den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransclie en Nederlandsche exemplaren. Een van degenen die Dninkerke en Londcn bombardeerden Hij drocg 750 kilo springstoffen Vier Duitsche vliegeniers gevangen (Fan een ooggetuige.) Belgisch Front, 22 Januari. Het is een rensachtig, een van de groote bora-bardeeringsvliegtuigen die de Duitschers naar Londen en Duinkerke zenden. Het heeft een vlengelwijdte van 26 meters en is voorzien van 2 motoren van 260 paardenkrachten. De motoren zijn aan de rechter- en linkerzijde van een zeer ruim schuitje geplaatst, waarin vier man zich gemakkelijk kunnen bewegen : De loods, de waarnemer, de bombardier en de mitraljeur. Dit schuitje herinnert ons nog slechts van verre aan den bak van de vliegmachienen van eertijds, waarin men het zoo ongemakkelijk had. Het doet veeleer aan de bevelhebberskabien van een schip denken, met al zijn toestellen. Vier man }raimen er plaats vinden en als ik aan elk van hen zijn benaming geef, denk dan niet dat zij in zooverre gespecializeerd zijn dat de loods de plaats van den waarnemer niet zou kunnen in-Bemen, en de bombardier desnoods niet een etrook patronen met het machinegeweer zou kunnen afvuren. Het toestel is van de beruchte Gotha-type. De technici, die ook van het geringste verschil rekenschap houden, noemenhem nog juister een Friedrichshafen. Hij behoort tôt het type ge-bouwd in de welbekende fabrieken waar men begon met het bouwen van zeppelins. Het kan »en vracht van 1,200 kg. tillen, die men volgens de omstandigheden verdeelt, onder het gewickt van de bemanning, den olievoorraad, de aan-vals- en verdedigiugsbewapening. De verdedi-gingsbewapening kan uit drie machinegeweren bestaan. Voor het offensief kan de bombardier twaalf bommen, elk met een vijftiental kilo springstoffen mede nemen, zes torpédos geladen met een zestigtal kilogram, en een torpédo van drie honderd kilogram, een van die ontzettende tnachienen, waarvan een officier mij op schilder-achtige en treffende wijze zegde, « dat zij een hais van vier verdiepingen, door een hol ver-vingen ». Hij ligt daar nu, dien Gotha, in een klein drie-kantigeilandje waarvan de twee zijden gevormd zijn door breede, met populieren omzoomde slooten, en de bazis door een overstroomde weide. Verleden Zaterdag avond werd hij ge-dwongen te dalen, en als wij hem nu, bij het morgenlicht aanschouwen, staan wij verwonderd dat hij niet in het overstroomde gebied is gezon-)ien, of niet te pletter is geslagen tegen de hooge boomen daar vlak bij. Hij ligt daar bijna onge-schonden. Terwijl officieren specialisten hem druk in aile bijzonderheden onderzoeken, notas en fotografieën nemen, houden de schildwachten de nieuwsgierigen op afstand, die zich door het •kleverige modder, waar men tôt aan de enkels iuzinkt, tôt daar hebben gewaagd. Onder de nieuwsgierigen overheerscht het Voor onze verwoeste Kerken Onder het voorzitterschap van den E. H. Bruynseels, afgevaardigde van kardinaal Mercier in Holland, is er te Tilburg (Nederland) «en komiteit tôt stand gekomen, ten einde de beproefde kerken van België hulp te verleenen. « Wij willen », aldus de oproep van dit komiteit, « de tôt den eeredienst noodige voorwerpen «an onze arme verwoeste kerken bezorgen. Ons werk verdient voorzeker aller sympathie en Wedewerking. Wij verzoeken diensvolgens de .Belgische vrouwen ons haren steun te willen 'verleenen, met zelf werkjes of sieraden te ver-vaavdigen uit grondstoffen welke haar ter hand , zullen gesteld worden. :.) » Zich richtend tôt de Nederlandsche geestelijk* heid, vervolgt het komiteit in dezer voege : « Yan uwentwege, Z. E. Heeren, verwachten wij hetzij priestergewaden, hetzij altaarlinnen, gouden of zilveren îraiijewexk. » khaki van onze soldaten, maar men bemerkt er ook een twaalftal jongens van Wulveringhem onder en twee of drie oude boeren. Zij stellen belang in de kunsttoeren die de officieren moe-ten doen om, over eene brug die haastiguit eene ladder en eene planlo vervaardigd werd, het eilandje te bereiken. Als er een is wiens door den kleveringen modder verzwaarde laarzen uit-glijden en die een voetbad neernt in het modde-rige water, dan lachen zij goedzakkig. In een groepje geeft een artilleur bijzonderheden over de onvrijwillige landing van dezen Gotha die verleden Zaterdag avond uit een vlieg-plein in Vlaanderen vertrokken was om Duin-kerken te bombardeeren, maar die in ons sper-vuur geraakt was en door granaatscherven in zijn motoren getroffen werd, terwijl een der schroeven gedeeltelijk werd afgerukt : « Door de duisternis — het was over zeven — hebben wij den Duitscher veeleer hooren vallen, dan wij het hebben gezien, ofschoon de vliege-niers een witte en roode vuurpijl hebben afge-schoten. Eenige makkers en ik, die hier vlak bij waren, snelden toe. Wij zagen ze juist uit hun toestel komen, dat te midden van de modder gevallen was. De Duitschers trachtten hun toestel in brand te steken.Wij gaven hun bevel zich overtegeven door hen... met onzen nitgesto-ken wijsvinger te bedreigen, want wij waren ongewapend. « Zoo moeten zij zeker gedaeht hebben dat wij revolvers hadden, want zij bleven niet aandrin- fen. Ter zelfder tijd was er een van mijn mak-ers in de gracht gesprongen en, met het water tôt aan den buik snelde hij er door en ging zich voor het toestel plaatsen opdat zij hun poging, om het in brand te steken, niet zouden herhalen. Andere mannen zijn onmiddeUijk toegekomen die revolvers hadden en schoten in de lucht hebben gelost. Een officier van het kantonneinent en het voetvolk van de garde kwamen dan in stormpas aangerend. « De vier Duitschers waren gevangen.Er waren één officier en drie onderofficiers. De officier sprak zeer goed Fransch. Hij vroeg of hij bij de Engelschen, bij de Belgen of bij de Franschen was aangeland. Hij zag er niet zeer gerust uit. Hij vroeg om naar den ineest n,abij gelegen staf te worden gebracht. » Dat werd gedaan. De Duitsche officier heeft verhaald dat hij vertrokken wâs naar Duinker-ken maar dat hij zijn doel niet had kunnen bereiken. Bemerkende dat de Gotha zwaar getroffen was, had hij rechtsomkeert gemaakt e|i zijn torpédos in zee geworpen, maar hij had zijn liniën niet kunnen bereilten. Deze verklaring moet daarom niet geheel geloofd worden. Zij is overi-gens onnauwkeurig, daar wij nog een torpédo van gemiddelde grootte aan het toestel gehecht vonden. Het is mogelijk dat de Duitscher zijn aandeel verantwoordelij kheid aan een bombardement tracht te verbergen en dat hij door onze artillerie werd getroffen op het oogenblik dat hij van Duinkerken terugkwam, waar hij een ge-deelte van zijn opdracht had uitgevoerd ; en dat hij nog springstoffen bij had om burgers, vrouwen en kinderen te gaan dooden te Adinkerke of in De Panne. Wat er ook,van wezen moge, de militaire overheid alleen is bevoegd om deze zaak in 't reine te trekken. Wat ons betreft, wij zullen slechts onthouden dat er verleden Zaterdag namiddag twee Duitsche vliegtuigen vôôr onze liniën werden neergesciioten en dat er twee vliegeniers werden gedood, te Woumen en te Clercken, en dat er des avonds een Gotha in onze liniën werd neergesciioten en dat vier vliegeniers werden gevangen genomen. Overlijden van Majoor Michaux Wij vernemen het overlijden van majoor Michaux te Guines, waar hij over het cavalerie-dépôt bevel voerde. Majoor Michaux is een onzer Afrikaansche helden. Hij onderscheidde zich van 1892 af in den veldtocht tegen de Arabieren aan de zijde van baron Dhanis, van wie.n hij een der ijvervolste luitenanten was. Majoor Michaux werd a loin geacht en bemind; hij laat de gedachîenis van eenen dapperen soldaat eu kieschen makker. Van Rechts en Links Het Amerikaansch blad Vogue heeft een por-tret van prinses Clementina gegeven. Nooit hebben wij zoo een gelijkend portret van de prinses gezien, schrijft L Indépendance Belge. Een tuiltje viooltjes in de hand, denkt zij aan al de droefheid welke in 't vaderland heerscht. Op haar wezen ligt dan ook een zweem van droef-geestigheid te leze%. Onderaan staat het handtee- ken der prinses, welke heel oorspronkelijk is. * * # Bij eene vergissing hadden wij vermeld dat soldaat G. Canneel, van het 8e linie, deel uit-maakte van den frontsehouwburg. Men moet lezen sergéant G. Canneel. Wij houden er aan deze terechtwijzing te geven, daar sergeant Canneel als oorlogsvrijwilliger steeds dapper zijnen plicht van den beginne af op het front heeft gekweten en daar nog steeds kwijt, waar hii dan ook zijnen graad héeft verworven. #*# De gemeenteraad van Coutanees heeft den naam « rue de Belgique » aan eene van de voor« naamste straten der stad gegeven, en aan den Belgischen majoor Koller, werd door de Veree-niging der handelaars uit de stad, een kuustvoor-werp aangeboden. *** Uit Amersfoort wordt het overlijden vermeld van den reserve-onderluitenant der grenadiers, Karel Brassine, bloedverwant van gqneraa^ Brassine, gewezen Belgischen minister va» ' oorlog. **# De Engelsche marine is steeds bekend geweest om haar jonge officieren, maar nimmer zag men een scheepskapitein van 45 jaar, plot# *©t der^ graad van vice-admiraal stijgen. Dit is nochtana het geval geweest met sir Reginald Tyrwhite, een der meest beroemde officieren van de Brit-sche marine. Deze officier had bevel gevoerct, over al de flotieljes torpedojagers van de Noord-Zee, en aan de Duitschers gevechten geleverd waarin zij o. a. de Mains en de Blucher verlo-ren.*** Brazilië zal tegen het einde van het jaar twee miljoen man onder de wapens kunnen roepen, heeft de vertegenwoordiger van dat land ver-klaard ; ook zullen er eerlang versterkingen aan de Bondgenooten gezonden worden. De dag is niet ver waarop een leger van verscheidene honderd duizend man beschikbaar zal zijn. *** De jongste soldaat van het Amerikaansch leger heet Jack Moyet. Hij was pas zestien jaar, toen hij zich aan boord van een naar de Dardanellen vertrekkend schip verstopte, ten einde daar te gaan vechten. Jack Moyet nam deel aan den slag aan de Somme, aan den slag te Auberive en nadien aan de gevechten te Yerduin. Sinds het te been brengen van het Amerikaansch leger heeft Jack Moyet zijne plaats genomen onder zijne landgenooten. mi ■ i. ■ n i .ii ■...■m.iji —ni i ■■ ii il* De Belgischs School van Ksiseiijks Kunst TE AMSTERDAM Deze school werd in 1915 gesticht door eene groep menschlievende Nederlanders en Belgen, ten bate der naar Nederland uitgeweken Bel» gische meisjes. In die school worden lessen gegeven in teekenen, schilderen, letterkunde, snel-schrift, naaldwerk, machineschrift, naaien, snij-den, enz. Reeds een groot aantal leerlingen dier school winnen thans degelijk in Nederland htm-nen kost. Zestig leerlingen volgen tegenwoordig de leer-gangen. De helft er van betaalt geen schoolgeld en ontvangt kosteloos al het schoolgerief en bovendiem een kopje warme koffie. Op twee jaar tijds heeft die school praehtuit» slagcn geleverd, welke zich nog zouden kunne^ uitbreiden, zoo zij over aanzienlijker hulpmii-delcn beschikte. 2A Januari 1918 , Nummer 530 mi m «r fPiiiimfci Tiitiini ■"! ri i nni t ni r m ri n ■ ifih > mi ■—'jihit ' i ihiuimiimwfiI" > iiimi»iiiaiiu»BHi i 1 mi m M'yi 1 i i i n n rïgnmrH^iTifiiiii i ffi. n 1 11 i n—■

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.