5 ME DER Ie Jaargang. — Nr 19. Zondag, 18 Augustus 1918. Prijs 10 centiem. GELOOF DÂf EN DRINK POMPWATER. — Later krijgen wij onze rechten zeker? Zoo trekken de lamme Vlamingen zich uit den s'ag, als Ken wordt verweten, dat zij vroeger ïteeda den mond vol hadden vaii liefde tôt Viaanderen's Volk en taal, en nu Zwijgen dat ze zweeten, nu het er op aankomt al in eens aile taal- en volksgrieven uit den weg te ruimen dcor de stichting van het Vrij Zelfstandig Vlaanderen. Nu zoeken zij, uit lamme gemak-zucht, uit gémis aan karakter, uit valsche «chaamte, tegenover de Vlaamschhaters, zich te verreehtvaardigen, door te beweten, dat na den oorlog onze Franskiljonsche Regeering ons al onze rechten zou geschonken hebben. — Hoevecl ^eeren heeft men ons door dergelijke valsche beloften hedot? Voor elke kiezing voor den oorlog, waren ai onze kandidaten Vlaamsch van kop tôt teen: na de kiezing mochten wij achter onze rechten schuifelen en de Vlaming bleef de* verstooteling. — Voor den oorlag uitbfak, stemde onze Regeering de slechtate onderwijswet op Vlaamsch gebied die ooit bestond. De Vlaamschhaters zouden voortaan het recht hebben te midden van het Viaamsche Volk, met de centen van het Vlaamsche Voîk, scholen in te richten, waar de moedertaal der 4 1/2 miljoen Vlamingen als een vreemde taal zou behande d worden. — Wij eischen : landstaal, Voertaal; wij bekwamen : vreemde taal, voertaal. — Vôôr den oorlog vroegen wij Vlaam»che en Waalache regimenten om onze jongens Vlaamsche officieren, Vlaamsche geneesheeren, Vlaamsche aimoezeniers te geven, opdat de Vlaming eene toekoinst en eene menschelijke behandeling zou bebben. De Belgische Regeering hield al het onrecht in stand en onze jongens vielen bij duizenden op aile slagvelden door de schuld der koppige voiktvijanden. — Tijdens den oorlog. Onze arme jongens eischen met 50,0o0 re -ht, en wat krijgen ze, beiofie en roite appelen I De Ceuninck beveelt de officieren Vlaamsch te leeren en wat doen ze? ze straffen onze jongens aie ze een overste durven aanspreken in de moadertaai. De Regeering wordt geameekt om de belofte van recht te geven en wat doen ze? Ze broodrooft Dr. René De Clercq en Dr. Jacob. De Eerw. Heer Dr. PrieaSer Van der Meuien vraagt om bescherming van zijne Vlaamsche jongens en de Regeering antwoordt met zijne verbanning naar de barre rotsen van Cêzembre. Van Cauwelaert trekt naar Havre om voor het Vlaamiche Voik recht op bestaan te vragen. De Belgische Regeering «tuuii hem weg zonder eene beloofte, eene daad, eene verbintenis. — En na den oorlog moeten wij van zulke k^rels recht oerwachten. De grootste snul laat zich dergelijke vijzen niet meer opdraaien. De Belgische Regetring is uit het Franskiljonismes geboren. De Belgische Regeering was immer Franschkiljonsch. De Bfclg'uche Regeering zal immer Franskiljonsch blijven. Daarom weg met haar! Wij wilien niet eeuwig stiefkinderen zijn I Wij, Viamingen zullen niet langer verstooïelingen blijven in het Belgisch hnishonden. Wij wiîlen niet langer met ous zweet en onze miljarden de Walen rijk maken, en ons Volk verarmen. Wij wilien scheiden van tafel en bed met de kwade vrouw, die ons «choon volk heeft belogen en bedrogen gedu-ende 85 jaar, terwijl ze in het geheim op on? leven aanlei. Wtj wilien esn vrij, Zelfstandig Souverein Vlaanderen, beheerd door eigen Viaamsche mens-1 en. Volgens eigen zeden en eigen aard! Wie nu nog op de valsche belovers steunt, is een onnoozelaar. De Belgische Regeering steunt a'ieen op eenheid dcor den dood van Vlaanderen i Zij zal ons na den oorlog weer bedoten, zooais zij het vroeger deed. Zaterdag 17 Augustus, oui 7 uiip GROOTE VOLKSVERGADERING In ci© Zaai d@r Académie, Academiesfraat De Voorman der Propaganda in de Provincie Antwerpen, de Staathuishoudkundige 1 KaREL WATERNAUX spreekt over : Arheiders en Burgersgemeenschappen en den i 'Strijd tegen den Woe\er. — Werklieden, het geldt onzen boterham, in massa op. — I Prijskamp voor Nationalistische Lîederen. laandai, 19 Augustus, le 8 uur 's avonds : DEBAT in da zaaS " WALHÂLLÂ,, St-Joriskaai, 6 ONDERWERP: Is de toestand der Werklieden en Burgers even slecht in landen waar de Volkstaal niet verdrukt wordt? De Uitmoording ...Ze zullen hem niet temmen, Zoolang éen Vlaming leeft! We hebben voor ons de Weezangen van den IJzer, en lazen ze in éen adem tôt het eiiiùe. En nu zi'ten we daar aangegrepen, verstomd over de willekeurige gruwelen, die de Belgische Regeering op ons Vlaamsch leger pleegt. Wezitten verstomd, want, dat de uitroei-ing van ons gesiacht met zulke barbaarsche middelen zou bewerkstelligd worden, daar-aan hadden we ons nooit verwacht. Maar juist het losmaken uit de hartverlamm«nde bunseling, die ons tôt nog toe als een on-mondig wezen knelde, juist de onmensche-lijk-wreede behandeling, die onze soldaten verduren zullen hen tôt het bewustzijn roepen, dat ginder, aan den IJzer een leger wordt uitgemoord. Vroeger hebben we het gevangen-houden en oogenschijnlijk-zacht uitroeien van een volk gadegeslagen en ertegen geprotesteerd. Men lachte ons uit. Maar die tijd is heen. De brandende boekstaven van de Schaep-drijver en Charpentier bewijzen ons, dat onze jongens met méthode, met systeem worden verdelgd als woekerend ongedierte. De geeselingen, die we sedert 85 jaar op-liepen, doen onze tanden opeenpersen, en wij zijn vast besloten, we moeten de beulen straffen. HET LLTDEN AAN HET FRONT Waar de hondsche belgische moer onze broeders doet stikken in den stank van hun eigen gistende uitwerpselen, waar ze hen verplicht den petroleumpap te slikken, waarmee ze papier moeten plakken, waar ze de Vlaamsche zonen in hokken opsîuit, waar men noch zitten noch staan kan, waar men ten slolte de geraffineerdste en meest barbaarsche middelen gebruikt heeft en nog gebruikt om de bloem onzer jeugdige weer-macht te smachten en de kwantitatieve meerderheid, die de Vlamingen bezitten, tôt een minderheid terug te brengen, daar kun-nen wij, Vlamingen, Vlamingen, wij herha-len het, toch niet als ellendige Lamme Goedzakken, de misdaden aanschouwen en verder laten gebeuren 1 Die dozis Goedzak-geest, die ons allen beheeracht, speelde ons reeds menige kwade streek. En nu weten we, dat, wat de Schaep-drijver en Charpentier in hun weezangen tôt een boekdeel hebben vereenigd, slechts een miniem gedeelte Î3 van wat er ginder voorvalt. En daar van uitgaande, is het zeker dat, zelfs afgezien van de vroegere grieven, een geweldige reaktie moest ontstaan tegen de daders der verschrikkelijke uitmoording. DE VERANTWOORDELIJKHEID DER PASSIEVEN Passieven, menschen van ouden sieur en slenter, wat zult ge antwoerden, als uwe zonen terugkeeren en u vragen, wat ge ge-daan hebt om Vlaanderens goed recht op een stevige bazis te plaatsen. Wat zult ge antwoorden, als ze u vragen, welk uw aan-deel is in het werk, dat opgctrokken werd, met het doel de Belgische moordenaars-bende onschadelijk te maken. Passieven, er zijn er reeds onder de vernederde soldaten. die uwe zonen zijn en hun protest met ver-achting, slagen, gevang en met het leven boetten. (Wekennen de namen). Passieven, uw zonen, uw eigen kinderen zullen u uw lafheid verwijten ; ge zult beschaamd staan tegenover uw verbitterde zonen ! En de moeder, die slecht3 dan zal vragen : Wat hebt 1.1 at imjn goJ&au > loi cc'( neergebeukt worden om haar vraag. DE FLICHT VAN ALLE VLAMINGEN Nu, Vlamingen. nu is het oogenblik ge-komen om u te toonen! Nu moeten we a's éen man losspringen uit de kluisters, die ors tôt hiertoe vasthielden. Nu moet iedere aktivist iemand overtuigen van de recht-vaardigheid van onzen stùjd. Nu moeten we in de voksvergaderingen ons luidruchtig protest laten opgaan, opdat men ginder zou hooren, dat wij durven schandvlekken, wie er te schandvlekken is ! Het feit, dat de verstokte Belg een natuur-lijke drang tôt het barbaarsche bezit, moet?n we nu uitbuiten. Meer nog : een Vlaamsch gerecht zou moeten ontstaan, waar de daden der belgische regeering gestraft worden ! We vragen u, Vlamingen, — aktivisten! — zal Generaal Bernheim, die beweert dat, wil men de Vlamingen ontbolsteren, men hen in de wufte hoerenkoiten van 't schui-mige Parijs zou moeten opsluiten, — zal dat generaal-zwijn ongestraft het gestolde en ook het druipende Vlaamsche bloed van zijn moordenaarsvingers mogen wisschen?! We vragen het u?! Zal Fernand Neuray verder ongestoord en zelfs onder toejuichingen mogen beweren, dat het bizondersie doel van het belgisch offensief bestaat in het verpletteren der Vlaamsche weermacht en van het Vlaamsche ras? Dat vragen we u ook! Zal generaal De Ceunynck — de man van de fassadt-verordeningen — er zich verder prat mogen op toonen, dat hlj het was, die het meest Vlaamsch bloed heeft do.n stroomen? In éen woord en zonder omwegen : zullen we het na den oorlog nog weer samen houden met het monster België? ONS LIE F BELGIE We houden van ons vaderland; we roepen ojiS verleden terug en zijn er trot» op, we beminnen het uit al onze kracht, denken 's morgens en 's avonds aan Vlaanderen, en verheugen ons bij het uitspreken van dien naam. Maar is het dan ook niet natuurlijk, dat hij, wie zijn hart voor een heilige zaak voe'it bonzen, en zijn liefde ongeschonden wil bewaren, een heiligen haat voelt tegen diegenen, welke hem naar het leven staan. Ja! Wij mogen niet alleen, maar we moeten haten ! De haat tegen de belgische regeering, die per s!ot van rekening toch de eenige schuld is van het schrijnend wee, dat we verbijten, — dien haat moeten we koesteren en voeden, en aanwakkeren als hij dreigt te verzwakken. De Vlamingen hebben het recht ailes te haten, wat belgisch is ! WIJ MOETEN ALS REVOLUTIONNAI-REN «ANDELEN. Zoo moet het worden, dat zij, die het erop aanleggen, onze liefde tôt Vlaanderen te amoren, niet eens meer gerust over straat kunnen gaan. We zijn nu eenmaal een révo lutionnaire beweging; laat ons dan in Gods naam konsekwent zijn. Op ailes moeten we ons voorzien, want onze vijanden zullen ook voorbereid zijn. Tegen gt;weld stellen we geweld. Onze soldaten zullen ervoor zorgen. Als Beigië ons wil ophangen, doodschieten, vierendeolen, roosten of <v eenrukken, dan kan het trotsche Vlaandert.) zich toch niet neerleggen a'a een schuwe hond. Te zijn of niet te zijnî Daarom gaat het bij ons! Het kan immers niet, dat wij ons altijd op een beroemd verleden beroepen, om zelf te kunnen blijven zitten a's een hoop iamzak-ken. De tijd van den Guidcn Sporenslaj is voorbij. De zonen van de oude strijders, moeten ook hun lijf veil hebben voor de gerechte zaak. De belgische gruwelen hebben ons ge-leerd. Zooais zij ons tôt in den wortel wilien uitroeien, zoo ook moeten wij het belgische kwaad ab ovo vernietigen. Want een paskwil of een bedreiging kan de belgische regeering niet uit haar lood slaan. Daden! Daden! Daden! Want we gelooven niet te overdrijven, als we meenen.datVlàamsche bommen,Vlaamsche giljotienen, en Viaamsche machienge-weeren de doodsvijanden van ons volk eens onschadelijk zullen maken. God geve, dat die tijd niet kome. Maar is het zoo, dan zullen er wel mannen gevonden worden, die de wapenen zullen gebruiken om de schandelijke uitmoording te wreken. Bard. Notre belle patrie est complètement démolie par les Allemands Zoo las ik in een schrijfboek van een leerlinge der betalende katholieke school der Kortrij schestraat, vroeger bestuurd door Mej. Todt. Dat zijn de zinnetjes, die de juffrouw der hoogste klas doet maken en netjes in het schrijfboek der leerlingen overschrijven, dat ik in m: n bezit heb. Ik heb niets tegen die zinnetjes. Maar om onpartijdig te zijn, stel ik vol-gende zinnetjes ook voor als oefening op het bijwoord gevormd met achtervoeging van ment : Les Français ont au moins cent fois lâche-ment attaqué notre patrie ; ils ont violemment traité nos populations, invariablement volé les tableaux de nos grands peintres, ils ont continuellement extorqué des millions de nos populations et ont faii servir régulièrement nos pauvres soldais comme chair à canon sur les champs de bataille de Napoléon.Dan heb ik niets tegen het uitvalletje tegen de Duitsc'ners. Begrepen, Juffrouw! Nemo. Hoe Jartus werkt ofte de Scbijnheiligheid der Belg. Rsgaerlng Geen regeering heeft t ouweloozer met imre Kîiraërèrr 'geiiarKsara dan îi«t Belgische staatstoestuur. In andere Landen, waa,- men een volk onderdrukken wilde, k-ad het vijanidelijke landsbestuur op met goweld, met liât, met drastisehe m-aatregalen; 'men betaal-de zijne liefde tôt z'jn volk met gevange-nis, airmoe en vervolging in d'ie stn°ken, maar die regeeringen toonden zich zoo als ze waren, besliste en open vijanden van een volk. van een .as, van een taai. In Ierland deed Engeland er geen dock-Ijes om; ,het lersohe volk moest de taal van d'en overheerseher aannemen, het on-derwdjs der Iersehie taal in de scholen werd verboden, de Iersehe bevolk'ng door belastingen arm gemaakt m de En-gelsche landlord wôst den armen 1er-sohen pachter dcor allerlei knevelajrijen uit het land te doen vluahten en hem uit te zuigen, zoo dat als voedse'l hiem eene ra-ap en een aardapi>el overbleven. In Finland ontnam Rusland aan de Finsohe Kamers aile vooirrcchten, schor-ste dus de grondvvet., wierp de- veirdedi-gens van Fmsche vr jheid in den kerker en Rusa sch werd de eenige toegelat-en taal. DE BELGISCHE METHODE Zoo is onze verdratokings regeering nooit geweest! De opeenvolgende Belgische 'regeeringien volgden een geheele andare methode. Zij knepen d« kat in 't donker, zij wuirgden onziei taal lang zaam. voorziehtig maair zeker. Zij hadden den sch jn rechtvaardig te zijn, n ets tegen volk en taal in het schild te voeren, maar elke genomen maatregel, uitwen'dig, in sohijn rechtvaai'dig, werd in zijne toepass.ng een vreeselijk 'wapen tegen ons. De Belgische pegeering had het gezicht van den Janus met het voor-en aohtergezicht; het lachte U toe met zeenizoeten mond en zacht welwillend cçrijnsdo van acMei- \uo& iir den blik, vertrokken gezichtst-rekk ngen en ademde haat en moord. Die regeering wou ee® volk verniietigen maar zonder gieweld, zonder zichtbare wapens met langzaam werkend gift. Geheel de Belgische regeermgsgeschiede-nis is een model van schijiihailigheid; hai-ie bazis is schijnhailigheid, hare wer-king berust op sehijnheiligheid. DE STICHTING, DAAD VAN SCHIJN-HEILIGHEID.De Belgische geschiedenis vangt daar-mede aan. In 1830 wilien1 de sticàiters er van, n:et een onafhankelijk België stich-tsn maar het land aan F'rankrijik hech-ten. Als de Engelsehen door de te groote macht van Frankrijfc een nienwen Napo-leon vreazen en de opsloi-ping van Belg ë beletfcen, toonen de omwentelaars een ander gezioht en worden de grondleggers der Beigische onzitjdigheid. a) HET VLAAMSCH GEBANNEN Als onze taal moet geschrapt worden als off ci&ele taal, denkt niet, dat de Belgische Regeering den moed haeft, met na,ar besluit voor den dag te komenu Zij wil onze taal niet verschoppen, maar zij s, zegt ze schiijnheilig, in de onmogelijk-heid ze te gebruiken. Onze taal ver-sohilt van gemeente tôt gemeente ; wij hebben dialekten en het sp'iji onze Rogiersohe Regeering zôô, dat het Fransch als officieële taal moet er-k?nd worden. Dat er geen letterkundige EEN HOND EN DE MEID De NiEUWE Rijke : 't Is ik verbied nog één woord Vlaamsch te spreek aan de hondeke. Verstaan, sale flamboche ?

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.