De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1348 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 24 Août. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/7w6736n388/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

,?(.gïe jaargawg MS196 Dihsdag, Aujgiïstms 1915 êê Cernt DE VLAAMSCHE STEM I Een volk zal niet vergaan! ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt macht REDACTIE- EN ADMINISTRATIEBUREELEH I KALVERSTRAAT 64, bovanhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. ^iii ■n—easa Onder leiding van RENE DE CLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEMENTSPKI.TS (bij vooruitbetaling): Voor Nederland per jaar =!d. 6.S0 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor België, Engeland. Frankriik en andere landen dezelfde prijzen, met verliooging van verzendingskostea (2U cent per nummer), A DYEETENTIES : 20 Cent per regel. *"*—*~—~innni—m i Tin ■ ■ m ■"iïïiïîTiii»ii ■ ■— — Vlaanderen's Kust bevrijd far Heren's piÉa kuston.... Een Enge'sche vlaot van veertig groote oor-Icgschv-n bcmlardeert Zeebrugge. . dat Is lat griote niesiws: de waarschijnlijke bevrij-Jng van onze kust en misschien van het heelo lanil. Tût nu toe hebben wij slechts het Duit-jriio berlcht dat bij het nieuws van het bom-b?.rdem:nt rriets zegt van het effect, wat c:n gcsd teeken is, want het zegt veel, Wij kunnen niet geîooven, dat de Engelsche vloot mer weggesîoomd is. Wat moeten onze menschem uit Oostende, Wenduynen, Blankenberghe, Heyst, Dulnberge en Knocke beven van hoop! Hoe moet het er uit zien cp onzen schoonen zeedijk ..! Het is de plisht van ietferen Vlaming, nu een smeckbeca tôt den H eer te richten voor de bfivrljcîing van het vadertand! Indien ôe landing der Engelschen geiukt, gevcn wij morgen een spéciale uitgave met het enXele woord Hoezeel geai rssht der Vlaamse âktie Een Hollands Oordeel. In de ,,Amsterdammer" van jl. Zondag wijdt prof. J. A. van Hamel, Hoog-leraar in het Straf recht aan de Universit-eit te Amsterdam, zijn wekelikse kroniek aan de Vlaamse Beweging ,,het bekende streven in Vlaanderen de Vlaamsche taal en den ylaamschen volksaard voorop te zetten." Schcrp is het oordeel van de Nedeïlandse Hoogleraar over de tekortkoming van de Belgiese Staat tegenover de Vlaamse ge-westen: ,,Men behoeft ons in Nederland allerminst te vertelleai", sohrijft hij, ,,dat in den Belgischen staat Vlaanderen, Vlaamsch en de Vlamingen nog nimmer tôt kn voile recht zijn gekomen. Wel is in m strijd van 80 jaren velerlei bereikt, — njaar eene volkômen eigen ontivikkeling op itn eigen stam,. bleef aan Vlaanderen ont-bouden. Moge dit ten çleele zijn te wijten aan velcn die iri Vlaanderen zelf hadden Mlôoren voor fs gaan, — er moet toch bovenal gewezen op de onheiische Franscbe «n Waalsobe invloeden, die in België de Vlaarasclie ontwikkeling bcbl^en verwaar-loDsd, tegengeliouden, of tegengewerkt. Het is een lange en grievende rij van misken-ningen eoner volkspotentie, waarvan de Belgische annalen getuigen. En te duidelij-k-r komt dit uit, nu deze zolfdo Vlaamscbe volkspotentie in den oorlog bowezen beeft, een d^r machtigste kracbten voor den Belgischen staat te zijn." Het verheugt ons, dat bet inzicbt uitge-drukt in deze aanbaling — waardoor de iktie van de Viamingen (ook in ver-hnd met bet ogescbijnlik .handbaven door <ie Regering van bet oude verderfelike U':ndpunt) begrijpélik wordt — in steeds l:odw kringen doordringt. Dat bet weldra doordringe ook tôt bet bewustzijn der Bel-giese Regering, is onze innige wens. Het oordeel van iiet neutrale buitenland (vooral van bovriende --ijde) kan baar niet onver-fchillig zijn: ,,De onderste, de oer-Vlaam-|- 'slagen des volks zijn, in 't soldatenleven, pisfc naar boven gekomen... In bet Bel-gis^be mengsel heeft de gchtelt buiten-vrtld liet élément van de Vlaamschc kracht bderkend." *) . Da Viamingen liebben zich in dezo strijd te verdienstelik gemaakt, dan dat zij niet kn voile gereclitigd zouden zijn aanspraak te^aken op het herstel bunner recbten een doelmatige organisatie huiiner volk9-kracht. ,,En wij beseffen", zegt van Kamel," dat het noodig is, die kraobt ook inwendig, dubbel te verdedigen ; zelf s reeds thrnsl" *) »Zullen België en Vlaanderen niet in fene algemeeme entente-politiek verslijmen, in den Franschen wapenbroederband ver--'îrompelen, dan heeft Vlaanderen zoowel ict recbt, ala den pliebt, voor zicbzelf en z'jn toekomst te getuigen. Geen eeubeids-jjjwrie of godsvrede raag dit verbdeden. "il men reeds tbans de komende Belgiscbe reo®ftringen op aanspraken en verlangens ;,'jzen; reeds nu voor uitvoerbare vormen Tan kraebtiger Vlaamsch zolfbestuur, ^ îaamsch Hooger Ondervvijs, Vlaamscbe Tc,iwaardigheid, pleiten, — bet zal iederen Vficnd en belangstellende kloek en recht-vaardig voorkoraen." Aan liet slot van zijn opstel drukt prof. ! \an Hamel de overtuiging uit, dat een M zicbzelf opgroeiend Vlaanderen alleen Eo^Hk is in bet Belgiese staatsverband. *) Wij kursiveren. rA. J. *"• — «se* I O ■ c !■ en is iîilijïing. n'' Keulsche correspondent van ,,De Tijd" i aan zijn blad: j , • 3_ar aanleiding mijner jongste correspon- ; Vaîi© over de toekomst van België, ontving ; door bemiddèling uwer red'actie een brief èen hoogstaande Belgische persoonlijklieid ^ dô pertinente vraag, of • bij Duitsche ' ^ingskringen. en met name bij de Cen-jl^'^'^tie. al dan niet bet plan bestaat, r-?ë blijvend bij Dnitschland in te lijven. f ^ heb van niémand opdracht of machti-PSÇ' otû ia dezen een bopaalde verklaring af ^ -^geu. maar ieder, die met do boven- j -t-ndo politieke kringen eenige voeling onder- i heeft do onwankelbare overtuiging, dat j *'•* de. minste sprake zal zijn van annesa-* idfs niet van het kleinste strookje .. ! Belgisch grondgebied I>e Keizer heeft het bij ' bet uitbreken der vijandelijkheden voldoende duidelijk gezegd: ,,Wij voeren geen verove-ringsoorlog". En DuitscMé-nd gevoelt ook als de schitterende overwinnaar van het oogen-blik aan geheel iets anders behoefte dan aan het onder 't juk brengen van andere volken en het knechten van nationale aspiraties, Tvelke tyrannie volgens het jongste pauselijke schrijven opnienw haat van geslaclit tôt ge-slacht zou zaaien. Met zijn trouwen bondge-noot staat DuitschlaiM alleon in dezen oorlog, en wat ook sommige al-Duitschers mogen be-weren, onze staatslieden liebben juist door de scliier algemeene vijandschap van de overige wereld ingezien, dat een sobere-politiek het richtsnoer moet zijn en chauvinistische verlangens moeten worden ingetoomd. Geen blijvende vijanden van heden en zeker geen nieuwe vijanden moeten gekweekt worden, wil Dnitschland zijn wereld-positie liandhaven en niet den wraakroep van het „Vae Soli" onder-vinden in den tragisclien ondergang, die op den duur moeilijk zou kunnen uitlilijven. Ter bevoegder plaatso is dit zeer wel ingezien, en al heeft nog pas de regeering in den Rijksdag tegenover de al te brutale vraag van Lieb-knecbt een reclitstreekscbe verklaring over annesatieplannen ontweken, om aldus bij de onvermijdelijk naderende vredesonderhandelin-gen zoo sterk mogelijk te staan, aile welinge-lichten twijfelen niet aan de verzoenende hou-ding, waarmede Duitschland straks de vriend-schappen zal trachten te verwerven, waaraan het zoozeer behoefte heeft. Wat inzonderheid België betreft, nien her-innere zich slechts do Duitsche regeeringsver-klaring aan Engeland, dat Duitschland niets zou liebben aan <?en annexatie van België zon-der tegelijkertijd lietzelfde met een deel van Nederland te doen, om te bagrrjpen, dat Ant-werpen niet in den Duitschen greep kan liggen. Zelts zal België ondervinden, dat het ,,goed-: maken", (door den Rijkskanselier beloofd) van de eventueele oorlogsschade in België, ook nog zal gelden ondanks zijn verzet, al zullen ook.de Entente-machten aan dit ,.goedmaken" moeten meedoen. Het Duitsche Rijk heeft ecliter te zeer ondervondén, lioe de inval in België bij de neutrale volkeren van de oude en nieuwe wereld is uitgespeeld, om niet de behoefte te gevoelen aan een grootmoedige handelwijze jegens België, welke een. gepleegde, zij het dan îioodza- kelijk fout van Duitschland, goed zal maken. * * * Een groot aantal aanzienlijke Duitsche ge-leerden, politiçi en industrieelen, lieeft tôt den rijkskanselier een verzoekschrift. gericht, waar-in zij pleiten tegen inlijving van vèroverd ge-bied bij het Duitsche rijk. Zij zeggen o.m. : ,,Duitschland is niet ten oorlog gegaan met het plan op verovering, maar ter handhaving van zijn door do vijandelijke coalitie bedreigd bestaan, van zijn nationale eenheid en voort-schrijdende ontwikkeling. Ook bij het sluiten van den vrede niag Duitschland slechts tracliten naar wat strekt tôt dat doel. Vertoogen, die Uw Excellentie zijn geworden, gaan tegen dat doel in. Wij achten het daarom onzen plicht-, dat streven met allen nadruk te weerstaan en I liet openlijk uit te spreken,dat wij in zijuJ verwezenlijking een politieken misslag met ern-stige gevolgen en geen versterking, maar een noodlottige verzrwakking van het Duitsche Rijk zouden zien. „Zuiver zakelijke overwegingen liebben ons de overtuiging gesclionken, dat de inlijving of bijvoeging van in politieken zin zelfstandige en aan zelf.standiglieid gewende volken verwerpo-lijk is. Het Duitsche.Rijk is ontstaan uit de ge-dachte van nationale eenheid,-van nationalen samenliang. Het heeft nationale eiementen, die het vreemd waren, x slechts langzaam en nog onvolkomen met zich versmolten, en wij willen er ons nocli door gebeurtenisren, noch door mensclien nôch door gemakkelijk opgewekte stemmingen toe laten drijven, de groote grond-lijnen van do rijksschepping prijs te geven en to veranderen, en het karakter van den nationalen staat te verstoren. ,,Het spreekt van zelf, dat het gebied, dat wij overeenkomstig onze vredesvoorwaarden zullen ontruimen, geen bolwerk van onze tegen-standers mag worden, dat geen mededinger van Duitschland zich daar mag nestelen, De moge-lijkheid mag niet bestaan, dat vijandige gevoe-lens van de bevolking zich uiten in- vijandige handèlingen, die den vrede en de veiligheid van deze grenzen zouden kunnen bedreigen. Dergelijke gevaren kunnen worden voorkomen, en wij vertrouwen er op, dat liet zal gelukken, geschikte en deugdelijke middelen te kiezen en toe te passen. Daartoe kunnen wij ecliter wederom geen middelen rekenen, die ons langs een omweg ten slotte toch naar inlijving zouden voeren. Tôt de tachtig onderteekenaars behooren: prof. dr. Otto Baumgarten, Riel- staatsminis-ter baron Von Berlepsch ; prof. dr. Brentano, Munchen ; prof. dr. Hans Delbruck, Berlijn ; dr. Bernhard Dernburg, oud-minister van Kolo-niën; prof. dr. Adolf von Harnach, Berlijn; prins van Hatfield, bertog van Trachenberg, Berlijn; Just, oud-directeur van het rijksminis-terie van binnenlandsche zaken ; Friedrich Laliausen, general-superintendent van Berlijn; prof. dr. Franz von Liszt, Berlijn; Franz van Mendelssohn, voorzitter van do Kamer van Koophandel te Berlijn ; prof . dr. Paul Rolir-bach, Berlijn; prof. dr. Gustav von Schmoller, Berlijn; Cari F. von Siemens, Berlijn; A. Stein, redacteur der ,,Frankfurter Zeitung; baron von Stumm, oud-ambassadeur ; Theodor Wolff, hoofdredacteur van het .,Berliner Tageblatt". * * * Nog een dergelijk stuk is uitgegaan van den ,,Bund Neues Vaterland". Het richt zich tegen het waandenkbeeld, dat de vrede kan verzekerd worden door vernicti-ging van de tegenstanders, als door de geschie-denis. Vervoigen» worden de inlijvingseischen onder de oogen gezien. Er zou zoo ongeveer 130,000 vierkante kilometer met ruim 16 mil-lioen inwoners moeten worden ingelijfd. Hoe zou de verhouding van het Duitsche rijk tôt dio onderworpen menschen moeten zijn? Die van hun rechten beroofdo bevolking zou in voortdurende vijandigheid met het rijk leven. Na zoo'n vrede zou Duitschland bovendien eenzaam in de wereld staan en Engeland, Fran,krijk en Duitschland zouden gedwongen zijn, elkaars bondgenooten tegen Duitschland te blijvcn. Uitvoerig staat het stuk stil bij de economi-sche, strategische ev politieke nadeelen van een inlijving van België Strategisch lieeft Antwerpen geen waarde als ooriogshaven, ..aangezien Nederland den Schcldemond beheerwh^ en aal blijven beheer- ( seben." Gustave de Smet. De. Ylciamsche kunstscjiilder Gustave de Smet, oypent ap 25 dezer, des namiddags 2 uur in ,yftovwni,y, Vlietlaan, te Bussum, een tentaonstelling zijner werken. In ,, Eigen IIaard" ■wijdt René de Clcrcq hem het voir gende met. mooie reproducties geïllustreerd I artikel: Gustave Ds Smet werd geboren te Gent in ' het jaar 1877, sudeerde aan de Koninklijke : Academie aldaar, verbleef meest in zijne ' gebool'testad en ook een tijdlang in het langs de Leije geleg'en lief kunstenaarsdorpje St. : Maertens Laethem, waar hij tôt buren en ' vrienden had. de schilders De Saedeleer, Gustaaf van de Woestijne, den teekenaar ! Jules de Praetere, die zich later zoo ver-dienstelijk maakte aan de kunstacademie te Zurich, den beeldhouwer G. Minne, de schrijvers Cyriel Buysse en Karel van de Woestijne. Grooten bijval Tgçnoot het werk van Gustave De Smet op de vele tentoonstellin-gen in België en in het buitenland, waar men hem geregeld uitnoodigde, onder nieer in Kunst van Heden te Antwerpen, de On-afhankelijken en Licht en Leven te Brussel, verder in Zurich, Venetië, Parijs enz. ! Medestichter van het Algemeen Kunst-verbond voor beide Vlaanderen, dat in zijn schoot vereenigt onze beste bouwkundigen, beeldhouwers, schilders, schrijvers, musici en tconeelkunstenaren, werd hij op de groote algemeene vergadering, • te Gent ge-houden in Juli 1914, tôt bestuurslid geko-zen.Terwijl bij het uitbreken van den oorlog zijn jongere broeder Léon, eveneens een ge-vierd schilder, naar Engeland uitweek, waar zijn dçeken naast die van Claus, Opsomer en Baertsoen veel opgang maken, verkoos Gustave De Smet zich tijdelijk te vestigen in de kunstrijke hoofdstad van het geluk-kiglijk rustig gebleven, broederlijk sympa-thieke Nederland. Hetzij hij landschappen schildert, bin-nenhuizen o'f stillevens, hetzij hij portretten penseelt of eigenaardige gedacbten in sa-menstellingen uitwerkt, steeds blijft Gustave De Smet persoonlijk, voornaam, flink modem; steeds onderscheidt zich zijne kunst door losse levendige teekening, ongemeen fijne en fraai harmonieerende kleur en vooral door dit onverpoosd streven, welk het kenmerk is van den waarlijk goeden en greoten artist. Hij is niet va-n dezen, die zich laten ver-leiden door makkelijk behaalden bijval en rustend op hunne lauweren, hun beste tijd vergàpen in bewondering voor het voltooide schoone. Wat hij voortbrengt is zoo niet tel-kens hooger, dan toch telkens anders. Nede- I rig en trotsch tegelijk ontwikkelt zich in stilte zijn hoogreikend vernuffc. en schept schatten waar de menigte soms aanvankelijk geen oog voor heeft, maar wier onvergelij-kelijk echte waardè in het licht moet gesteld door geestverwanten en medeartisten. Het ware een ondankbaarheid van mij-nentwege hier onvermeld te laten dat mijn onlangs in de ,,Nieuwe Amsterdammer" verschenen gedicht ,,De Appel" ontstaan is onder den indruk dien ik ontving ''oor De Smet's merkwaardig werk ,,De Zonde", een I groot tafereel dat verleden jaar op de ten-tconstelling te Brussel de aandacht aller kenners op zich t-rok. Hier volgt, met verzen uit ,,De Appel", de beschrijving van dit heerlijk doek: Onder een woeste lucht Zakt de bodem der groeno gaarde diep, rond, ais eindigde hier de aarde in de ruimte zonder grond. Heva ziet men mager en bleek uit dien afgrond stijgen, strekkend het halve lijf, hooguit, boven den rand. Rosrood flakkert het haar, een wolk die brandt; Als bloemen die dorston, welk, drijven de borsterr, wijl lieup, arm, nek, al \t lichaam spant. Door donkere. kringen soliieten de oogen, in- wulpsoh gegluur, vreemde schitteringen van vochtig vuur. Mooier dan do mooiste appelen in de grillige groenen der kruinfestoenen, ligt er een rijprood lokkend in 't graa. Goudlicht,. uitbrekend, omkroont zijn kleuren, smelt in de lucht en doet haar geuren of ze al amber en blôesem was, Dat 's het heerlijke, verboden begeerlijke, de wellust die, meest als belofte, verrukt. Toedringend helt de rrouw de verzooking tegen, het gelaat in drift, half lach, half grijn6; De beenige handen kruipen, wegen, grijperig groot, als lag, onder zondig gepeins en zwaar begeren, gansch de aarde gedrukt... Vooral mijn vriend Gustave De Smet had ik in het oog toé-n ik, in een artikel Boven 't Eumoer, het portret teekende van den echten kunstenaar. Laat rustig, schreef ik, wie werkt voor de eeuwen. Teedef is hij, niet zwak. Want om zijn streven te doen gedijen, zijn een sterkte en levensmeed noodig, waarvan de meeste uit-wendig stouten, pochend op strijdlust en karakter, niet het minste begrip hebben. Hem is niet voldoende eenmaal te slagen 3n' braaf burgerlijk het gevonden gangetje voort te gaan dat leidt naar eer, gunst en toelachende profijten. Hij oordeelt het bene-den zich te leven op reeds verworven roem. Nimmer .gansch voldaan, spoort hij zijn geest naar hooger op, en heeft den moed , soowel tôt vallen als tôt stijgen. yoor het hinderlijke, het gevaarvolle, ^ zoekt hij geen omweg, maàr gaat recht of het einddoel af, zich alkrachtig iuspannenci tôt heerlijk overwinnen. Immers niet naar de hoeveelheid van het voortgebrachte schat men de waarde van een werker. Uit de verscheidenhéid van zijn ver-mogens, uit de macht der doorworstelds moeilijkhedén kent men de echte gehalte vau zijn kunnen. In Gustave De Smet begroet ik een van Vlaanderens schoonste kunstenaars ! B u s s u m. RENÉ DE CLERCQ. Qui s'excuse... ,,Al is de leugen nog zoo snel, „De waarlieid achterliaalt haar wel.': Jacob Cats. Op de minderwaardige perse aan pagn< tegen de ,,Vlaamscbe Stem" gevoerd, heb bein wij tôt nog toe een niinachfcend stilzwij ge>n bewaard. Op het karakter van deze campagm werpt het navolgende door ons onbvangei stuk een eigenaardig licht. Hôtel ,,Du Commerce", Kalverstraat 45—47, Amsterdam Amsterdam, 21 Augustus 1915. Den Heeren De Clèrcq en Jacob. Redacteuren , van ,,De Vlaam-sche Stem'', Amsterdam. DrihgenkJ en vertrouwclijk. Mijnheercn, Daar de heer Deswarte zich tegenover U ver-bonden heeft geeno persoonlijke actie in te spannen naar aanleiding van het gebeurd€ met „Do Vlaamsche Stem" en daar ik vreef dat het in het Avondblad van De Tclegrcu) verschenen stuk van den heer Monet bij U den indruk zou kunnen wekken dat do heei Deswarte thans onreclitstreeks een actie tegen j de nieuwe ,,V1. Stem" wensclit aan te wak-keren, houd ik eraan te verklaren, dat ik het in ,,De Telegraaf" bedoeîde lid van redactie-raad en raad van beheer ben, en dat Deswarte zelfs geen kennis had van het verschijnen van het stuk. Echter houd ik er even uitdrukkelijk aan U te berichten — om elk misverstand te ver-niijden — dat alleen de feitclijke inlichtingen van het stuk van mij vOortstammen. De soms wat overdrevene en niet aItijd nauwkeurige inT kleçding van de feiten valt alleen den heer j Monet ten deele. Ik wist ook niet dat de heet" Monet — dien ik toevallig ontmoette — mijne min of meer spontané uitingen in interviow-vorm zou gestoken hebben en er aldus een soort authentieko waarde aan geven, als recht-streeks komende van een der ontslagnemende redacteuren. De enkelo onnauwkeuriglieden dio in het stuk aangetroffen worden bewijzen zulks ten voile. Moest ik direct het stuk ge-inspireerd hebben, dan zou ik deze.verkeerde voorstellingen hebben geweerd.... Moest ik ook geweten hebben dat de heer Monet me persoonlijk en sprekende zou ingevoerd hebben of moest ik vermoed hebben in welken vorm hij mijne inlichtingen zou ingekleed hebben, — ik zou eerst inzage van het handschrift of van de proef van het artikel hebben geëischt. Tk moet dus uitdrukkelijk zekere tendenzieusë zinspelingen of enkele niet heelemaaî nauw-keurig voorgestelde feiten voor rekening van den heer Monet laten. Ik achtte het noodig U dit te melden ter wille der loyauteit en om van ieder in deze zaak het juist aandeel van verantwoordelijk-lieid vast te stellen, vooî;namelijk echter om U to overtuigen d.at Deswarte hoegenaamd geen deel in de publicatie van heden heeft. (*) Met beleefde groeten, Uw dw., (w.g. ANDRE DE RIDDER. „Om van ieder in deze zaak het juist aandeel van Verantwoordelijk'heid vast te stellen"... Juist met dit doel publiceeren wij het schrijven van den heer de Ridder, nu aan het korte bericht dat ihem gewerd — Geven u beleefd in overweging te .rectifir oeeren in" de ,,Telegraaf" — door hem geen gevo]g gegeven is. Thans verwaoliten wij een even ,,drin-genden en vertrouwelijken" brief van den heer Monet omtrent de ,,verkeerde voorstellingen" van den heer de Ridder, betne-vens rectificatie .door een van beiden van die voorstellingen in de ,,Telegraaf". DE REDA-CTIE, *) Wij mort en hietbij doèn opmerken, àot de stoot tôt deze bctreurenswaardige campagne door den heer Deswarte in den onzaligcn àanhef van- zijn >}AJscheïdsgrocty' gegeven werd. (Red.) B ij s c h r i f t : Volgend schrijven d.d. 22 Aug. van den lieer De Ridder gewerd mij : ,,Daar de heer Monet alléén aansprakelijk is voor zijn opstel, als zijnde de auteur van het ,, Telegraaf "-artikel, zie ik niet in op welken grond ik van hem rectificatie zou kunnen eischen ; de to rectificeeren feiten zijn, trou wens, gering en voor den ,,toon" van het stuk, de bewoording van de enkele door mij medegedeelde feiten is alleen de heer Monet verantwoordeliik. Zoo rectificatie U wenschelijk scliijnt, behoort het U toe deze te vragen aan Monet zelf." D'aarop h^b ik alleen te antwoorden : Ik apprecieer het geval niet. De feiten, die de heer De Ridder gering acht, zijn totaal on juist vo orgeat eld. Wij verzoeJcen voortaan van toeze-nding van ,,vertrouwelijke" brievéh van den heer De Ridder verschoond te blijven. Mr. Dr. L. BRULEZ, Liquidateur. Naschrift: Maandagavond te 8 u. had ondergeteekencTe, vertegenwoordiger van de N. V. ,,De Vlaamsche f tem", een àmbtelijk gesprek met den heer M o n e t, waarin hij van dezen rectificatie eischte. De heer Monet verklaarde, den heer De Ridder wel een interview te hebben afgeno-men en weigerde 'té rectificeeren. Inge-volge daaryau 'gçu, onçlergeteskende den heer Monet definitief te.kennen tôt publicatie te zullen overgaan. Wat hier geschiedt na ruggespraak met de Redactie. Mr. L. B. KL EIN 353 S Kern, AHlaanderen heeftt enkel de waarheid van doen, de voile waarheid echter. Er wordt im-! mers gestreden tegen onrechtvaardigheden, die, ; al zijn ze 100 jaar oud en werden ze vroeger i ; geduld, onrechtvaardigheden en verdrulcking | ! z ij n .gebleven, maar voor dat de wetgevende . kame-rs de oude wantoestanden bekrachtigen of . er nieuwe doen ontstaan. heeft het Land en het 1 Bestuur de waarheid dier historische stellingen te toetsen, waarop men zich beroept, om aan de wetten 'n koers te geven, die door 4,000,000 i Belgen als noodlottig en rechtschennend wordt veroordeeld. Dr. D. A. STRACKE, S. J. j,Het redmiddel". Vermoedelijk ten gevolge van de bespreking i > in de pers uit de laatste dagen van het Vlaamsch Politiek Beginsel, bereiken ons zoo ; talrijke uavragen naar de bekende programma- | tisclie reeks artikelen (,,Spreken is plicht", ,,Diagnosis", ,,Het Redmiddel''), dat de wen-schelijklieid van een herdruk door ons ernstig 1 in overweging wordt genomen. | Een Volksmîsboek. Bij den uitgever Paul Brand te Bussum is een nieuw Misboek verschenen in Latijnschen en Nederlandschen tekst, getiteld : ,,Het Volks-mi^boek, bevattende al do Missen en aile ge-beden van het Romeinsch Missaal, bewerkt door de Benedictijnen der Abdij Affighem, onder leiding van Dr. Dom Franco de Wijels en j dr Dom Willem van de Kamp, Monniken der-I zelfde Abdij". j Lang werd, sclirijft het ,,Centrum", in J Nederland en in het Vlaamsch sprekend deel ; van België naar dit Volksmisboek, dat reeds ' geruimen tijd geleden was aangekondigd — 1 Kard. Mercier sprak er reeds over in Zijn vastenmandement van 1914 — uitgezien en hoog waren de verwachtingen gespannen naar dit werk. waaraan de bekende Benedictijnen dr. De W ij e 1 s en dr. V a n d e K a m p hun , beste kracbten zouden geven. Nu het is gekomen, overtreft het verre elke verwachting. Zeer prijst het blad vervolgens de volledig-lieid van het misboek en de degelijkheid van de inleidingên en verklaringen. Van de vertaling heet het: ,,De vertaling, welke op slechts zeer enkele plaatsen eenigszins naar het Vlaamsch ric-kt, laat zich ook. door ons,, Nederlanders, prettig lezen". Zoodat de Vlaamsche kerke-lijke schrijvers eer inleggen met hun werk. Baden in Japan. Een Japanner neenit dagelijks zijn bail. De kosten zijn wrkelijk zeer gering, want met [ inbegrip van liet linnengoed kost zulk een bâti slechts twee ,,sen" of ongeveer vier centen, een prijs waarvoor men, naar wij meenen, te . vergeefs in Europa een behoorlijk bad zou I kunnen nemen. De Japanners nemen hun ba-j den op een, Voor een Europeaan, onmogelijke ' temperatuur, namelijk tusschen 42 en 40 gr. i Celsius. Zij blijven slechts een paar minuten in het w-ater en komen er, zooals begrijpelijk is, zoo rood als een kreeft weer uit te voorscliijn. Het merkwaardigste van die zeer warme baden is intusschen de snelheid waarmede de 1 ich aamstem pe r atu u r van den bader toeneemt. Professor Baelz van Tokio, die. zeer nauwkeurige proefnemingen in verljand met deze kwes-tie genomen heeft, nam een temperatuursver-liooging zelfs van 2 gr. C. na een zeer korte in-dompeling waar. Dio hoogëre temperatuur van 3S,5 gr. tôt 39,o gr. blijft eenige uren aanhou-den ; het lichaam verliest de warmte, welke het zoo plotseling opnam, eerst zeer langzaam. De Japaneezen hebben na hun warm bad dan ook veel minder hinder van de strenge koude ; dit bad heeft dus juist de omgekeerde uitwer-king welke men overigens daarvan zou ver-wachten.Eindelijk moet er nog melding van gemaakt worden, dat de Jap&nners gewoonlijk hun bad onmiddellijk na hun avondeten nemen, dus juist op een tijdstip, ;t welk wij daarvocr zeer onge-schikt en nadeelig voor de gezondlieid noemen. Toch ondervinden zij daar niet den minsten hinder van, wat wel is aan te nemen, omdat zij er ànders wel een geschikter oogenblik voor zouden uitkiezen. De Chlneesche damesvoet, Wingtone Cook«, die zijne brieven in een af-zonderlijk boek („China in 1857—1858") in het licht gaf, geeft zeer nàuwkeurig aan, hoe de Chineesche damesvoet gevormd wordt, en er uitziet. Hij liet zicli meisjesvoeten in aile tijd-perken der kunst toonen. ,,De oudste dezer meisjes bezat reeds' den voltooiden fraaien voet, namelijk een vormloozen klomp. De wreef of het gewricht van den voet neemt de plaats van den knok in en ailes, wat er overbleef om daarop te loopen, bestond in die ballen van den grooten teen en in de hiel. De Cliineesclie damesvoet is dus niets anders dan een stukje teen en een stukje liiel met eene groote wreef daartusschen. Twee andere meisjes, in het tweede en derde stadium der voltooiing, leden nog geweldige pijn in de gloeiend ontstoken voeten. Het da^vraan grenzende meisje was nog in hef begin van het tweede stadium, "waarin zwakke kinderen dikwijls î^zwijken. De voet- 1LRONIEH. zolen waren tôt een boog ineen gedrongen, liieTejn en groote teienen zoo dicht mogelijk tegen elkander aangeschroefd. Deze foltering neemt nog gedurig van maand tôt maand toc! De voet zwelt en gaat tôt ontsteking over; de ]>ijnen zijn dikwijls onuitstnanbaar, maar de teedere moeder gaat onafgebroken met de be-werking voort. De vier jongste meisjes waren nog in het tijdperk der voerbereiding, waarin de groote teen wordt vrijgelaten, maar de vier andere stevig onder den voet worden gebonden. totdat ze voor het oog niét meer zichtbaar zijn, het vermogen om t gewricht te ^ewegen vërliezen, en onder met de voetzool ineen groei-en. Hierop volgen eerst de talrijke andere pij-nigingen, door het ineen drukkien veroorzaakt, totdat de dame o pden grooten teen en den hiel, dicht nevens elkander, vrij, mtfar steeds wankelend, kan voortstrompelen. Eetiust van vogels. Als men van een mensch zegt, dat hij of zij zooveel eet. als een vogeltje, dan meent men daar meestal mee, dat zij of liij weinig eet. Maar vogels eten, naar verhouding tôt hun grootte, geweldig veel. In de maag van een sperwer vond men overblijfselen van 79 rupsen, 24 kevers, een veldmuis en een bloedzuiger. De sperwer, die gewoonlijk zich met muizen voedt, kan er in een maand ongeveer 1000 stuks verteren. Een tamme steenuil verslond zeven muizen aclitereen. Drie uur daarna had hij alweer honger en verslond nog meer grauwtjes. Den meesten arbeid scliijnt echter liet roodborstje op dat gebied te kunnen ver-richten. Men heeft dat fraaie beestje op ééu dag regenwormen zien eten, tôt een gezâmen-lijke lengte van 14 voet, samen ongeveer 80 gram wegende, terwijl hot vogeltje zelf nauwe-lijke de holft weegt. Een en andsr over de spin. De vrouwelijke spin is grooter dan de man-nelijke, die, terwijl hij zijn hof maakt, eigen-lijk in voortdurend gevaar verkeert en zijn vrijages dikwijls met het verlies van een been, dat de vertoornde schoone hem uitrukt, moet bekoopen. Van een der zeer uiteenloopende soorten van spinnen is de vrouwelijke zelfs 1,300 maal grooter dan het mannetje. De draad, dien een spin vervaardigt, bestaat uit talloozo zeer dunne draden of vezel's; waarvan sommige op een dikte geschat worden welke overeenkomt mot een duizendste deel van de dikte van een menschenhaar. Er worden drie soorten van draden gespon-nen: een van groote dikte en kracht, die in het net ter plaatse komt waar zich bij een wiel de spaken bevinden. De andere draden, die namelijk welke de eerstgenoemde verbinden en daar min of meer in normale richting op staan, zijn dunner, maar toch zeer taai. Dit laatste ten gevolge van kleiné bolletjes van cen soort van gom, die zich daarop beVinden. Deze bolletjes zijn met gelijkniatige tusschcnruimteîi op de draden aangebracht. Zij schijnen te dienen om in de eerste plaats de pooten of vleugels van een vlieg vast te houden. Is eenmaal een vlieg aldus in de klem, dan snclt de spin toe om haar met eenige draden te overspannen, zoodat zij evenals een paard in een lasso gevan-gen zit. De derde soort van draad is die welke de spin in massa uitwerpt en waardoor dieren ge-vangen worden, waar zij eigenlijk bang voor is, zooals bijvoorbeeld een wesp. Een wetenschappelijk onderzoeker kon eens uit het lichaam van een spin bijna drieduizend meter draad afzonderen ; wel een bewijs hoo ontzaglijk dun deze draden moet zijn. Van spinnedraden kan men zijde weven. Deze glimt en scliittert echter meer dan de zijde van den zijdevorm ; de kleur ie min of meer goud-achtig en zeer fraai. Naar men beweert zou Lodewijk XIV een kleed gehad hebben, dat uit zijde bestond, waarvan spinnewebben do grondstof geleverd hadden. Welk een werk om zooveel bij elkaar te krijgen ! « De naam Bethmann. Volgens een mededeeling van dr. W. G. C. Byvanck in de N. Cour, is de naam Bethmann een Hollandsche naam; de familie is in de zeventiende eeuw uit Holland naar Frankfort gekomen. Aan huis bij den rijken bankier Simon Morit-z Bethmann te Frank-fort, den voorvader vai^den Duitschen rijkskanselier, hield Napoléon zich op den terug-tocht na den slag bij Leipzig in Oktober 1813 een enkelen dag. op. Een konînklijl^ rccht. Toen zekere staatsman onlangs na lasg in de sociëteit gezeten te hebben des avonds laat te huis kwam en de kamer wilde hinnentreden, was het zijne echtgenoote die de kamer opende en haar gemaal met een flinke boetpre<ïikatie ontving. Maar . onze staatsman wist snel aan die redevoering een einde te maken en zelfs zijiie vertoornde gade een glimlach af te persen door de opmerking: ,,Alleen de koning heeft het recht de Kamer met eene rede té openen". Bekendmakino. Vefbet8ring. In de in nr. 195 van dit blad verschenen be-kendmaking van het college van liquidateuren werd medegedeeld, dat de ,,Vlaamsche &tem" voorloopig dagelijks op twèe bladzijden zou verschijnen. De geachte lezer gelieve deze mededeling op te vatten met dien verstando dat, in verband met de Zondagrust die hij de Redactie ongetwijfeld gaarne gunt, evenals te-voren het blad des Maandags niet verschijnt. Vsrtaling. Van de Belgische Wet, waarnaar het College , van Liquidateuren in gemelde bekendmaking i verwees, deelden wij van artt. 111 en 115 ! slechts den Franschen tekst mede. ' Als een gevolg van de verdrukking van onze moedertaal in België, heeft alleen de Franscbe tekst wettig gezag. In de bekendmaking kon-den wij dus geen Nederlandschen tekst plaatsen. Wij laten hem echter hier thans volgen : ,,Tenzij een tegengestelde bepaling in de ! statuten of de akte van aanstelling er anders j over beschikt, kunnen de liquidateuren aile acties inspannen en waarnemen voor de Vennootschap, aile betalingen innen, aile ge-rechtelijk beslag ophetfen met of zonder kwi-tantie, aile geldswaardige papieren van de vennootschap te gelde maken. aile handclspapieren to endosseeren, in aile geschillen een vergelijk of beschikking treffen. Zij kunnen de^nleubelen van de Vennootschap overmaken in openbare veiling, indien zij een veiling noodzakelijk acli-ten om de gelden aan te schàffen voor de be-taling van de schulden der vennootschap of indien het aantal vennooten zeven of meer dan zeven is. Zij kunnen, doeb slechts met de overeenkomstig artikel 112 verleende toestemming de algemeene vergadering van deelgenooten, voort-zetten, tôt de te gelde mrking bereikt is, de werkzaamheid en de handelsbclangen der vennootschap, voortgaan ze te verpanden, haar roerende goederen over te maken, zelfs met wederzijdsch goedvinden, en het maatschappe-lijk .bezit op andere vennootsebappen over te dragen". Voov het Collège van Ziquid<tteurcx3 Mr. L. BRULEZ,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Amsterdam du 1900 au 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes