Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

773 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 11 Juli. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Konsultiert 02 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/rj48p5x20x/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ZONDAGSBLAD Bijblad van " VOORUIT „ ZONDAG iï JULI 1915 N1 17 Prijs 5 centiemen Het leven hiernamaals Sedert eenige dagen was îk gekweld geworden door zekere ziekteteekens die îk goed kende. Dien avond had-den zij zich nauwkeuriger veropenbaard gedurende de ver-gadenng die ik bijwoonde, en in den loop derwelke îk îetwat zenuwachtig aan de besprekingen deelnam. Zonderling ternêergedrukt was ik naar mijne verre woning, bijna buiten de stad, teruggekeerd en ik was gelukkig geweest mij ter rust te kunnen begeven. Eens-klaps, op 't oogenblik van te bed te gaan, had ik mij door eene vreemde, benauwende gewaarwordmg geprangd gevoeld, en ik was meengezakt en in bezwijmmg geval-len...Ik weet met hoelang ik in dien toestand gebleven ben, maar toen ik tôt mij zelve kwam voelde ik noch pijn noch welzijn, noch warmte noch koude ; ik ondervond noch verdriet noch genoegen, ik voelde -eigenhjk niets en be-vond mij in eenen neutralen toestand die ik vruchteloos zou trachten te beschrijven. Te vergeefs beproefde ik eene of andere beweging te maken of eenig geluid te uiten. Doch wat mij nog meer trof was dat ik zag waar ik mij bevond", ofschoon mijne oogschelen gesloten waren. De natuurwetten waren dus om zoo te zeggen, voor wat mij betrof, veranderd. Mijn gehoor scheen mij ook scherper geworden. Hoe gruwelijk die toestand was, toch ver-schrikte hij mij geenszins en ik bleef volkomen bedaard. Toen kwamen mij deze verzen van Molière in 't geheu-gen : « Qui tôt ensevelit, bien souvent assassine Et tel est cru défunt, qui n'en a que la mine. » Ik begreep dat ik m schijndocdslaap gedompeld of misschien reeds dcod was. Dit ontstelde mij evenwel met, want ik ivist dat mijnen levensloop geemdigd was en ik onderwierp mij gansch gerust aan mijn lot. Uverigens, hadde ik nog getwijfeld, mijne onzekerheid ware algauw geweken, want onder den mvloed van dit bijna boven-natuurlijk vermogen waarmede ik begaafd was, kon ik het paspoort lezen dat de « doctoor der dooden » getee-kend had en dat mij moest tcelaten om mijne laatste woonstede te gaan betrekken. Als goede stadsburger was ik in regel met de gemeentelijke verordeningen en men zou mij begraven in overeenstemming met de offi-cieele voorschriften, iets wat voor een ambtenaar als ik van belang is... Mijn geest was volstrekt helder en het was met koude onverschilligheid dat ik die soort van rouwtooneelschikking aanzag die voor mij ingericht was. De flauwe schijn der dansende waskeersvlammcn verlicht-te maar half de doodkamer, wier hoeken in de duister-nis gedompeld waren. Dat zag er maar jammerlijk uit. Ik bemerkte dat ik op den rug lag en dat ik miin cere-monie-kostuum aanhad. Ik zag daarin eene lieve zo-rg van mijne vrouw. Overigens, waartoe zouden die kleede-ren nu nog goed zijn? Met dit kostuum en in dergelijke houding moest ik eruit zien als een heer die gebaart dat hij slaapt. Mijn « habit » hadde mij doen glimlachen indien ik daartoe nog in staat ware geweest. Ik herinnerde mij eenige der omstandigheden in dewelke ik dien pet-en-L'air aangetrokken had, en ik zag mij in verbeeldmg met die îetwat koddige livrei — die dienst doet zCowel bij gelukkige als bij pijnlijke voorvallen — op eene sta-tige huwelijksplechtigheid, op eene stijve vergadering « dans le monde où l'on s'ennuie » en ook op plechtige « begrafenissen ». En zie, nu ging mijn zwarte kazak nogmaals dienst doen op eene begrafems : op de mijne ! Maar ik hoor stappen naderen: 't is mijfr beste vriend die toegesneld is zoohaast hij het « noodlottig nieuws » vernomen heeft en zich ter beschikking van mijne vrouw heeft gesteld voor het vervullen der noodige pleegvor-men ; hij treedt in de kamer, gevolgd door twee mannen die dragers zijn van eene dier lange doozen, min of meer met koperen bollen, handvatten enz., versierd, en waar-van menig exemplaar m zekere nare winkels van rouw-artikels uitgestald staan, als om aan îeder voorbijganger den groet der Trappisten te hennneren : « broeder, gij moet sterven ». Mijne vrouw is niet aanwe'zig : zij ziet met graag een hjk ; maar ik neem het haar niet euvel en ik bestatig dat zij « er niet op gezien heeft » : kof-fer van eikenhout met eene zmken voering, met paarse stoffe gecapitoneerd, voorzien van massieve versiersels en op vier gedreven pooten staande. Waarlijk, 't is te schoon voor wat ik er ga meê doen ! Zoohaast ik daarin op mijn gemak lig, komt mij het woord van oom Benjamin m 't geheugen : « nergens is men zoo wel dan in eene doodkist ». Octa heeft misschien gelijk. Nu is 't de beurt van den zinkwerker. Langen tijd hoor ik zijne soldeer-pijp ronken en het smeltend lood knarsen ; daarna wordt het deksel toegevijsd (waarorn zoovele vijzen? ik zal er toch niet uitkomen...), en men draagt voorzichtig de doos met haren inhoud naar beneden. « Stoot tegen den muur niet » zegt een der dragers tôt zijnen gezel « we mogen het bezetsel niet beschadigen. » — Dank, brave jongen! — Thans bevind ik mij in mijne werkkamer, die twee be-hangers bezig zijn in eene rciuwkapel te herschapen. Doch, ik ben hier nu wat in den weg ; daarom, om het werk te vergemakkelijken, zet men mij voorloopig ten gronde, tegen den muur. Die handelwijze gaat mij in 't geheel met ; doch het duurt niet lang, want weldra krijg ik de plaats die mij toekomt, en daar lig ik statig op twee schragen. Thans blijf ik weer alleen, en ailes wordt stil om mij heen. Mijne gedachten nemen eene wijsgeerige wending, en ik zeg tôt mij zelve : Dat is nu waarop al ons pogen, al ons strijden, onze rotemzucht, onze hoovaardige ver-zuchtingen uitloopen ! Armzalige nietigheid, ijdelheid der ijdelheden ! Hoe kleinzielig komen mij nu onze politieke kampen voor, hoe onbeduidend schijnen mij de zoogezegde staat-kundige mannen, hoe belachelijk de moeite die men zich geeft om tôt eenen benijden stand te geraken of een beetje fortuin te vergâren. Meer nog dan tijdens mijn leven, vind ik diep ver-achtelijk de middelen die gewetenlooze lieden aanwenden om een ietwat aanzienlijk personaadje te worden, olm eene zekere macht te verwerven. Hoe dikwijls zet men zijnen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Gent von 1915 bis 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume