Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1281 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 19 Mai. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Accès à 13 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/ng4gm82s9b/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

19 Mei 1917 Nr 20 40e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en OnafhankeUjk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Beiangen IVSCH ltIJVI.\GSI*ltIJH Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . >• 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad yerschijnt den Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten vôôr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, alsook de aankondigingen. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bskomen ten onzen bureale, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AAIVKONDIGIIWGGl» Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt d« Agencie HA.VA», Martelarenplaats 8, Brussel, an Bsurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 6S, Borgerhout-Antirerpeii Oordeel en oetssteen In vele zaken moet het oordeel afhangen van een zekeren toetssteen, van eene vergelijking of ondervinding die eene betwistbare of duistere voor-stelling oplevert. Zonder dit, blijft het oordeel maar al te dikwijls onderworpen aan het oppervlakkige, aan het voor-oordeel, aan eene onbewustheid over de wezentlijke toestanden, indrukken en invloeden. * * # Wij hebben onlangs gezien dat in Nederland twee voorname Staatslieden een verschillend gedacht en eene ver-schillende opvatting hadden over zekere zoogezegde vermakelijkheden, in dienst zijnde krijgslieden aangeboden. De Minister van Oorlog. generaal Bos-boom, zag in de door anderen aange-wezen en veroordeelde onzedelijke of zedekwetsende voorstellingen geen bezwaar, terwijl de Opperbevelhebber integendeel deze voorstellingen in een dagorde afkeurde en schadelijk achtte voor de deftigheid en de tucbt in 't leger. Want de tucht is daar nauw verbonden aan een welbegrepen zede-lijkheidsgevoel.* * ♦ De toetssteen in zulke betwiste toestanden vindt men het best in de houding dergenen die in zulke voorstellingen geen bezwaar zien, maar die er nogtans een verwijt van maken of zouden van maken, wanneer die voorstellingen worden of wierden bijge-woond door lieden, gekend om hunnen strengen levenswandel en om hunne veroordeelende opvatting betrekkelijk die voorstellingen. Zoo iets hoort men aile dagen zelfs tegenover min aanzien-hebbende lieden, tegenover eenvoudige bedienden eener godsdienstige instelling bij voorbeeld, wier plaats geenszins betaamt in een midden, waar de zede-lijkheid niet voldoende in acht genomen wordt. Is die verwondering en afkeuring, uitgedrukt tegenover zulke lieden, niet het beste bewijs dat de zedelijkheid van zekere stukken veel te wenscben laat ? Indien dit laatste niet het geval ware, waarom zou het iemand dan moeten verwonderen dat deze of gene die ver-tooningen bijwoont, in strijd met de strekking van zijnen levenswandel of met de verplichtingen van zijne bediening ? * * # Hetzelfde geldt voor het lezen van zekere werken en bladen. Zij die er hun genoegen in vinden en beweren dat daarin geen hoegenaamd kwaad of gevaar te vinden is, kunnen nogtans niet aannemen dat diezelfde bladen en boeken door anderen gelezen worden, die volgens hunne opvatting dit niet mochten doen en nu in strijd bandelen met hunne grondbeginselen en hunnen levenswandel. * * * Waren zij rechtzinnig, dan zouden zij dit onderscheid ook moeten aannemen tusschen ouderdom en opleiding. Wat voor bejaarden weinig of geen kwaad kan, moet of kan voor jongeren hoogst gevaarlijk zijn ; wat voor de beschaafde en geleerde lieden onschadelijk kan zijn, moet voor min ontwikkelden hoogst nadeelig wezen. * * * Dit onderscheid sluit echter de ver-oordeeling niet uit, die zulke voorstellingen, boeken, bladen of al andere uitingen in open kring moet treffen. Wat slecht en afkeurenswaardig is, blijft feitelijk slecht en af te keuren, al oefent dit slechte min nadeelige invloeden uit op dezen dan op genen. » * * Zulke « toetssteenen » kunnen wel eens « struikelsteenen » worden, zelfs voor eenen Minister. Het verschil van zienswijze nopens dit punt tusschen den Minister van Oorlog en den Opperbevelhebber van 't Nederlandsch leger, heefl wellicht ook eenigszins bijgedragen tôt den val van Minister Bosboom, alhoewe] het geschil thans enkel bestond over het al of niet binnen roepen van eenige milicieklassen. Maar vroeger had de verkeerde opvatting van den Minister over zedelij kheidsgevoel veel wrevel tegen hem verwekt, zoodat hij op geen volledig vertrouwen meer kon tellen. * * * Het bijwonen van zekere voorstellingen is af te raden aan lieden, wier tegenwoordigheid als goedkeuring zou kunnen waargenomen worden door hen, die niet alleen geldgewin, maar tevens volksverderf ten doel hebben. Ten andere, zij hebben er persoonlijk aile belang bij, indien zij aan deftigheid en ernstigheid houden, niet tôt reklaam ol tôt aanmoediging te dienen voor zaken, die in strijd zijn met hunne grondbeginselen en met hunnen levenswandel. * * * Het volk in 't algemeen moet meer doordrongen worden van een oprecht en beschavend zedelij kheidsgevoel, dat de grondslag moet zijn van meer ontwikkeling en beschaving. Het volk moet zijn vermaak en zijn genoegen kunnen vinden in edeler betrachtingen, in eene gezonde vroolijkheid en geest-verkwikking, ontdaan van laagheid en geestverstomping. Want het zijn maar al te dikwijls die lage en geestverstom-pende werken en voorstellingen, die de beschaving tegen werken en de pogin-gen tôt veredeling van't volk verijdelen. J. L. DE TQE8TAMD HIER EN ELDERS NEDERLAND. — De Minister van Oorlog, generaal Bosboom, die zijn ontslag heeft gegeven, bekleedds dit ministersambt sinds vier jaren. Hij was de opvolger van M. Colyn, en heeft heel wat werk gehad om tijdens den oorlog het leger weerbaar te maken en geheel heriii te richten. Alleen de bewaping en uitrus-ting laat nog veel te wenscben, daar grond-stoffen en andere middelen daartoe ontbreken. — De haven van Rotterdam zal op den linkeroever der Maas uitgebreid worden. Daartoe zijn groote onteigeningen en grensregelin-gen noodig. Dit reusacbtig werk zal geschieden met bet oog op de toekomst, want voor het oogenblik is de haven van Rotterdam zonder eenige beweging of bedrijvigheid. Maar na den oorlog zal zij merkelijk bijwinnen en overstelpt worden, zelfs wanneer Antwerpen en Hamburg, hare twee mededingers, dadelijk tôt bet buiten-landsch verkeer kunnen geopend worden. — De belasting op het inkomen, die in Nederland reeds lang bestaat, wordt streng toegepast. Ook deze op de oorlogswinsten. De toegepaste boeten op de ontduikers door valsche verklaringen, zijn zwaar en zonder genade. — De opperbevelhebber van 't Nederlandsche leger blijkt een rechtgeaard man te zijn. Hij heeft namelijk bevolen, dat Roomsch-Katho-lieke geïoterneerden, niet mear in 't sanatorium Sonnevanck zullen verpleegd worden, omdat het protestantsch beheer van dit gesticht huûne godsdienstige belijdenis niet in acht neemt noch eerbiedigt. —o— SPANJE. — De laatste politieke gebeurtenis-sen in Spanje zijn geregeld in den zin van de handhaving der onzijdigbeid. Op die wijze zal Spanje kunnen voorigaan in zijne bemiddeling tusschen de oorlogvoerende landen, om hier en daar hulp, verzachtingen en genaden te bekomen. Voor de bevoorrading van België blijft Spanje mede aan 't hoofd, te zamen met afgevaardigden van Nederland. ! FRANKRIJK. — De bebouwing van het lanc | door vrouwen en schoolkinderen, heeft de beste jj uitslagen opgeleverd. De oogst belooft zeei | vergeldend te zijn. In andere landen is hei zelfde stelsel dit jaar in toepassing gebracht er zal er denkelijk dezelfde goede uitkomster opgeleverd hebben. « Willtn is kunnen » er « eendracht maakt macht », zijn twee volks-spreuken die overal tôt hun voile recht kunner komen, waar goede wil en opoffering den scepter zwaaien. RUSLAND. — De tegenstrijdige berichten over den binnenlandschen toestand van Ruslanc en de verscbiilende tegenstrijdige opgegever vrede- of oorlogsdoeleinden, blijken, volgens den Duitschen schrijver Vorst, proefballons te zijn die de verschillende partijen opwerpen on de zienswijze van 't volk te polsen. Geene enkele partij is voor 't oogenblik zeker van de meerderheid en daar er geene kiezingen kunner plaats hebben, is het enkel op die wijze dat zij de openbare denkwijze in deze of gene richting kunnen leiden. Dit zal ook het geval zijn mel de straatbetoogingen en andere middelen, aangewend om de macht van de eene partij boven de andere te stellen. Moskou scbijnl echter de stad te zijn waaruit het licht moel komen. Men wacht dan ook naar hetgene de volksleiders en voorlichters daar zullen doen, — De Russische Minister van Geldwezer heeft verklaard, dat de dagelij&sche oorlogs-kosten, die in 't begin van den oorlog, veertier miljoen roebels bedroegen, thans gestegen zijr op vijftig miljoen. Pax UIT DE GAZETTEN WERELO Het vervaardigen van papier voor dag- eu weekbladen wordt in aile landen belemmerd door gebrek aan grondstofïen en hier en daar ook bij gebrek aan steeckolen voor de stoom-ketels. Zelfs in Duitschland heeft de Rijks-kanselier, als antwoord op een telegram der dagbladuitgevers doen kennen, dat het bij uebrek aan bruinkolen uit, Bohemen is, dat de fabrieken niet kunnen werken. Hij drukt de hoop uit dat daarin kortelings zal kunnen voorzien worden, maar raadt de uitgevers intusschen aan tijdelijk het papierverbruik te beperken tôt het streng noodzakelijke. * * # In België kunnen de papierfabrieken het noodige papier niet meer lèveren. 't Is om die reden dat Het Vlaamsch tieelal thans in een kleiner formaat verscbijnt. De inhoud of tekst is nogtans eender. Alhoewel dit papier kleiner is dan het vorige, kost het ons niettemin vijf-maal meer dan in gewone tijden. Hildebrand ! SCHRIJVERS EN BOEKEN V HE1VDRIK COM8CIEWCE ; « De dooden rijden snel », zegt Theodoor ' van Ryswyck in een zijner Balladen. De waarheid van dit gezegde is vooral treffend, wanneer men nagaat, wat er thans nog over-blijft van die dichte schaar schrijvers van allen aard, die de herleving onzer Vlaamsche Iletterkunde rond het midden der vorige eeuw bewerkten. Wanneer men de tijdschriften naslaat, die in die tijden verschenen : De Middelaar, Het Vaderland, Het Taal-I verbond, De Eendracht, De Vlaamsche | Rederijker — ik doe de aanhalingen uit het | hoofd en geef de titels zooals ze in mijn geest i opkomen —, dan vallen de oogen op een S aantal namen, waarvan het jongere geslacht ( weinig of niets weet. Enkele dier toenmalige \ schrijvers, zooals P. F. van Kerckhoven en i Eugeen Zetternam werden destijds door den | vurigen en aandurvenden uitgever 'Lodewijk Janssens uit hun graf te voorschijn gebaald, maar over 't algemeen zijn zij alleen nog maar bekend bij de « ouderen van dagen ». Dit is echter het geval niet met Hendrik Conscience, die zich nog steeds in de gunst van 't volk mag verheugen — wat ook wel grootendeels te wij ten is aan het feit, dat ons volk nog niet bijzonder hoog staat onder letterlievend opzicbt, en ook aan dit. dat er sedert zijn optreden geen enkel Vlaamsch schrijver zich zoo opzettelijk en zoo aan-houdend als hij gericht heeft tôt de bevrediging van den leeslust der massa van ons volk. Rond de jaren 1890-1895 stond, wel is waar, J. F. Buerbaum op om zijn schreden te volgen, maar de geleverde werken, als De Vovdeling von het J an-van-Lier straatje en Zwarte Marjan waren meer drakenromans dan ver-halen voor ons volk. Om een rechtvaardig oordeel te vellen over j Hendrik Conscience moet men zich eerst < buiten den invloed plaatsen dien hij op elken £L ; Vlaming, en vooral op elken Antwerpenaar : ) uitgeoefend heeft — invloed die ons, ouderen, zoo zeer in merg en been gedrongen is dat het ons bijna onmogelijk schijnt anders van i Conscience te spreken dan met onverdeelden lof en kritieklooze bewondering —, en dan ook i niet nalaten hem in den lijst van zijn tyd en van de toenmalige omstandigheden te beschou-wen. Want de groote waarde van Hendrik Conscience, zijn hoogste verdienste, zijn niet zoozeer gelegen in het bloote feit van zijn ' optreden, dan wel in zijn optreden in een tijd en onder omstandigheden die dringend behoefte hadden aan een man als hij. Als vaandel van de beweging der eerste helft van de XIXe eeuw is zijn optreden een geschiedkundige gebeurtenis van het grootste ' belang. Hij toch sloot het tijdperk af waarin onze ouders en grootouders slechts de berucbte ' Blauwboeken, Pater Poirters, en de bibliotheek van Snoeck tôt bevrediging van hun leeslust vonden. Hij gaf er nieuw en degelijker voedsel aan ; bewees tezelfdertijd dat onze moedertaal veel beters was dan een gewone gewestspraak zonder beschavingswaarde, en wist de onder-scheidene lagen van 't v^lk belangstelliog in te boezemen voor de beweging, door Jan-Frans Willems op touw gezet. Dàt is iets wat we nooit mogen vergeten, 1 en waarvoor we hem eeuwig dankbaar moeten en zullen zijn. Want dàt vergde deugden an gebrek en die hij bezat ; en geen onzer heden-daagsche woordkunstenaars, die soms wel eens siualend op den « verteller » neerzien, zou, in zijn tijd en onder zijn omstandigheden, het honderdste deel kunnen verricht hebben van wat hij tôt stand bracht. Dat werk vergde deugden en gebreken, zegde ik, en daartnede loop ik zelf buiten den lijst van tyd en omstandigheden. Want wat wij, in 't jaar 1917, als gebreken betitelen, mocht een kleine honderd jaar vroeger als hoedanigheden aanzien worden. Ik denk hier namelijk vooral aan die hoogdravende rede-rijkerskunst, aan die statigheid der handelendo personen, die, om dit ééne werk te vermelden, De Burgers van Darlingen beslist ongeniet-baar maken. Maar ten tjjde toen dit werk verscheen, dacht men er zôô niet over, en hoe-wel dit werk nu juist niet tôt de beste van onzen schrijver behoort, genoot het toch veel bijval. Dan ook dat ziekelijk-gevoelige in zijn liefdeshoofdstukken, dat smachtende, wat destijds een reden was om menige zijner werken in sommige kringen een onguristigen naam te geven : Levenslust, bij voorbeeld, waarvan enkele hoofdstukken zeer onder Franschen invloed staan. Doch ook dit was te dien tijde natuurlijk, hoezeer het ons, in 1917, ook meer-malen een glimlach van medelyden om zooveel wufte « sentimentaliteit » op het wezen roept. Indien Hendrik Conscience nooit anders geschreven had dan dergelijke werken, dan zou hij — behoudens het gebied waarover ik het had — thans> nog evenveel gekend, f' gewaardeerd en gelezen worden als Hoogeveen- ||^ Sterck of als een Van Kerckhoven. Maar deze middelmatige voortbrengselen — middelmatig met het oog op het jaar Onzes Heeren 1917 — geraken op het achterplan bij die keurige juweeltjes uit de Antwerpsche Kempen, bij De Loteling, bij voorbeeld, bij Baas Gansen-donck, die als kunstuitingen mogen gelden, waarin de dichterlijke geest van den jongen schrijver, nog aangevuurd door dien van zijn makker en vriend Jan van Beers, ons thans nog genotvol laat vermeien. In zijn tendenz-verhalen, als b v. Lambrecht Hensmans en Siska van Roosemaal, is hij min gelukkig omdat Conscience nu eenmaal geen tendenzer-uit-natuurdrift was, meer een dichter, een ziener, die, wanneer hij geen innigen omgang pleegt met de natuur, steeds veel moet gehouden hebben van de ridder-romans der toenmalige Fransche letterkunde, in dier voege dat menige zijner eenvoudige burgers eigenlijk ridders zijn, min het zwaard... en het kasteel. Dat is, ten minste, den indruk dien ik er persoonlijk van opdeed, en 't zijn toch mijn persoonlijke indrukken die ik hier nederschrijf. Bewijzen zijn er voor de vleet te vinden in De Oom van Félix Roobeek, in De Schat van Félix Roobeek, in Geld en Adel, enz. Het was ook aan Conscience voorbehouden een Vlaamsch epos, een door en-door Vlaamsch heldendicht ter verheerlijking van 't Vaderland neer te schrijven : ik bedoel De Leeuw van Vlaanderen, die zijn ander vaderlandscben Iheldenzang De Kerels van Vlaanderen tamelijk ver in de scnaduw stelt. Hier bevindt zich Conscience op een gebied dat hem ten zeerste eigen is : dat der geestdrift en der tôt . geestdrift opwekkende taal — wat ook een der voornaamste redenen was van den bijval van zijn eersteling Het Wonderjaar. Indien onze s verre naneven van Conscience spreken, zullen i zij in hem, naast den man die rond de helft der XIXe eeuw de Vlaamsche beschaving inleidde, , ook den schrijver van De Leeuw van Vlaanderen huldigen. Dat werk was als de prikkel A

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Borgerhout du 1878 au 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes