De legerbode

1174 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 17 Juillet. De legerbode. Accès à 22 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/qn5z60cp9d/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. be Oorlog op Nijverheidsgebied De eene na de andere hebben de verbonden fier groote mogendheden— Frankrijk, Groot-Britanje, Italie, Rusland — dat wat men gewoon-ïjk de « mobilisatie op handelsgebied » noemt, [eorganiseerd. Het is het ter beschikking stellen fan den Staat en het krachtig exploiteeren van |1 de hulpmiddelen der natie, met het doel het oeest tairijke en het meest machtige oorlogsma-priaal te vervaardigen, ten einde een bijna onuit-mttelijken stock munities te kunnen aanleggen. jeen beter bewijs zou kunnen gegeven worden fan de wilskracht waarmede de bondgenooten len s trijd voortzetten, of van bun vast voorne-ken om te overwinnen. Men heeft het reeds honderd keeren gezegd : >e Duitsehers, die hun aanval tegen de be-diaafde wereld sedert meer dan veertig jaar mdden voorbereid, beschikten bij het begin 'an den oorlog over eene stoffelijke meerder-leid die door hare uitwerking nog aanzienlijker ras dan de meerderheid in getalsterkte. Niette-[enstaande deze voordeelen, dank aan dewelke |ij wel hoopten eene hliksemsnelle overwinning )e behalen, zijn de Duitsehers er niet in gelukt te jejepralen. Zij zijn verpliclit geweest zich in Minne loopgraven seliuil te houden, tegenover lie legers der bondgenooten die hun aan de Marne en in Vlaanderen de meest bloedige neder-laçe» hadden doen onder gaan. En den afgeloo-Jien winter werd door de bondgenooten gebruikt om nieuwe legers te been te brengen, rijkelijk Voorzien van de uitrusting die hun aanvankelijk ontbrak. De Duitsehers van hunnen kant hebben gedu-tende de afgeloopen maanden uit aile kraehten jewerkt om hunne legermacbten, die gedurende de eerste periode van den veldtocht deerlijk ge-havend waren, opnieuw in te richten door aide weerbare mannen in te lijven en ze te onderrich-ten, Zij hebben vooral, gebruik makende van eenebinnenlandscheorganisatiewaarin ailes voor dén oorlog voorzien is en daaraan ondergeschikt wordt, eene nieuwe en bovenmenschelijke in-•panning gedaan oui hunne stoflelijke maeht te termeerderen : artillerie, machiuegeweren, wa-pens voor de loopgraven, munitie. Door de reus-açhtige hulpbronnen van eene gernilitarizeerde Dijverheid tôt aan de uiterste grens van wat zij voortbrengen kan uit te buiten, hebben de Duitsehers aldus eene niouwe legermacht kunnen icLeppen, waarvan deslagen, bij den terugkeer *an het goede seizoen, tegen de Russen gewend werden, ' t is te zeggen tegen dien hunner tegen-strevers die het meest moeilijkheden moest on-dervinden om zich de onmisbarestoffelijkeweer-middelen aan te schaffen. De meerderheid van den vijand in artillerie en ,n munitie, verpliehtte onze bondgenooten het pootste deel van Galicië te ontruimen, dat ten soste van zooveel dapperheid veroverd werd. Waar deze tegenslag laat hen onwrikbaar in hun besluit. Terugtrekkende naar hunne reserves, de aankomst der munitie verhaastend, zijn zij voort-ïegaan met heldhaftig te strijden tôt den dag waarop wij ze op hunne beurt den vijand hebben aien aanvallen in de streek van Lublin en hem eene flinke nederlaag toebrengen. Nochtans was het bewijs geleverd dat men, om te overwinnen, over tairijke kanons moest beschikken en ruimschoots met de projectielen kon °mgaan. In het Westen hadden de bondgenooten zich reeds kunnen overtuigen, door tal-njke gelukkige aanvallen, hoe noodzakelijk het was machtige middelen te bezitten om de ontzag-Jjke verdedigingswerken van den vijand te ûoorbreken en te vernietigen. in de \ogeezen, op de Maashoogten, in Gham-j^S^e, in Artesie, in Vlaanderen, telkens het oor een hevig bombardement mogeliik was ge-eest eenen behoorlijken weg voor ae infante-le te banen, had deze prachtige successen be-aald. Want het voetvolk van de bondgenooten zonder weerga voor het offensief. Maar hoe , e^°uderenswaardig zij ook wezen in hunne eldhaftigheid, zij kunnen de vijandelijke ver-eaigmgswerken niet stormenderhand innemen ,00 c'e artillerie, en de bommenwerpers en L' grana'.en met ontplofbare stoffen er eerst *'"'Pru' -'rss in hebben ireinaakt Akoo, als vrucht van de ondervinding, heeft zich de overtuiging gevestigd, dat men menschen-levens verspilde door storm te doen loopen zon-der de ondersteuning van vlagen projectielen, die met ongehoorde hevigheid op de vijandelijke steliingen neerkomen. Zeker, het is steeds moge-lijk op een min ol'meer beperkt terrein aanzien-lijke matarieele weermiddelen samen te trekken; men kan aldus, en het heeft den Bondgenooten daaraan niet ontbroken, plaatselijke voordeelen behalen van taktisch, en soms van strategisch bel an g. Maar gedeeltelijlce voordeelen van dezen aard, ofschoon zij den vijand uitputten, hem voortdu-rend afmatten, kunnen zijnen weerstand niet voor goed breken en hem verplichten zich over-wonnen te bekennen. Iedereen begrijpt dat om de Duitsehers tôt den aftoeht te verplichten, men op ten minste een deel van hun front, eene breede en diepe bres zal moeten breken, waardoor de vloed der aanvallers zal heenstroomen die geheel de vi]an-delijke linie in gevaar zal brengen ; opdat deze bres breed genoeg zou zijn, is het noodig ontzag-lijke middelen tôt offenfcief bijeen te brengen*: mannen, paarden, kanonnen, munitie. Opdat zij diep genoeg zou zijn en zich uitstrekken over de op elkander volgende liniën die de vijand moge-lijk bezetten kan, moet de poging, eens begon-nen, zonder ophouden kunnen voortgezet worden tôt het einde toe, tôt de geheele verplettering van den vijandelijken weerstand in den be-schouwden sector. Terzelfder tijd moet men hem overal elders op het lijf kunnen vallen, opdat hij geen middel zou vinden om zijne reserves te verplaatsen. Een weinig nadenken is voldoende om te doen begrijpen dat het geveeht nergens door een ge-brek aan munitie, of door een gebrek aan manschappen, mag belemmerd worden. De meest hardnekkige wil is niet voldoende, zoo hij door geene voldoende middelen wèrdt onder-steund. Opdat de taak zou volbracht worden moeten deze reusaehtig zijn : er moeten kanonnen, munitie en ontpîoffiugsmiddelen in over-vloed zijn, anders zal de aanval slechts op eene slachting uitloopen en niet op eene overwinning. Reeds nu beschikken de bondgenooten over aanzienlijke middelen ; zij hebben bewezen en bevesîigddatzij ze wisten te gebruilcen ; hebben voortdurend, zoo wat overal terrein gewonnen; zij hebben in het Westen al de pogingen tôt vijan-delijk offensief gebroken, hebben hun meester-schap en hunne meerderheid aan den vijand doen voelen. Maar is deze reeds hoog genoeg opdat het signaal tôt den algemeenen aanval reeds zou kunnen weerldinken ? Zeker neen ! Het is om deze meerderheid te verzekeren dat de Bondgenooten werken. Iederen dag groeit zij aan. Het uur zal komen waarop men ze voldoende aeht. Alsdan, zeker tôt het einde te kunnen volhouden in dez# reusachtige inspanning, zonder vrees op het be-slissende oogenblik niet aan kraehten te kort te schieten, zullen de aanvoerders bevel geven den vijandelijken weerstand te breken. De slagen zullen zoo dicht, zoo herhaald, zoo ontzettend op de Duitsehers neerkomen, dat zij om genade zullen smeeken. Eenigen uitstel kan nog noodig zijn opdat de noodige voorwaarden zouden vervuldzijn. Maar zoo de wijsheid aanraadt het uur der overwinning nog een weinig uit te stellen, is het ook opdat zij meer volledig zou zijn. Eea Fortret yan Baron ie BROflOEïILLE Belgische eerste minister In de Correspondant van 10«n Juli, heeft Miles van baron de Broqueville een prachtig portret getee* kend. Wij kunnen er hier slechts eenige uittreksels van geven welke onze lezers met veel belangstel-ling zullen vernemen. Bij de politieke mannen die in den vreeinde een onbetwistbaar aanzien genieten, moet men heden baron de Broqueville, hoofd van het Bel-gisch kabinet en minister van oorlog, tellen... ... Zoo de omstandighedan de oer»onnJiikb»»i4 van den baron de Broqueville hebben doen uitko» men, moet men erkennen dat de man zelf, door de uitnemende hoedanigheden waarvan hij heeft blijk gegeven, verdiende in breeder sfeer bekend te worden dan die welke aan zijne bedrijvigheid voorbehouden scheen, en dat hij in aile opzichteu waardig is gebleken met de leiders van grooto Staten samen te werken... In het verdrukte en bloedende België, alsook in het ontembare leger dat ginder aan de uithoe-ken van Vlaanderen strijdt, worden twee namel met trots en met betrouwen herhaald : de naam van Koning Albert, die het nationale gevoeleu verpersoonlijkt met al het aanzien van net erfe-lijke staatshoofd en den glans van den dapperen soldaat, — de naam van den minister die aaii zijne zijde de inrichter is geweest van de nationale verdediging. De Belgen, zoowel als de ande-ren, walgen van de pelitiekers wier onvruchtbare twisten de ware gevaren Yerborgen die het va-derland bedreigden. Hun geest en hun hart gaan naar de monarchie, want drie koningsgeslachten' hebben getoond dat de Kroon luid en duidelijk kon spreken, telkens het nationale belang het beval ; hun geest en hun hart gaan naar mannett lijk de Broqueville, wier politieken moed op de hoogte geweest is van het helder doorzicht. Hij heeft het gevaar voorzien, hij heeft de ongeloo-vige openbare meening weten te overtuigen, hij heeft ailes gedaan om aan de voorziene gevaren het hoofd te bieden. Deze krachtige, duidelijke, eerlijke gedragslijn, dit rechte oordeel op het uur dat zooveel op po-pulariteit beluste leiders zich overgaven aan eea dom pacifisme,worden door de openbare meening na.ir waarde geschat. Het volk is dankbaar ta wetcsi dat het geleidwordt door een man die ia zijn ministerieel verleden niets te verlooehenea heeft en die het beneden zich acht zich door kies-gevlei bij de menigte aangenaam te maken ! la het uur van het gevaar weet het volk de verdien-ste te schatten en laat er recht aan wedervaren. De baron de Broqueville is steeds een minister-statshervormer geweest. Hij heeft aan zich zelf en aan ?ij ne omgeving eene goed geregelde wij-ze van arbeiden weten op te leggen. Aan een ge« neralen staf die zijn voile vertrouwen bezat do zorg overlatende om de bijzonderheden van da-gelijksche toepassing te regelen, heeft hij er zich op toegelegd aan zijn beheer direeties te geven, opgericht onder een kontrool dat voortdurend werd gemaakt door de menigvuldige conferen-cies en het aandachtig onderzoek der belangrijk» dossiers... Men heeft hem intieme vrienden zien opoffe* ren en gevreesde hoofden van het beheer, afbre-ken met al de oude dwalingen die de oudheid bevoordeeligden ten koste van de verdienste en aldus de oversten ontlastten van zware en ver-velende veantwoordelijkheid. Niemand heeft voorzeker met hooger plichtsbesef de zwar<* taak aangevat welke het koninklijk vertrouwen hem had toevertrouwd ; niemand heeft er zich met meer glimlachende welwillendheid van ge-kweten, met een meer beteren wil om het goed® te doen... Het voornaamste werk van de heer de Broque» ville zal de militaire hervorming blijven, en daaroin houdeu wij er aan hier de meening van het groota Fransche tijdschrift over te nemen. De openbare meenig en het Parlement, werden na een harden s trijd, inmoeilijkeomstandig-heden gewonnen. Na aan de gesehokte meerderheid den kiestriomf te hebben bezorgd, die de kiezingen van 2e" Juni 1912 voor de katholieke partij waren, aarzelde de heer de Broqueville niet oui al zijn aldus verkregen gezag te gejjrui-ken om de rechterzijde aan te zetten opnieuw het militaire vraagstuk aan te vatten en nieuwé la$. ten aan het land op te leggen. Na menigvujdîga wederwaardigheden, wera het wetsontwerp — door geheel het ministerie ontworpen en talent-vol vei'dedigd door den eersten minister, door de heeren Davignon, minister van buitenlandsche zaken, Berryer, minister van binnenlandsche zaken, en Van de Vyvere, minister van financieëa — gestemd door de meerderheid met de mede-werking van een klein deel der liberale linker-zijde onder leiding van den heer Paul Hymans, tegenwoordig Belgisch minister te Londen. D« politiake moed de lieikr de BrofliM* 17 Juli 1915 INTnm-mer 135

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De legerbode appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1914 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Sujets

Périodes