Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk

951 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 20 Janvrier. Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk. Accès à 04 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/xp6tx3718z/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Vierde jaargang Nr 10. Prijs 6 centiemen. Zondag 20 Januari 1918. HOOFDREDACTIE : VROUWENSECRETARIAAT met medewerking van het Algemeen SECRETARIAAT en het werk der VOLKSBIBLIOTHEKEN « DE STRAAL ». ÂLLERLEI Beheer : PEPERSTRAAT, 17. —«o»— ABONNEMENTEN: PER JAAR fr." 3,25 ZES MAANDEN . . » 1,60 DR1J MAANDEN . » 1,00 Weekblad voor ons Vlaamsche lfolk. INHOUD: Christus, het Hoofd. — Monica. — Het Boorlingske. •— Wie leeft er langst ? — Sneeuwgedachten. — Brieven-bus. — Vergelding (8e vervolg). — Luim. — Voor-drachten en Lessen. Christus, het Hoofd. Ile ben de Weg, de Waarheid1 en het Leven. Paulus, die dieper en helderder dan eenig ander apostel zijnen Christus erkend heeit en van Hem verlicht en vervuld was, noemt Hem « Ons Hoofd ». Een groot woord. De geheele menschheid tôt een hoofd gebracht, onder een hoofd vereenigd : Christus. Er ligt een won-derbaar diepe gedachte in dit woord. In den beginne stond ailes onder een hoofd : den eeuwigen God. Hemel en aarde, engelen en menschen, tijd en eeuwigheid. Ailes stond onder de heerschappij van den zoon Gods : « Ailes is door het Woord ge-schapen, — in 't Woord was 't leven, in 't leven was 't licht der menschen. » Daar trad het licht eene macht tegemoet, om zich de heerschappij toe te eigenen : de zonde. Zij scheurde ailes uit elkaar, scheidde^God van de menschen, vernielde den heerlijken bouw der schepping en verspreidde zijne ledematen. In goddelijke liefde besloot toen de Hemel, om ailes weder onder een hoofd te vereenigen, schooner en heerlijker nog' dan 't in den beginne geweest was. God wilde de zondige wereld hernieuwen in Christus, het hoofd. Een diepzinnig, geestvol beeld, gelijk aile beelden van den Bijbel. Zij zijn geen holle klanken, maar werpen stralen af van 't schoon-ste en helderste zonnelicht. Hoe eenig mooi beheerscht ons hoofd ge-heel ons lichaam. En nog veel wondeflijker toeft daarin de ziel. De harp van ons zenuw-leven vindt in 't hoofd haar hoogste en kunst-rijkste einddoel. Het systeem onzer aderen vindt daar zijn hoogste voltooiing. Zoo zijn wij 00k volgens 't woord van den Apostel verbon-den met Christus, maar nog veel krachtiger, schooner, volmaakter. Tôt Hem moet geheel ■ons leven en streven leiden ; ieder zenuw van ons zieleleven moet met Hem verbonden zijn. Ieder geloofspunt onzer Kerk is niets anders dan een lichtstraal van Zijn hoofd ; achter ieder artikel onzer Apostolische geloofsbelijdenis staat Christus met Zijn gezag en met het licht Zijner Godmenschelijke persoonlijkheid. Ieder Sacrament, dat wij ontvangen, is eene liefdegave van Christus, ons hoofd. De laàtste aflaat onzer gezuiverde ziel is slechts een echo van 't woord van Christus aan 't Kruis : « Nog heden zult gij metMij zijn in 't Paradijs. « Onze geheele godsdienstige wereld- en levensaanschouwing vloeit voort uit het won-derbare hoofd Jezus Christus; aile paden en wegen komen tôt hem terug, Hij leeft in Zijne Kerk en in ons. De levende Christus moet in ons dagelijksch leven over ons zweven. Wij moeten als Chris-tenen' opblikken naarZijn Hoofd. Dat Hoofd is met doornèn gckroond : dat spoort ons aan met Hem den Kruisweg te volgen; dat Hoofd is verheerlijkt : dat spreekt ons van onze toe-komstige zegepraal. Van Hem alleen gaat aile ware leven uit, want Hij alleen is voor ons « de Weg, de Waarheid en het Leven». Raadpleeg de ouderlingen ; zij hebben reeds een groot deel van den levensweg bewandeld en zullen u verhinderen er op te verdolen. Monica. I. — EEN DIEFSTAL. Hippoliet Franckx was een dier oude, nu zoo zeldzame houtbewerkers van goeden smaak, die zoo voortreffelijk hun vak verston-den en beminden. In het langs de straat ge-legen werkhuis arbeidden een vijftal knechten, door liefde, onderdanigheid en eerbied met hunnen meester nauw vereenigd, en door de openstaande deur van een belendend kamertje, kon men twee meisjes zien tapijtsieren : de eene, Franckx' eigen dochter Martha, en, indien de andere, Monica, het kind niet was zijner bedstede, beminde hij het misschien wel des te liever, en, evenals zijn neef Tavernier, was het zijn leerling, die hij naar al de mees-ters van zijn vak had opgeleid. Toen hij nogjonggehuwdwas, had hij het kind als een vondelingje opgeraapt en na vruchteloos ingestelde opzoekingen, behield hij het bij zijn pasgeboren meisje. Sedert dien waren ze beiden samen opgegroeid, hadden samen geleerd, gespeeld en gewerkt; maar terwijl de weeze, in de fijnheid van haar gelaat en bouw, als een juffrouw voorkwam, was de andere werkelijk het werkmeisje, uit een werkersgezin geboren, dat over gansch zijn wezen die voorbarige ver-moeienis droeg, en eene bijzonderlijk van haar moeder geërfde grofheid van beenderen en omlijning. Want in de moeder lag een boersch-heid en alledaagschheid, die met de eenvou-dige ideëele kunstenaarsfiguur van den vader, storend afstak. En die adelende fijnheid der weeze, maakte haar zoo bemind bij den vader, dat deze scheen, de soms haatdragende blikken zijner uit plicht geboren dochter, op die, uit liefde aangeno-mene, niet te hebben bemerkt noch de koelheid der moeder jegens Monica, noch de herhaalde bezoeken van den neef Tavernier, wiens voor-komendheid meestal Monica gold, dezer zicht-baaroverlegde teruggehoudenheid, en Martha's afgunst, aan de opmerkzaamheid der werk-lieden niet was ontsnapt. II. 't Was nu in April der verledene Lente, dat meester Franckx eene prachtige meubleering te herstellen kreeg. Ondei de kunstvoorwerpen bevond zich een hoog-kunstigen zetel, welke aller aandacht trok, en dan 00k aanstonds door den meester zelve, zorgvuldig werd uiteen-gedaan; en zie bij het losmaken van het zij den deksel, onthulde hij een ding dat hem deed opspringen en naar welk aile hoofden zich keerden. Het was een omslag, zeven-en-dertig titels bevattende, die, aanstonds geteld, eene waarde daarstelden van achttien-duizend twee-honderd frank : het waren titels, die door den eigenaar hadden geborgen geweest, en wier aandeelbiljetten sedert verseheidene jaren niet waren afgescheurd. Lang werd de zaak nog besproken, en 's namiddags zou meester Franckx de waarden den eigenaar gaan be-stellen ; intusschentijd legde hij ze in de schuif der kas. En vreugdig over de goede daad was hij dan vertrokken, doch na eene halve uur afwezig-heid, zag men hem met een gerimpeld gelaat en doffe oogen terugkeeren. Iedereen ver-schrok. Hij opende de « oude commode », en koortsachtig woelde hij in de papieren die erin neêrgelegd lagen. Doch niets vond hij. Na een oogenblik twijfel, riep hij bevend de keuken-meid tôt zich, en murmelde in spijtigheid, doch onverstaanbaar : — Neen. Gij niet kinderen?... Ik weet het.... Ik zie het Doch wie?.... wie? wie?... En hij verhaalde in droefheid en bij aller spanning van aandacht hoe ze allen wel zeven-en-dertig titels hadden geteld — 't geen ze nog bevestigden — en hoe, bij den eigenaar geko-men er maar twee-en-dertig in den omslag meer staken.... De eigenaar had hem ailes willen kwijtschelden, doch hij wou niet omdat hij eerlijkwas, en....ailes wilde weten. En nu, in den werkwinkel was het een angst, en ge-smoorde gesprekken, en aile mogelijkheden werden aangehaald, besproken, onderzocht en verworpen— En toen de werklieden vertrokken, beval hun meester Franckx het strengste stilzwijgen Doch zijn vrouw, toen ze gehoord had dat haar man zinnens was, in geval dat de titel-stukken riiet gevonden werden er andere te koopen, aangezet misschien door haar ge)d-zucht, besprak met Martha het geval, venijnig en verdachtmakend. III. — DE BETICHTING. Vrouw Franckx streed nu tegen eene ondf r-stelling die bij haar al langs om meer veld won.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Allerlei: lezingen voor het kristene Vlaamsche volk appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Gent du 1914 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes