Vooruit: socialistisch dagblad

725 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 02 September. Vooruit: socialistisch dagblad. Konsultiert 03 Juli 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/q814m92m7h/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Orgaan der Belgisc&e Y/erklïedenpartij. — VerscMjnende ail© dagen. Drukster- Uitgeefster Sain. Maafsch. H El LIGHT, Best. : P. De Visch, l,edeberg-Gent — Red.-Adm , Hoogpoort, S9, Gent HET WARE STANDPUNT Onze partijgenooten kennen onze meening omtrent de Vlaamsche kwestie. Het Socialisme, de Werklieden parti j 1 heeft nooit geloochend dat de Vlamingen t en de werklieden vooral onrecht werden aaagedaan en grieven te verduren hadden. Zulks is nooil door een socialist ontkcnd I gewordcn, zelfs nict door onze Waalsehe parti, jgenooten. _ I lets is waar: namehjk dat wij steeds ge-weigerd hebben de Vlaamsche kwestie als een rassenvraagstuk te aan. zien tusschen Walen en Vlamingen, .-maar ze altijd beschouwd hebben als een jk.las-senvkaagstuk tusschen armen en rij-ken.Inderdaad, de Vlamingen beklagen or •dch ni«î over dat de waalsehe werklieden «vaalsch spreken en de waalsehe rijkaards •eérder £ijn beschaafd fransch ; dat is hun ; recht en 't is al wat natuurlijk is. Neen, de Vlamingen hebben er geen vre-| de mede dat de rijke burgers in Vlaande-; ren zich schier uitsluitend van de Fransche taal bedienen in hun ne ioteswme betrekkin-gen, onder elkaar, — wat «ns min der sche-len kan — maar ook in hun openbaar '^ven, in hunne maatschappelijke daden. I Dat is ernstiger en wordt eene grief. ; De volkstaal is te gemeen, te krapuleus, te on-gedistingneerd. Oh! was het alleen om dien platonischen ^fkeer te doen, wij zouden er on s weinig om storen en zeggen : « elk zijn goeste ! » l0mdat wij er verduiveld goed van over-, >juig'd zijri dat, al spraken onze rijke men-*ciien een Vlaamsch om geheel den zooge-iisamden lia ad van Vlaanderen met be-fciiaamde kaken te doen sitaan, de werken-ae klasse daardoor geen zier beternis aan fcaar lot zou zien brengen. Maar dat bijna uitsluitelijk Fransch spreken der bezittende klasse, ingegeven door gewild klassenverschil met de werkers, heeft onvermijdelijke gevolgen die nadeeli-rger zijn. 't Is dat de regeering, de besturende i korpsen, als provincie- en gemeenteraden, ! met al het bureelpersoneel dat or van af-rèiangt, ook grootendeels o-pgaat in Fransch-sprekerij.Zekerlijk zal men op de stadhuizen in ^Vlaanderen, ook in de provincieraden en (in de gerechtshoven, geene bedienden oi rechters aantreffen die de Vlaamsche taal onmachtig zijn. Wij m'oeten eerlijk beken-nen dat het feit ons niet is voorgekomen. Wel hebben wij ondervonden dat het ! Vlaamsch zeer gebrekkig werd gesproken , of geschreven, zoodat het dan ook aan klaarheid en verstaanbaarheid te wenschen t liet. maar aaar is t met aa-t nooiazaKeirjK [ de schown wringt, maar wel in het feit dat ! openbare mandataris&en in Kamer, Senaat, provincie en gemeenteraden zich schier uitsluitelijk van de Fransche taal bedie-( nen en zedelijk verplicht zijn het te doen ' willen zij verstaan worden. Een klein verschil nochtans": de rijke Vlaamsche bourgeois doen het met plezier, ' de werkliedenvertegenwoordigers doen het gedwongea als zij het kunnen doen. En hetzeifde gebeurfc in de meeste mi-TOsferieele bureelen, waar de Fransch-ooi-kundige Vlaming wel een hond in een ke-'gelspel gelijkt. , Vandaar da/t in de gemeenteîijke- en provinciale bureelen van het Walealand ailes Waalsch of Fransch is lijdt geen twijfel, het is ©verbekend. De duizende Vlaamsche werklieden die in het Walenland arbeiden ontmoeten daardoor geheel zeker onmiskenbare moei-, lijkheden. Zoo ook in het leger. waar iedereem die gediend heeft de moeilijkheden van het taalverschil ond&rvonden heeft, en zulks geheel zeker ten nadeele der Vlamingen. Dat «.lies samengenomen, vormt een bun-f del met grieven waaraan looehenen of ver-bloemen niets kan verminderen. Wij ook kennen en erkennen die grieven en wij willen hunne uitroeiïng. Wij zijn nochtans geen Flaminganten ta don zin der mannen die nu midden in den krijg, wanneer eendracht en samenwerking meer dan ooit wenschelijk en noodig zijn, • van de Vlaamsche kwestie een twistappel maken. Maar wij zijn Vlamingen zonder te vergeten (ta-t wîj" ook Belgen zijn «si voor ailes sociaal-demokraten. En als zoodanig zeggen wij : de T laamsche grieven zijn op dezen oogenblik niet vatbaar \ oor eene doelmatige en bevredi-gende oplossing zonder scheuring em ver-deeling, iets wat wij niet willen. Wij willen niet dat er aan eene enkele natie eene heiligschendende hand worde ge-slagen, maar wij wenschen in de toekomst wel de versmelting van twee en meer na/ties, met toestemming der volkeren en zonder ontneming der eigenaardige en ken-merkende teekens van hun ras. Dat is demokratie, dat willen de socia-listen.En wie de Vlaamsche grieven erkent en hunne verdwijning wil, zijne plaats is in onze rangen en elders niet. F. H. Slii de krijgspvaRfenschsp Er is te Gôttingen een brochuur verschenen van de hand van Prot. dr. Cari Stangei De lorgvan verstan-delijhen aard voor de hrygsgcvangenen, zoo luidt de titel der vertaling. Die duitsche hoogleeraar staat reeds sedert een geruimen tijd aan het hoofd der Fûrsorge Abteilung van het GAttlngerkamp, een insteiling die voor doel heelt de ontwikkelde lîrijgs-gevangenen in de mogelijkheid le stellen geestelijk te leven en hen aldus den last der ballingschup minder zwaar te maken. Als ik me nirt vergis, bestaat ongeveer dezelfde organisatie in Rusiand, en Prot. dr. Stange zegt zelf in zijn brochuur: « Dïrhalve heeft men zich bij herhaling — vooral in Engeland — afgevraagd of het niet moge-lijk is studenten en oud-studenten onder de krijgsge-vangenen samen te brengen en ze in staat te sttijen, in aansluiting bij een universiteit, hun studies in betrek-kelijken grooten omvang voort te zetten. » Prot. Stange's boekje is als de beknopte verzameling van hetgeen op hem den grootsten indruk heeft gemaakt. Het verdient onze belangstelling : 1. omdat het geschreven is door een mensch die buiten het eigenlijlc krijgsgevangenen-leven siaat; 2. omdat de schrijver naara heeft onder de schaar van Duitschland's .geleerden. Naar Prof. Stange's oerdeel heeft men zich in 't bij-zonder om de Ontwikkelden te bekommeren, omdat, naar hij zeer juist beweert, «hun lot ook daarom har-der is, daar zij aan de oorlogsgebeurtenissen een veel bewusîcr aandeel nemen en bijgevolg veel sterker op zich in voelen werken al de nationale, godsdienstige of ethische vraagstukken». Zooals in het gewone leven de behoeften van dsg tôt dag «tijgen, zoo ook schiep de lange duur van den ooi'log onvermijdelijk de zucht naar iets meer dan het alledaogsch kampleven. Men werd het allengskens moe louterlichamelijk te leven en op den stroozak het einde van den oorloç af te wachten. Het geestesleven werd dus geboren. En dat ging soms op geheel eigenaardige wijze. Men zocht zicîi on in een hoekje om naar de voordracht of de verlelling te luisteren van den een of anderen kameraad. Een anderen avond kwam men bijeen om een deklamator of een zanger te hooren. Dan weer om een concert bij te wonen, dat gegeven werd door krijgsgevangen makkers, die zich uit een sigaren-kistje en wat metaaldraad een viool hadden weten te ver-vaardipen. Daar ligt in veel gevallen den oorsprong van de volksvoordrachten en muzikale feesten of tooneel-avonden in een kamp. Uit de voordrachten zijn dan weldra de scholen gegroeid. En «wie brdenkt, dat een klein Duitsch kamp, onder normale omstandigheden, van S tôt 10 duizend gevan-genen herbergt en dat in de groete kampen het aamal tôt 50 duizend en meer stijgt, kan zich ook voorstellen hoe bont en verscheiden het beeld van het geestesleven zich kan voordoen ». Nadrie jaren krijgsgevangenschap zijn voordrachten, school en muzikale concerten bijna tôt iets volmaakts gegroeid. De uiislagen zijn natuurlijk verschiileod van kamp tôt kamp, naar gelang de omstandigheden gunstig waren. En het moet gezegd worden, dat, waar de Belgen huisden, de drang naar geestesleven niet het minststerk was en dat ze verwondering en bewondering hebben algedwongen door hun initiatief. Matr laten we Prof, btange zelf aan het woord: «De Engelsche gevangenen doen over het algemeen aan zulk werk (kunsthandwerk) het minst. Bij de Rus-sische gevangenen treft ge geregeld de uit hout gesneden en bont geschilderde paradijsvogels of de tusschen twee staven van een draad bengelende apen en dergeiijk pri-mitief snijwerk aan, gelijk wij dat op Duitfche jaar-markten dikwijls zien. Het werk van Fransche en Belgische krijgsgevangenen staat gedeeltelijk veel hoo-ger. Met bijzondere voorliefde worden prenten en spiegellijsten uitgesneden of uitgezaagd, alsmede pp-piersnijders, penhouders en inktpoiten, staanders voor uurwerken en klokjes.schepen met kunsfvol takelwerk, kistjes voor allerlei doeleinden bestemd met uitgesneden deksel en ingelegd werk. Uit allumir.ium worden ringen en broches temaakt, kikvorschen en salaman-ders om de meest verschil!ende voorwernen te versie-ren, in metaal gepoten, knokken uit de kampkeuken tôt nette servetringen verwerkt. De moeilijkheid dat zoowel grondstof als werktuigen alleen in bererkte Ooeveelheden voorhanden zijn. wordt door allerlei kleine uitvindingen en inval'en handig uit den we^ ge-ruimd. « Dst doer me denken aan een vriend, een gekend Gentsch bouwkundige. die na de tweede maa'nd van mijne ballingschap uit mijne veldflesch een stekjes-doosje maakte, eenvoudig doch vol kunstzin. En hoe deed hij dat? In het kamp had hij een groven, beroes-ten nagel gevonden. Dàt was zijn eenig werktuig. Ik zou u nog kunnen veriellen hoe men pijpen. scheermessen, ringen, en/, maakte, 't Grenst bijna aan 't ongelooflijke! En hoe spreekt Prof. Stange verder over de Belgen? « Bekend is het dat de Ru'ssen zich onderscheiden <îoor hun koren met wonderschoone basstemmen. In het kamp te Gôttingen heeft ook het Engelsche koor gedurende zekeren tijd flink werk geleverd. Op het gebied van de instrumentale muziek munten vooral de Belgen uit. Onder hen zijn eene heele rij echte virtuo-sen. De concerten door hen inçericht gaan bij de keuze van de stukken en den ernst van de,vooroereiding het verst. Terwijl gewone muziekmaatschappijen uit kampen zich over het algemeen bij sprookjes en operetten bepalen, vermochten de Belgen niet alleen klassieke concerten in het leven te roepen. maar ook ze imœer hooger te doen staan en meer bij val te doen inoogsten.» Er wordt door onze joncens dikwijls bijna dag en nacht gewrott om de uitvoering of de opvoering van het eene of andere werk zoo dicht mogelijk bij de vol-maaktheid te brengen. Men kan zich moeilijk voorstellen hoe in sommige kampen intens geestelijk geleefd wordt. Hier hoort ge het orkest dat aan 't herhalen is, daar wordt door onze tooneelspelers een werk ineen gestoken, verder zijn schilders en beeldhouwers naar-stig aan den arbeid, rond de barak die tôt school inge-riclit werd is het een over en weer geloop van ciegenen die de klassen verlaten of binnenfreden, de deur der boekerijen staat niet Stil. Treedt ge een barak binnen, overal ziet ge krijgsgevangenen over boeken gebogen. 's Avonds stappen ze talrijk over de groote baan van het kamp om een concert of voordracht te gaan bij-wcnen of naar de vergadering van den socialen studie-kring om er de dikwijls zeer warme debaten te aan-hooren.'t Is hoofdzakelijk gedurende de wintermasnden, als de kampen het best bevolkt zijn, dat er fel gewerkt wordt Prof. Dr. Stange zegt dus terecht : « De leergangen, werkplaatsen en concerten zijn de middenpunten, waar het geestesleven in het kamp openlijk tôt uiting komt.» Indertijd had ook bijna elk kamp zijn « Canard »-avonden. « Canard » is hier de algemeene naam voor oorlogsnieuwsjes. Daar werden aangekondigd wie enkele meters loopgraven verloren of gewonnen had. Daar werd a plus b bewezen dat de oorlog hoogstens nog een paar maanden kon duren. Kortom, daar ver-gaderden de barakstrategen en de mensehen die goed-zakkig gelooven konden. Maar die tijd is uit. Prof. Stange eindigt zijn brochuur met een verdedi-ging van dat bedrijvig intellektueel leven binnen de krijçsgevangenkampen, waardoor hij bewijst een zeer klaren kijk in onze ziel te hebben. « Onder de eentoonigheid van het binnen enge païen begrtnsde leven en de werkeloosheid lijden de gevangenen het meest. Wie dus de gevangenen helpen wil, moet het naar buiten uit begrensde leven naar binnen zoo uitgebreid mogelijk maken en ze in staat stellen samenhangend, wezenlijk nuttig werk te doen. Heele-maal verkeerd is te meenen, dat hun toestand door vermakelijkheden en bij gelegenheid door feestjes te verbeteren is. Voorzeker is het ook voor een gevangene noodzakelijk zich nu en dan eens van al de treurige stompzinnigheid van zijn leven los te kunnen maken door scherts en humor. Maar het blijven toch altijd enkel heel vluchtue uren en snel verdwijnende brokken van zijn leven waarop zulks mogelijk is. Als gevange nen van een tooneelstuk of een uitspanningsavond in hun brakken terug zijn. dan gevoelen zij geregeld hun toestand nog zwaarder op hen neerdrukken dan vroe-ger. Maar zoo lie: hun mogelijk is de lange uren met werken door te brengen en zoo dat werk, waaraan zij vreugde beleven, past in den samenhang van een gemeenschap die hen onderling verbindt, dan ontbreekt hun niet alleen de tijd om toe te geven aan moedeloos gemijmer dat de zenuwkracht ondermijnt, maar dan wordt hun gevangenschap veeleer tôt een leven dat ailes behalve ijdel en de moeite waard is geleefd te worden n. Den krijgs^evangene msg inderdaad den tijd niet gegeven worden zich te verdiepen in het treurige van zijn toestand. Zijn geesf moet bijna onophoudend in be?lag genomen worden door zaken van ernstigen aard. D» - rijgsgevangene die zi)n ballingschap met werken zal hebben doorgebracht, zal niet alleen deze zijn die zijn weien heeft uitgebreid en uitgediept, doch 00b deze die het minst onder het droeve Krijgsgevangenen-leven zal hebben geleden. Gfitringen. r,-8-' 17. G. Bvlthazab Leïî onza HoGgisnlioBl *sn den Arbeid ! EEN GELUEKIG TNTTlATIEF. Wij ontvingen het volgend schrijven dat ons genoegen gedaan heeft en hoopvol ge-stemd : Gent, den 27 Oognt 1917. Wcarde Gezel, Wij nemen de vrijheid om op do volgende regelen Uwe aandacht te trekken. In den schoot der Hoogeschoo! van den Arbeid is or een Leerlingenbond gesticht. Wij willen U in korte woorden het doel en streven van den Bond uiteenzetten, cm U te overtnigen dat hij eene noodwendig-heid is zooals de Hoogeschool zelf. Onze Hoogeschool is gesticht, om bewuste en verstandige werklieden te vormen, om het proletariaat meer te ontwikkelen, om beter den strijd voort te zetten, en wij al-' len zijn trots over deze insteiling der Werk-liedenpartij ; het is een nieuwe parel te meer aan hare reeds zoo schitteronde kroon. De wensch van ieder overtuigd socialist is: «Onze Hoogcschool moet groot en grootsch worden.» Daarom moet ieder socialist aan hare grootmaking medehelpen. De Leerlingenbond is onder deze letts gesticht: « Wij willen de grootmaking onzer Hoogeschool» en ziehier hoe: «Wij hebben in onzen Bond een Studiebeurzenfonds en eene Boekerij gesticht. De werking van ons Studiebeurzenfonds is, de leerlingen die willen studeeren te helpen door hun eene studiebeurs te schenken. Ook willen wij nog de leergangen zelf eene studiebeurs toekennen, die zou be-staan uit een stuk gereedschap, bijvoorbeeld dat ten dienste van al de leerlingen de noo-dige boeken te leenen, die zij voor hunne studie noodig hebben. Onze bijzondere af-deeling bestaat vooral om over de nieuwsto vakboeken aller beroepsafdeelingen te be-schikken.Wij bezitten reeds een dertigtal boeken, ailes behandelde. Ons studiebeurzenfonds heeft reeds twee studiebeurzen uitgcreikt: 1) aan een jonge vriend1 om hem in zijne studie te helpen; 2) aan den leergang van naai- en snijlessen van de Hoogeschool, welke bestond uit een manekijn, welke ten dienste is gesteld van al de leerlingen. Met het heropenen der Hoogeschool be-reid do Bond eene nieuwe studiebeurs, na-melijk door aan iedere leerling een schrijf-boek te schenken. Dat is de werking onzer twee bijzondere afdeelingen. Doch dit is nog niet ailes: 1) Wij richten nog bezoeJren in un p»*- ! tij-, stads- of bijzondere inriehtingen; 2) Wij houden voordrachten door de leerlingen zelf gegeven; 3) Wij maken wandelingen in de schoorse omstreken van Gent; 4) Wij hebben eene les ingericht, waarifl wij voordrachtgevers vormen ; 5) Wij maken steeds propagande towï hat winnen van leerlingen. Ziedaar, Waarde Gezel, in korée woorden het doel en streven van den Bond, en wi,i hopen dat zulks Uwe goedkeuring zal krij-gen.Onze Bond is gesticht in drie afdeelingen: 1) Werkende leden: dit zijn de leerlingen zelf ; 2) Beschermleden : gesticht voor deze die willen medehelpen aan de grootmaking der Hoogeschool en Leerlingenbond met een maandelijkschen inleg van 0,30 fr. of jaar-lijks 3,50 fr. 3) Eereleden: gesticht voor deze zooals hier hooger vermeld, maar die er eeno ear in stellen als Eerelid des Bonds ingesehre-ven te zijn aan 5,00 fr. per jaar. Zooals reeds hooger vermeld, Waarde Gezel, is het de pliebt van ieder overtuigd socialist aan de grootmaking onzer Hoogeschool mede te helpen, en wij willen U aî-len het middel ter hand stellen om dien plicht te vervullen. Onze twee afdeelingen, Beseherm- en Eereleden, hebben wij er voor gesticht, en reeds verscheidene vooraan-staande partijgenooten met onzen gezel At>-seele aan het hoofd staan reeds in onze rangen ingeschre<ven. Wij nemen de vrijheid, Waarde Gezel, TT te vragen U ook in eene der twee afdeelingen te laten inschrijven, om alzoo ook uwen plicht, tegenover onze Hoogeschool en Wcrkliedenpartij vervuld te hebben. Wij moeten U ook nog bekend maken dat de Leerlingenbond erkend is door de Werklie-denpartij, Beheer- en Bestunrraad der Hoogeschool van den Arbeid. Hopende, Waarde Gezel, dat dit schrijven onzen geiwenschten uitslag raocht bek<v men, danken wij U op voorhand en bifeden U intusschen broederlijke groeten aan. Namev.s het Bestnvr: De Voorzitter: De, Somere. Âdolf. N. B. — Gelief Uwe inschrijving, naam .en woonst, af te geven aan de Concierge van «Ons Huis», met opschrift «Leerlingenbond».De inleggen worden maandeîijk? te hn?» afgehaa.ld, evenals de jaarHjkscbe btjdra-gen.» » * Onnoodig te zeggen dat wij ons laten inschrijven als eerelid en dat wij hopen het vele jaren te mogen blijven. Wij zijn overigons de eerste niet en vast en zeker 711 Hen wij ook den laatste niet we-zen.Aile oude partijgenooten zullen bijtrcd^n en de jongen ook, vol geestdrift en vol hoop, dat de partij, dat is do werkende klasse, met meer zekerheid de toekomst mag inblik-ken, met lciders die meer gewapend bmS practische en theoretische kennissen als «tj, den waçren van het socialisme met vaste hand op de baan van do verwezenlijking en van don triomf zullen voeren. En daarom nogmaals: Leve onze Hoogo- school van den Arbeid. — Hat içiteniiigswîi dsr Romsnots Do vroogere tsarenfamilie heeft een weg mooten nemen welke met bloed en tranen bf-sprenkt is. Honderd jaar lang werden aile slachtoffei-3 van het tsarisme, die naar Sibérie verbannen werden, over Tjoemen daar naartoe geleid. Met inbegrip van deze die de bannelingen vrijwillig volgden wordt. hun getal op ongeveer 1 millioon geschat. Nikoiaj Romanof en zijne onderhoorigen is , niet te voe>t naar het verbanningsoord ge-trokken, zooals zoo vole der verstandigsten van Rusiand. Een bijzonder trein heeft he» in het distriktstadj e gebracht waar da spoorreis ophoudt en de verdere reis in hei noordwesteîijk, onmiddellijk achter den Oe-ral liggende Siberië met een stoomschip •wordt voortgezet. De familie Bomanof zal de Toera, waaraan Tjoemen ligt, bevaren tôt hare monding in de Tobol en dan d*ze«& De Hussische Sociaalrevolutionairen Alhoewei het onbetwïstbaar het groot-Bteedsch, pelerburgsch proletariaat was, dat de maart-revolutie op touw zette en doorvoerde, alhoewei het even onbetwist-baar het petierburgsch proletariaajt was, dat de in de Duma vertegenwoordigde burgerij dwong om over te gaan tôt de feitelijk aistelling van den czar, alhoewei het dus de straat was, die de hoofdrol , speelde in het politiek drama en die den eersten belangrijken uitslag afdwong, toch was het van den eersten afaan klaar en duidelijk te zien dat, voor wat aanging eene democratische herinrichting van dit verachterd land, weldra de hoofrol zou gespeeLd worden door den bœrenstani, dis minstens vier vijfden telt van de heeie russische bevolking. De buitengewoon groote beteekenis van het optreden van den afgevaardigde Ke-renski als lid van de voorloopig© regeering, alsmede de buitengewoon beteeke-nisvolle machtstelling die hij in een zoo korten tijd in die regeering zelf wist in te nemen, berusten hoofdzakelijk en uitsluitelijk op het algemeen gekend maar niet door allen begrepen feit, dat hij als voorman van de sociaalrevohrtionai reparti,igroep der zoogenaamde «trudowski» voor aile de andere leiders der revolu-tionaire beweging openlijk dierf beweren dat hij zich beschouwde als vertegenwoor-diger van den boerenstand, eene bewering die zich d.-a ook weldra verwezenlijkte r'oor d_ , ontwikkelî'-r : ang der revolutie en door de toestanden die ontstondeo in den schoot der menigvuldige partijen. Om dit ailes is het noodig hier klaar uite&n te zetten dat de russisch zichnoe-mend© socifialrevolutionfti.ren de iaa-rais- tische leerstelsels hoegenaamd niet aan-genomen hebben zooals zij aangenomein werden door do zichnoemende andere so-ciaaldemocratische partijen, en wij moeten verklaren dat zij, hoe zij het zich ook noe-men, jolstrekt niet revolutionair zijn in den zin dien gij in uwe landen aan dit woord gegeven hebt. , De «maatschappelijke» revolutie, die de sociaalrevolutionairen a-1 sedert lang «or-ganiseeren», zou alleen en uitsluitelijk voor doel hebben een einde te stellen aan het grootgrondbezrit, waarop dr> ?" ring van den russischen bou^m zou voigen, eene socialiseering die met hun programma. niets anders zou uitmaken dan eene eigenaardige uitbreiding van de zoogenaamde « gemeen tegronden», een stelsel dat onaantastbaar de stolypinische «her-vormingen» heeft overleefd en dat onge-twijfeld nog voel andere hervormingen zal overleven als zij niet doortasten tôt in de wortsls van het onkruid dat men wil uit-roeien.Het spreekt van zelf dat de hervorminsrs-gezinde sociaalrevolutionairen al dade-Iijk veel aanhangers gevonden hebben onder de halfontwikkelde en flauw doorden-kende boeren der binnenlanden, ma^ir daar moeten wij bijvoegen dat hunnsn «partij zich meer en meer verbrokkelt en verdeelt in zoogenaamde partijgroepen, die nu en dan eens glad tegenover elkan-der staan, zonder te weten waaraan zich te houden, en die wij als volgt moeten rangschikken in drie hoofd partijgroepen : 1° De «volkssocialisten», eene partij-groep die zich gevormd heeft in den loop der laatste, cmderdrukte revolutie, onder de aanhangers die van s*en terrorisme, van geen doortasten wilden weten en die zich hier en daar ook we] landbouwcom-munisten noemea. De bijzonderste voorman van deze sociaalervolutlonaire par-tiiaroeD ia Pjescheschonow, de huidige minister der algemeene bevoorrading des lands. Het wekelijks verschijnend orgaan van deze partijgroep draagt den naam van «Narodnoje Slowo» en wordt vooral door de boeren en hunne knechten gelezen. 2° De «trudowiki», eene zoogenaamde arbeidersgroep, die den rechtervleugel van de socia-alrevolutionaire partij utt-maakt en die tôt stand kwam onder de aanhangers die het ten tijde der vorige rervolutie genomen boyeottbesluit tegen de Duma niet. wilden naleven, omdat zij meenden dat zij er sterk genoeg vertegen-woordigd waren en dat zij de verlangde hervormingen toch zouden kunnen afdwin-gen. De invloedrijkste voorman van deze arbeidersgroep der sociaalrevolutionaire partij is Kerenski, de huidige oppermi-nister of dictator. Het dagelijks verschijnend orgaan van deze partijgroep draagt den titel van «Djen1» en het wordt inderdaad hoofdzakelijk door arbeiders en boe-renkncchten gelezen. (Deze beidie partijgroepen hebben zich sedert juli laatst terug alzonderlijk vereenigd onder den naa-m volkssocialistische werkliedenpartij, maar zij hebben zich geen afzonderlijk programma opgemaakt en gaan zoo maar op den tast haren gang). 3° De eigenlijke, ran den oorspronke-lijken naam hondende « sociaalrevolutionairen», of dat wat over gebleven is van de oorsprcvnkelijke partij. De aanvoerder van deze organisatie is Tchernow, de huidige minister van landbouw. Het nu en dan verpchijnend orgaan draagt den naam van «Djelo Naroda». In de «Djelo Naroda?, dit moeten wij hier onmiddellijk inlasschen, stond on-langs te lezen dat de belangrijkste ge-beurtenis dir mer. de arljeidersbewe-ging spoedig mocht vsrwachten, daarit! zou bestaan, dat de groepen der volks-socialistische ajbeiderspartij zich zouden hera^nsluiten bij d© sociaalrevolutionaire jartij, en daaromtrent mogen wij zeggen : Lndien deze heraansluiting kan bewerkstel-igd worden zullen deze beide groepen te >amen eene wezenlijke sterke partij uitma-ten, eene partij die weldra de draagster rou kunnen worden van de russische bin-lenlandsche en buitenlandsche politiek. Het ontegensprekelijk ainiemen der macht van de eigenlijlce sooialisten en den onder hunnen invloed staanden Arbeiders-en Soldatenbond 1 veel m,inder toe te schrijven, zooals ^ . ?en het voortdu-rend doen, aan de bruedermoordende ge-i'echten tusschen de zoogenaamde maxi-nalisten en minimalisten dan aan het immer meer en meer bewuster wordend Dptreden der sociaabevolutionairen. Als on het einde der laatste maand mei te Petersburg hçt eorste allru&sisch boe-rencongres aan den gang was, moesten de eigenlijke socialisten hunne eerste gevoe-lige nederlaag ondergaan, want hec koos als lcden voor zijne gevolmachtigde uit-voerende commissie alleen sociaalrevolutionairen, iets waarbij de overgroote meer-derheid der stemmen dan nog uitgebracht werd op de namen van de als krachtdadige durvers gekende voorkampers Kerenski en Tschernow. Het is van belang hier ook vast te stellen dat, te oordeelen naar de uitgebrachte stemmen, de deelnemers aan dit boerencon-gres moesten verdeeld worden in : 537 sociaalrevolutionairen, 77 minimalisten, 26 ma-ximalisten (of 103 socialisten), 10 volkssocialisten, 103 revolutionairen die tôt geene partij behooren en 330 revolutionairen van dewelke het niet geweten is of zij tôt de eene of de andere partij behoorden. De sociaalrevolutioairen en de meei en meer onder hunnen invloed komende volkssocialisten hadden dus de ovorgroote meerderheid van het boerencongres aan hunne zijde. Het was dan ook wel daaraan toe te schrijven dat op het volgend congres va.n den Arbeiders- en Soldatenbond de sociaalrevolutioairen 306 stemmen b» kwamen tegen 325 die gegeven werde# aan de socialistische minimalisten — dio zich dan ook moesten gaan verstaan meA de socialistische maximalisten om in de*< llaad eene socialistische meerderheid t*> kunnen bekomein. Van belang is het dan ook te weten dart de socialistische minimalisten, wilden zij i»i staat zijn om het uifcvoerend comiteit vas den Arbeiders- en Soldatenraad te kunne» samenstellen en er eenigen invloed te ku»-nen behouden, zich met de sociaalrevolutionairen te gaan verstaan en 100 zetels ia te ruimen, daar wanr zij er slecbtts 10* voor zich hielden. Da.nk aan dit ailes zijn de sociaalrevolutionairen intusschen overa) geweldig gaa» winnen aa.n invloed, niet alleen onder da boeren der aigelegen binnenlanden, ook onder de kleinburgerlijke standen onder de in Rusiand zoo talrijk aanwezig zijn de zoogenaamde oude beambten, invloec* die zich weldra deed gevoelen door het ver rassend fsit dat zij in Moskow, bij de algie--meene gemeentekiezing, meer dan 60 % van aile stemmen bekwa-men en dus een schitterenden zegepraal behaalden zooalf» niemand er een had durven verwachten. Het toongevend kadettenblad « Rjetsch » zoowel als veel anderô burgersbladen zag in deze sebittorende overwinning der sociaalrevolutionairen een «onbetwistbaar voor-teeken dat klaar aantoonde op welke wijze de aan staan de wetgevende vergadering zal samenges.. ld zijn en welke roi er in die vergadering zal gespeeld worden door de overwinnaars. Ten slo-tte r oet nog aangehaald worden. hoe ook bij de laatste samen stelling van het voorloopig ministerie de invloed van de sociaalrevolutionairen zich doen geldea heeft, aangezien hunne voorman Tscher-now, die zoo hardnekkig bestreden werd tôt zelfs door de machtige kadettenpavtji, in het kakwyafc Mt gitten. 33e iaar — W. 244 3 centiemcn ver nummer Zondati 2 S@»tember 1917

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Vooruit: socialistisch dagblad gehört zu der Kategorie Socialistische pers, veröffentlicht in Gent von 1884 bis 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume