Belgisch dagblad

1107 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 26 Juillet. Belgisch dagblad. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/0v89g5h48f/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

le Jaarganjç WOENSDAO ©G JtTLÏ 1916. 3Vo. 2GS; abonnementen. Per 3 maanden voor Nederland | 2.50 franco per post. Losse ftummers: Voor Nederland 5 cent; voor Bnitenland 7Vi cent. Den Haag, Prinsegracht 39, Telefoon Red. en Admin. 7433. BELGISCH DAGBLAD Bestuurders: Dr. TERWAGNE — CH. HERBIET. Hoofdredacteur : L. du CASTILLON. BUREAUX OPEN VAN 9 TOT 12 URE EN VAIT2 TOT 4 URE. / — V AD VERTENTIEJT. - Van 1—5 regels f 1.60: elk# regel meer f 0.30 ; ~ Reclames 1—5 regels I 2.50; elke regel meer f <3.50. London : Dixon Houso Lloyds Avenue E C. Parijs: 7 Avenue d'Antin 7. DUITSCHLAND IN HET NAUW. „Als er geen brood meer op de tafel is, ia'n vliegt de liefde door deuren en vensters uit," zegt een raak spreekwoord, dat maar al te dikwijls in het gewone leven onder veél spektakel en duiveljagen be-waarheid wordt. Eveneens zal de liefde voor moeder „de Staat" tanen en verbleeken, als deze geen voedsel meer in de kribbe of staatsruif heeft. Het heftige Duitsche patriotisme heeft dan ook een koel bad ge-kregen, wijl in de lieve „heimat" de magere koeien van Nachubedoneàor gestald zijn. Met dreunende stemmen roept het volk om degelijk voedsel voor zijn kinderen, en slingert thans zij drievoudigen vloek tegen de Pruisische leus: „God, Koning en Vaderland:" Im diistren Auge keine Thràne, Sie sitzen am Webstuhl und fletschen de Zàhne, „Deutschland, wir weben dein Deichentuch, Wir weben, hinein den dreifachen Fluch— Wir weben, Wir weben! Ein Fluch dem Gôtzen, zu dem wir gebeten, In Winterskâlte und Hungersnôthen; Wir haben vergebens gehofft und geharrt, Er hat uns geafft und gefoppt und genarrt— Wir weben/Wir weben! Ein Fluch dem Kônig, dem Konig der Reichen, Der unser Elend nich konnte erweichen, Der den letzten Groschen von uns erpresst, Und uns wie Hunde erschieszen lâszt— Wir weben, Wir weben! Een volk dat hongert redeneert noch twist niet meer. De kreet om levensvoedsel echoët langer en feller vdan het kanonge-dreun, overdavert de oorlogsberichten en kalmeerende woorden van autoriteiten. Een beroep op den goeden wil van het volk om zijn honger wat te stillen, zijn nooddruften te beperken, baat niet meer. Zal nu de ijzeren Duitsche vuist, die vroeger zooge-weldig kon hameren, thans bij machte zijn, om de opstootjes en onlusten te smoren, <J<_ lictixi-tyi... i ' ■>, ' - <•-- — smachten! In het verleden waren er de echte strij- ders voor vrijheid niet gelukkig. * * * Met geestdrift trokken voor een goede lionderd jaar jonge en oude mannen op i tegen het despotisme van Napoléon en meenden ook in eigen land het Pruisisch absolutisme den kop in te deuken. Napoléon werd overwonnen, het Pruisische jtik ech-ter zegevierde en het knellend Pruisisch staatskleed werd nauwer toegehaald. In eigen land werd de persoonlijke vrijheid nog erger gekortwiekt. En toen bij den dood van Kotzebue jeug-dige studenten en professoren even de revo-lutietrompet opstaken, werd te Kônigs-berg, Jena en in andere unversiteitsteden snel met de ijzeren vuist ingegrépen. Censuur en politie doofden het revolutievuurtje, dat spoedig op een sisser uitpifte. Eveneens in 1848. In de meeste^ staten werd de verouderde boel omvergegooid, afge-broken met middeleeuwsche gebruiken en instellingen. Het roerde en poerde even in de Duitsche gouwen, maar de van God bege-nadigde ' militaire aristocratie ônderdrukte snel. Ook in de jaren 1866 en 1870 waren de vrijheidlievende geesten niet gelukkiger. Naar vreemden bodem moesten zij vluch-ten, om niet onmiddellijk neergesabeld te worden. Andere werden in de kerkers opge-sloten.De Regeering wilde immers voor goed de socialistische beweging der arbeiders strem-fflen, met hun hoofden Eiebknecht, Bebel, Hepner, enz. in de gevangenis te duwen. Doch al deze geweldenarijen brachten integen-deel na 1870 nieuw leven in het lijdende Hchaam van het socialisme, dat vooral in de laatste jaren krachtig opbloeide. In 1910 op het socialistische Congres van Maagdeburg durfde Bebel uitroepen: „Wenn es gar dazu kommt, dass 1912 oder sonst wann ein europaisches Kriegsgewitter heruntersaust, denn sollt Ihr einmal sehen was Wir tun, wo Wir den Feind haben." Wie deelde Bebels geloof? Zijn geloof klonk al te bekend als een stem uit een reeds grijs geworden verleden. En hoe zeer Bebel zich bedroog, is in 1914 gebleken. Slechts Diebknecht, de waardige en groote zoon van zijn roemrijken vader, durfde protesteeren en voortdurend kopbieden. Maar met de kentering der 'wapens, met de behoefte aan levensmiddelen, is 'er ook een omkeer in denken en voelen gekomen. Eiebknecht, door zijn eigen partij een tijdje verguisd, krijgt thans veel aanhang. Zijn heldhaftig optreden, zijn aanklachten vinden thans een echo bij het volk, dat sedert het begin van den oorlog met het verblinde militairisme meehep. Het volk, dat den echten volksman den rug toekeerde, heeft zich de oogen uitgewreven, ziet klaar en helder den waren toestand in: „Wir sie-gen uns tôt." * * * De levensmiddelennood heeft het Noor-den met het Zuiden in heftige wrijving ge-bracht. Zelfs oude koeien werden uit de sloot gehaald en de oude veten lijken verre van vergeten. Zoo hield onlangs de voorzitter der Bei-ersche boerenvereeeniging dr. Heim een heftige redevoering, waarin hij de Noord-Duit-sche staten aanviel en ook de rijksregeering niet spaarde. „De zwaarste doodzonde van ons Duitsch leven," zeide dr. Heim, „is de bureaucratie, die geen God naast zich duldt die bij den rijkskanselier begint en bij het minste ambtenaartje ophoudt.'' Hij verweet ver-der de regeering, dat zij voortdurend beun-haasde en parafrafen en verordeningen en hekelde het dilettantisme en gebrekkig or-ganisatievermogen.Ook over v. Batocki was, dr. Heim slecht te spreken. ,,Deze kwam, zag, maar overwon niet. „Wij hebben heel duidelijk met hem ge-sproken, hebben hem zooveel voorgehoudin o.a. de geschiedenis van het onwettig ge-malen meel in Noord-Duitschlarid en de président (v. Batocki) heeft dat erkend en is niet met de verwachte koffers vol reuzel, boter en eieren naar Belijn teruggekeerd." Niet alleen komen Noord en Zuid in bot-sing, ook hariewart het in de Bondstaten, wiueirii'^fiP§cteiiiiî1£,ft11 alleen en vô6r alles De strijd tusschen de dorpers en de ste-delingen, groote eigenaars en uijveraaçs, bezitters en proletariers ontw; "it heftiger dan ooit. De Gods vrede lijkt gestoord en ! men schudt reeds aan de pijlers van den tem-pel der orde waarvan de zuilen reeds waggelen. De klassenstrijd, die met deh oorlog scheen gebluscht te zijn, laait thans heviger dan ooit. . De socialisten, die op eenige uitzondenn-gen na; hand in hand gingen met de nationale en Uebernationale partijen, houden zich thans terug. Ook de annexatieplannen hangt men niet meer aan de klok. De Rijksregeering durft haar doelwit niet meer omlijnen. Afwachten heet nu de boodschap en het vel van den beer wordt niet meer geveild. Nog van grooter beteekenis is het feit, dat het volk het leger durft afbreken,- het leger, dat tôt hier boven de individuen, ja, boven aile wetten troont en tucht. Het volk durft Biicliners woorden: „Vrede aan de hutten, Krijg aan de Paleizen!" her-drukken.„Wat zijn deze grondwetten m Duitsch-land? Niets dan het dorre stroo, waaruit de vorsten de graankorrels voor zich hebben uitgeklopt. Wat zijn onze Staten Generaal? Niets dan langzame zware karren, die men wel eens of tweemaal der roofzucht van de vorsten en van hun ministers tusschen de banen kan duwen, maar waaruit men nooit een vasten wageburg der Duitsche vrijheid kan bouwen. " . • Bedroevend maar veelbeteekenend -is het als men in de hooger sferen geen tegenspraak meer duldt. Als men de edele woorden van oprecht edele menschen als Liebknecht, Foerster, Wolff, de radicale tegenstanders van Bismarksche en Treitsche tradities, smoort en verbiedt. Uit deze feiten mag men gerust beslmten dat de Duitsche vos een kloof in zijn staart heeft. Hij zit in 't nauw. En wat zal het volk doen, na zoovele offers op het altaar van het Vaderland gebracht te hebben? Zal het volk weder als vroeger met ledige handen, huiswaarts keeren of zich richten tegen hen, die men voor niet ter slachtbank leidden. Caveant Consules; JAAK B00NEN. i HE TOESTAND Pozières was een zeer sterke stelling tusschen Albert. en Bapaume, Pozières was bovendien verdedigd door pruisische keurregimenten. Niettemin heb-ben de Lngelschen en Australiërs een groot deel van het dorp bezet en een 3 ^geIaJenC\ Semaakt- Te Pozières wordt steeds in het dorp gevoohten, doeh T°.or?e® ,Tan de Engelschen. Ook bij het Foureauxboseh en in de richting van Guillemont, in het eentrnm en den rechtervleugel hebben onze bond-genooten insgelijks terrein gewonnen Jamaner dat het slecht weder het nîfen. fcief verhindert. Aan de réchter Maasoever verbeteren de Franschen steeds hunne stellinaen « •Vooral rond Thiaumont. ïen Zuiden van het dorp Estreéa bij «e bomme vermeesterden zij eene batterij. De keizer, die het Westelijk front voor Rusland heeft verlaten, moet niet zeer fier zijn omdat zijne keurregimenten versla-gen worden door het ,,mdsprezen" leger. Aan het Oostelijk front zal hij geen be-teren toestand vinden. Aàn de Lipa zijn de Duitschers uit Galtsjaima verdreven. De Oostenriikcra doen het beter: zij geven er zich over. De Oostenrijkers anoeten ook meer en meer voor de Italianen bij de Astico wei-ken en de Sette Comuni. Belgiseb legerlterieM- 22 Juli. In de sectors ten Zuiden van Nieuwpoort en In de omgeving van Dix-muide is de werkzaamheid der artillerie 1 op beide zijden weinig levendig geweeet. De Belgische batterijen hebben een ver-nielingsvuur op de Duitsche werken bij Steensfxaete geopend dat nog blijft duren. links en Redits. Onthoudt de riamen uwer beulen ! Tegen den 'zin van flauwe Belgen, die leeren dat we het aangedane leed msoe-ten vergeven en vergeten, <H£gen wij nooit vergeven, nooit vergeten wat de Duitsche beulen in België hebben ge -daan. Aan onze kinderen zuilen wij leeren haten Von Bissing, den uitzuiger en uitperser van België, Sauberzweigr den beul van miss Cavell, Beauck en ande-ren, Keim, den beul van Mertens, Man-teuffel, den brandstichter van Leuven, Biilow en Schoumann, de bloodhondôn van Andenne, Bayer,, den vrouwen- en kinderjno.ordena'ar van Dinant, Bohn en Sommerfeld, de brandstichters van Den-dermonde, Stengcr, die onze gewonde sol-daten liet ombrengen, Nieher, den afper-ser en brandstichter van Waver. Wij zuilen ons herinneren wie Arschoot, Dix-mufde, Lier, Mechelen, Nieuwpoort en IJper verwoestte, Veurne, Loo en Po-peringhe beschoot. Vocr den Duitschen vreds. De secretaris van den Hollandschen an-ti-oorlogsraad is van zijne reis naar het Noorden terug. C'est du nord que nous vient la lumière... De man, die met een Duitsche pas naar Skandinavië heen en terug mocht reizen, meent dat de Dait-sche vrede, voorhanden is. Waar Ford mislukte zal de heer de Jong van Beék -en Donk slagen. Heeft die kinderachtig-heid nu reeds gonoeg geduurd? Aan de ^ Somme en aan het Oostelijk front wordt ^ over oorlog of vrede beslist en niet in c de Theresiastraat, Den Haag. Het schijnt dat er Belgen aangetroffen ' werden die ook-anti-oorlogsraden ten voor- c deele van hunne bloedvijanden. Moeten 6 wij misschien namen noemen ? 1 De bekentenis. j De opmerkzaamheid onzer lezers wil-len wij vestigen op het Duitsch legerbe- } richt van 24 Juli. Daarin is er spraak van een zoogezegd terugwerpen der En-gelschen in Longu.eva! door de Branden- ; burgsche grenadiers, die zich reeds bij Douaumont roemrijk onderscheiden heb-' Daaruit blijKt cens le meer ne uuut-trouwbaarheid onzer vijanden. Zij had-den iir.mers gemeld dat zij aan de Somme geene troepen uit den sector van Verdun hadden bijeengetrokken. Nu brengen zij zelf hunne leugens voor den dag. Wolff, Wolff. Het kasiee! „La Maisonnette". „La Mai^onnettë", waarvan dezer da-gen zooveel geschreven wordt, is een mooi Fransch kasteel, eigendom van Mevr. We. Victor Fernet. De kasteel - -vrouw, die een zestigtal jaren telt, heeft ^ het slot tôt in den laatsten tijd bewoond. ^ Zij verbleef er reeds in Augustus 1914 toen Von Kluck naar Parijs oprukte. Een harer zonen, schoonzoon van ge- , neraal de Boisdeffre, nam dienst in het ( leger. Het toeval" wilde dat1 hij ook naar de Somme werd gestuurd en er deel nam ' aan aile aanvallen, Hij ontving een brief uit Duitschland, hem meldend, dat zijne moèder en de oude dienstboden naar Duitschland waren vervoerd. Gerustge-steld over het lot zijner moeder heeft de , heer Fernet zonder deernis zijn kasteel van Maisonnette zien vernielen. De Kôinische Volkszeiturg en wij Wij hebben vergeten te melden, dat de Kolnische Volkszeitung, het orgaan van Bachem, Trimborn en andere keizerlijke katholieken den 6 Juli aan de Nederlandsche regeering de uit-drijving van de Belgische journalisten heeft gevraagd. Die vraag ging juist gepaard met de aanvallen van zekere Hollandsche journalisten tegen zoogezegde Belgische ,,an-nexionisten".Bachem, die de uitdrijving vroeg, voeg-de er bij, dat wij, Belgen, nog slechts een brijzelken grond bezaten. In andere woorden werd dit ons door zeker in België toegelaten blad van hier onder den neus gewreven, met eene hoffelijkheid die we appreciearen. Het is de eerste en de laatste maal niet, dat Duitsche en andere bladen de uitdrijving van Belgische journalisten eischen. Zij wachten zich echter wel het-zelfde te vragen voor Engelsche, Fran-sche en Italiaansche journalisten. On-noodig te zeggen waarom. De militaire voorberelding in Frankrijk. Dezer dagei\. heeft men in den Fran-schen Senaat beraadslaagd over de militaire voorbereiding der jeugd. De ^ rapporteur Henry; Chéron gaf een uiteen-zetting van de redenen, waarom het hem wenschelijk voorkwam, dat de militaire voorbereiding voor de jeugd ver-plichtend zou worden gesteld. Voorgesteld wordt om de voorbereiding van de voor den dienst goedgekeur-den van het lfle jaar af verpllchtend te stellen. De, opleiding zal dan worden ge-geven door de bestaande weerbaarheids-vereenigingen, e. a. De Senaat nam na een kort débat het Voorstel aan. Kan het bij,aonder initiia-tief met steun van de Belgische regeering, niets in dien asin doen voor de Jonge Bel-gen ? Russische suecessen. Fransche vorderingen te Verdun. — De Engelschen te Pozières. — Russische en Bialiaansche successen. Bezoek aan de gevangenen der Somme. c (Van onzen bijzonderen correspondent) \ Noord-Frankrijk, 18 Juli 1916. Ongeveer 20.000 krijgsgevangenen, ziedaar i ;en der merkwaardigste resultaten Van de t /-eertien eerste dagen oftensief aan de Somme, a Vanneer men daarbij in overweging neemt, 1 lat een groot deel der 120 kanonnen en c louwitzers door de Verbondenen buit ge- t naakt, door de bedienende manschappen ;onder verdediging in den steek werden ge- c aten; wanneer men ook verneemt, dat heele 1 :ompagnies voetvolk zich gevangen gaven a ;onder een schot tôt. weerstand te wagen, t lan moet men wel tôt dç overtuiging komen, t lat niet alleen de prachtige strijdvaardigheid \ 1er Verbondenen de Duitschers een gewel- ç ligén knak heeft gegeven, maar dat de worm d 1er ontbinding aan de militaire macht vaa 1; Duitscîliland knaagt. j] Dezer dageif viel me de faveur van een f >ezpek aan een krijgsgevangenpark te beurt. d il de militaire auto, die me over Amiens j, licht aan den Somme-sector bracht, kreeg ik c let gezelschap van een Nederlandsch con- \: rater, dien ik in de legerzone meer heb l intmoet. Beiden waren we zeer in onzen g chik ons te midden der krijgsgevangenen te :unnen bewegeh, om ons oor te luisteren te g sggen naar de beweegredenen, die hen tôt k let neerleggen der wapens hadden aangezet. n Onze auto hield halte aan een door twee s tagen pindraad afgesloten omheining. Hier s; /as het voctfloopig krijgsgevangenpark: eene d reide, voorzien van houten loodsen. De P )uitschers, die worden krijgsgevangen ge- o aaakt, worden eerst hierheen gebracht en fi mdervraagt. Hunne identiteit wordt ver- 1£ oestana net niimaii ucva ««inft- <_ ecundaire zaken te denken, worden de ge- v -angenen verder gestuurd naar de krijgsge- v 'angeukampen van Midden-Frankrijk en de a 'uider-departementen. Juist toen we aige- p tapt waren, kwam een nieuwe stoet krijgs- h revangenen aan. Er waren onder hen mannen b ;rijsbejaard 'von rond de vijftig en baarde- k ooze knapen van 18. Allen zagen er gehavend v ;n vermoeid uit en konden maar traag '1 rooruit, te meer daar onder den hoop ook t ;ekwetsten waren. Op hun ongeschoren s ;elaat stond verschrikking en verdwaasdheid g 'e lezen. Van de eenen branden de oogen coortsachtig in de donkere_ holten, van mderen was de blik dof als uitgedoofd door rervlogen illusies. Toen ze ons voorbij stapten rermeden ze onze blikken als beschaamd ïmdat het lot hen ontrouw werd. Neen, die ( îagen er niet uit als lieden, die blij zijn levend ian de hel van staal ontkomen te zijn, maar ils een kudde schapen, verrast door een , onweder. Aan den ingang van het park toonen we ; jnze autorisatie. Een reserve-luitenant stelt : dch welwillend tôt doel ons te geleiden. j Dp het gras liggen tientallen krij gsgevangenen ■ bunne stramme ledematen te koestereu in ( de zon; anderen repareeren met naald en 1 draad hun verscheurd grijs uniform, terwijl sen derde een windel draait om zijn door vcermoeienis beblijnden voet te verbinden. Een andere groep spoedt zich naar eene der loodsen. Hier worden de rantsoenen uitge-deeld: smakejijk wit brood, waarin de K.K. eters bijten als in honigkoek en kroesen koffie. Op het gelaat dezer uitgeruste lieden staat, zooals mijn militaire leidsman zich uitdrukt, de „filosophie du ventre" te lezen. Ja, 't is pas hier dat de zielkundige métamorphosé plaats grijpt. Terwijl ze zich kau-wend uitstrekken getuigt hunnen aanblik van hunne levensblijheid. Tusschen hen be-vinden zich mannen van verschillige divisies, van de meest diverse regimenten en van aile nationaliteiten der Germaansche Unie: Pomeranen, Beieren, Hessen, Polen, Prui-sen, Wurtembergers, enz. De luitenant laat me toe de gevangenen in hunne taal aan te spreken, alhoewel hij ze zelf maar - onvol-doende machtig is. Een oude Beier vertelt me met ver- betenheid : — Wij waren ten Zuiden van Hardecourt, in het Bois du Sabot. De vijând nam het bosch onder een helsch vuur. Het was alsof de granaten de aardkorst deden dansen. Zonder eenige beschutting moesten we daar stand houden. De' enkele dekkingen hadden onze officieren voor hun eigen veiligheid m beslag genomen, zonder zich verder om ons te bekommeren. Waar we ook in deverbm-dingsloopgraven beschutting zochten werden we door een stortvloed van granaten. over-vallen.En terwijl hij dit vertelt komt heel die scène hem voor den geest. En met bitterheid en verachting spreekt hij van de houding van zijn kapitein en zijner luitenanten wiens onwaardigheid hen in de armen der Franschen heeft geworpen. Ik ondervraag nog een jongeling van la jaar. In stramme militaire houding- beant-woordt hij mijne vragen. Zijne sectie bevondt zich op 800 meters af stand van de Franschen. Toen deze langs drie kanten kwamen opzetten verwachtte hii er zich aan dat het bevel tôt îet openen van het vuur zou klijiken, mnar ;ijne officieren bevolen geen weerstand te >ieden. Alhoewel nog piepjong heeft hij ;evochten in Rusland en 't laatst nam hij leel aan een aanval op heuvel 304 bij Verdun, vaar van zijne compagnie slechts enkele sol-Ifften heelhuids terugkeerden. Bitsig zegt dj dat hij van de plichten eens officiers ieta ieel anders verwachtte. Rondom ons hebben andere krijgsgevan-;enen zich geschaard. En zonder dat & hem îts vraag uit een Beier een zware aanklacht egen de Pruisen. De Beier moet niet lleeû vooraan in het gevecht zijn, klaagt tij, 't is ook hij die gedurig moet loopgraven elven en slechts rantsoen krijgt nadat de aaag van den Pruis is bevredigd. ' Aldus de aanklachten tegen het gedrag der fficieren. Doch er is iets erger de soldaten ebben het geloof in eigen zaak verloren. Uit 1 de verklaringen die ik vervolgens nog^op-am bleek de demoralisatie der Duitsch® roepen te overvloede; Voor den aanval op rerdun hoopten ze nog op een zegepraal der entralen. Na den hàrdnekkigen tegenstan<j er^Fransclien te Verdun stelden ze hunnê * . latste hoop in een eervollen vrede. Het liep i den mond dat de veste op 14 Juli, dag deï ransche Nationale feesten in Duitsche han-en zou vallen. Ook weer eene misrekening. faar nu dat de Russen doorbreken op het 'ostelijk front en de Verbondenen op het v'estelijk operatie-terrein, zien de vatt Lusland naar Frankrijk over- en- weer esjouwde troepen geen uitweg meer. De demoralisatie strekt aan de Somme de rootste ontreddering: troepen legden 50 ilometers af om het front te bereiken en îoesten den aftocht blazen zonder slag of :oot. Treinen met versterking kwamea echts aan als de afgematte bezettingea e loopgraven sinds lang hadden opgegeven. en regiment legde door de onkunde der fficieren vijf uren weg af om een punt van het ont te bereiken dat maar een uur verder ig. Ook daar waren de mannen reeds weg .XilXUVi V U.XA O _ ormt regimentan met allerhande overblijseleu an verschillige wapens en met vreemde anvoerders en een uitgebreid stelsel _ van olitie-verklikking kan slechts nog dieper et wantrouwen in de troepen werpen. Daar-ij komt dat de hongerkreten van vrouw eu ind van uit het Vaderland tôt in de loopgra-en doordringt en den oproer doet smeulen. ; Is nog niet den opstand, maar al de fac-aren van ontbinding maken van het Prui-isch militarisme een stelsel dat zijn eigea raf delft. In M M ter IMk Van onzen correspondent der Duitsche Biens). Langs de oostelij'ke grens krijgen wij vel andere getuigenissen, dan die van iardinaal von Hartman. Dezer dagen is e Enschede nog een Hollander aangeko-nen, die jaren in de buurt van Keur en had gewerkt, en er veel gèld had ,-erdiend. Toen hij vertrok kon hij f 7. laags verdienen, maar wat * baten hem ? gulden, als hij er geen eten voor con krijgen? Er is bij ons veel gejammer en me-ïelijden met die arme schaapkes van kin-ieren, die zoo'n hongersmart lijden; met lie blufferige, groote • menschen in dat. jrrosse Deutschland is het medelijden min-der. Een " bericht las ik dezer dagen nog, dat, ook weer van de Duitsche piers, dat nog niemand bij hun van honger was gestorven — Ik kan mededeelen, dat te Enschede al een flink gebouwde kerel, die wat lang in dat hongerland gebleven was, ook al weer om het geld dat er verdient wordt, nu reeds voor ruim eert week te Enschede is gestorven aan een; maagkwaal; oorzaak ongeregelde en slech-te voeding. Evenzoo een man, nog flink toen ik hem voor een paar maanden sprak en wonende in Gronau. Thans rust ook hij onder dé groene zoden m Goor. Wat doet Engeland. Gisteren werd het nieuwe Eû- v gelsche o o r 1 o g s cr e d i e t van £ 450,000,000 bij het Eagerhuis ingediend. Het is het grootste bedrag, dat ooit tegelijk door een regeering is aangevraagd, zegt de Times. Het is het twaalfde crediet tijdens den oorlog en het derde'van'dit jaar. Ilet tijdens den heelen oorlog verstrekte crediet wordt hierdoor op het fabelachtige bedrag; van £ 2,832,'000,000 gebracht (bij de 34 miliard gulden). Het vorige crediet was be-rekend op een uitgave van £ 4,750,000 pet dag. De indiening van het nieuwe crediet moest naar men uit McKennon's mededee-lingen weet, overhaast geschièden, doordat de uitgaven sedert eenigen tijd tôt £ 6,000,000 per dag zijn gestegen. De Times brengt in herinnering, dat in 1914-15 gemiddeld £ 1,500,000 per dag is uitgegeven en m 1915- • 16 S 3,500,000 per dag. Men voege hierbij de prachtige daden van de Britsche vloot en het (heldhaftig vooruit-rukken van het „leger van Kitchener aan de Somme.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à 's-Gravenhage du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes