Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

873 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 16 April. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Konsultiert 11 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/3n20c4v23v/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

ZONDAGSBLAD Bijblad van " YOORUIT „ ZONDAG 16 APRIL 1916 Nr 57 Prijs 5 centiemen Verdwenen Toondichters KLEINE STUDIËN III August Gevaert (Slot) In de rij der Belgische opera-componisten van zijnen tijd staat August Gevaert vooraan en overvleugelt zelfs velen die na liera kwamen. Zij, die weten, wat eene massa geestes VVerk en tijdopoffèring liet schrijven van een opéra ver beeldt, begrijpen aldus gemakkelijk wat moed en zielskrach Gevaert moest bezitten om io opéras te voltooien, met eei totaal van minstens 20 bedrijven! En dan spreken wij no| maar enkel van zijne tooneelgewrochten, die ons ter ken nis kwamen en die wij daar straks aanduidden. Toen Gevaert in zijne jongelingsjaren te Gent woonde ei liij enkel zijn boerenvlaamsch sprak, waren er ijverzuchtiger en dwazen, die Gevaert spottend noemden : «'t Boerken vai Huysse» (Gevaert's geboortedorp); maar ze dachten voor zeker niet, dat uit dien eenvoudigen Vlaming een man aar 't opgroeien was, die eens om zijn wonderbaar talent en zijnt ongemeene vruchtbaarheid gevierd en belauwerd zou zijr geworden. En gevierd en belauwerd werd Gevaert in zijn kunste naarsleven, voor al het goede en het schoone, dat hi rond zich strooide. Wel zou men misschien het feit kunnen betreuren, da Gevaert al zijne opéras op Franschen tekst schreef. Hieroj zullen wij antwoorden met de enkele regelen aan te halen die wij vroeger in de pers dienaangaande lieten verschij nen (1): « 't Mocht natuurlijk in 't belang onzer Vlaamsche toon kunst wel anders gegaan zijn; doch, men dient rekenschaf te houden met den toestand, waarin Gevaert zich op manne-lijken leeftijd bevond: i° zedelijke en stoffelijke steun ont-braken bijna totaal om een Vlaamsch opéra in de Vlaamsche steden voor het voetlicht te brengen... Verre dus nog et aan te denken zoo een tooneelwerk te schrijven ; 2° door zijn jarenlang verblijf te Parijs, àlwaar hij orkestbestuurder van de Opéra-Comique was, leefde hij in eene uitsluitend Fransche omgeving. Kon er, in zulke omstandigheden, spraak zijn van Vlaamsche muziek te schrijven of Vlaamsche opéras te componeeren ?... « Met den besten wil, kon dit niet ; 't ware vruchtelooze moeite geweest, en daarbij, wie zou in dien tijd een Vlaamsch opéra gezongen hebben ? Gevaert was dus wel gedwongen op Franschen tekst te werken, wat echter niet naliet, dat hij meer dan eens in zijne opéras zijn Vlaamsch gevoel, zijn Vlaamsch karakter lucht gaf! » , Wat echter méér te betreuren blijft, is de vergetelheid, die over Gevaert's tooneelgewrochten is gegaan ; want hoe-veel personen der huidige generatie hebben ooit een opéra van Gevaert zien opvoeren? Zij zijn zoo lutte] in getal ! (1) Zie het veertiendaagach blad: De Vluy, Gent, 1 October 1909. Zells de namen zijner werken zijn voor velen gansch onbekend! (1) En is het niet erg te bejammeren, dat er aldus eene massa van geesteswerk, van kunstarbeid onder 't stof der bibliotheek van den Grooten Schouwburg verborgen ligt, — dans Voubli et la solitude, — zooals ons eens een Fransch toonkundige zegde? Waarom worden Gevaert's zangspelen, waarbij zooveel muzikale schoonheid te geoieten is, niet meer opgevoerd? Heeft men geen kunstzin, geen muzikalen smaak meer?... Ja en neen! De zin en de smaak bestaan wel ; doch voor werken van eigen kunstenaars blijft daarvan niet veel te bespeuren, omdat men doorgaans meer aan zekere vreemde... nouveautés de aandacht leent. 't Ligt zoo in den aard van veel menschen, steeds naar nieuwigheden te hunkeren, als ware het bestaande het bekijken of het aanhooren niet meer waard. Zoô gaat het in de wereld en 00k... in de kunst! Ook menig schouwburgbestuurder, die meer bedacht is op het vullen van zijnen... -porte-monnaie, dan op de kunstbe-vordering en de ontwikkeling van het schoonheidsgevoel des volks, volgt de verkeerde neiging in en bederft aldus den muzikalen smaak. Wat raakt het overigens aan meer dan één tooneelonder-nemer, zoo een dier bedoelde nouveautés als muzikaal werk niets om het lijf heeft ? Als het stuk maar met eene bluf-fende tooneelschikking de onnoozele gapers in den schouwburg lokken kan en de «kas» er wel bij vaart, dàt is voor hen de eenige belangstelling ! * * * Laat ons nu even Gevaert als koorzangcomponist beschou-wen. Ook in dit vak, — stellig niet het gemakkelijkste der toonkunst, ■ heeft Gevaert getoond een meester te wezen. Wij hoeven, denken wij, zulks zelfs niet nader te doen uit-schijnen, want ieder zanger onzer koorzangkringen draagt de namen van Gevaert's koorgezangen op de lippen. Vooral de ouderen van jaren moet het nog levendig voor den geest staan, hoe zij voorheen met SaùV's Lierzang, De lersche Uitivijkelingen, en meer andere van Gevaert's werken naar geduchte zangkampstrijden trokken en meer dan eens zege-pralend met de eerste prijzen terug naar Gent kwamen ! Als koorgewrochten, die wij aan de vruchtbare pen van Gevaert hebben te danken, kunnen wij, onder meer, nog noemen : De Normen, Adieu à la Mer, Le Reveil, Jérusalem, La Fraternité, Les Proscrits, De Tooveres in Keulen's Kel-•der, La Banniere, De Maagd van Gent, de twee cantaten : De Nationale Verjaardag en Le retour de l'Armée, en Naar Wijd en Zijd, dat Gevaert eenige jaren voor zijn overlijden toondichtte, en waarin wij nogmaals het oud Tabak-liedeken, waarvan wij vroeger spraken, terugvinden. Ook als liederencomponist mag Gevaert niet stilzwij-gend voorbijgegaan worden, vooral voor hetgeen hij op het gebied van Vlaamschen zang voortbracht. Mochten wij Gevaert niet als eigenlijk Vlaamsche opera-componist beschouwen, toch schonk hij ons Vlaamsche koren en liederen, waarin hij ten overvloede bewees, dat zijn ka- (1) Als uitzondering kan hier de één-akter le Diable au Moulin aangehaald worden, die v66r jaren nogeens te Gent voor het voetlicht kwam.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit gehört zu der Kategorie Culturele bladen, veröffentlicht in Gent von 1915 bis 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume