Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

792 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 17 Juin. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Accès à 28 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/g73707xr8r/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

17 Juni 1916 Nr 25 39e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholïek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen ISI8CHRIJVIMG8PRIJ8 Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsooh bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artihelen en mededeelingen moeten vààr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, uitgenomen de aanhondigingen, die worden ingewacht tôt Vrijdag avond. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AANKONDIGIWGEIV Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Agencie ha.VA.8, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondisingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 6B, Bor^erhout-Antwerpen Leemte en Vulling Br bestond vroeger, gelijk wij het reeds deden opmerken, en er bestaat nog eene groote leemte in de volks-opleiding, namelijk tusschen de twaalf en twintig jaren, tijdperk dat nu, door 't verplicht onderwijs, gelukkiglijk met twee jaren verminderd is. De kinderen en jongelingen zijn veelal, tusschen die jaren, aan zich zelven overgelaten en komen maar al te dikwijls onder slechte invloeden, die nadeelig zullen inwerken en drukken op gansoh hun verdere leven. * * * In enkele steden en gemeenten wierd en wordt daarin gedeeltelijk voorzien door patronaten en andere instellingen, maar slechts een klein gedeelte der jongelingschap geniet daarvan de voor-deelen. Het overige deel, de groote meerderheid, blijft aan zich zelven of aan zijn lot overgelaten, en 't is juist in dit midden dat de meeste mistoestanden ontstaan, waardoor niet alleen die jongelingschap, maar heel de Maatschappij of Samenleving te lijden heeft. # * * Door den drang der toestanden zijn er thans allerhande instellingen ontstaan om in de dringendste behoeften der menigte te voorzien ; 't is als een vuurwerk, als een bloemtuil van allerhande goede werken. Zoo zou er ook moeten gehandeld worden voor de opleiding der jongelingschap niet enkel in deze tijden, maar ook in de gewone omstandigheden des levens. Dit zou niet alleen vruchtbaar zijn voor bescha-ving en veredeling, maar tevens veel bijdragen tôt de algemeene welvaart. * * * Het is algemeen gekend dat de leemte die wij bestatigen in de opleiding der jongelingschap tusschen de veertien en twintig jaren, niet enkel aanleiding geeft tôt baldadig en slecht gedrag, maar ook tôt nietsdoen, luiaardij en... armoede. Het is dus hoogst noodig die leemte aan te vulien in 't belang dier jongelingschap, der huisgezinnen en der algemeenheid, want hoe beter die jongelingschap opgekweekt of opgeleid wordt, hoe minder de openbare en bijzondere liefdadigheid zal moeten bijspringen. * * * Deze laatste tijden zijn er reeds loffelijke pogingen aangewend om in die leemte gedeeltelijk te voorzien door avond- en vakscholen van allen aard. Maar buiten het feit dat dit slechts eene « gedeeltelijke » aanvulling was, geno-ten deze pogingen niet veel bijval, denkelijk bij gebrek aan de noodige aanwakkering en ook omdat aile begin-sels moeielijk zijn. Vele goedgezinde lieden laten maar al te gauw den moed zakken, wanneer zij gewaar worden dat hunne belanglooze opoffering en toewijding niet gewaardeerd worden. * * * Het is nogtans op dit gebied dat er veel geduld, gepaard met wilskracht en volharding noodig is. « De aanhouder wint, » zegt het spreekwoord, en dit is hier ten voile toepasselijk zoowel als in bijzondere zaken. In handels- en nijverheidszaken immers gelukt ailes niet dadelijk en van de meet af. Er zijn gewoonlijk twee of drie proefjaren noodig om er boven op te komen en te gelukken. * * # Het kwaad der mislukking van edele pogingen komt echter niet altijd voort uit de onverschilligheid dergenen voor wie men ijveren wil ; het komt ook voort uit de weinige belangstelling en ondersteuning die de begoede en lei-dende standen aan de instellingen voor de jeugd betoonen. Ook openbare besturen deden dienaangaande niet altijd hunnen plicht, alhoewel zij, in 't belang van 't algemeen, op dit gebied het voorbeeld dienden te geven. * * * In de toekomst zal dit beter moeten begrepen worden. De grondsteen voor eene goede werking is thans gelegd door 't verplicht onderwijs. Met voort te bouwen, zal er weinig of niets afbrokkelen en zal er, ten dienste der aankomelingschap, een bijblijvend en krachtig stelsel kunnen tôt stand komen, niet enkel in steden en volkrijke gemeenten, maar ook in de minst voorname dorpen. * * * Het rijk van den drankduivel had vroeger veelal zijn bestaan en zijne uitbreiding te danken aan die leemte in opvoeding en opleiding. Bij gebrek aan bezigheid of nuttig tijdverdrijf, bij gebrek aanopwekking en belangstelling in hun leven, gingen velen zoogezegd troost zoeken in den drank of andere menschonwaardige genoegdoeningen, gelijk anderen straatschenderijen waar-namen, om eenige verluchting te geven aan hun verwaarloosd gemoed. * * * Die lessen van 't verleden moeten de gedragslijn der toekomst wijzigen. Aile personen met eenig toezicht of gezag bekleed, moeten onverwijld en daadzakelijk tusschen komen, om de jongelingschap in betere wegen op te leiden. Woorden en wenken zijn niet voldoende, de « werken » moeten er bij zijn, want het is een pijnlijk en kwetsend verwijt te moeten hooren, dat het spreekwoord : « luister naar mijne woorden, maar zie niet naar mijne werken », op vele verantwoor-delijke en leidende overheden toepasselijk is. J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS NEDERLAND. — Hoe wonderlijk het ook schijne, in Nederland is de vleescbnood groot. 't Is het land van het vee en tôt over enkele weken wierden nog duizenden stuks vee uitge-voerd. Misschien is er wel te veel slactitvee uitgevoerd, onder den dekmantel van melkvee, want de smokkelaars en woekeraars weten immer tôt hun doei te komen. Nogtans, met andere eetwaren, zooals met aardappelen, boter, eieren, varkens, enz. is 't eveneens bekrompen gesteld, zoodat het Ministerie langs aile kanten gepraamd wordt daarin verande-ring te brengen. De kiezingen voor de Staten-Qeneraal, in België provincieraden genoemd, te houden op 15 Juni, zullen grootendeels op 't gebied van 't voedingsvraagstuk geleverd worden. Het Staatspensioen van twee gulden 's weeks voor ouderlingen, zal daarbij ook te pas komen, al is er voor twee gulden nu niet veel meer te bekomen. X Nederland scbreef ten bate van Indië eene leening uit van 80 miljoen gulden. In Nederland alleen wierd er voor 123,867,400 gulden op ingeschreven. AMERIKA. — De kiezing voor den Voor-zitter der Vereenigde Staten begint eenigszins op te klaren. De kansen van den gewezen Voorzitter Roosevelt, die zich als oorlogs-kandidaat deed gelden, zijn zeer verminderd. In eenige kiesvereenigingen bekwam hij de meerderheid niet. De rechter Hughes schijnt tôt heden de meeste kans te hebben om als kandidaat der vooruitstrevers aangenomen te worden. De Republikeinsche partij der Demo-craten, die met Wilson opkomt, zal het tegenover Hughes moeielijk kunnen winnen. Dit ten minste volgens de algemeene vooruit-zichten.De zaken van Mexico spelen hierby ook eene voorname roi. Hughes zou willen dat de Vereenigde Staten doortastend handelden, om een einde aan den warboel aldaar te stellen. ITALIË. — Het was wel te denken dat voor tegenslagen op het oorlogsveld, de anti-minis-terieele partijen het Ministerie zouden verant-woordelijk stellen. De leiders dier partijen drongen er bovendien op aan, dat het Ministerie uit vertegenwoordigers van aile partijen zou samengesteld worden. Minister Salandra was er niet tegen en deed uitschijnen, dat het Ministerie de belangen van 't land ten zeerste waargenomen had en vroeg vooreerst eene stemming van vertrouwen. Dit vertrouwen wierd geweigerd met 197 stemmen tegen 158, zoodat het Ministerie is moeten aftreden. —o— CHINA. — Het blijkt uit latere berichten, dat de Voorzitter der Chineesche Republiek niet door vergiftiging aan zijn einde is geko-men, maar eene natuurlyke dood gestorven is, tengevolge eener bloed vergiftiging verwekt door eene nierziekte. Er was dus feitelijk eene vergiftiging, maar geene misdadige, zooals het eerste bericht over zijne dood deed vermoeden. De ondervoorzitter der Republiek Lijoean-hoeng is hem opgevolgd, met toestemming der vreemde gezanten. De Minister van Oorlog beloofde voor de orde in te staan, alsook voor de veiligheid der vreemdelingen. Pax Uit de Gazettenwereld Tevreden met den stelregel : geen nieuws, is goed nieuws, onthouden vele lieden zich van het lezen van dagbladen. Tijdens de Sinxen-dagen waren er zelfs weinig bladen verschenen, .alhoewel eenige lezing nu goed zou te pas gekomen zijn, want het slechte weder heeft de twee Sixendagen, in treurdagen veranderd. Er is weilicht nog nooit zooveel water gevallen als op die twee dagen. * * * Nederlandsche bladen kondigen eenen opslag van het abonnement of de inschrijving aan, uit hoofde van de duurte van 't papier. Dit kost thans fr. 240 ten honderd meer dan vroeger eu eene verlaging der prijzen is nog niet te voorzien. Die toestand zal na den oorlog nog gerui-men tijd voortduren, want het verbruik zal eensklaps zoodanig toenemen, dat er bij opbod zal moeten gekochi worden. Het papier is verduldig maar de lezers in 't algemeen Eiet. Hildebrand IN EN 0M DE SCH00L Losse Opstellen over Opvoeding en Onderwijs in min breeden zin VI Eene Internationale Taal Eenigen tijd geleden ontving ik eenige stukken, betrekking hebbende op een te Bern, in Zwitserland, opgericht Verbond tôt Oprich-ting van een Bureel voor de Internationale Taal. Wel wist ik, dat sedert 1911 een soort-gelijk « Verbond » opgericht was — dat nu bleek hetzelfde te zijn —, doch mijne menig-vuldige bezigheden van allen aard lieten mij niet toe er onmiddellijk kennis van te nemen, te meer daar ik meende, dat deze stichting geen betrekking had met door mij gevolgde richting, n. 1. de opvoedings- en onderwijsvragen. Bij nader inzien heb ik echter kunnen vast-stellen, dat dit wel inderdaad het geval is. Vooraleer echter daarop in te gaan, meen ik goed te doen eerst een woordje te reppen over het Verbond en zijn doel. De noodzakelijkheid eener internationale taal, eener taal die de meest ontwikkelden aller landen (om met dezen te beginnen) verstaan en spreken, wordt door geen ernstig man meer in twijfel getrokken, en men moet juist zich niet in mijne bijzondere omstandigheden bevinden om te betreuren, dat er toch zoo eeuwig veel talen bestaan... en dat het geheel en al onmoge-lijk is, ze allen te kennen. Onze aardbodem vernauwt van dag tôt dag, in dezen zin, dat de betrekkingen tusschen allerhande verafgelegen landen al drukker en drukker worden... en iedereen houdt er natuurlijk aan zijne eigene taal zooveel mogelijk te gebruiken, hoe weinig verspreid zij ook weze. Buiten de moedertaal werd en wordt er dan ook nog Fransch, Duitsch en Engelsch in de internationale betrekkingen gebezigd, wat met de eigene taal reeds vier talen maakt. En daar-mede geraakt men dan nog niet ver ! Dit bezwaar is sinds lang ingezien, en de wensch uitgedrukt geworden, dat nog slechts de noodzakelijkheid van twee talen zich deed gevoelen, n. 1., de moedertaal voor de nationale, eene wereldtaal voor de internationale betrekkingen. Die wereldtaal mag s geene landstaal zijn om wille der groote IW. voordeelen, die het desbetreffende land er zou bij halen, en de verstandelijke bovenmacht, die het op die wijze zou verkrijgen. In mijne jongere jaren was het Volapuh « de » wereldtaal, doch slechts voor korten tijd ; het Espéranto van Dr Zamenhof heeft weldra de overhand gekregen, tôt er eene scheuring kwam, die aanleiding gaf tôt het Ido, of hervormd Espéranto. Bovendien zijn er een aantal andere voorstellen voor den dag getre-den, die elke hunne aanhangers vinden, en zoo is het gebied der kunstmatige talen al zulk een groote « toren van Babel » geworden als dat der natuurlijke talen. Het is om daaraan te verhelpen, dat, na de voordracht in 1910 door prof. Dr W. Ostwald, van Leipzig, te Bern gehouden over dit vraag-stuk, een kern van zelfdurvende mannen bijeenkwam om een verbond te sticnten, dat ten doel zou hebben een Bureel der Internationale Taal op te richten. Al wie het wèl meent met dit streven, wordt uitgenoodigd lid te worden van dit verbond, en zoo haast dit machtig genoeg zijn zal, en den steun der landbesturen verworven hebben, zal er over-gegaan worden tôt de oprichting van het eigenlijke Bureel. Het Bureel wordt dan saamgesteld uit ervaren vakmannen, die in de internationale taal-beweging gansch onbevooroordeeld zijn. Hun eerste werk moet zijn het onderzoek der verschillende vooruitgezette stelsels, om er tusschen datgene te vinden, dat de minste moeielijkheden en het grootste gernak, tezelf-dertijd als het grootste verspreidingsvermogen, oplevert. Dit stelsel wordt dan als « de » internationale taal aangenomen, bij de Staats-besturen aanbevolen om o. a. in de scholen als tweede taal aangeleerd te worden, terwijl het Bureel in voege blijfi om de ontwikkeling der internationale taal te leiden en te bevorderen, zooals b. v. de Pransche Academie voor de Fransche taal. Het is te hopen, dat, door de machtige verbreiding van het Verbond, door den steun der Staatsbesturen, door de goede keus van het stelsel vooral, het Bureel er mag in gelukken de mededingende stelsels te doen verdwijnen, om nog slechts het ééne officieele of ambtelijke stelsel te behouden. Van het oogenblik dat het Bureel en zyn keus door de Staatsbesturen erkend zijn, is men tôt den gewenscûten uitslag gekomen en mag men zich in de aansluitende landen bepalen bij de moedertaal voor de nationale, de wereldtaal voor de internationale betrekkingen. Dat zulks de opvoeding en het onderwijs voorzeker ten goede komen zal, lijdt geen den minsten twijfel. In Nederland wordt het lager onderwijs geheel en al in 't Nederlandsch gegeven, en dit is ook het ge?al voor aile ééntalige landen. Doch in de meertalige, in België b. v., in Zwitserland en elders, daar is onder taalkundig oogpunt de toestand der lagere sc.hool erbarmelijk. Vanaf het eerste studiejaar, wanneer het kind nog slechts een geringe woordenschat in zijne moedertaal bezit, moet het reeds zijn mond en zijne hersenen naar eene vreemde taal wringen, iets wat natuurlijk evenzeer voor de opvoeding als voor het onderwijs schadelijk is. Die erbarmelijke toestand neemt dan feitelijk een einde — of han dan feitelijk een einde nemen. De kinderen leeren eerst grondig hunne eigene taal — de nationale taal — en, slechts wanneer zij met d.eze goed vertrouwd zijn, wordt er overgegaan tôt de tweede, tôt de internationale taal. Daar deze, door hare bepaling zel(, uiterst gemakkelijk om te leeren zijn moet, en natuurlijk al de wispelturigheden niet aanbiedt door den loop der eeuwen en de wisselvalligheden der natie in de natuurlijke taal gebracht, zal het den kinderen niet moeielijk zijn de grond-begrippen der wereldtaal reeds op het einde der lagere school op te doen. Ook het onderwijs in de ééntalige landen zal er voordeel bij vinden. Immers, het zal voor iedereen al veel lichter vallen, b. v. Espéranto te leeren — dat men op acht dagen, op één uur studie per dag gerekend, reeds voldoende kent om er zich mede uit den slag te trekken,— dan wel om eenige begrippen van Fransch, Duitsch of Engelsch op te doen. De Fransche taal, die overal meest als tweede taal gebruikt wordt, is vooral moeielijk om te leeren, in zooverre, dat ik vast overtuigd ben, dat, zoo ik nû nog moest die taal aauleeren, ik er nooit iets van zou kunnen terecht brengen. Dat is nu voor wat het eigenlijke onderwijs aangaat. Maar wat groot voordeel kan de onderwijzer, de opvoeder, zelf niet trekken uit dezen nieuwen toestand ? Vermits op die wtfze het verstandelijk verkeersmiddel overal hetzelfde is, zal het hem licht vallen overal ailes te vinden wat hij noodig heeft, zonder zich om de nationale taal van het land te moeten bekommeren, van waar hij inlichtingen verlangt te ontvangen. Het is dan ook natuurlyk. dat er ' spoedig vaktijdschriften in de wereldtaal zullen gesticht worden, die door hunne medewerkers, | over de geheele beschaafde wereld verspreid, op

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à Borgerhout du 1878 au 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes