De legerbode

1288 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 22 Janvrier. De legerbode. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/hx15m62z3n/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende IDit blad is VOOR DE BEIJ3ISCHE SOTjDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batlerij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Over Beslunrlijke Scheiding Het Bureau documentaire belge heeft een b élan g-urkkeud werkje gepubliceerd over de « bestuurlijke scheiding » waaria al de protesten zijn vervat welke door onze landgenooten werden aangeteekend tegen het afschuwelijk maar ijdel « maneuver » der Duit-scliers om tweespalt onder de Belgen te zaaien. Die protesten zijn voorafgigaan door eene inleiding, op meesterlijke wijze geachreven door onzen minister mjustitie, dea heer Carton de Wiart. Ziehier hoe de achtbare minister zich over het stelsel der be-iîltinrlijke scheiding uitlaat : Bij deze allerjongste methode, laat men een-Midig de annexatieplannen omtrent België taren, maar wordt er ijverig een politiek van «ntwrichting ingezet en doorgevoerd, om ons jand — onmiddellijk na den vrede — onder lekere schijn-onafhankelijkheid, onder Duitsche leenplieht en voogdij te plaatsen. Hoe ? Om dit M te bereiken zal het volstaan dat de overwel-diger, na het land. dat hij beschermen moest, maar verraden, belasterd en ten onder gebracht heeft, virtueel yerbrokkeld, bij zijn vertrek, ichterlaat. Zoo hij zulks vermagzal hij, op het oogenblik der onderhandelingen, niet nalaten bet behoud te eischen van de instellingen van terdeeldheid, welke hij er zal geschapen hebben. !n ieder geval zal hij zieh beij veren om met de medehulp zijner medeplichtigen of der onnooze-iaars, die hij aan zijn werk zal verbonden hebben, in geheime verstandhouding te blijven staan met lieden in de vesting, of, om beter gezegd, het ijzer in de wond te laten ! Niets eenvoudiger dan dergelijk stelsel. De Duitsclier handelt naar de oude Oostenrijksche Ituze Divide ut imperes. Rasbroeders Daar er in België twee landstalen bestaan en fa, in een reeds verre verleden, met verschil-bde ethnische groepen overeenkomen, zal Buitscbland voor deze dier talen—de Vlaamsche —• fe, even als de Engelsche taal of de Skandi-taafscke talen van Germaansclien oorsprong is, flots de vurigste sympathie ten toon spreiden. • Als rasbroeders » zal het de Belgen aie deze Mspreken, opnemen, voorzekernietin hun be-lang! — want er is in geenen deele sprake de îelfstandigheid ol de onafhankelijkheid der Vla-pingen te bewerken. Çoeveraeur generaal von Bissing, die de S^ote manager dier schijnvrome politiek is, temt de voorzorg het te verklaren, in een me-toone, die weliswaar bestemd was om onder janverti'ouwden te blijven en slechts na zijn Mod geopenbaard zou worden : « Wij mogen in rene deele er de hand toe leenen om de Vla-j&'ttgen volkomen onaf hankelijk te maken. Yan wniaanschen bloede zijnde, in tegenstelling M de Walen, zullen zij voor het Duitsche ras kostbare aanwinst zijn. » Terwijl von Bissing, om dien uitslag te be-ftuen, den moord zelf in amper bedekte woor-tointussehen aanprijst, zal Duitschland allés in i werk stellen om eene helft van België te 'verduitsehen ». Tôt den laatsten dag der be-icttiDg zal het voor niets terug wijken, om de ^Muring tusschen Vlamingen en "Walen te ver-^zenlijken. Tusschen beiden zal het trachten jNsverstanden te doen ontstaan. Zoo noodig, zal et verzinnen en ze op de beste manier bij de euUalen uitbaten om, in naam van de belangen er « \ laamsche nationaliteit », eene altijddu-'er'4e bemoeiing in België's huiselijke zaken te F'deren. Ook ditmaal rekende Duitschland buiten den *»ard. De Belgen, die het rechtmatigst bekommerd poffl de ontwikkeling der Vlaamsche bescha-s. hadden, om in het heimelijk spel van eenen rvloekten vijand klaar te zien, zelî's niet noodig t te herinneren hoe Duitschland de Denen aû Meeswijk en de Polen van Posen behandelt. Jet hartje van het land, voôr den vijand, j ':ien al dezen, die recht hebben van spreken, m naam der Vlaamschsprekeride, 't zij in i!'am ^er Franschsprekende Belgen, met waar-protesten op deze kuiperijen tôt verdeeld-ea veraietiging geantwoord. De Politiek van von Bissing Nog beter... In Duitschland zelf belasten zich eenige klaarziende publicisten, de mislukking der geslepen politiek bekend te maken, waarop generaal von Bissing zooveel had gebouwd. or Indien men », alzoo schreef de Neae Zeit,« de Vlamingen stemmen liet, zouden zij met verplet-terende meerderheid beslissen dat zij in den Belgischen Staat willen blijven. Men vraagt dat bij het vredesverdrag de bescherming der nationale minderheden in 't algemeen zou verzekerd ■worden en dit is voorzeker ten zeerste noodig. Maar wat de Vlamingen betreft, zonderling zou het te staan komen eene meerderheid tegen een© minderheid in bescherming te zien nemen — en dan nog eerie meerderheid, die te harer verdedi-ging over al de noodige politielce wapenen be-schikt. Een bescherming der Vlamingen zou zich tôt eene voogdij onder eene beschermende mo-gendheid bepaien. Maar de vrijheid waarin de Vlamingen tôt nu toe geleefd hebben is te groot opdat ze zulks wenschen of het zelfs verdragen zouden », schrijft Kautsky, een der vooraan-staande intellectueelen der Duitsche sozial-de-mocratie.In de Vossische Zeitung van 24 September 1917, verklaart de oude Duitsche schrjjver, Georg Bernhard, die in België verbleef, op zijne beurt : « Alwie in Vlaanderen als soldaat vertoefd heeft, weèt dat de Vlamingen niet de minste dankbaarheid tegenover de Duitschers om hunne zoogezegde « vrijmaking s voelen. Duitschland moet dus in een voldongen scheiding tusschen Walen en Vlamingen geene waarborg voor de toekomst zien. » Een orgaan der Duitsche mijnwerkers, de Bergische Arbeiterstimme, vertolkt in zijn num-mer van 27 Augustus 1917, op verstandiger wijze dezelfde zienswijze. De verdrukking der Vlamingen is een der ontdekkingen welke de oorlog mêebracht. Nie-mand, noch binnen noch buiten België, heeft maar voorheen het vermoeden gehad dat deze Neder-Duitschers, verdrukt werden. Niemand zou het ook weten, daar de Vlamingen de meerderheid van het Belgisch volk uitmaakten en in de Kamer der voiles vertegenwoordigers de meerderheid hadden. Ten tijde van België's over-rompeling heeft niemand aan een Vlaamsch-Duitsch bloedverwantschap gedacht en niemand heeft ooit geweten dat de Duitschers ergens door iemand als bevrijders begroet werden. Integen-deel zal men zich beter herinneren dat de Belgen een wilden haat tegen de Duitschers in zich droegen. Al de verordeningen van den bezetter en al zijn dwangmiddelen als ontvoering, inhechte-nisneming, verbeurdverklaring zullen daar niets aan veranderen. Beschaamd... zal Duitschland er integendeel van afkomen. Van al zijn wapenen tôt bestuurlijke verbrokkeling zal, bij 's lands bevrijding, niets overblijven. Met de slang zal het venijn verdwijnen. Aan zich zelf terug overgelaten, zal onze nationale eenheid, in stede van verzwakt voor te komen, het uitwijzen in hoeverre zij aangegroeid is en door zooveel vergoten bloed en zoovele tranen als 't ware bezegeld werd. Al de door den vijand aangewende pogingen om ons te verdee-len zullen slechts gebaat hebben om ons duidelijk aan te toonen hoe de nationale onafhankelijkheid nog voortaan zal kunnen in gevaar gebracht ■worden. Het Talenvraagstuk in BelgiS Het samenbestaan van twee talen is nu juist geen nieuwigheid in bezet België. Dit verschijn-sel behoort meteen tôt onze oude geschiedenis en tôt ons dagelijksch leven, en er is géén Belg van ouderswege, die zulks niet weet en zulks niet beter dan al de schoolvossen van Over-den-Rijn verstaat. Eenieder van ons weet dat dit verschijnsel, dat zekere voordeelen aanbiedt, ook tôt enkele zwarigheden leent. Deze « tweetaligheid » be-antwoordt aan een aardrijkskundigen en tradi-tioneelen roi van België, — verbiudings- en veiligheidsdriehoek van Westelijk Europa, waar van de eerste tijden van het Ghristendom af, de Latijnsche en de Germaansche strooming uitloo-pen en ineenvloeien. Deze tweetaligheid laat ons iu zekere mate toe aan beide beschuviogeu deel- achtig te worden. Wat de zwarigheden betrefty welke deze tweetaligheid heel natuurlijk ople-vert, is de Belg gewoon deze op te lossen met enkele middelen, waarover hij zekerlijk niet al-leen beschikt, maar die hij nochtans sinds lang heeft aangewend, namelijk : Het gezond verstand, de eerbied voor eenanders recht en zijne stevi-ge gemeentelijke instellingen. Enkele Zij den van dit vraagstuk Zijn gezond verstand is afkeerig van niet-inschikkelijkheid en onverdraagzaamheid. Hij zoekt in aile dingen de juiste maat. Instinctma-tig neemt hij allé breede en vrijheidslievende oplossingen voor lief. Zijn eerbied voor elkeens recht viudt men in zijn Grondwet van 1831 terug zooals in de « keuren », « oorkonden j>, « hand-vesten » en « privilegen s uit de Middeleeuwen. Het Belgisch karakter heeft niets van de Prui-sische slaafschheid. De wil van samenleving — die de kern is van den nationalen geest — brengt de Belg in volkomen overeenstemming met eene groote verschei-denheid van wijsgeerige en politieke beschou-wingen, gelijk met het verschil van maatschap-deliike standen, gelijk met het gebruik van beide traditioneele talen. Meer nog — en dit verdient in het licht te worden gesteld — de zelfstandigheid der gemeen-ten, welke geen ijdel woord is bij ons — verge-makkelijkt op buitengewone wijze de oplossing van het « tweetalen-vraagstuk ». De vreemdelingen, zelfs onder dezen die ons de rechtzinnigste sympathie betoonen, vermoeden geenszins dat België eeuwenlang en staande in schijn onder vreemde overheersching, vrij in zijne provinciën en vooral in zijne gemeenten geleefd heeft. Heden nog schaadt de band welke onze gemeenten aan den Staat verbindt geans-zins aan hun individualiteit noch aan hun eigen leven. Indien de ontvoogding van 1830 het centrale gezag gesterkt en erkend heeft, indien de werk-kring van den Staat zich heeft uitgebreid, blijft de gemeente evenwel de echte kern van heel ons binnenlandsch openbaar recht. Deze zelfstandigheid der gemeenten — die nogmaals hare verdienstelijkheid met zooveel1 adelijke waardigheid en zelfs heldhaftigheid pas heeft vertoond onder de Duitsche verdrukking (trouwens de houding onzer burgemeesters, schepenen en gemeenteraden tegenover de» vijand is een der schoonste schouwspelen van dezen oorlog) — zal zonder twijfel sterker en meer geëerbiedigd uit deze groote ramp komen. Zij heeft een nuttigen roi gespeeld en zal er nog^ een nuttigen spelen bij ons eeuwenoud streven. bestaande uit gezond verstand en goeden wil — om, in 's lands eendracht en eenheid al onze ras» en taalparticularismen te omvatten, evenals d<^ verscheidenheid onzer politieke meeningen en onzer œconomische belangen. In een neutraal en bevriend land, bezorgd om zijne onafhankelijkheid,en waar omirent dezelfde moeilijkheden ook niet het zuiverste patriotisme verhinderen, schreef Dr E. Schwab, de geleerde professor aan de Hoogeschool te Bazel, in een flinke studie,waarin hij bewees dat de Belgische kwestie de a Kwestie zelf van het Recht en het Onrecht is », het volgende : « Het is voor ons nooit een geheim gewemt dat er reeds vôér den oorlog eene Vlaamsche beweging bestond, die ten doel had de eigen* aardigheid der Vlaamsche taal te behouden en te doen gelden. Maar het blijft onbetwistbaar dat het Duitsch bestuur in België deze VlaaM-sche beweging heeft ten nutte gemaakt om een louter Duitsch belang in de hand t» irerken, Want, zou de Duitsche regeering zich anders met zaken bemoeid hebben, welke alleen «le Belgen aangaan ? In Zwitserland hebben wij; heel natuurlijker wijze, volkomen besef van ces onder verschillende deelen van eenzelfde land, gevoerden taalstrijd en weten we dat de politiek van het divide ut imperes nog gedweeë rolg«-lingen vindt. We weten echter ook dat de nationale geest en het bewustzijn samen ééa ©n dezelfde staat uit te maken; sterker zijn ilan «L& taalverschillen.Zoo ook is de toestand in België, waar de overgroote meerderheid der Vlamingen van de bescherming hunner belangen do«p Duitschland niet weten wil. Niemand had de medehulp gevraagd welke dit land opdriaet, a Nnmmer 52Q 22 Jannari 1P18

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De legerbode appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1914 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes