De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1354385 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 21 Avril. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Accès à 29 mars 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/599z03056f/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

PGfStë~«ïàargaîïé woensaag ai Apriï 1915 S cents DE VLAAMSCHE STEM algeaiben belqisch dagblad Een voik zal niet ver gaan! Eendracht maakt machtl REDApflLEIsfTRAAT 31° AMSTERDAM. - TELEFOON Ho. 9922 Noord. pe viaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens 0n vier bladzijden. Abonrjementsprgs by vooruitbetaling : ^ Voor Holland en BelgiS per jaar / 12.50 — per lcwartaal /3.50 — per màand / 1.25. Vocr Engeland en Frankrjjk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7,50 per twartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofflop^teller» : Mr. ALBERIK DESWARTE Opsteh'aad s CYRiEL BUYSSE — RENE DE ÇLERCQ — ANDRE DE RSDDER Yoor ABONNEMENTEN wende m en zich tôt de Administratie van liét blad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Yoor AANKONDIGINGEN wende men zich. tôt de Administratie van de VLAAMSCHE STEM, Paleisstraat 31, Amsterdam. A DVERTENTIES : 20 Cents per regel. KORTE snhoud l e B la dz ij d e : Bf verantwooi'delijkheid vaii Duitscliland. — Éùgène Cox. lu naain der Hoch Kultur. Kleiné Kroniek. Kenonnenpraatje. fioïferlied. — J- J■ Zeldeniliuis. Onheschoftheid. — Willy Timmermans. 2e Bladz ij de; l'it bet Vaderland. Regnisities in Antwerpen. Voor de Uitgewekenen. Kunst. _ I De onbezonnen Rechter (7). — Lodc Backcl-ri'an.s.3:e B 1 a d z ij d e : De Eùropeesche Oorlog. Het optreden van Duitscliland. Yoqrdrachten en Feesten . Over Neutralitéit. De Tweetaligheid in de Belgische Unie. Belgische Vermisten. 4 e B 1 a d z i j d e : De Proef. — E d. Schorrema-ns. De dood van Yperen (I). De-Uitvindingsoctrooien en de Oorlog. Gekwetste soldaten in Engeland. Men zoekt. Niet afgehaalde brieven. • De verantwoordeiîjkheid van DuitschSand.O De Belgen kunnen in ge«n enkel opzicht op dezelfde manier beoordeeld worden als deândere ooriogvoerende mogendheden. In-dieti men zich siechts op het standpunt der tegènstanders van den oorlog- plaatste, dan zou men nog moeten toestemmen, dat ons land, onrechtvaardig aangevallen door hen, die zijne onzijdigheid haclden gewaarborgd, de verplicht-ing liad. ora zich te verd'edigen. Pe^çer van België noodza'akté het de ovèr-wél'digers te weerstaan. Men vergeté niet dat. het gedrag van België. hetzelfde ware geweest, indien dè in val door Franschen'of Engelschen was geschiéd : ons nationaal ka-rakter schippert niet met zijn plicht; wij zouden ons letterlijk gehouden hebben aan de verdragen die de onzijdigheid van België tégenover aile Europeesche mogendlie-den waarborgen. Duitschland wist zeer goed dat wij be-sloten waren elken overweldiger te belet-ten ons grondgebied te overschrijden. De zoo-gezegde Engelsche overeenkomsten, die de Duitschers ontdekten in de laden der mi-nisterieele lessenaars te Brussel, toonen dui-delijk aan, dat België zich tegen "elke vrcémde inmenging op zijn grondgebied ver-zetten zou en alleen dan de hulp van Engeland in zou roepen, wanneer de onafhan-kelijklieid van België en de onschendbaar-lieid van zijn grondgebied, geiweld zou worden aa.ngeda.an door een der andere waarborgen-d? mogendheden. Het is buiten twijfel dat België ..geen beroep op Engeland deed in Augustus 1914, dan toeii de schending van onzè onzijdigheid reeds een voldongen feit was ; ook is bewezen, dat de Engelsche tus-sckènkomst siechts plaats liad versclieidene dagen na de overweldiging. Deze beide om-standigheden sluiten beslist uit het bestaan van' een. waarschijnlijke overeenstemming tussclien België en Engeland, ten einde een aanval' tegen Duitschland te vergemakke-Hjken.' Er heeft noch een Engelsch-Belgische overeenkomsfe bestaan tegen Duitschland ge-riclit, noch een zekere vooringenomenheid de liouding van België tegenover Duitschland. Mogen de neutralen, -wien wij niet de iulp van liunne wapens vragen en wie wij ons wel zullen wachten op te zetten zich te çompromitteeren door een houding, welke de een© oorlogspartij begunstigt boven de andere, niettemin den moed hebben om te oekennen dat België vrijgesproken moet worden van aile verantwoordeiîjkheid in dezen verschrikkelijken oorlog en dat de handEaving van de onafhankelijkheid en de onscliendbaarheid van België een eerste plicht is. "Wij kunnen er niet genoeg op aandringen dat ons gerechtigheid gesefiiede en dat krachtige stemmen voor ons recht opgaan. De onzijdigen, die de rechtvaardig- neid onzer zaak erkennen, zullen nierdoor °ok hun eigen belang bevorderen. Het erkennen van het goede reclit van e^Q" j 'IQ onz^igheid van een klein land senendt; een land dat steeds een loyale en ^benspelijke houding heeft bewaard ; de Pa i] niet opnemen voor dat Heine land met e w°ord, wanneer het onrechtvaardig aangevallen wordt, en Het niets anders deed , n Zl? ^erdedigen, niet alleen om zijn be- aan te bewaren, maar ook omdat liet zijn bint - ^ eer m°est aandoen en de ver- ^eGenover de waarborgende mo- Ke.cri ieû, n^omen ; dat is het volgende ail» i S611 • "De oorlog verscheurt dafc en sch.orst aile wetten op", 6J^e Sroote mogendheid veroor- zoekpn m.e^ ziin zwakkere buren te zou Trrî'n . ar staan of die ze zou willen înpalmen. Seva^ niefc voldoende zîcli te Wten. llefc recht van België, boek van Mr. Emiel Waxweiler, bestuurder van het Sociologisch Instituut Solvay ,,La de 1914", door iSaintyres.. "Uitgave van E. Nourry. Parijs. Belgique neutre et loyale", ontwikkelt, op afdoende wijze. al de bewijsvoeringen, die ten onzen gunste optreden. Het is evenzeer van belang om de oorzâ-ken van den aanval, waarvan wij het slacht-offer werden, verder te zoeken ; den aanval. waarvan aile staten liet slaclitoffer worden zullen, wier grondgebied Duitschland begœrb, wanneer deze oorlog ten zij-nen gunste afloopt. Men moet de krachtige begeerten van Duitschland nagaan, in liet bizonder sedert li0b verdrag van Frank-fort (10 Mei 1871), den gang zijner eerzucli-tige verlangens en zijn krachtsinspanning om de hegemonie over land en zee aan de wereld te ontrukken, bestudeeren. Dan alleen zal men de gansche landhonger der Teuitonen bsgrijipen en zal men kunnen vast-stellen dat zij onverzadigbaar zijn, en dat het een dringende eisch is, ze tegen te hou-den ten koste van wat ook. Geschiedkundig liet verband der officieele redevoeringen, der artikelen van de groote bladen, der werken van de ideologen en der Duitsche krijgskundige tlieoretici, herlialen ; ziedaar het werk van den lieer Saintyves (Les Responsabilités de l'Allemagne dans la guerre de 1914). De volmaakte samen-v/erking aan te toonen welke bestaat tus-schen de deelen van de ontzaggelijke Duitsche machine, hun doel om aile tegenover-gestelde pogingen te verpletteren of de in-lijving van aile groepen, die te zwak zijn om weerstand te bieden, ziedaar de ver-plichte taak. Het boek van den heer P. Saintyves be-studeert eveneens, zeer uitvoerig,.de gebeur-tenissen die onmiddellijk den oorlog zijn voorafgegaan en de diplomatische onderlian-dsli'ngen zijn meesterlijk door hem we.erge-geven.De schendingen der onzijdigheid. de stel-selmatige barbaarsche handelingen in de oorlogspraktijk worden aan het eind van dit boek ontïeed ; een boek dat eene plaats dient te vinden in aile boekerijen, omdat het zoo rijk is in juiste bizonderheden, in stevige bewijsvoea-ingen, daar het een der brandendste vraagstukken der bescha-viriigsgesohisd'eiiis bshandelt : liet D uitsohe verschijnsel. Kennen dat wat de rust van onze planeet bedredgt, meib den vinger het raderwerk van dit monsterachtig oorlogsorganisme aan-raken, op den voet het verschrikkelijk spook-sel volgen, is dat niet de plicht van allen die zich bezorgd maken over het lot van hun land. over de toeikomst der menschlieid 1 EUGÈNE COX. In naam der Hoch Kultur. Heerlijk, goddelijk schoon is deze dag van ontluikende lentepraclit. Reizende van Amersfoort naar Zwolle door de met na-tuurschooii ruini bedeelde A^eluwe, vergeet men eenige oogenblikken de ellende, welke met den lierfst en den-' winter over de menschlieid is gebracht. Eenige Belgische officieren treden den trein 'binnen en herinneren u plots met hun rap, luidruchtig Fransch, dat ge u in de nabijheid van een interneeringskamp be-vindt.12,000 (twaalf duizend) jonge niannen, in de kracht van hun leven, opgeeloten in eene groote kooi, doelloos, werkloos rond-sjouwend, dag aan dag, week aan week, maand aan maand. Gij verplaatst u bij "het zien der barakken met uw gedachten naar den IJzer, waar het dappere Belgische leger met leeuwen-moed zich verdedigt tegen de Hocli-Kultur. Met schrik en bitterheid denkt ge aan de zoo lang verbeide lente. Is 't niet, dat de te verwacbten groote slag dan zal plaats vinden ? Grijnst niet elken dag het spook van den bonger Duitschland dreigender te gemoet? Xk weet het: Oorlogsnoodzaak ! Daarom niet minder rauw, niet minder hard en wreed, deze produkten van moderne be-schaving.Yerzeihung ! Hocli-Kultur. 'k Ben nog niet aan ;t eind mijner reis. Nog peins ik over het leven dier 12,000, of een nieuwe loodsenreeks verschijnt voor mijn oog. Nunspeet! Tehuis voor hen, welke wreed-aardig van huis en haard verdreven zijn. Weer ruim. 5000 slachtoffers der Hoch-Kultur.Gruwelijk wreed Hinku liet reeds: Leger-plaats-Oldenbroek ! Schei uit! Ik lieb genoeg gezien. Xk weet, dat ook daar duizenden, maanden van ge-dwongen lediggang doorbrengen. Xk weet, dat ook van hen, welke daar zijn duizenden vrouwen en kinderen bittere armoede lijden en halsreikend uitzien naar vader en ver-zorger.Weg is de heerlijke stemming, welke mij een oogemblik meesleepte! Weg.-de blijd-sehar> welke ik een oogenblik genoot bij de gedachte aan de wederkeerende lente! Met angst en weemoed denk ile siechts aan datgene wat ons in dezen, wellicht vreeselijken zomertijd te wachten staat: InjWB H<icii-Ku;tur I ; ^ Kleine Kroniek. Kleingeestigheid. Men weet dat de met krijgsgevangenen ge-vulde treinen in Duitschland telkens een paar malen — sonis ook dikwijlder — de stations der groote steden voorbij gaan, hetgeen dan voor gevolg lieef-o dat ieder maal een driedubbel hoch! onder de talrijke toeschouwers opstijgt. Dit gebeurt natuurlijk ook wanneer de ge-yangenen gewone burgers zijn, tusschen dewelke zich ook niet zelden vrouwen en weerloozë kinderen bevinden. De correspondenten der Nederlandsche bladen deelen ons dikwijls mede, dat op de markten van al de groote en kleine Duitsche steden een zeker aantal Fransche, Engelsche en Russisché kanonnen — zijn er geen Duitsche bij ? — geplaatst zijn. Aile middelen zijn goed, lijk men ziet, om den noodigen geestdrift wakker te houden, om de oorlogsleeningen te doen lukken en het noodige geld uit den zak van den Duitschen Michel te halen. Duitschland's planmen. In verband met het in den grond boren van de Nederlandsche stoomschepen, is het niet zonder belang te herinneren dat België, volgens den Duitschen minister van buitenland, niet bij Duitschland zou kunnen ingelijfd worden, zonder dat er tevens een deel van Nederland worde bijgevoegd. Op 4 Augustus seinde de staatssecretarïs van Buitenlandscho Zaken van Duitschland. aan den Duitschen gezant te Londen: ,,Herliaal positief do formeele verzekering, dat, zelfs in het geval van een gewapend con-f liet met België, Duitschland onder geen enkel voorweiidsel Belgisch grondgebied zal annexeeren. De oprechtheid van deze verklaring wordt bewezen door onze plechtige verbintenis aan-gaande Holland, om nauwgezet diens neutrali-teit te eerbiedigen. Het is duidelijk, dat w ij geen voordeel zouden hebben van de annexatie van Belgiscli grondgebied, zonder ons t e r z e 1 f-cler tijd ten koste van Holland te v e r g r o o t e n." Spijtig dat Generaal Prins in zijne onlangs verschenen studie ons niet verteld heeft wat hij over dit ailes denkt. Een nieuw wapen? Het Maestrichtsche blad ,,Les Nouvelles" verneemt dat de Duitschers in de omstreken van Hasselt al de honden hebben opgekocnt. Eerst daclut men dat die honden naar Duitscliland zouden gebracht worden, om onder een anderen naam op de Duitsche menu s te figureeren, ofwel voor de krijgsgevangenen bestemd waren. De waarheid ec-hter is gansch anders. Al die honden werden gezonden naar Houthaelen, waar de Duitschers loopgraven hebben aangelegd. Daar moeten de honden dienen als doel, ge-durende de schietoefeningen met kleine werp-granaten. De Duitsche soldaten oefenen zich ni. met handgranaten, welke een zeker doo-dend gas bevatten. Die granaten worden met bijzondere toestellen op grooten afstand geworpen. 't Gebeurde reeds dat in sommige loopgraven al de honden gedood werden, in andere werden ze siechts gevoelloos geanaakt, alsof men een verdoofniiddel had gebruikt. Zouden de Duitschers nu binnen kort over een nieuw wapen tegen onze soldaten be-schikken? Laat ons hopen dat, in* ieder geval, onze bondgenooten op ailes bereid wezen. Op heeterdaad betrapt. De ,,Kolnische Zeitung" van 12 April 1915 geeft gedeeltelijk den brief weer door Mgr. Mercier aan kardinaal Amette geschreven. Het blad maakt van de gelegenheid gebruik om het Duitsche bestuur in België op te hemelen, ,,want", zegt het, ,,de brief van Mgr. Mercier liad geen de minste godsdienstige bedoe-ling; hij was van politieken aard." En daaruit haalt het de gevolgtrekking dat den Aartsbis-schop van Mechelen meer gelaten wordt dan de vijanden van Duitschland wel toegeven. Jammer voor de ,,Kolnische Zeitung" dat dit mooi verhaaltje totaal uit de lucht gegrepen is. Want het is alleen door bemiddeling van de redactie van ,,De Tijd" dat de brief van Mgr. Mercier in de handen kwam van kardinaal Amette. Deze laatste heeft dan ook zijn erken-telijkheid daarvoor uitgebracht. Wat blijft er nu over van de ,,groote vrij-heid die aan den aartsbisschop van Mechelen gelaten wordt?" De verwoestlng van Reims, De Duitschers Ioopen al... lionderd jaar met de gedachte in hun kop, de heerlijke kathe-draal van Reims te verwoesten! Luister naar çvat in 1814 de Mercure rhénan schreef : ,,Dat hun Louvre gebombardeerd worde en tôt asch verga... Yernietigt dezen scliandelij-ken zuil met onzen buit opgericht, opdat niets averblijve van de glorie van den ex-grooten keizer en der ,,Groote Natie". Wreekt uwe voorouders om al de trouweloosheid van het koninkrijk der Franken. Verwoest de basiliek pan Sint Denijs; strooit in den wind de -asch liunner koningen ; haalt neer, vernietigt tôt 3en laatsten steen deze basiliek van Reims waar Klodowig werd gekroond, waar dit kei-aerrijk der Franken, valsche broeders der sdele Germanen, ontstond ; verbrandt deze katliedraal, en de Engelschen die den honderd-jarigen oorlog niet vergeten hebben, zullen niet de laatsten zijn om het verdwijnen der basiliek toe te juichen, waar hun grootste vijand Karel YII deed kronen." Honderd Jaar hebben zij gewaclit, eu toen deden zij lie t..,. fonder de Engelgchen. h Het fiasco der Zeppeilns. De markies de Morella schrijft in den ,,Diario Universal": ,,Het getal bommen, welker sporen herkend zijn na den aanval op Parijs van eenige dagen geleden is: te Saint-Germain 7 ,, Colombes en La Garenne 8 ,, Gennevilliers 1 ,, Courbevoie .3 ,, Neuilly 2 j, Asnières 9 Levallois-Perret 2 ,, Mantes 3 ,, Saint-Ouen 1 ,, Saint-Engliien en Blontmorency ... 4 40 y, Parijs G Totaal ,,geziene" bommen 46 Gaat men na, dat de- zes te Parijs en de vèertig andere in de omstreken gevallen bommen geen schade toebrachten aan de verdedi-gingsmiddelen van Parijs en siechts enkele wat nadeel aanrichtten in de bevolking der stad, dan kan zelfs de opgewondenste pro-Duitscher niet anders dan bekennen, dat de poging der Zeppelins op betrekkelijk korten afstand, de tôt dusverre meest voorbereide en bestudeerde poging geen resultaat heeft ge-had."OngetAvijfeld valt daar niet tegen te discus-sieeren. Een tocht. die den toch reeds verarm-den Kulturisten ettelijke duizenden en duizenden Marken moet hebben gekost, en als resultaat siechts het feit, dat de blijmoedige Parijze-naars zich de stukjes der uitgeworpen bommen bij wijze van Zeppelintjes op de borst spel-den — zoo'n tocht is inderdaad een volslagen fiasco, een Zeppelinkschheid. Machteîooze haat. Een van de onnoozelste bladen in Duitschland — en dat is hard vloeken! — is de Hamburger Nachrichten. Men luistere lioe het blad te keer gaat tegen zijn landgenootelijke -col-lega's. die over den vrede sclirijven : ,,Het wordt tijd, dat de regeering sommige reptielige bladen onder handen neme en hen eens voor goed d'Oe begrijpen, dat er geen sprake zou kunnen zijn van vrede met de Engelschen, zoolang die vrede niet zal worden gedicteerd door een Duitschen generaal, ge-zeten op het hoofd van een der grijnzende leeuwen van Trafalgar vSquare te Londen en onder de klanken van het lied ..Deutschland iiber ailes!" vreugdig gezongen door de Duitsche soldaten." De verblinde redactie van dat blad begrijpt blijkbaar niet, dat de leeuwen van den Ham-burgschen beroemdeling Hagenbeck hun kop-pen te pletter zouden stooton tegen die van Trafalgar Square. Voeding in oorlogstijd. In het Institute of Hygiene is een bijeen-komst gehouden ter bespreking van het onder-werp ,,ons voedsel tijdens den oorlog". Deze bijeenkomst werd behalve door een aantal ge-neesheeren en hygiënisten ook bijgewoond door de vertegenwoordigers van enkele der dominions. Men vestigde er de aandaclit op dat het gowenscht was ook in Engeland betere kennis te verspreiden omtrent de voeding en de waarde der onderscheidene voedingsmiddelen. Er werd nog te veel verkwist in Engeland wat de voeding betreft en verschillende sprekers wezen op het voorbeeld van Duitschland, waar tlians zooveel aandaclit wordt gewijd aan de voedings-quaestie, en waar nu door voorlichting van de huismoeders werd getracht de verliezen aan voedingswaarden bij de toebereiding en het gebruik der spijzen zooveel mogelijk te beperken. Aangedrongen werd vooral op zuinigîieid bij de dagelijksche voeding, op de vervanging van de vleeschvoeding door het gebruik van goed-koopere vischsoorten, zooals bijv. haring, en van kaassoorten, erwten en boonen. Een der sprekers betoogde dat het gewenscht zou zijn, eens door een commissie, waarin ook producenten en vërbruikers moesten zijn vertegenwoordigd, te doen nagaan hoe het in Engeland met do voeding en den aanvoer van voedingsmiddelen stond. Men moest weten in lioeverro het land zelf in staat was de noodige voedingsmiddelen voort te brengen, want al kon men voor den aanvoêr van levensmiddelen op de overzeesche dominions rekenen, men diende toch maatrege-len te overwegen om in geval van nood aan de behoeften van het volk tegemoet te komen. Een aardige opmerking maakte dr. Wallace, die er op wees dat er in Engeland te vëel jam werd gegeten. Wordt, vroeg de voorzitter, ook geen jam. verstrekt aan de troepen aan liet front? Zeker, antwoordde dr. Wallace, maar het gevolg is dat de troepen ten zeerste te lijden hebbën van kiespijn, zoodat de tandartsen in het leger druk werk hebben. Bepaalde besluiten werden in deze bijeenkomst niet genomen. Ook een boycot. E»?n groote firma in Westphalen schreef, volgens de ,,Kolnische Zeitung", aan de firma Rou'let en Cîo. te Biel (Zwitserland) om prijs-opgave voor diamant, doch kreeg ton ant-woord : ,, Messieurs, La maison Doulet et Cie. de Bienne ne travaille qu'avec les pays civilisés". („N. C.") Een Advokaat die „chargeeren" kan. Een Londensche rechts-geleerde heeft dienst genomen bij een der nieuwe regimen-ten van Lord Kitchener ; een van zijn vroe-gere cliënten zendt hem een gelukwensch in dezen niet te vertalen vorm : — ,,Aanvaardt m'n gelukwensch en met uwe dienst-neming. Any^vav^you. k'Pn"ar Kannonnen-praatje. Het lieet, volgens de legende, dat liet buskruit uitgevonden werd door den Duitschen Franciskaner monnik Berthold Schwarz, omstreeks 1330. Anderen willen den man de eer van deze ontdekking ont-nenien, daar reeds lang voor onze jaartelling in China een op buskruit gelijkende stof werd gebruikt, hoofdzakelijk echter voor vuurwerk en bij eerediensten. Waarschijn-lijk brachten Arabieren het geheim der sa-menstelling naar Europa over. Hier deed het vuurkruit eeuwen dienst als middel om brand te stichten in vijande-lijk leger of vloot. Het beruchte ,,Grieksche vuur", waarvan de middeleeuwsche kronie-ken vol schrik gewagen, de geheimzinnige stof, die zelfs in water bleef branden, was waarschijnlijk een dergelijk mengsel. In de 13de en 14de eeuw begon men het buskruit te ^ebruiken tôt het wegslingeren van projectielen. Maar 't was ailes zoo pri-mitief, dat een donderbns eigenlijk niets af-deed tôt den uitslag van een gevecht. In oude kronieken wordt vermeld, dat in den slag bij Crécy in 13*46 tusschen Fran-schen en Engelschen voor het eerst kanonnen werden gebruikt. Maar reeds vroe^j-had men gëschut, al was dat dan ook onfcfë-holpen: de ,,vuurlans" der Byzantijnen en de ,,Madfaa" der Arabieren, waarmee projectielen werden weggeschoten. La ter weer ontstonden houten kanonnen, die van binnen met blik waren bekleed en door ijzeren banden werden saamgehouden. Daarna kreeg men geschut, dat siechts in loodrechte ricliting afgeschoten kon worden, zoodat er van richten geen sprake was. De donderbus-sen of ,,bombarden", die hierop volgden, konden met meer succès worden gebruikt; toch waren ze nog onhandelbare gevaarten. Ze wicrpen steenen kogels van 25—225 kilo gewicht op eén afstand van 750 me ter; maar ze waren zoo moeilijk te laden, dat men siechts 10 schoten per dag met een bombarde kon lossen. Langzamerhand kregen de donderbussen een minder vervaarlijk uiterlijk, wat echter gepaard ging met een toeneming der uitwer-king. Daartoe droeg veel bij, dat ze nu niet meer uit staven werden gemaakt, maar omstreeks 1400 door de klokkegieters uit brons werden gegoten. Oorspronkelijk kende men nog geen affui-ten als onderstel voor de kanonnen. Bij het afschieten rustten ze op balken; moesten ze verplaatst worden, dan laadde men ze op een bepaald soort wagens, waaruit zich langzamerhand het affuit zonder voorwagen ontwikkelde. Eerst onder Karel VIII van Frankrijk kwamen de voorwagens in gebruik. Een groote verbetering was ook de invoering van geschut van kleiner kaliber, omstreeks het midden der 15e eeuw, de zoogenaamde ,,slangen" en ,,karbouwen", die gemakke-lijk verplaatsbaar waren en zoodoende bij-droegen tôt de overwinning. Na de 15de eeuw werden er steeds nieuwe verbeteringen ingevoerd, te veel om op te noemen. Merkwaardig is wel de voorlooper van de mitrailleuse, een bronzen kanon, in 1690, uitgevonden door John Bellingham, een kapitein in dienst van onzen Willem III, koning van Groot-Brittanje en stad-houder der Republiek. Met dit kanon konden 22 à 25 niusketkogels tegelijk worden afgeschoten, wat heel wat was voor dien tijd. Onze eeuw heeft haar hersenen gebruikt om moorddadiger schietwerktuigen uit te vinden: de mitrailleuse werd verbe-terd, tôt sir Hirani Maxim den kogelregen wist op te voeren tôt 5 à 600 schoten per minuut! WachteHied. Aan Lodewijk Mortelmans. Wacliter ! blaast. op den hoorn Nu Godes toorn Licht over de landen, wijd en zijd. Hoven in gloed Branden den dag gemoet. Weet gij het wel hoe bleek In deze streek De maan scheen op de wateren, klaar? Nu kleurt het bloed Van eindeloozen stoet. Wacliter! blaast op den hoorn, Want door het koorn Spiedde 't vijandelijk oog naar u ; Valt aan ten strijd Nu kalme rust verglijdt. Er zal wat anders zijn, Geen vreugd-festijn, Maar duizenden zullen sterven gaan, Die niet één uur Zochten het wreede vuur. Wachter! blaast op den hoorn, Want Gode's toorn Licht over de landen, wijd en zijd: Schal uw klaroen, Morgen zal het een ander doen... Amsterdam, 1 Maart 1915. Y< JAN J., ZELD£NTHUISf - - Onbeschoftheid. Opgedrageti aan ,,Herm Otto Lohse." Zijne tegenwoordiglieid in Amsterdam, vestigde onze aandaclit op een heerscliap dat er een zonderlingen geestestoestand op lia houdt, een heersohàp dàt zooveel aan België verschuldigd is, en dat blijken ge-geven heeft van de verfijndste ondankbaar-heid. Ik ontmoette hem dezer dagen, op-geblazen van eigsnwaan, dien man — dat onbeschaamd symbool van het milita-ris-tisch Kapellmeisterschap —, dien wij in Brussel gekend hebben als dirigent van het roemrijke muziekkoi-ps van den Munt-schouwburg. Vroeger muziekchef in de duitsche opéra van Leipzig, scheen hij bestemd, zooals zooveel andere talenten, welke verstoken blijven in de dichte gelederen der tweederang kappelmeisters, eens met zijn stok te beschikken over het lot van een orkest waaruit hij welHcht niet meer dan een maximum van goeden wil had kunnen put-te, toen hij liet geluk had op zekersn dag de talentvolle directeur van den kunst-schouwburg te Brussel} den heer M. Kuf-ferath, te ontmoeten. Deze vsrnuftige kunstenaar onttrok hem aan het milieu waar de hem niet overal gunstige duitsche crit-iek hem terughield, en zette hem voor-op als orkestchef van de opéra der belgische hoofdstad. Het Brusselsche publiek, nam den uit-heemschen nieuweling gewillig en gastvrij op, juichte hem zelfs toe, en nu is de man gelanceerd, gevierd, geroemd, dank zij Brussel, dank zij België, dank zij een Belg. Daarbij bleef het iiiet : hij werd be-gunstigd met het Leopoldskrùis, wat hij met gretige lianden aa-niiam. Ailes kwam hem van ons, vermaardheid, glorie, en laat het ons erbij voegen, groo-tendeels de volmaaktheid van zijn tegen-woordig talent, immers de Muntschouw-burg is erkend te zijn de beste school der wereld. Met lauweren omhangen, keert hij beroemd nu terug naar Duitschland. Geest-driftig wordt hij in zijn vaderland ontvan-gen. Hij kan nu optreden als eerste kapell-meister, hij wordt vereerd als een prins van den dirigeerstok ! De oorlog wordt verklaard, wij worden over-weldigd als een kind door een zuiplap. Men had kunnen verwachteii bij eene kunste-naarsziel, zoo niet een gebaar van edelmoe-digheid dan t-ocli een spontané uiting van mededoogen. Op zijn alleraiinst had men kunnen veronderstellen dat die man in een spontaan gevoel van gerechtigheid eene verklaring van afkeuring zou afgelegd hebben. In elk geval kon hij het stilzwijgen bewaren, om zijn vaderland de schaamte te sparen van het vellen van een ongunstig oordeel Eilaas, zijne welvoeglijklieid zelfs kon zoover niet reiken. Die man heeft ons in het aangezicht gespuwd, hij heeft ons laag belastera. Eerst heeft hij zijn nàam onder liA be-bloed manifest der 93 knoetaanbieders ge-zet, op die lijst van opgezette militaristi-sche geleerden die aan de kunst en aan de wetenschap, welke bij ons geene politieke grenzen keiinen, hun internationaal karakter niet wisten te doen behouden... en daarna, toppunt van onbeschaafdheid niet aan de Belgische regeering het ridderkruis van het Leopoldorde terug stuurden. Gelukkiglijk, Herr Lohs9, dat wij. ver boven uwe gemeene lastering staan! De heldere oogen der doordringende waarheid hebben achter den sluier van Uw manifest, Uw vierkant gezicht ontmaskerd. En wat Uw kruis betreft, wij berichten U bij deze ontvangst; indien wij er in mochten slagen het te ontsmetten, waar wij nog st-erk aan twijfelen, het vuil Uwer handeling zit er duimdik op, dan zullen wij het spelden op eene edelere borst dan de uwe. Ginds op het sombere slagveld, aan den Yzer,' zullen wij het schenken aan een onzer helden, misscliien aan een musicus zooals gij met ' minder roem beladen, maar die ten minste meer waardigheid toont als mensek. WILLY TIMMERMANS!. Zie onze tsiegrammen en laatste legerbenchîen op de derde bSadzijde. .X , \

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Ajouter à la collection