De klok: orgaan der christene beroepsvereenigingen en maatschappelijke werken van het Land van Waas

1291 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1914, 04 Juin. De klok: orgaan der christene beroepsvereenigingen en maatschappelijke werken van het Land van Waas. Accès à 05 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/wp9t14vp77/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Door plicht en recht, Tôt liefde en rechtvaardigheid ! Katholiek Yolksweekblad van het Land van Waas. Door vereeniging tôt macht ! Door macht tôt vrede ! ABONNEMENTSPRIJS : 2,00 fr. voor St-Niklaas ; 2,50 fr. buiten St-Niklaas. Het nummer : 2 centiemen. Opstel en Beheer : Ankerstraat, 40, Sint-Niklaas. Aile briefwisseling en mededeelingen moeten vôôr den Woensdag middag ingezonden worden. Ongeteekende brieven worden niet opgenomen. AANKONDIUINuEN : 15 centiemen per regel. Rechterlijke eerherstelling : 1,00 fr. per regel. Stadsnieuws : 1,00 fr. per regel. Dikwijls te herhalen annoncen volgens overeenkomst. BEMINT DE ARMEN! In 't algemeen,ongelukkig,staat ons volk nog laag, werkelijk te laag. 't Is veelal ruw, ongemanierd, zonder fierheid, ver-slaafd aan den drank. Bij sommigen is dat eene voldoende reden om naar het volk niet om te zien. — Er is toch niets meê aan te vangen, beweren ze. Anderenintegendeel — en ze zijn geluk-kiglijk talrijk — werken met des te meer ijver en geestdrift om het volk te bescha-ten, te verfijnen, te verzedelijken en te veredelen. Dat een groot deel van de volksmassa nog veel te laag staat, moet ons dat juist xooveel verwonderen ? Moet men integen-deel niet bekennen, dat er, door verwaar-loozing, gruwelijk tegen ons volk is gezon-digd geweest, en nog veel gezondigd wordt ? Laten wij maar eens de feiten spreken. Hoe was de opleiding van het werkende volk ? Velen van de volwassenen uit de nijverheidscentrums hadden fabriekwer-kers alsouders. Moeder stondopdefabriek naast den man om in 't noodige voor 't gezin te voorzien. Van degelijke opvoeding was geen spraak ; 't was voldoende als de kinderen niet schreiden van den honger. 't Schoolgaan was onregelmatig, want de ouders zelf waren weinig geleerd, en hoe zouden zij dan het onderwijs hebben kunnen waardeeren ? Er moest eerst en vooral geld verdiend worden, want er waren vele mondjes te stillen. Vanaf 8 of 10 jaar werden diezelfde kinderen dan naar het werkhuis gestuurd. En men moet maar ondervonden hebben wat het is, van zoo bitter jong, in een werkhuis op te groeiën, om te weten wat zulks beteekent onder {edelijk opzicht. — Kan dààr nog wel van opvoeding spraak zijn ? — Dikwijls bedorvenewerkgezellen, of sakkerende meestergasten. Van sparen of vooruitzicht wordter bijna nooit gespro-ken. En buiten de werkplaats is 't of ailes samenspant om die arme werkknapen — die nog kind zijn — als 't ware naar de diepte te slepen : dikwijlsgrof envuilwerk, klein loon, ontelbare drink gelegenheden, cinémas, danspartijen, enz. Is 't niet waar dat dit de eenige levens-loop is van duizenden menschen, onder onze volksklas ? En moet het ons dan verwonderen, dat velen daaronder ruw en onbeschaafd zijn ? Stellen mj ons, in onze verbeelding, maar eens in hunne plaats ! Wij wijzen hierop, omdat men toch eens zou gaan inzien dat het volk zelf niet tee-nemaal aansprakelijk is voor de diepte waarin het is verzonken. — Wil dat zeg-gen dat wij hier ailes willen verontschul-digen ? — Hoegenaamd niet. Maar we zeggen : liever dan uit hoogmoed en zelf-zucht ons arm volk te misachten, laat ons de oorzaken opsporen van zij ne minder-waarde. Liever dan ons volkzijneruwheid van zeden te verwijten, laat ons werken om het terug tôt de hoogten van bescha-ving en verzedelijking op te leiden. Als ik de ellenden van mijn volk zie en zij ne armoede, zoowel in zijn zedelijk als in zijn stoffelijk leven ; en als ik me af vraag : mijn volk, welk was uw vcrleden ? Neen, dan kan ik het niet misachten ! Maar dan welt soms eentraaninmijnoog. Bemint de armen klinkt het me dan als een gebod in mijn oor. En ik meen de stem te vernemen van onzen Zaligmaker, die op wat stroo werd geboren en die de armen opende en smeekte : « Laat ze allen tôt mij komen ». O ja, laat ons de armen, die zooveel hulp en voorlichting behoeven, tôt Hem leiden ! Bemint de armen. Kaarten op Tafel. Antwoord op het artikel uit « ONZE STAD » van 29 Mei, getiïeld « Over de laatste Kiezing ». Vijf maanden duurt nu de droeve moeilijkheid in de katholieke partij van Waasland. Gedurende al dien tijd hebben wij als chris-tene menschen al het mogelijke, ja het onmo-gelijke gedaan om de betwistingen weg te hou-den van het persoonlijk terrein... dan wanneer nochtans elkeen voelde hoe het hier helaas ! in den grond vooral om een persoonlijken strijd ging. Wij hadden gehoopt dat zekere persoon, daartoe verplicht door de plaats van vertrouwen welke hij iu de katholieke partij bekleedt, aller-minst toch na de kiezing van 24e Mei, eindelijk zou begrepen hebben dat het moest uit zijn met zijne persoonlijke aanvallen. Wij hebben ons bedrogen... In « Onze Stad» van 31 Mei verschijnt een nieuw artikel, getiteld « Over de laatste Kiezing » zoo vol hartelijkheden en geheime stre-ken, dat het voor ons wel een al te ver gedre-vene goedzakkigheid zou gaan heeten, dit ailes • langer oribeantwoord te laten... Neen... zoo kan het niet meer zijn. De redactie van « De Klok » heeft dan ook ' beslist, de openbare meening volledig in te lich- ' ten over de oorzaken van ailes wat in deze laatste tijden in onze partij gebeurde. 1 Hoe diep het ons ook grieft die « zuivering » < openlijk te moeten doen, toch meenen wij ze 1 volstrekt noodzakelijk met het oog op den vrede in de toekomst. Ditmaal geven wij dus een weinig geschie-denis.* * ♦ Het is nu ruim twee jaren geleden, dat de katholieke werklieden, voor de eerste maal se-dert den val van den christenen Volksbond, een eigenen kandidaat voorstelden op de katholieke lijst van Waasland. Die kandidaat M. Heyman, daartoe door velen aanzocht, bekleedde in de onvergetelijke kiezing van 1912, de laatste plaatsvervangende plaats, en elkeen weet nog met hoeveel geestdrift de katholieke werkliepen dien heerlijken strijd me-devoerden: 1) uit liefde voor de katholieke zaak; 2) uit dankbaarheid omdat men nu toch hun princiep van vertegenwoordiging erkend had. Ailes in de katholieke partij leidde er toe, om in 1914 aan de katholieke volksgezinden eene nog verdere voldoening te geven, en aldus nog meer geestdrift onder onze beste mannen te verwekken. Maar... Sedert meer dan twee jaar waakte iemand te St-Niklaas, die, vanaf den dag dat hij vernam dat M. Heyman door de katholieke werklieden was voorgesteld, oordeelde dat onze vriend — buiten zijnen eigen wil of weet — in zijnen weg liep en besliste : dien man moet ik dus persoonlijk bestrijden. Die « iemand » had hierin ten andere veel voor... Ook tôt het bemachtigen van andere openbare mandaten en bedieningen in sommige bonden, had hij met succès personen bevochten en bij slotsom, gezien de middelen — toch ge-wonnen...Waarom dan het kansje niet eens opnieuw gewaagd om in de katner geraken?... Te meer daer M. Heyman, die nooit dien heer iets op den weg legde,de gewoonte niet had, met slink-sche middelen te werken... en dus — met al zijn hartegoedheid — langs dien kant gemakkelijk was aan te vallen.Sinds hebben aile katholieken getuige geweest van dien loenschen, heimelijken strijd door dien heergevoerd tegen de katholieke werklieden en hunnen kandidaat. Nog vôor de kiezing van 1912, schreef die man in een blad waarin hij veel te zeggen heeft « Heeren afgevaardigden, kiest geene éétizij-dige kandidaten. Later bij het samenstellen der afgeveerdigden wist die heer van de plaats die hij in de katholieke partij bekleed gebruik of liever misbruik te maken, om 1) hardnekkig te bevechten dat aan de werklieden met hunne 40 afgevaardigden meer recht zou worden toegewezen 2) er voor te zorgen dat zijne « creaturen » afgevaardigden benoemd werden, al hadden sommigen daar onder nooit iets in de katholieke partij verricht of op eene katholieke vergadering aanwezig geweest ! Intusschen werd de loensche strijd in het blad voortgezet. Velen zullen zich nog de artikelen herinneren in de maanden Februari-Maart 1913 verschenen. Van dan af reeds kon die heer het bijna niet meer vferduiken « M. Heyman moest weg... en hij moest in de plaats komen... » Van toen af schreef hij : « Als zoo een man » optrad (M. Nobels) was het waarachtig niet » meer noodig dat men, als vertegenwoordiger » voor de werklieden met andere kandidaten » vooruitkwam ». « Er moet toch ook wel evenwicht in de ver-» tegenwoordiging zijn der belangen ! » Men voelt het hoe die menheer DAN reeds de les aan de werklieden spelt : Luistert, eens, wie uw vertegenwoordiger is of zijn zal dat hebt gij, werklieden niet te beslissen... IK GEEF U NEN VERTEGENWOORDIGER... en intusschen zal ik toekomende jaar mijn eigen vertegenwoordiger van den middensxand maken ! Er werd dan ook voor gezorgd bij tniddel van eenen bond die nochtans onpartijdig heet, het ge-voel der kleine burgers tegen de werklieden en hunnen kandidaat in zake politiek op te jagen. Reeds in de maand Maart 1913, voelden de katholieke werklieden diep de slageo welke dien heer hun gedurig toebracht... en waar hij heen wilde. Reeds in die maand waren ze daarover zoo diep verontwaardigd dat zij het noodig vonden het arrondissementscomiteit bij brief te verwittigen, vragende een einde te stellen aan de aanvallen van dien heer die voortdurend van zijn ambt in de partij misbruik bleef maken. Dit schrijven helaas, bleef zonder gevolg 1 ♦ Nu kwam 1914. Indien er iemand door zijne bediening in de partij tôt voorzichtigheid gedwongen was, was het die heer. Hij wist hoe verbitterd reeds de werklieden waren door de onrechtvaardige samenstelling van den poil. Hij wist dat zijn opkomen noodzakelijk zou uitgelegd worden als eenen per-soonstrijd die onafzienbaar erge gevolgen moest na zich slepen. Hij wist dat, wilde hij dan toch volstrekt opkomen, het zijne plicht als katholiek was geen mandaat hebbende plaatsvervanger te bekam-pen die een zoo groot deel der partij verte-genwoordigde... en dus enkel een plaatsvervangende kandidatuur te vragen. Wie kan het in zijn hart gevonden krijgen zulks te betwisten ! Niettegenstaande ailes scheen dit voor dien leer zonder waarde 1 De kiezing van 1914 kwam. Voor den poil van 1 Maart moest vooral den juiten gewonnen worden, waar men niet wist velke « loensche middelen » sedert 2 jaren door lien heer gebruiVt waren... terwijl men integen-ieel te St-Niklaas beter op de hoogte was en lus vandaar niet veel te verwachten viel. Drij nieuwe middelen werden uitgevonden. 1) Do werklieden hadden goed te zeggen, te itemmcn, te schrijven, M. Heyman is onze rechtstreeksche kandidaat. « Die heer » lachtte de werklieden uit, en schreef, aan geheel Waasland « M. Nobels is de rechtstreeksche vertegenwoordiger der werklieden... zelfs niet vragende of onze achtbare ge-kozene hem daartoe ooit machtiging gaf, maar toch wetende dat dit pakken zou... en dus als middel diende gebruikt. 2) De afgevaardigden van den buiten — ge-denkt vooral de gevoelens tegen St-Niklaas 1 — hielden aan kantonvertegenwoordiging ! Ah ! dat was een kansje !... Die heer, zou verklaren dat hij zich zou terug-trekken als een der gekozenen binnen de 4 jaar verdween. Daarem stond de volgende verklaring te Iezen in een boekje rondgestuurd aan de afgevaardigden, verklaring die geen den minsten twijfel of linkschen uitleg toelaat : « Dus we zullen geen gebruik maken van het recht van opvolging, door de afgevaardigden op 18 Januari 1914 gestemd om in de eerste plaats in 't belang der partij te werken ». Dus, besloten de afgevaardigden, blijft de toekomst met « dien heer » volstrekt open... met M. Heyman niet. Niet dus om wille van dien heer stemmen wij hem... maar wel om hem desgevallend aan zijn woord van ontslag te kunnen herinneren. 3) Er moest een kandidaat van den mtdden-stand opgeeischt worden... Dan zouden de afgevaardigden oordeelen : « 't Werkvolk heeft zijn kandidaat M. Nobels ; nu mogen de midden-standers wel den hunnen hebben. Wat gaf het er nu aan of geen enkele midden-standsbond — noch katholieke die in Waasland niet bestaat, noch onpartijdige — volstrekt geen enkel mandaat aan dien heer had gegeven, om aïs zijnen kandidaat op te treden 1 Wat gaf het er aan of geen enkele midden-stander ooit openlijk de verantwoordelijkheid dier kandidatuur dierf teekenen. Wat gaf het er aan of die heer zich zelf niet door 200 handteekens van middenstanders dierf laten voordragen. wat nochtans de echte weg was voor eenen vertegenwoordiger van belangen. Wat gaf het er aan dat op zekeren Zondag een onderhoud plaats had bij eenen gekenden burger van St-Nikolaas aan wien waarlijk een middenstandskandidatuur als plaatsvervanger (1) werd aangeboden, dan wanneer die burger tôt Donderdags 's tijd vroeg om zijn bepaald antwoord te zenden en intusschen mijnheer zich reeds 's anderendaags (Maandag) door juist 6 personen als kandidaat deed uitroepen. Wat gaf het er aan dat die heer in het kanto-naal comiteit van St-Nikolaas verklaarde dat het enkel ging om het erkennen van het princiep der middenstanders, en hij dus enkel — gelijk het ten andere de wil was van zijne enkele voor-stellers — een plaatsvervangende kandidatuur vroeg... om enkele dagen later zich in dekantons St-Gillis en Temsche als effectief voor te stellen vermits zulks bij het hoofddoel bleef : M. Heyman weg en ik in de plaats ! 1 Wat gaf dat ailes : de afgevaardigden zouden bijten en ze beten op 1 Maart 1914. * * * Op 1 Maart 1914 had de poil plaats! Droeve poil ! Te St-Niklaas vertelde men openlijk : niet de middenstand, niet de rechtvaardigheid zege-pralen: Maar «de kandidatuur der jalousie zege-praalt !... » Het overige is gekend... Diezelfde heer is het die den avond vôor de kiezing het gekend gemeen strooibriefkenschreef en uitgaf... waarin onder andere stond geschre-ven de onnoemelijke verdachtmaking « dat wij M. De Decker van de kandidatenlijst wisten te krijgen.... om ons aldus vooral te Temsche te treffen, wat dan ook gebeurde... In datzelfde strooibriefken schreef die heer nogmaals dat M. Nobels de rechtstreeksche vertegenwoordiger is der werklieden... Niettegenstaande het herhaald protest van honderden def-tige katholieke mannen... niettegenstaande den achtbaren heer Nobels er op Paschen zelf, als eerlijk man, aan hield, in het Gildenhuis te komen verklaren : « Ik ben de rechtstreeksche vertegenwoordiger der werklieden niet... » Zijn loensche handelwijzevoor^zettend.schrijft die heer verder in dit strooibriefken, — natuur-lijk om M. Heyman te treffen — « dat in den poil éen man zijn willeken niet had... dat een (1) Als plaatsvervanger omdat die deftige burger weigerde tegen den kandidaat der werklieden op te gaan. Donderdag 4eû Juni 1914. Nr 7. Zesde Jaargang.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes