spreekt II van de Kereis van 't front, van 't Vaderland, zijne verdedigers, zijne verraders.
Terug uit Verlof.
Hij kwam terug uit verlof de krauige kerel. Met groote stappen richtte hij zich in de middagzon naar het dorpje X... Daar immers waren zijn korps-, zijne compagnie, zijne gezel-len. Onderwege dacht hij na, hoe de vrienden hem hadden ...