De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland

773 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 23 Juin. De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland. Accès à 19 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/b27pn8z501/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

DE BELGISGHE Tweetalig WeeKblad van den Bond der Beigische Arbeiders in Nederland . * / Abonnementsprijs in Nederland : 75 cent per 3 maanden. - Redactie en Administrai : LAPIERRE, THERESIASTRAAT 49, 's-GRAVENHAGE. - Abonnementsprijs voor het Buitenland : f 1.50 par 3 maanden „L'Echo Belge" van 19 dezer publi-ceert een smakelijk artikel — goesting is koop — van Piérard tegenover één der onzen. Resultaat: honderd nieuwe lezers en twee nieuwe afde^lingen (Anna Pau-lowna en Leeuwarden). 't Is dat wij toeh altijd gezegd hebben: de bende maakt de propaganda voor on s. Dat men gerust voortga; wij zullen er ons niet over beklagen. De Vredesvraag in den schoot der Duitsche Sociaal-Democratie. 1. Het. standpunt der meerderheid. Op datum van 26 Mei wijdt de ,„Vor-wàrts", orgaan der meerderheid, een hoofdartikel, getiteld .„Doelbewuste Vredesarbeid'', aan de vredesactie der meerderheid. Zij schrijft: ..Inderdaad zelden wa,s een politiek zoo doel-bewust en fconsekwent als de vredesarbeid der Duitsche soeiaaldemokratie, die op hetzelfdo oogemblik ingezet werd, terwijl 'de landsverde-diging krachtdadig gesteund werd. In tegen-stelling met de socialistische partijen! der vij-andelijke landen waren voor ons landsverdedi-ging en vredesvoorbereiding steeds twee zijdeni van een en dezelfde zaak. Terwijl bij het begin' van den oorlog de Fransche en Engelsohe socialisten zwijgend de oorlogskredie ten stemden zonder die bizondere positie >der partij maar met een enkel woord toe te lichtem, vorderde de verklaring, waarbij de Duitsehe f sociaal-demokratisehe Rijiksdag-fraktie de oorlogskredieten goed'keurde, reeds op 4 Augustus 1914 ..zoodra aile zekerheids-waarborgen bereikt zijn en de viiand tôt vrede geneigd is" — „een vrede, die gesteund is op de vriendschap der nabuurstaten." Biji de stemmiing der tweede oorlogskredieten, 2 December 1914, werd door déni vertegenwoordiger der sociaal-de-mokratie opnieuw de grondstelling her-haald : „dat ieder volk recht op nationale zelfstan-digheid moet hebben" en „dat een heilzame ontwikkeling der volken alleen mogelijk is, zoo-dra eike natie verzekert de integriteit en de onafhankelijkheid van andere natiën niet aan te tasten." iT.ri de Rijksdagzi tting van1 10 Maart 1915 verklaarde Haase in naam der fractie, „dat een duurzame vrede alleen bereikt kan worden, wanneer het eene volk niet onderdrukt wordt door het andere." Eenige dagen later sprak Scheidemann in een vergaderinig 'te Nuremberg over de vredesvoorwaardenj: „Het moet tôt een duurzamen vrede komem. Geenl emkel oorlogvoerend lanid mag vemederd worden. Voor allen moet hjj eervol zijn." Tn de Rijksdagzi tting van 29 Mei 1915, ma de oorlogsverklaring van Ita-lië, ontwikkelde Scheidemann het socia-listisch grondbeginsel: „^at wjj het zelf-bestemmingsrecht van aile volken hoog-houden", nadat Ebert reeds denzelfden dag den door ons gewenischten vrede had ontwikkeld: „een vrede zonder onderdrukking; een vrede, die een duurzaam samenwerken van aile be-schaafde volken mogelijk maakt. £ In een bekendmaking vani 28 Juni 1915 verzet het partijbestuur zich op de scherpste wijize tegen aile pogingen en bekendmaking en ten gun&te van annexatie van vreemd grondgelbied en de onderdrukking van vreemde volkeren.... Het volk wil geen annexatie; het volk wil dem vrede! Twee dagen later werd in eem ver-zoekschrift va,n het partijbestuur en Rij'ksdagfractie aan den kanselier dezelfde grondgedachte omsehreven en waarin gezegd wordt, „dat de soeiaaldemokratie onder aile omstan-digh&den voor de zelfstandLgheid en. de onaf-hankelijkheid van aile volken- eni tegen aile aainexatiepolitiek optreden zal." Op 16 Augustus 1915 werd er door de Rijksdagfractie en het partijbestuur nogmaals opgekomen „tegen de annexatie van vreemd grondgebied en voor de herstelling van België." De vredesarbeid der Duitsehe party'i mm eens vastberaden voorsprong door de interpellatie die plaats greep déni 9en December 1915 en wanneer Scheide-m .n,n zegde : „Wij keeren ons beslist tegen allen, diedezen oorlog willen doen ontaarden in een verove- ringsoorlog. Even sterk verwerpen wij de ver-overingsplannen van vijandelijke landen tegenover Duitschland en zijne bondgenooten." Na Scheidemann bekrachtigde Lands-berg deze opvatting: „Wy willen de vernietiging van ons eigen volk verhin-deren; maar wy willen ook geen ander volk vernietigen. Op 21 December 1915 gaf Ebert dezelfde verzekering, wanneer hiji zegde: „Op dit oogenblik treden *# vooralsnog op tegen aile veroveringsplannen, die uitloopen op de onderdrukking van andere volken." In zijne Rijlksdagrede van 5 April 1916 zegde Ebert o.a.: „V<joruit verzetten wij ons op de meest be-sliste wijze tegen aile veroveringsiiazichten ... Pogingen' tôt verdrukking zullen wij vastbera-den bestrijd'en." Op 6 Mei 1916 sprak Gradnauer in naam der Rijksdagfractie de overtui-ging uit, „dat de wereldkrjjg alleen door overeenkomst, door vergelijk kan eindigen." Den 11 Octoiber 1916 legde David zich in den R;jksdag aan de onafhankelijk-heid van België vast. eni den 27 October sprak Ebert de verwachting uit dat de regieering niiets zal verz.uimen, „om tôt eenen spoedigen vrede te komen, die de levensbedangen der andere volken! eerbiedigt en de toepassing der internationale grondbe-ginselen voorbereid't, waardoor de besehaafde volken vain het onheil vani nieuwe oorlogen ge-spaard blijven." Dem 23 Februari 1917 verklaarde dezelfde reden'aar: ~ „dat de regeering aan de in haar nota van 12 December 1916 uitgesproken vredesgeneigd-heid vasthoudt en harerzijiLs bereid blijft on-derhandelingen aan te knoopen tôt een vrede, die de levensrechten van aile volken eerbiedigt en daarom de ivaarborgen van den vredesdunr in zich draagt." * * * 2. Het Antwoord der Minderheid. De „Leipziger Volkszeitung", orgaan der minderheid, beantwoordt in haar nummer van 15 en 16 Juni de vredes-politiek der meerderheid. Het antwoord draagt voor titel: De Waarheid over de Vredespolitiek der Regeeringssocia-, listen. Hier volgt het eerste artikel: , Sinds de uiteenizetting van het oor-logs- en vredesdoel vrij mag behandeld worden en niet meer onderworpen is aan de cen-suur, voornamelijk sinds de Rus-sische revolutie de vredesquaestie aan de dagorde gesteld heeft, werd1 tusschen de Al-Duitschen eni de regeeringssocia-i listen een geweldige perscampagne ge-; voerd over het oorlogsdoel en de vredes-voorwaarden.. Daarbij doeni de regeeringssocialisten het voorkomen alsof zij vanaf het begin van den oorlog een energieken strijd tegen de annexatiepolitiekers gevoerd en van de regering een openlyke bekente-1 nis voor eeni vrede zonder annexatie en zonder oorlogsvergoeding gevorderd hebben. Het pen en het ander zijn valsch. Van den herfst 1914 tôt de lente 1916 speelde er zich in den schoot der socia-listische rijksdagfractie rond deze quaes-ties een taaien en1 verbitterden sti*ijd af. Immer tevergeefs had eem minderheid, die van 14 tôt 44 rijksd'agleden aange-groeid was, er op aangedrongem den * strijd tegen de annexionisten van op de rijk&dagtribune energiek te voeren en den rijkskanselier nopens zijn oorlogs-L doel zoowel als zijn bereidwilligheid > voor een vrede zonder annexaties tôt L klaarheid te dwingen. Scheidemann, David, Ebert, Heine, 3 Legiem, Bauer en andere leiders der regeeringssocialisten, wisten tevens zul-j ke besluiten te ontduiken. Het werd den fractieredenaars verboden de vredesvraag in hun rede aan te raken en zij ! wisten het zoover te drijven, dat in den rijksdag tegen die annexatiepolitiekers x geen front kon gemaakt worden. Daarbij beriepen zij zich voortdurend op den wensch van den rijkskanselier en z;; vertegenwoordigers, die oordeel- 0 'den dat zulke openbare uiteenzetting met betrekking tôt het buitenland ach-terwege moest blijven. s Vergeefs bekampte de- minderheid r deze voortdurende stilzwijgendheid in aanpass'ing met den wensch der regee-ti ring en toonde aan, dat juist dat stil-zwijgen der soeiaaldemokratie nopens . deze gewiehtige vragen ongunstig op J het buitenland inwerkte en den/ duur r van den oorlog in de hand werkte. a De Regeeringssocialisten hadden de " meerderheid in de Rijksdagfraktie en dwongen de minderheid op basis van de n partijdiscipline tôt zwijgen in den !" Rijksdag. Dit voortdurend verbod van spreken voor de minderheid, terwijl spreken socialistische plicht was, .schiep plotse-ling eeni toestand, waarin een deel der minderheid, tegen den wil in der regeeringssocialisten, zelfstandig optrad met het gevolg, dat zij uit de fraktie uitge-sloten werd. De splitsing der sociaaldemokratische Rijksdagfraktie volgt uit het plichts-verzuim der meerderheid nopens de an-nexatie- en vredesvraag en diezelfde oorzaak was de basis tôt vorming van de Onafhankelijke Sociaaldemokratische Partij van Duitschland (Gotha, April 1917). Wanneer de regeeringssocialisten in hun perscampagne jjiet de All-Duit-schers en in hun opvattingen nopens de vredeskonferentie te Stockholm over al deze dingen zwijgen, zoo is dit van hun standpunt gezien verstandig; wanneer zij echter in tegenstelling met de waarheid beweren van begin af van den oorlog opgetreden te zijn zooals nu, dan voelen wij ons ged'wongen een verkla-ring te publiceeren nopens de ware positie der regeeringssocialisten tôt de annexatie- en vredesvraag gedurende het eerste oorlogsjaar. Een tijd lang wilden de leiders der regeeringssocialisten evenmin als de All-Duitschers van een vrede door overeenkomst weten; zij wilden ook den vrede door overwinning, die zou gedik-teerd worden op grond van militair geweld. Scheidemann schreef in zijn bekenden Nieuwjaarsgroet 1914-15 aan zijn kie-zers van Solingen woordelijk: „ .... Wij willen de plannen onzer vijanden ter schande maken, wij willen zegevieren." Evenzoo verklaarde Scheidemann eenige weken later, 4 Februari 1917, in de Rijksdagfraktie: „Ik geloof niet aan een ..remise", aan een onbeslist resultaat bij dezen wereldoorlog. Moest het daartoe komen, dan zullen wij slechts een vrede van 2 à 3 jaren bekomen." Terwijl de All-Duitschers ook nu nog hetzelfde zeggen, noemt Scheidemann ze heden in den Rijksdag „gekken". In een zitting van de Rijksdagfraktie verzette Scheidemann zich heftig tegen het voorstel, dat van de fraktie in den Rijksdag de vredesvraag zou ter bespre-king gebracht worden en dat de partij een vredespropaganda in het land zou inzetten. Daarmede traden de annexionisten op den voorgrond en de tegen-standers van den oorlog in Duitschland werden er uit getrapt. Het klonk drin-gend „want"; zoo heette het: ,,'de regeering verzoekt in die richting niets te onderinemeni, en wanneer wij het toch doen, dan loopen wij gevaar, dat onze organisaties bezwijken tengevol'ge de dwingelaiidij van het militair beiheer." David, Cohen, Schôpflin en Quessel bezigden d'ezelfde argumenten tegen de behandeling der vredesquaestie in den Rijksda"' en de aanbinding van een vredespropaganda in het land. Daarvan spreken zij heden niet meer. Wanneer aanvang Maart 1915 de Rijksdag weder vergaderde, verzetten zich de leiders der meerderheid ertegen, dat bij eerste lezing der begrooting een algemeene rede zou gehouden wordeni en vooral bekampten zij het idee vani in den Rijksdag over den vrede te spreken. Den 8en Maart spraken Scheidemann, David, Ebert, Cohen, Sûdekum, Molken-buhr, Legien en Bauer in de zitting van de Rijksdagfraktie in dien zin. Noch-tans besloot de fraktie, dat Haase bij de bespreking van de begrooting een rede zou houden, waarbij hij ook over vrede zou spreken. Den anderen dag trachtten Scheidemann, David, Legiem, Fischer en Robert Schmidt dit besluit, dat den avond te voren den Rijkskanselier was ter kennis gebracht, te niet te doen. Scheidemann zegde: ' „De Tijkskanselier heeft ons 'ten allerdrin-gendste verzoeht afstand te doen van de bespreking der' vredesquaestie." L De fraktie bleef bij haar besluit en : den 10 Maart sprak Haase over de begrooting en ook over den vrede en des a ride rend a. ags verklaarden vertegen-l woordigers der burgerlijke partijen, dat zulke rede geen aanstoot kon ver-wekken.De regeeringssocialisten waren dus s meer Roomsch dan de paus zelf. ) Haase had gevorderd, dat de Duitsche : regeering de vredeshand zou uitsteken voor een vrede, die geen enikel volk zou î verdrukken. î Den 17 Maart 1917 werd Scheide-3 mann door de Rijksdagfraktie gelast te î protesteeren tegen het annexatierequest der zes ekonomische verbonden en tegen de annexatierede van den président van het Heerenhuis, von Wedel-Piesdorf. Scheidemann, David, Gradnauer, Hilde-brand, Noske en Fischer verzetten er zich tegen en met 48 tegen 39 stemmen werd besloten er van af te zien. Scheidemann sloot zich daarbij aan de bewering van v. Wedel-Piesdorf aan, die ver-klaard had, <£it wij gelukt waren onze vijanden af te weeren en wanneer wij niets meer wilden dan vrede in korten tijd, dat daarmede Duitschland zich niet bevredigd kon verklaren — dus had hij volgens Scheidemann eigenlijk niets an-ders gezegd, dan hetgeen gevorderd was in de verklaring der sociaaldemokratische fraktie van 4 Augustus 1914, waarin ook van „waarborgen" gesproken werd. Scheidemann vond nogmaals, dat spreken over vrede van geen belang was; eerst moesten het onze Fransche en Engelsche partijgenooten doen. Hij sprak dan ook in zijn rede in den Rijksdag van 18 Maart noch tegen v. Wedel-Piesdorf, noch tegen de annexionisten, noch voor den vrede. Heden beweert hij, dat immer en bij elke gelegenheid ge-daan te hebben. Eerst in de Rijksdagzitting van 29 Mei 1915 trad Ebert even tegen de annexatiepolitiekers op en sprak in zijn rede over den vrede. Hij stelde aan de regeering de voorwaarde zich bereid te . verklaren tôt een vrede zonder annexaties. De meerderheid der Rijksdagfraktie bedankte hartelijk voor die voorwaarde en hare leiders gaven de formule „zonder annexaties" prijs, alsook het zelfbestemmingsrecht der volken, het immer en biji elkë gelegenheid ge-vredeskonferentie te Stockholm. Den 14 en l'5 Augustus 1915 vergaderde de Rijksdagfraktie met het partijbestuur en de meerderheid onderischreef de sterk imperialistisch gekleurde hoofd-stelling over het oorlogsdoel en de vre-desvoorwaarden van David., Bij de bespreking verklaarde David met opzet \ het grondbeginsel over het zelfbestemmingsrecht der volkeren niet in deze grondstelling opgenomen te hebben, na bemerkt te hebben daardoor een onge-pastheid te begaan, gezieni men dit grondbeginsel zou kunnen in aanspraak nemen voor Elzas-Lotharingen. David zegde verder, dat hij ook sreen socialis-tisch princiep gesteld heeft tegen! de annexatie; wij hebben toch immer het princiep der 'nationaliteiten verdedigd. Heden zou hy dit ailes niet gezegd hebben. Den 17 Augustus 1915 verklaarde de minderheid in de fraktie, dat in het vij-andelytk buitenland op grond van den militairen zegepraal van Duitschland, de aannemelijke vrees heerscht, dat Duitschland alleen een vrede aanvaardt, die hem veroveringen brengt en er heerscht ook de gedachte, dat de Duitsche soeiaaldemokratie de houding der regeering inwilligt. Daarom is het noodwendig den Ryks-kanselier te vragen èn in de budget-kommissie èn openlyk in den Rijksdag, of hij bereid is vredesonderhandelingeru aan te knoopen met uitsluiting van aile verdrukking van vreemde volken en met eerbiediging van de onafhankelijk-heid aller voiken. De regeeringssocialisten verklaarden zich wederom daartegen. Landsberg zegde: „De kanselier kan zulke verklaring niet af-leggen uit vrees voor het buitenland; dat daar-in een teekem van onmaeht zou zien1." David vorderde van de fraktie „den nioed tôt zwijgen" en Schulz-Erfurt voegde er bij: „Ik keur het af den kanselier zulke duim-sehroeven aan te leggen." Dezelfde lui beweren echter heden van de regeering immer verzaking aan annexaties geëischt te hebben. Met 57 tegen 37 stemmen werd vroeger het voorstel verworoen den kanselier zulke vraag te stellen. Ja, wanneer toen voor-gesteld werd dat de aangestelde rede-naar David zijn eigen grondstelling nopens oorlogsdoel en vredesquaestie in zijn rede een weinig verkeerd zou lezen; wanneer wij ook niet bewijzen kunnen, dat ze daarmede zonder hindernis van-wege de censuur kon afgedrukt worden, dan spraken David, Bauer en Landsberg l daartegen en bereikten, dat het aanbod met 49 tegen 48 stemmen verworpen werd; David zelf gaf den doorslag met zijn stem. Zoo kwam het, dat een der gewichtigste deelen van de grondstelling — de wederherstelling van België — maandenlang niet afgedrukt werd, totdat Dittmann. zonder de fraktie er over te soreken, het voorlas tijdens zyn redevoering over de censuur. (Slot volgt.) Stockholm. Hoe ver staan wij? 24 Mei 1917. Zooals ik U telegrafisch berioht heb, kan de toestand in een volzin samenge-vat worden: het gelukken van het eerste deel der conferentie te Stockholm is verzekerd. Onmogelijk U heden bizonderheden te meldem. De feiten zullen weldra voor ons spreken1. En wanneer het zal moge-lijik zijn nader te bepalen, dan zul't gij zien dat ik noodzakelijkerwijze optimist moest zijoT. Maar wat heb ik sinds een maand wel moeten hooren. Sommige twijfelen; andere zyn vyand'ig, waar de verdachtma-king en de leugen nog bij komen. Ziedaar! Ik kom de uitknipsels uit Fransche en Duitsche kranten nopens de conferentie te ontvangen. De behoudsgezinde Duitsche pers gaat. Branting en Troelstra met een zeldzame virtuositeit te lijf. In Frankrijik sohrijft „L'Echo de Paris" van 22 April, dat Troelstra instruc-ties uit Berlijn ontvangt. „Le Ronnet Rouge" van 28 April vertelt, dat Vlie-gen geweigerd heeft zich aan te sluiten bij de Nederlandsche delegatie. „La Patrie" van 18 April vertelt, dat de keizer-lyfee regeering bizondere faciliteiten heeft verstrekt aan de Nederlanders voor hun reis door Duitschland. En gezien deze nota in tal van kranten. is ver-sohenen) komt zjj ongetwijfeld uit de beste bron. Langs beide zijden heeft men be-proefd het ondernomen initiatief in een verdaoht lioht te stelleni; maar dat heeft niet gepakt. In Duitschland gelooft nie-mand dat Troelstra zou verkocht zijn aan de Engelschen en niemand gelooft dat Branting zou op de hand zijn van Duitschland. Eni mit® beiden 't akkoord zijn om denzelfdeni wagen vooruit te helpen, dan moeten natuurlijk deze manoeuvres mislukken. Het Holl and sch-Skand i n avisch Comité staat buiten den invlc^d van aile oor-logvoerende landem. Het is zich zelf en1 later zal men zijin initiatief naar waarde weten te schatten. * * * De opendng der separate conferenties heeft natuurlijk de journalisten gemo-biliseerd. Hier zijai Fransche, Duitsche, Engelsche, Amerikaansche, Russische, Hongaarsche, Oostenrijksche correspon-denten; mannen en vrouwen, welgeben-de en ook ongekende journalisten; conservateurs en demokrateni De hôtels zy'n opgepropt. Spionnen ontmoet men er ook en wel van aile nationaliteiteni! Men: kent er wel eeniigen en daar wii rniets te verbergen hebben; wat kan het ons sohelen. De delegaties zijn insgelijks talrijk. Ziehier degenen die aangekomen zijn: 1. Bulgarije: T. Sakasoff, kamerlid en partijleider; K. Pastonehoff, kamerlid; N. Sakaroff, kamerlid; P. pjidroff, kamerlid; J. Ja,nuloff, kamerlid en A. Zantiow, secretaris der partij. Finland: Irjo Si vola, red acteur aan de Kansaule; Charles Wiick, secretaris der partij. Oostenrijk: Dr. Victor Adler, leider der partij; Dr. Ellenbogen, sôhatbe-waarder; Seitz, kamerlid; Prof. Hartmann; Hueber, secretaris der syndikale centrale en Dr. Renner, kamerlid. Bosnië-Herzegowin a : Glumac, advo-caat; Makic, secretaris der partij). Hongarije: Kunfi; J. Weltner; Bu-chinger; Garanu, Rokanyi. Oostenryksch Polen: Dr. Diamand. Bohemen: Stein, Burian. En men verWacht de anderen. De eerste conferentie heeft plaats ge-had met de Bulgaren. Zij heeft twee dagen geduurd. Den eersten dag heeft de leider der delegatie het programma der Bulgaarsche socialisten' ontwikkeld. Gij zult het vinden in de communiqué aan de pers, die ik U dezen morgen gestuurd heb. De delegatie is ondervraagd ge-worden over de andere quaesties: name-lijk het geval van België. Ik heb het genoegen gehad deze vraag op te wer-pen. En al de afgevaardigden antwoord-den eenstemmig. Allen hebben gezegd, dat België recht had op onafhankelyk-heid en restauratie. Eeni der afgevaardigden voegde er aan toe: „Deze vraag wordt niet gesteld., Dat spreekt van zelf. Geen enkel soeialist ter* wereld denkt daar anders over." Ik moet bekennen, dat deze spontani-teit en deze eenparige bekracihtiging fhij een ontzaglijk genioegen gedaan hebben. De afgevaardigden hebben mij later ondervraaerd "^er al de verhalen, die EERSTE JAARGANG No. 40 ZATERDAG 23 JUNI 1917 LOSSE NUMMERS 5 CENT Oplage van de week: 5200 Nos.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Rotterdam du 1916 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes