Het tooneel

921 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 18 Mai. Het tooneel. Accès à 04 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/n58cf9k80r/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Het Tooneel I 3« Jaargang Nr 36 — 18 Mei 1918 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 15 Centiem I1 KAREL CANDAEL, die de leiding der vertooningen van het mimodra-ma «De Doode», in de zaal van het Koninklijk Kunstverbond, op zich heeft genomen. Kon. Ned. Schouwburg Speelseizoen 1917-1918 (Slot.) De werken die beloofd, maar niet opgevoerd werden, zijn de volgende: «Aan Flarden» van Top Naeff, «Robert en Bertram» van Heijermans, «Een Nieuw Leven» van Hubert Melis, «Kaatje» van Paul Spaak in de uitmuntende vertaling van Antoon Moortgat, «Een Misdadige» van Nestor de Tière, «Mevrouw Warren's Bedrijf» van Bernard Shaw, «De Spaansche Vlieg» en «De Weg naar de Hel», «Jongelingszonden» van Jan Bruy-lants werd in 't vooruitzicht gesteld, — evenals «Shylock» van Shakespeare, als de tijd het maar toeliet. En dat de tijd zou ontbreken was gemakkelijk te voorzien: «Dolle Hans», «De Naakte Vrouw» en dat oude, versleten «Witte Paard», werden ge-durende twee weken opgevoerd en verdrongen dus andere spelen. Als \ve,na de vertooningen van «'t Witte Paard» tegen die handelwijze niet hadden geprotesteerd, zouden er nog andere werken in 't gedrang zijn geraakt tijdens het afgeloopen seizoen, — want hoogstwaarschijnlijk had de directie nog wcl lust betoond om «De Eer», «De Hinderlaag» of een-an-der « Onbekende Vrouw» meer dan éen week op het affiche te houden. Het speelplan heeft dus veel gebrek gehad aan afwisseling en in plaats van sommige werken drie seizoenen achtereenvolgens op te voeren, had men beter gedaan ze te vervangen door andere in 't geheel nog niet vertoond of slechts gekend van voor den oorlog. Waarom moesten «Ghetto», «Zevende Gebod» en «Op Hoop van Zegen» driemaal op het speelplan komen,terwijl andere goede werken van den-Kelfden auteur voor ons publiek heclemaal onbe-kend bleven? Waarom wordt er niets vertoond van het zeer oorspronkelijke kunstwerk van Mev. Simons-Mees of van een anderen Nederlandschen dramaturg? _ . - 1s het geen onvergeeflijke zonde niet een werk van den grooten Shaw ten tooneele gevoerd te hebben ? «Mevrouw Warren's Bedrijf» was aangekondigd en toegezegd, maar bleef achter-wege voor «De Gevolgen van een Leugen» of «De Laatste Vonk», die comedie, zooals de leiding on-gegeneerd beweerde, van hooger gehalte!! —.Oolc van Oscar Wilde of een ander Engelsch schrijver van reputatie mochten we niets aanschouwen. Van Ibsen hebben we drie seizoenen «Spoken» te zien gekregen. Stellig, het is een van de beste werken van den grooten Noor, maar met «John Gabriel Borkman» en «Nora» zou Ibsen toch wel voldoende vertegenwoordigd geweest zijn en in plaats van «Spoken» hadden we liever eens ken-nis gemaakt met een werk van Bjornson of van Strindberg. Van heel de Duitsche dramaturgie — we willen niet eens spreken van de onnoozele kluchten die werden opgevoerd, daar er zooveel betere blijspe-len bestaan — kregen we twee van de minst ge-reputeerde dramas:«De Eer» en «Magda» van Su-dermann. Deze twee werken die in Duitschland zelf al lang uitgediend hebben, mochten hier ook wel achterwege gebleven zijn. En als men dan toch er mordicus aan hield een werk van Suder-man voor te brengen, dan had men zich kunnen toepalen bij «Magda», en «De Eer» kunnen vervangen door een werk van Hauptmann, Schnitz-1 1er, Molnar, Bahr, Wedekind, Beyerlein, Max Hal- ; be of van een anderen modernen Duitscher. Het Fransch repertoire bracht ook niet de min-ete afwisseling: Naakte Vrouwen en Dieven in Hinderlaag met Onbekende Vrouwen en Zazas. De Balzac's prachtige «Mercadet», «La Parisienne» van H. Becque of als men wil een popu-lairder werk van Rostand, Mirbeau, de Porto -Riche of De Curel, hadden toch wat meer reliëf aan het Fransch repertorium gegeven dan im-mer en altijd de werken van Bataille en Bern-stein.* * * Op meerdere gewettigde en gemotiveerde vra-gen van onze lezers om aan te dringen bij de directie om toch eens een klassiek werk op te voeren, bijvoorbeeld van Shakespeare, kregen we als antwoord dat ofwel de tijd ontbrak ofwel dat de bezetting te groot was om met het huidig ge-zelschap een opvoering van «Hamlet», «Macbeth» of «De Koopman van Venetië» aan te durven! Meerdere van onze briefwisselaars hebben tegen die bewering verzét.aangeteekend en niet ten i onrechte. ; Er zouden, zoogezegd, tweede-plansrollen ont-1 breken voor werken met groote bezetting. Maar in «De Naakte Vrouw» hebben wij Gorlé, een der beste elementen, toch ook zien doubleeren. Waar het mogelijk is «Koning Hagen» voor het voet-licht te brengen, moet het toch ook doenlijk zijn een werk van Shakespeare te vertodnen. En waarom zijn er geen voldoende tweede -I plansrollen ï In een stacl lijk Antwerpen, om zoo te zeggen de bakermat van onze beste tooneel-artisten, moeten er toch tweede - klas - acteurs en -actrices te vinden zijn. Heeft onze tooneel-klas, sedert de jaren dat zij hervormingen onder-ging, dan geen geschikte elementen genoeg voort-gebracht? En hebben onze goede tooneelkringen niet ten overvloede bewijzen gegeven dat zij lief-hebbers bezitten die met eere een roi van m'inder belang kunnen vervullen? Verleden jaar ging heer Van Thillo heen omdat hem 'n geringe verhooging, waarop hij volstrekt recht had, geweigerd werd, ondanks het schitte-rend financieel succès der onderneming. Hij werd vervangen door heer De Wachter die, spijtig genoeg, aan de verwachting absoluut niet voldaan heeft. In de plaats van Mej. Vervoort kwam Mej. Ney-sen, die nog ailes te leeren heeft, en nauwelijks een utiliteitsrolletje vervullen kan! Het financieël resultaat van het seizoen moet prachtig geweest zijn en dit van het vorig seizoen ! — dat toch al meer dan bevredigend was — nog in den schaduw gesteld hebben. Wij gunnen aan onze artisten, en vooral aan die van het eerste plan, die met het leeuwenaandeel gaan loopen, dit geldelijk succès, dat weten zij wel, maar wij zijn dus wel gerechtigd de hoop uit te drukken dat op onmisbare uitgaven niet te nauw zal ge-zien worden om enkele onmisbare elementen aan te werven die bij het gezelschap absoluut behoo-ren om degelijk en veelzijdig kunstwerk te kunnen geven: Noblesse oblige! Als men nagaat wat de gezelschappen in Hol-land presteeren, dan komt men tôt het besluit dat hier geringe moeite rijkelijk beloond werd en dat van bestuurders en artisten van over den Moer-dijk oneindig meer werk, meer zorgen en meer studie gevergd wordt dan van de leiding en de leden van ons gezelschap, zonder dan nog te spreken van de zeer hooge bedrijfskosten die thea-terexploitaties in Holland moeten dragen. die aan ons gezelschap grootendeels bespaard blijven. * * * Een goede noot aan de leiding voor het groot aantal oorspronkelijke stukken dat werd opgevoerd. Van de zes en dertig werken zijn er niet minder dan achttien vertoond, dus juist de helft, waar vroeger, voor den oorlog, door het lastcohier slechts een derde werd geëischt. Zuiver Vlaam-sche werken beliepen tôt zeven: «'t Is Wreed in de Wereld», «Bietje», «Koning Hagen», «Juffrouw Dol», «'t Kleintje» en de «Antichrist». Mogen wij hopen dat, toekomend seizoen, er nog een paar bijgevoegd worden? Dat zou, ge-looven wij, toch niet te veel gevraagd zijn. N. I nenom de Schouwburgen «DE DOODE». — Gezien de overgroote belang-stelling, wordt het mimodraina nog Maandag a.s. vertoond. Genummerde kaarten zijn nog alleen te bekomen in het locatiebureel, Teniersplaats, 2. HEER DUBOIS. — De toondichter van «De Doode» is gisteren in onze stad aangekomen. Hij » zal de eerste heropvoering van zijn werk bijwo-nen.VLAAMSCHE OPERA. — Heer Fontaine heeft nu eindelijk een aanvraag aan de Stadsoverheid gestuurd tôt het verkrijgen van de Vlaamsche Ooera voor den duur van den oorlog. In geheime zitting van den Raad is die vraag besproken ge-worden en werd den heer Desguin — als schepen van Schoone Kunsten — verzocht, onderhandelin-gen aan te knoopen met heer Fontaine. Dit ver-zoek zal naar aile waarschijnlijkheid ingewilligd worden als het repertorium grootendeels zal bestaan uit kunstwerken. Toekomende Dinsdag zal het College hoogstwaarschijniljk een bepaald besluit nemen. KON. NED. SCHOUWBURG. — «Rust-Roest» is wellicht de leus der artisten van den Kon. Ned. Schouwburg. Inderdaad, op Donderdag 23 Mei a.s. weinige dagen na de opvoeringen van het mimo-drama «De Doode», treden zij, onder de leiding van heer Louis Bertrijn, te Mechelen, op, in het Nationaal tooneel, met het successtuk «De Kleine Lord»,. Mej. Marg. Bertrijn blijft de titelrol, die zij zoo lief uitbeeldt, vertolken, terwijl de voor-naamste overiçe typen weergegeven worden door Mevr. Mina Dilis - Beersmans, H. Bertrijn - De Dapper en M. Ruysbroeck - Tenvoorden, en de heeren Louis Bertrijn, Edw. Gorlé en B. Ruysbroeck.NOG EEN NIEUW OPERAGEZELSCHAP ? Naar wij uit zeer goede bron vernemen zijn er onderhandelingen aangeknoopt met de directie van Anvers - Palace om tijdens het komend win-terseizoen opéra- en operettenvertooningen te geven in dezen schouwburg... Van het gezelschap zouden deel uitmaken: heeren Paul Scapus en Morello, Mej. Blanche Cuvelier en Valerie Bellys. Er zou vier dagen per week worden gespeeld. MEJ. JEANNE DIDIER EN HEER ALFONS DARDEN zijn bepaald aan het gezelschap van den Hippodroomschouwburg, voor het toekomend winterseizoen, verbonden. Dit nieuws zal met veel voldoening door de gewone bezoekers van dezen schouwburg vernomen worden. SCALA. — Na «Les vingt-huit jours de Cla»-ret.te» gaat «De Gescheidene Vrouw». Van de heropvoering van «Uffra Beulemans gaat trouwen» zal denkelijk niets in huis ko-men.HEER JEF VAN PELT werd door de directie van den Scalaschouwburg geëngageerd om de roi te vertolken van den Voorzitter der rechtbank, in de onerette «De Gescheidene Vrouw», roi des-tijds vervuld door heer Van den Bosch, in dezelf-de zaal. «OP MANEUVER». — Aldus luidt de titel der vlaamsche bewerking van «Les vingt-huit jours de Clairette». De eerste opvoering is op heden Zaterdag bepaald. HEER PIERRE VAN DEN EYNDE. — Aïs eere- en afscheidsavond van den heer Pierre Van den Eynde wordt op 26 Mei a.s. één enkele heropvoering gegeven van de lieve operette «Czardas-vorstin».EERE-AVOND AUGUST KIND. — Zooals het te verwachten was verdrong zich verleden Zaterdag een zeer talrijk publiek in de ruime zaal van den Scala - schouwburg. Heer Gaspar Van den Hoeck sprak een roerende redevoering uit, waar-in hij zaakrijk het wel gevuld leven van den te vroeg overleden kunstenaar schetste. Daarna de-den de dames Abs, Fierens en Angenot en de heeren Possemiers en Aerts een omhaling onder de aamvezigen en boden zij meteen als aandenken portretten - photos van den afgestorven artist aan. De roncfe opbrengst, die elke verwachting overtreft, zal bij gedeelten gaan aan de weduwe en aan het bejaard moederken van den heer Aug. Kind. Al de artisten speelden met ware bezieling. Wij beleefden een eenig prachtige voorstelling. Gust Janssens, uitgever, Kerkstraat, 13, Antwerpen. ELKE WEEK verschijnt bij mij minstens één l\Jy\ | vlaamsch boek. Zooeven kwam van de pers: DE KOZAKKEN door Graaf Léo Tolstoï (Uitgave "Onze Leestafel,,) Prijs : fr 0 15 Kon. Kunstverbond «DE DOODE». Vrijdag 17, Zaterdag 18, Zondag 19 en Maandag 20 Mei te 9 uur T.U., opvoering van De Doode», (Le Mort), beroemd mimodrama in drie bedrijven en vier tafereelen, scénario van Cam. Lemonnier en Paul Martinetti, muziek van Léon Du Bois, ten voordeele van het Liefdadigheids-fonds der Club Télégraphie, Vereeniging van Te-legraafbedienden der Stad Antwerpen, onder de leiding van toondichter Karel Candael, met de medewerking van het gezelschap van den «Ko-ninklijken Nederlandschen Schouwburg». — Sym-fonisch orkest van 60 leden. Rolverdeeling. — Bast, heer Gustaaf Cauwen-berg. — Balt, zijn broeder, heer Louis Bertrijn. — Hendrik, hun neef, hr Edw. Gorlé. — De Maalder, heer B. Ruysbroeck. — De Veldwachter, heer R. Van de Putte. — De Maaldersknecht, heer W. Cauwenberg. — De Notaris, heer J. Schmitz. — De Notarisklerk, heer F. Thees. — Een oude heer heer R. Angenot. — De grafmaker, heer F. Van Gool. — Een gendarm, heer Jaaks. — Karma, dochter van den maalder, Mevr. Hel. Ber-trijn-De Dapper. — Madame Tire-Monde, Mevr. M. Ruysbroeck - Tenvoorden. — Muzikanten, boe-ren, boerinnen, bruiloftsgasten. Tooneelmeester: heer Karel Aerts. — Kapsels van het huis Condès - Van Thillo. Korte inhoud. — Eerste bedrijf: de misdaad. — Balt en Bast zijn twee vrekkige boeren, nog on-gehuwd, die samen eene vervallen hoeve bewo-nen. Balt zal binnen kort trouwen met Karma, de dochter van den Maalder. Op een avond, tijdens een gewèldig onweder, dat zij bij het vuur zitten te peinzen, komt Hein, een hunnen verwanten, in dronken toestand bij hen aankloppen. Hii heeft geld bij zich, veel geld, dat hij hen toont. Ûe aan-blik van het goud doet de hebzucht der beide broeders opflikkeren. Balt door Bast aangehitst, wurgt Hein, waarna beiden het lijk in den mest-put beo-raven. Doch de «Doode» spookt hen na. Het wil hen maar niet gelukken hem diep genoeg te begraven. 't Komt hen voor dat hij gedu-rig uit den put komt. Tweede bedrijf. — Het slechte geweten. — Balt heeft den maalder weten te bewegen zijiue toestemming te geven tôt zijn huwelijk met Ka-rina; het meisje echter houdt meer van den maaldersknecht. die zij, achter den rug van Balt, lief-koost. Toch zal het huwelijk doorgaan: het kon- trakt wordt bij den notaris geteekend; doch ook overal spookt de Doode voor de oogen der beide broeders : — zij zien hem in den klerk die hen de pen reikt om te teekenen; hij kruipt als een schim langs de muren; zij vechten er tegen en gansch de plechtigheid staat daardoor over-hoop.Derde bedrijf. — De boete : Door schrik over-meesterd vluchtten zij naar hunne woning, slui-ten en grendelen de deur; doch ook daar rijst de Schim van den «Doode» op, grijnst hen tegen uit het oude uurwerk; zit tusschen beiden als zij op het bed te vergeefs rust zoeken. Zij worstelen met elkaar denkend den doode te bedwingen, — doch Bast, in de worsteli'ng wurgt Balt. De schrik maakt hem krankzinnig, en als de Veldwachter komt, die beide broeders van den moord op Hein verdacht, en hen wil aanhouden, vindt hij /Bast zitten te midden van het gestolen goed. Hij wil hem aanhouden; Bast wil vluchten, doch valt in de handen van den gendarm, die zich weer ont-popt als de ijselijke schim van den Doode, die hem opeischt als zijne prooi voor aile eeuwig-heid.IK KOOP nog altijd Brillanten alsook Horlo-giën aan hooge prijzen OUDK STKKIVll'LG, 25 Antwerpen, nevens den hoek der St-Jansplaats Huis von OccaBiejuweelen Lyrische Voordracht-avond G. Cauwenberg Wij mogen heer Gustaaf Cauwenberg, — den voortreffelijken kunstenaar van onzen Kon. Ned. Schouwburg, — erkentelijk zijn, ons de gelegen-heid verschaft te hebben een paar uurtjes waar kunstgenot te smaken. Overtalrijk waren de belangstellenden opge-komen; de groote zaal van het Kunstverbond was letterlijk opgepropt met een aandachtig dilettan-tenpubliek, waartusschen wij het puilc van Ant-werpen's artistenwereld bemerkten. De heeren H. Melis, stadssecretaris, Arthur Cornette, secretans van den Burgemeester, Antoon Moortgat, heer, Mevr. en Mej. Bertrijn, heer Piet Janssens, enz. enz. waren tegenwoordig. De spelwijzer was met zeer veel kunstsmaak samengesteld; het dramatische wisselde gelukkig af met het fijn sentimenteele en het humoristi-sche.Heer Gustaaf Cauwenberg gaf ons heel het gamma te bewonderen van zijn prachtig en veelzijdig talent. Beurtelings hoorden wij «Jean Renaud»; de oude ballade van A. Sandri en «De Bruid des Pau-kenslagers» — «La Fiancée du Timbalier» — van Victor Hugo, in de schoone Nederlandsche bewerking van Antoon Moortgat. «Magdalena's glim-lach» van Jean Rameau en Ch. Bernadel, «De Vergiffenis» en «Het Mirakel» van W. Chaumet (Nederlandsche bewerking van Maurits Sabbe), «Beproeving» van Ed. Guinard en E. Roux (Nederlandsche bewerking van Paul Lepage), waarin Mej. Van Weddingen met veel talent het zang-gedeelte voordroeg. «Lenore», eene prachtige ballade van Burger, in de puike Nederlandsche bewerking van Maurits Sabbe, en met muziek vatt Liszt. «Angélus» van Devries, «Stoet» van Albrecht Rodenbach en «De Sulamithe» van Schonaich (in de Nederlandsche bewerking van Maurits Sabbe), waarvan de muziek door toondichter Karel Candael werd gecornponeerd, bekwamen — het laatste vooral — een geestdriftigen bijval. De zeer humoristische variaties op «Le Carnaval de Venise» van Theophile Gauthier (Nederl. bewerking van L. Krinkels) en de zoo guitige «Onderprefekt op het Land» van Alphonse Daudet (Nederlandsche bewerking van Ant. Moortgat), werden met machtig veel talent door heer Cauwenberg gedetailleerd, en verwekten donde-rend handgekfap. Meermaals werd heer Cauwenberg teruggeroe-pen en op het einde met bloemen gehuldigd. Tusschen het eerste en tweede deel zong Mej. Van Weddingen het «Lied van Reinhilde» uit «Herbergprinses» en «Ik droomde» van Peter Be-noit.Deze jonge zangeres beschikt over eene flink geschoolde stem, die zij zeer goed weet te leiden. Haar succès was zeer groot en de bloemen die haar werden geschonken oververdiend. Toondichter Karel Candael zat aan het klavier, en stond borg voor een volmaakte begeleiding... Ook zijn bijval was compleet én als componist én als uitvoerder. Hij deelde ruimschoots in ce ovatie die, na afloop van de voordracht aan heer Cauwenberg werd gebracht. Summa summarum : een kunstfeest dat voor-zeker moet teruggezien worden. P. R. De Vlucht der Saksische Kanarievogels III. — Een kanarievogel, leerde hij aan zijn vrouw, is een slimme vogel die spoedig zijn weldoener herkent... en hem met zijn zang beloont. Albertken schiep spoedig evenveel behagen als zijn Grootvader in het kwinkeleerende .voçeltje... Wanneer Albertken kwam werd de kanarie fees-telijk vergast op trosjeszaad of een klontje sui-ker.— Ge zoudt er meer moeten hebben, bedacht Albertken, ik zal Grootmoe vragen er voor uw nieuwjaar te koopen. — Ik zou er moeten kweeken, op de leege ka-mer boven de keuken is er plaats genoeg Grootmoeder had het gehoord en zij was in een goede bui. — Wel ja, S'nepvangers, gaf zij toe, ge moet toch iets voor uw plezier doen en Albertken zal het ook amuseeren... — 't Is voor Albertken, loog Snepvangers. Een uur later droeg hij wat rommel van de ka- mer, begon te passen en te meten en droomde van een modelkooi. Hij zou Willems en de Klakken-maker eens verbazen. Overvloedig licht viel door het achterraam, een ander raam, buiten het hok, zou toelaten de kamer te verluchten. Om de kooi te bouwen wendde hij zich tôt den houtdraaier, Miranda van de Paddengracht, die ook andere karweikens aannam en daarbij een kweeker bleek te zijn. Deze timmerde een afslui-ting die de halve oppervlakte besloeg, spande een gevlochten draadnet over de balkjes, lei een dub-bele vloer en kalkte de muren. De deur, in vier losse vakken, kon de dikke Miranda doorlaten, maar beneden, tegen den grond, was een klein poortje om het voedsel door te schuiven, de eet-bakken, de èzers en de badschotels. Snepvangers bracht dagelijks wat mee van zijn wandeling. Houten nesten met losse mandjes, — roesten van vlierhout, verf om het houtwerk op te kleuren. Miranda, die niet jaloersch van aard was, genoot zelf van het modelopzet en leerde wat er te leeren viel. Deze lange gesprekken voerden zij, gezeten bij# het kleine potkacheltje dat S'nepvangers op zijn kamer geplaatst had. Tegen den muur pronkten schabben met steinen potten waarin het zaad zou bewaard worden en waarop hij de namen geschilderd had. Een houten tafel.een waterkraan en een afvoerbak vollédigden zijn inrichting. Kleinere kooien hingen links en rechts. In de uren dat Albertken hem gezelschap hield, werd het houtwerk lichtblauw geschilderd en van gouden biesjes voorzien. In hun verbeel-ding kweekten zij samen met zooveel bijval dat de hokken te klein bleken voor het gevogelte. In-tusschen sprenkelde en morste Albertken aan de waterkraan. — De eerste kanarievogels waren groen, leerde Snepvangers. — Dat moet ge mij niet wijsmaken, weerde zich Albertken. — Manneken toch!... — Ik zeg niet dat ge beuzelt, Grootva, maar dan hebben zeu wat wij s gemaakt... In het voorjaar ging hij bij Miranda vogels kiezen... Miranda wou niet dat hij naar Willems ging, die maar kweekte voor de cens .. -r;- Is het raadzaam meer wijfjes bij een man-netje te zetten, vroeg Snepvangers. — Ja, Snepvangers, hier op zolder kan ik het il wel zeggen, niemand hoort ons... bij de kanarievogels kan men het riskeeren, dat gaat meest-stl... maar bij de menschen loopt het verkeerd... — 't Is goed dat Albertken het niet hoort. MEJ. HELENA KRINKELS, MEJ. MARG. BERTRIJN, die, met heer Paul Scapus, Mej. Eva Maris, Mevr. Nauwelaerts, heer César Borré, het Gezelschap L. Bertrijn, en de Estudiantina «La Napolitaine», hunne medewerking) verleenen aan de tweede groote Kunstavond, ingericht ten bate van «Het Dagelijksch Stuivertje» in de Folies Bergère, op Vrijdag, 24 Mei 1918, om 8 uur (T.U.). De dikke Miranda lachte, maar ving onderwijl met zijn vlindernetje een kanarie, nam voorzich-tig het schuw-trillend, teere ding in zijn dikke reuzenhand en streelde het zachtjes met zijn lin-ker wijsvinger. Hij blies de veertjes op. — 't Zijn toch zoo'n broze dingskens, zei hij, het beeft van. angst in mijn hand... — Zij hebben zoo niks om zich te verweren. — Als ik mijn hand toenijp is het dood, droomde Miranda, ik vraag mij af waarom die beestjes ; geschapen zijn. — Och, zei Snepvangers, die ongeduldig werd en aan zijn kooi dacht, we moeten ons niks af-vragen, maar voortvangen... — Dat is één, zei Miranda, bekeek nog even i het licht-gele lijfje, de ingetrokken pootjes en het fijne snaveltje, zie, Snepvangers, het sluit zijn oogskens van schrik... wie zou nu zoo iets weer-; loos kunnen kwaad doen... ; — De menschen doen niks anders... Snepvangers begon met vijf mannekens en met twaalf poppekens. Een blaadje sla naast het bad, i het raapzaad gemengd met witzaad, de klare fon-teintjes en het trosjeszaad, het droge zand op den grond en de vogels op hun roestjes, 't was ailes hij zei geen woord. [ Madame loofde, ingenomen door orde en net-heid, de nieuwe kweekplaats. Marieken werd door ; Albertken meegetroond, evenals Craen en zijn 1 vrouw. Wapt het jongsken deelde in den triomf. Zelfs Antoine kwam eens kijken, bleef een tijdje praten, beloofde prima kwaliteit eten te bezorgen en was geen oogenblik verstrooid. Doch pas toen de eerste eitjes uitgebroed waren en de eerste, bloote, donzige dingskens in het mosnestje wriemelden, kon Snepvangers, bij-1 gestaan door Miranda, Sander bewegen eens te komen zien. Ailes nam hij nauwkeurig op, maar zei geen woord. — Nu krijgen de beestjes harde eieren met fijngestampte beschuit, zei Miranda. — Een brood in melk geweekt met m aan en salaadzaad bestrooid, vulde Snepvangers argeloos aan. ; ~r m°et van Lotje getikt zijn om in zoo'n klein geneuk uw cens te steken, misprees de Speeker boosaardig, en zonder nog om te zien slefte hij de kamer uit, de trappen af en de straat op. — 't Is toch 'n vieze, zei Snepvangers ont-steld.—Och, elk zijn goesting, troostte Miranda. Wanneer Snepvangers den volgenden morgen zijn spitsken buiten liet, las hij in de oogen van Sander hoe dièp hij in zijn achting gedaald was met het kweeken van «klein g'aneuk». Snepvangers had veel meeval in de kanarie-kweekerij en zijn ambitie groeide er door. Zijn huis was een zangpaleis. Van 's morgens vroeg zongen de vogels en vulden de kamers met bllj gekweel. Mijnheer was veri*ukt over zijn teere raskana-ries. Madame, alhoewel zij wel voor de verzor-ging mocht bijspringen, w^as zich ook aan de «pie-tekens» gaan hechten. Daar Snepvangers voor zijn plezier kweekte schonk hii mild aan familie en vrienden, de edele vogels in zijn broedkamer geboren. Overal zongen zijn Saksische zangers. Het was zijn glorie zijn vogels te hooren roemen. Miranda was goed bedacht geweest, want aan dezes zolder dankte hij de stamouders van zijn kooi. Intusschen was zijn gevederde bevolking toch nog gestegen tôt zes-en-negentig mannekens en poppekens. En weer lagen, in den vierden kwreekzomer, de poppekens op hun broze spikkeleitjes te broeien en gaapten en piepten de jongskens in de nesten. Op een zomermorgen zaten de echtelingen voor het hok de speelsch wippende kanaries te be-spieden. De vogels vlogen van hun roestjes op den vloer, pikten in den eetbak, dronken aan de fonteintjes of lagen te vluggen in de badschotel-tjes. Een vreemde vogellucht hing in de kamer. — Miranda zegt ook dat ik veruit de schoon-ste vogels kweek, zei Snepvangers. — Ge krijgt er te veel, oordeelde Madame. — Ja... maar wat kan ik er aan doen... ik geef er zooveel weg... en ik kan er toch niet mee op de Vogelmarkt gaan staan... — Neen, dat gaat niet, bekende Madame. — En ik kan ze toch zoo ook maar niet op straat smijten... — Neen, dat kunt ge niet, zei peinzend Madame.— Daarvoor zou men het hart van een deur-waarder moeten hebben, vulde Snepvangers aan, want hij kon niet scheiden van zijn vogels. Albertken, die pas zijn eerste communie had gedaan, was van lieverlede wat losgeraakt van zijn Grootvader. Nog kwam hij wel af en toe naar de vogels kijken, nog gingen zij wel eens samen wandelen naar den Dierentuin of naar het terra», maar Albertken had nu kameraadjes waarmee hij beter praten kon. Snepvangers voelde het wel, maar troostte zich in het besef dat de jongen groot werd, zooveel te leeren had, Fransch en Latijn, en verzot begon te worden op dat nieuwsoortig amusement, het voetbalspel. Antoine vond het wilde stampen en smijten nuttig voor de lichamelijke ontwikke-ling, en Antoine was de vader!... Niet alleen de vader van Albertken, maar van nog zes andere spruiten die net als zijn kanariejongskens, gaapten en piepten en leven in huis brachten. Het jongste was weer een meisje en Marieken had pas haar kerkgang achter den rug toen zij de plechtige eerste communie van den oudsten vierden. Snepvangers dacht wel eens over de kinderen zooals zijn vrouw over zijn kanaries, dat er te veel kwamen! Maar de Drogist won rijkelijk zijn brood en kon zich de weelde veroorloven, zooals Snepvangers zijn getal kanaries niet moest be-perken bij gebrek aan middelen. Albertken werd echter niet vervangen in de voorliefde van zijn Grootvader, die oud werd en zich geen nieuwe kameraadschap met de kleinkin-deren meer scheen aan te passen. Madame kon beter om met het drukke troepje. Zekeren avond, in de zwoele maand Juli, hij had op zijn stade met Miranda een pintje ge-dronken in «Het Zwarte Paard», wenkte Sander hem. — Hebt ge de gazet gelezen? — Neen, Sander... — Er staat: Opgepast voor de Croaten!... en dat wil veel zeggen... Meer liet de Speeker niet los, vouwde zijn gazet toe en strompelde binnen. Snepvangers rook een frissche hooilucht die den lauwen avond door-geurde, hoorde de kinderen ioelen on de Ossen- markt. Ailes was zoo rustig en gewoon en hij be greep niks van de waarschuwing. 's Anderdaags hoorde hij de gazettenleurder verwoed op hun koperen trompetten toeteren e gillen. — Wat is er toch aan gang, vroeg Snepvan gers. — De tijden van Napoléon komen terug, voor spelde de Speeker, en kneep de «Gazet van Ant werpen» in kreukels, er is oorlog tusschen Oos tenrijk en Servië... — Och, meende Snepvangers, 't is altijd iever ans oorlog in de wereld... — Wacht maar!... In zijn slaap werd hij opgeschrikt door het lui den van Carolus. Snepvangers wipte aijn bed ui1 vergat zijn slaapmuts en zijn bloote beenen .e trok het balconvenster open. — Een politieagen stond aan den overkant, hij hoorde het raar knarsen en keek op. — Wat gebeurt er, vroeg Snepvangers. — De klassen worden binnengeroepen... strak schiet ik ook mijn soldatentenueken aan, zei d agent. — Wel, wel, zei Snepvangers verbijsterd, sta' zijn hand naar zijn hoofd uit en werd zijn slaap muts gewaar. Dan haastte hij zich het venster te sluiten e kroop terug in zijn bed. — Jezus-Maria, zuchtte Madame, wat gaan w nu nog beleven... — Dat moeten wij afwachten, oordeelde Snep vangers, keerde zich om, sliep koelbloedig snur kend in. Madame woelde nog lang slapeloos en vol on rust. Zij benijdde haar man die zoo moedig e onverschrokken slapen kon wanneer onbekend gevaren hen bedreigden. Onder de algemeene paniek moest Snepvanger zich den volgenden dag van den ernstigen toe stand rekenschap geven. Hij zag de mensche samendrommen voor de spaarkassen... In winkel en hei-bergen was plots het pasmunt onvindbaai bankpapier overstroomde de stad en de gaper iazen de plakkaten omtrent de otfeisching va paarden en rijtuigen voor het leger. Miranda stond bij Sander, die uit het dagbla voorlas: «Gij moogt het gerust zeggen, verklaat de ons een officier, dat de Schelde, hoewel zij e den schijn niet van heeft, verdedigd is gelijk mo gelnk geen enkelen stroom van de wereld. Oo is het te voorzien dat men ons langs daar nie zal aanvallen, want daar ligt ons sterktepunt...» — Ailes gaat duur worden, zei Miranda. . — Zou het vogelzaaçl ook opslagen, vorscht Snepvangers. — Er komen Turcos gelijk in 't jaar zeventig beloofde de Speeker, van die half zwarten me roode pofbroeken 's Zondags, in de kerk, hoorden Mijnheer e Madame de kondschap der Bisschoppen aan de ge loovigen :«Het uur is bedenkelijk. Angst en vree ze beklemt de harten. Kinderen, vrouwen en moe ders smelten in tranen. Edoch, met vasten sta en moed in het hart trekken onze wakkere sol daten naar de grenzen...» — Snepvangers, fluisterde Madame, en er blon ken tranen aan haar wimpers, wat zullen wij i: onzen ouden dag nog moeten onderstaan... —# Ik ben'van zins, antwoôrdde Snepvangers en zijn gedachten hadden een anderen koers, voo den opslag nog een vijftig liters vogelzaad t koopen... Aan tafel gaf Antoine weer moed, verzekerd dat het land geen gevaar liep in den strijd ge wikkeld te worden. ôp het goed vooruitzicht wer een lekkere flesch geschonken. Opgemonterd verscheen Snepvangers 's Maan dags met zijn spitsken in de straat. — Er komt niks van, verzekerde hij aan San der, Antoine heeft het gezegd... — Wacht maar, gromde de Speeker,-en blie door zijn goudsche pijp. Zij stonden een wijlken stil tôt een vent voor bij holde. — 't Is oorlog, riep hij. — Watte?... De Speeker liet zijn pijp vallen en keek ver wezen naar de scherven. — Ik hoor trommelen, Sander. — Snepvangers, nu valt er op te passen, fluis terde de Speeker geheimzinnig. — Ze trommelen de gardecivikken op, meld een straatbengel, 'k heb de tamboers gezien... ' is oorlog... — Wel, daar gaat er, poddozie, een... — Ja, Snepvangers, dat is een trompetter di ook nog in den Oost gediend heeft en in Tonkin.. een duiveltje... anders boodschapper aan de sta tie... — Hé, Mijnheer, is het waar, ondervroeg Snep vangers. — Ja ,zei de trompetter van de burgerwachl terwijl hij zijn gele koorden schikte en naar zij: rood - koperen instrument keek, ja, ik zal moge: blazen... dat heb ik nog gedaan... daar draag i' decoraties van... — Av/el, peilde de Speeker... — We moeten misschien naar de grens, bluf te de man en liep door. Dan kunnen wij gerust zijn, betrouwde d argelooze Snepvangers. --- Qnnoozele bloed, verachtte Sander. Zijn zonnig humeur bleef hem bij terwijl hi door de stad liep te gapen naar de koortsige, op gewonden bedrijvigheid. Overal, aan stations e: militaire gebouwen, aan stadspoorten en aan ma gazijnén stonden burgerwachten, de bajonet o 't geweer. en keken de burgers aan met de bran van oudsoldaten. Geen straat zonder soldaten, -geen kroeg zonder woordvoerders, geen straat hoek zonder samenscholing van geburen. De bij zondere edities der dagbladen droegen in vett titels : «'t Kanon aan 't woord!... Antwerpen i: staat van belegb — Nu heeft de burgemeester niks meer te zeg gen, nu is 't armee baas, leerde Sander, en daa valt niet mee te lachen. — Maar waarom moesten wij toch in den oor log komen, treurde Snepvangers, wij zijn geei vechters... — We zullen het wel leeren, grimde Sandei en toonde zijn leelijke tanden. (Wordt vervolgd.) LODE BAEKELMANS. Inkoop OCCASÏE JOW£ELEW Verkoo] F. VAN KERCKHOVEN i, Anneesseiistraat, Goudsmid Horlogiemaker. Diamantzette • ' i folies-Bergère Vrijdag 24 Mei 1918 Doek om 8 u. (T.U.) I 2e Groote Liefdadige Kunstavond Prijasen «1er Plaatse» s Fr. 5.—, 3.—, 2.— en I.—, KAARTEN TE BEKOMEN: Hoofdverhuringsbureel : Chaussures FF, Huidevetterstraat, 14; Constitutiestraat, 39; Lange Leemstraat, 337.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het tooneel appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Antwerpen du 1915 au 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes