan 7, B.çhoten. zon- ' * ' 41 der eenige schade aan te richteD. Als onze? batterijen in werking kwamen, verwijder-i den zich het vijandelijk eskader. De Engelschen, die zich te Neuve Chapelle vastzetten, vielen heden nacht meer< malen iu oostelijke richting aan ; zij werden teruggesla.gen. Ook uoordelijk van Neuve Chapelle werden gisteren zwakkc? ciigelsche aanvallen afglewezen. De 'strijd in deze streek is nog a,an gang. In Champagne heerschte over 't alge-meen rust. In de Vogezen was wegens hevige sneeuw-val de gevec'ntswerkdadigheid slecht-s ge-ring.Groot Koofdkwartier 13 Hîaari, Wcst£>i Iyk ooriogstooneel. j Zuidelijk van ieperen werden alleen-staande aanvallen der Engelschen zonder» moeite ftfgewezen.. Onze door .wed§x.-iunftss uw»»» 31e Éiaai» — N. 74 Prijs par nnmmor ; voor België 3 oentiemen, voor den , reemde 5 centiemoa Teiatoon s Bedaotie 24ï » JlijmSnSstratiQ "ÂBMi 16 sfiAAâfeT

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Vooruit: socialistisch dagblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1884 bis 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume