Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

583 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 07 November. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Konsultiert 27 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/z31ng4jj4n/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ZONDAGSBLAD ZOMDAG 7 NOVEMBER Î915 Bijblad van " YOORUIT „ M 5 Nr 34 Prijs : 5 centiemen Van een Muizeken (1) Er was eens een lief, kiem muizeken, dat Bellootje heette en, in een hoogen berg, heel diep onder den grond woonde. In dien berg woonden nog andere inuizen, allen neven en nichten van het kleme, gnjze Bellootje. Zij was het jongste en ook het schoonste muizeken uit den berg, en al de andere muizen waren trotsch op hun nichtje en verwenden het, zooveel zij maar konden. Zei Bellootje « piep » dan roemden de andere muisjes haar fijn stemmetje ; zat zij op haar staartje, dan proest-ten zij het uit van lachen en, speelde zij m 't zand, met de andere muizekens, dan prezen zij allen de vlugheid en de behendigheid van hun troetelkindje. Dat was niet verstandig van de neven en nichten, want, het door îedereen geloolde en geprezen Bellootje werd een verwaand beestje en meende, dat zij veel meer waarû was dan al de andere muizen uit den berg. — Ik moet van edele afkomst wezen, zei de hoovaardige Bello, ja zeker, ik stam van menschen af en daarom ben ik veel vlugger, veel schooner en veel geleerder dan andere muizen. Maar op een nacht, kwam een vreemde Muizer, op be-zoek bij de muizen in den berg. Hij was groot en sterk, had een langen, kalen staart, een stijven, rechtopstaanden knevel en zag er barsch en vervaarlijk uit. Hij had veel gereisd en veel gezien en gehoord, omdat hij lang onder menschen had geleefd. Hij kon vertellen, uren lang, van boeren en werklui, van hertogen en graven, van oorlogshelden en geleerden en had zelfs eenigen tijd bij den kluizenaar, op de helling van den berg, 'gewoond. — De kluizenaar, wie is dat? vroegen al de muizen. — Dat is een oud man, zei hij, met een witten baard en eene lange, bruine pij. Hij woont heel alleen en afgezonderd van menschen en dieren. De nachten brengt hij in diepe studie door en, over dag, hoort hij allen, die hem hulp of raad komen vragen. Hij heeft den leeuw genezen, die met den poot in een doorn had getrapt en aan de jonge prinses, dochter vari den koning, leert hij de namen van de bloemen der aarde en die van de sterren boven ons hoofd. De muizen zeiden niets, maar luisterden met opgeheven kopje, naar wat de Muizer verder zei. — De kluizenaar was heel goed voor mij en wilde mij bij zich houden in zijne kluis ; hij zxm mij menschenmanie-ren leeren, vertelde hij, en mij onderwijzen in allerhande wetenschap, want, hij zegt, dat muizen even goed als menschen, vatbaar voor onderwijs zijn, maar ik heb hem vriendelijk bedankt, en, toen hij mij zeide, dat er nog vele muizen in den berg woonden en dat er vroeg of laat toch een uwer bij hem zou komen, toen ben ik wegge-loopen omdat ik kennis met u allen maken wou. (1) Met toestemming der uitgeversfirma : I. Vanderpoorten, Gent, overgedrukt uit : Sprookjes en Vertellingen. — En waarom zijt ge niet bij den kluizenaar gebleven? vroeg het lieve Bellootje en lachte vriendelijk tegen den Muizer. — Och ! zei hij en schudde ernstig zijn kop, — omdat ik liever een volmaakte Muis, dan een halfslachtig mensch wou zijn! De kluizenaar is zeker heel wijs en geleerd, maar hij heelt het mis met de muizengeleerdheid, zooals hij later wel ondervmden zal. Bellootje zei geen woord, maar dacht : — Morgen ga ik naar den kluizenaar, en ze liet den Muizer uitvertellen, die verder en in deze voege tôt het gezelschap sprak : — Neven en nichten, laat mij bij u in den berg komen wonen, ik zal u niet lastig vallen, maar mij een holleken graven, waarin ik stil en afgezonderd van de wereld, mijn muizenleven leven zal ; ik wil mij onder u een vrouwken zoeken, dat thuis blijven en mijn eten koken zal, terwiji ik met u uitga ; want, vrienden, overal weet ik den weg : op de graanzolders van den koning en m de schapraai van de keukenmeid en hij trok een oogsken naar Bellootje, die naar hem opkeek, maar geen gebenedijd woordeken uit haar mondje vallen liet. Al de neven en nichten riepen : « bravo » en dânsten poot aan poot om den Muizer, die ineedanste. Toen het heele gezelschap van : « Pater, gij moet kiezen gaan », zong, liep hij naar Bellootje en kuste haar op beide haar oorkens. — Bellootje, fluisterde hij, Bellootje, wilt gij mijn vrouwken worden? — Ik zal u een holleken graven, in het warmste hoekje van den berg, ik zal zijde halen bij de zijderupsen en om wol gaan bij den schapeboer ; daar zal ik den vloer van ons huizeken mee dekken en aile dagen zullen wij wittebrood eten en 's zondags rijstpap met veel suiker, juist zooals ze 't in den hemel doen. Maar het hoovaardige Bellootje schudde met haar koppeken en liep weg, zoo vlug ze kon. — Wat denkt die lompe Muizer wel? zei ze bij zich zelf, hij is een boer en ik ben eene dame, als ik trouw, moet het met den koning zijn! Van nacht loop ik weg, naar den kluizenaar in 't bosch. Zoo gezegd, zoo gedaan. Bellootje ging aan 't graven en aan 't knagen, dwars door den berg. Met haar pootjes en haar tandjes, maakte zij er eerst een gaatje in, en toen het groot genoeg was, stak zij er haar kcppeken, toen haar lijfje en eindelijk haar staartje door, zoodat zij nog voor zonsopgang op den smallen wegel stond, die door het dal, naar het bosch opkronkelde. Een enkel • ' ' .:je, dat vroeg was opgestaan om een nieuw liedjë aan zijne kinderkens te leeren, zat op een elzetak en schaterde heel luid van : Fink! Fmk! Fink! Finker link ! Fink ! Fink ! — Vinkje, vroeg hem Bellootje, kunt ge mij zeggen, waar de .duizenaar woont? — Me4, plezier, antwoordde de vink, keer uw kopje naar rechts en volg altijd den oever der beek, dan komt ge er van zelf, de kluis staat onder den ouden noteboom, ze

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Gent von 1915 bis 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume