den Dinsdag, Dondetdag en Zaterdag verschijnende Dit bïad is VOOPt DE BELX3ISGHE SOIjDATEN bestemd ; ierîere compagnie, escadron of batterjj ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. België en Kongo De zege door de Belgische troepen in Oost-Afrika behaald doet eens te raeer het economiscli [ belang, naast de zedelijke grootheid van onze ! kolonie uitkomen; zij herinnert vooral het roetn-rijk figuur van haar doorluchten stichter Leo-poldll.België heeft zijn kolonie verworven door twee traktatcn, rospektievelijk gesloten op 28 Novem-; bar 1D07 en S Maart 1908, tussehen dit land en ziju Koning, vorst van den onafhankelijken Kongostaat. Maar het was in 1876 dat Leopold II, hâûde-I Jend als privaat persoon, in zijn paleis te Brussel de Aardrijkskundige Conferencie vereenigde, waartoe hij aardrijkskundigen en ontdekkings-reizigers uitgenoodigd had. De Koning sprak hun over Midden-Afrika. Melding makende van de onvoldoende uit-slagen die de heldhaftige pogingen van zooveel ontdekkingsreizigers gehad hadden, zette hij de ! jmeening uiteen dat, om voor goed Midden-Afrika ! Vôor de beschaving open te stelien, het noodig •was al de tôt dan toe verstrooide inspanningen bijeen te brengen, en hij stelde voor hun stelsel-matige leiding aan een internationaal organisai toe te vertronwen. De conferencie ging op deze inzichten in ; zij iStichtte de Internationale Afrikaansche Vereeni-ging, waarvau de Koning het voorzitterschap aarinam. Toert zagen wij de eerste Belgische helden op Afrikaanschen bodem. De heer Denvn, kabinets-overste van den minister van Koloniën, heeft op "welsprekende wijze den lof van hun dapperheid gemaakt. <t De wilskracht die deze mannen aan den dag legden », zoo zegt hij in eene flink gedo-kumenteerde broehnur, « den beldenmoed waar» raede zoove'ion van hen hnn leven ofîerden,waren de belofte, die heden wordt vervuld, van wat cens onze officieren en onze soldaten zouden doem ■» Al de Ianden die de Afrikaansche Vereeniging Vormden. brachten hnlde aan het werk dat leopold II had tôt stand gebracbt. Het eene bracht hulde aan de volbrachte inspanningen en opofferingen ; het andere aan de Beldzame volharding van Leopold II ; een derde «val vol bewondering voor de overkomen hin-derpalen.Zoo groot was de eenparigheid en de harte-lijkheid van den gebrachten lof en van de goede Wenschen, dat de vertegenwoordiger van de V ereenigde-Staten eenigen trots gevoelde te herin-Meren dat deze de eerste geweest waren om het vaandel van de Internationale Vereeniging van Congo als die van een bevriende regeering te crkennen. Het grondgebied van den Staat wiens geboorte aldus begroet werd, vormt heden onze kolonie^ De Onafhankelijke Staat werd zonder geweld geschapen. _ Bovendisn was er aan den bandel van aile na-ttéu volledige vrijheid gelaten. De koôpwaren van aile herkomst, ingevoerd «rider weik paviljoen ook, hetzij te water of te land, moeten geen andere taks betalen dan die Van eigen nationalen. Het beheer van de schecpvaart is even vrij als dat van den handel. Al de paviljoenen, zonder onderscheid van Hationaliteit, hebben vrijen toegang tôt de kust, tôt al de wateren van de Kongo en zijrivieren, tôt al de posten en tôt al de kanalen die men '2»u kunrien delven. Onze kolonie is wat België de eer had steeds te zijn ; een groot huis waarvan de meester do pli chien der gastvrijheid ruim beoefent. In Kongo werden wij op 23 Augustus 1914 «angevallen te Lukuga, op het Tanganika-meer, en het was eerst zes weken later dat de troepen van de Belgische kolonie Kâmeroen binnen irongen. ^Vat zal er morgen met de neutraliteit van pdgië en van zijn kolonie gebeuren ? Laat mij, zegt de heer Denijn, slechts dit ant-Woorden : a Wat er ook gebeure met deze dubbete neutraliteit, de wereld weet dat België, door tra-ditie, door belang, door gevoelen, slechts vyede verlangen kan : Een Belgische kolonie zal voor niemand ooit een bedreiging zijn. i Toen België den Kongo overnam was het reus-achtig grondgebied van de kolonie (80 maal België) overal bezet. Arabische slavenhandeîaars waren uit Midden-Afrika verdrevengeworden, na een hardnekkige strijd dien de jorige nauwelijks gestichte Staat met bijna stoutmoedige dapperheid ondernomen had ; eenige opstanden, waaronder een soldaten-opstand ernstig was, waren overwonnen ; de oorlogen tussehen de stammen waren bijna ge-• heel verdwenen ; de barbaarsche praktijken : menscheneterij en mensehenoffers, beproevingen door het vergift, waren uit de meeste streken verdwenen. België nam een georganizeerde kolonie over, die uitgestrekte bestuuriijke diensten bezat; eene volledige rechtorganisatie waarvan het perso-neel, zoowel voor het getal als voor de vakkun-dige vorming, kon vergeleken worden bij dat van aile dei'gelijke koloniën ; eene talrijke en tachtvolle openbare macht, een wetgeving die l'eeds gevorderd was. Het beheer had den strijd tegen de slaapziekte reeds ver gedreven. Geholpen door de edelmoedigheid van den Koning en de Koningin, heeft zij haar getal gast-huizen, geneesheeren en lazaretten kunnen ver-meerderen.Al deze mooie dingen heeft België in min dan acht jaar tôt stand gebracht. Het heeft voor deze inspanningen den uitslag verkregen, waaraan het ineest gevoelig was ; het heeft de genegen-heid van de groote meei'derheid der zwarte be-volking verworven. Het had ei- de meest trefFende bewijzen van. Toen de oorîog zich aan Kongo uitbreidde, werd de rust nergens gestoord ; de opgeroepen reservisten snelden van overal toe ; talrijke vrij-willigers vroegen om bij de openbare macht te worden ingelijfd ; de bevolkingen droegen met goeden moed de zware lasten van munitie en bevoorradingstx-ansporten. Het was treffend dat, terwijl het beheer door de talrijke oorlogsplichten in beslag Werd geno-men, de opbrengst van de inlandsche belastingen het vooruitzicht te boven ging. Wat de houding der zwarte soldaten betreft, hun trouw en toewijding gaat allen lof te boven. De Belgische Zending in de Y ereenigde-Staten Voorzitter Wilson heeft de Belgische zending in het Withuis ontvangen. Baron Moncheur, hoofd der zending, heeft aan den heer Wilson een eigenhandig schrijven van Koning Albert over-handigd, waarbij onze vorst zijnen dank te ken-nen geeft, wegens de hulp welke de Vereenigde-Staten aan België hebben verleend, alsmede den onwrikbaren wil van het Belgisch volk, den over-weldiger te verjagen en terug plaats te nemen onder de bloeiende, nijvere naties. Na te hebben bedankt, heeft de heer Wilson verklaard dat de Vereetiigde-Staten vast beslo-ten zijn, aan België zijnen rang terug te bezorgen in de maatschappij der naties, rang welken het op zulke waardigé wijze had verworven. De ontvangst eindigde met een gastmaal aan-geboden door den heer Wilson, waai-op talrijke bekende Amerikaansche regeerings- en parle-mentsleden aanwezig waren. De Jacht op de Zeeschaimers Ten einde een nog fellere jacht te maken op de duikbooten heeft admiraal Lacaze, minister der Fransche marine, een bijzondere afdeeling gesiickt voor den duikbootoorlog. waarvan het beheer aan den schout-bij-nacht Merveilleux de Vignaux werd toevertrouwd. Man van 52 jaar, heeft die opperofficier maan-den lang met goed gevolg deelgenomen aaa deu çtrijd tegen de Duitsche zeeroovere» Het Moraal aan het Front Ik lieb een drainalische voorstelling bijge" woond die.meer dan een succès, een triomfwas. Die van het 2° bataljon van hetlinie die dit feest hebben voorbereid, hebben ait wonder verricht treO'elijke schermén te bekomen voop een Ylaamsch stulc en, voor Le Barbier de Sévillc, kostumen en toebeliooren te hebben van bij Garnier en M. Rimbout aan het regimentair orkest te hebben. De meeste die ik op het tooneel zag waren soldaten van 2'1* klas en tooneelspelers-liefhebbers. Maar dan ook beste en kearige lief-hebbers, van eerste klas. Onder het gezelschap rnoet men vooral Peters en Deleu vermelden, twee onvermoeibaren.echte pionniers van het tooneel op het front. De le-zing van het program deed mij vaststellen — en het werd door de opvoering bevestigd — hoe ge-makkélijk het is in eene zelfde vertooning een tweetalig pubiiëk teyreden te steîlen, want tegenover de verdeeling van de Vlaamsche rol-len staat in het Fransch de bondige inhond van het stuk. Evenzoo is er een bondig kommentaai" in het Vlaamsch voor het meesterstuk van Beaumarchais. Al de soldaten zijn tevreden; allea volgen de intrige in elk der blijspelen. s: S: s: Heden zijn wij aan de vierde voorstelling, onder voorzitterschap van generaal D..., diei eindelijk uit de loograven is teruggekeerd. Het gordijn gaat weldra op voor den Vlaam-schen éénakt Tooneelstudiën, waarin Smets, dia een knecht-type voorstelt, werkelijk den alge-meenen lachlust verwekt. Deleu geeft hem na-tuurlijk het antwoord en Ghyssaert, als oudar schouwburgbestuui'der, is zeer sober, korrekt, volkomen als een oude komediant. Yolrnaakt ook nog de kleine Rosalie, tenzij een grimeering van, uiterst lichte vrouw. Na de poos, tijdens dewelke de regimentsmn-ziek uittreksels van het opéra gecomponeerd op het blijspel van Le Barbier uitvoerde, waren da toeschouwers niet weinig verwonderd Lindor, daarna Figaro in zijden kostuum op de openbara plaats van Sevilla te zien verschijnen — in dit geval op de wankelende schragen van de loods voor den kabelballon. — Ieder bedrijf eindigt met een salvo toejuichingen. Hoolandts is een machtige, klassieke Bartholo. Hij zet zijn roi zonder zwakheid voort tôt aan het IVe bedrijf; ook behaalde hij grooten bijval. Peters toont zich beurtelings als Lindor élégant en hartstochte-iijk, en als opvliegende maarsclialk. aïs signor Alonzo en waardigé discipel van Bazile, aïs tee-dere en vastberaden Almaviva. Deleu en Figaro zijn slechts één persoon. Waarom ? Neen, ik wil niet onbescheiden zijn. Ons Suske was tintelend van geest, vlug en 'echt vrouwelijk. Bazile (Rousseaux) was donkei1 en indrukwekkend naar behooren. Rosine... 1k zwijg liever, men zou mij kunnen antwoorden met de tirade over den laster. In de koelissen schetst de schilder A. Masso» net de acteurs in zijn keurige houtskoolschetsen waarvan hij het geheim bezit en verkoopt deza werkjes orn de opbrengstte vermeerderen.Harta-lijk dank aan den kunstenaar. Na het laatste bedrijf was het eentriomf : Het orltaan, het huwelijlc van Almaviva. de fakkels in den nacht, de figuratie van de alguazils, da woede en de schaamte van Bartholo, ailes was goed gelukt, net als op het heusch tooneel van • een Franschen schouwburg. Eindelooze toejuichingen barstten los en een eenparige ovatia viel de kunstenaars te beurt toen het scheria viel. * * * Bij het buiten gaan zegde een jas tôt zijn mak« ker : « lk weet niet hoe zij er in gelukken ons zoo 'n schoon feest aan het front te geven. » — 't Is heel eenvoudig vriend, zal ik hier antwoorden. Het is voldoende een bataljons-aan-voerder te hebben, die zijn mannen wat vrijheid laat, die de reglementen naar den geest en niet naar de letter ioepast, om er in te slagen de dingen op het iront grootscheeps aan te pakken en ev werkelijke toewijding te vinden. Çarlo ïisa^ 23 Juni 194 7 Nummer 438

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.