Wanneer Belgie weder Belgie zal zijn! « r> -a» De oorlog woeclt voort in al zijn wreedherd en reeds ligt meer dan een "jaar rampspoedige strijd ons achter den rug. Wanneer zal hij eindigen? Niemand weet het ! Niemand kan op deze vraag met zekerheid ant woorden. Doch wat wij Belgen weten is wat ons land na den afloop der afgrijselijke oorlogstra-gedie zal zijn. Wanneer Belgie weder Belgie zal zijn? Ach, hoeveel bloed zal er nog stroomen, hoeveel menschenlevens zullen nog worden afgesneden, hoeveel offers gebracht. En toch, wij weenen van geluk bij het denkbeeld van den Vredô die, zaligend als een Engel, op onze puinen zich zal neer-zetten, en den olijttak als een ver-lossing zal nederstrijken over het nog rookende Belgie, bij het denkbeeld aan ailes wat gebeuren zal binnea ons, buiten ons, in en buiten ons vaderland, wat gebeuren zal met zijn ineengestorte gebouwen, zijnellendig doorschoten torens en Belforten, met zijn dorpen en steden die vroe-ger lachten en bloosden van voor-spoed en bloei, bij het opbeurend denkbeeld aan wat de toekomst van Belgie en zijn bestemming zijn zullen wanneer het, als bij toover-slag, weder zal opstaan om eeuwig te glansen in een aureool van stra-lend licht, de kroon zijner onster-felijkheid ! Ja, wat zal het zijn wanneer Belgie weder Belgie zal zijn, wanneer het zijn vrijheid zal hebben . veroverd en de schending van zijn onaantastbaarheid zal hebben ge-wroken in stroomen van heldhaftig bloed, wanneer de gehavende, dood-afgesloofde, gewonde en verminkte j helden den voet weder zetten zullen op den heiligen grond dien zij ver-dedigden, om hem niet meer te verlaten ; wanneer de lucht zal daveren onder het blijde geschut, de bronzen stemmen onzer klokken, de liederen onzer beiaarden, het schallen der klaroenen, de vervoe-ring onzer bevolkingen! Wat zal het zijn wanneer de legers van het verloste Belgie, onder het galmen onzer strijdliederen en het klinken der zegemarschen, de hoofdstad Brussel zullen binnentrek-ken en onze moeders, zelfs zij die BALLADE Muzfek van C. Hlnderdael. Het was in 't oud Kerlingaland, Het wonderland der Sagen, En dââr, aan een verlaten strand, In lang vergeten dagen, Dââr treurden stil en gansch alléén, De puinen van een aadltfk steen. Eens klommen torens, hoog en slank, Fier boven kloeke wallen; Dan hoorde men den horenklank En krygsbazuinen schallen; Dan toog een lange ridderstoet Den trotschen Landheer te gemoet. ■ ■ ■ Uit het dramatisch Zangedicht „Ds Leeuw van Vlaanderen," bekroond te Antwerpen In 1912. Dan klonken vaak, door 't w(Jd kasteel, BU belder maneglansen, De liedren van den Minnestreel En trippelende dansen; Nu, brokk'len dof de steenen af, En 't slot geljjkt een somber graf. Alléén 't geklots der holle zee En 't naar gekras der uilen, Versmelt zich in een aaklig wee Terwijl de winden huilen, En klagen in den winternacht, En jamm'ren van vervlogen macht. Doch, wen opnieuw de lente naakt, Zit 's avonds in de blâren, . Wi® Een zanger die zjjn juichkreet slaakt Hoog, boven brem en varen; Die zanger zingt aan 't eenzaam strand Van 't heerlijk Vlaamscbe Vaderland! Hy zingt van Vlaandren's heldendiet, Van Vlaandren's koene vaadren, f-J Hy zingt van 't edel bloed dat vliedt | Nog zuiver ons door de aadren: Zing eeuwig ons aan 't onde strand, O Nachtegaal van Vtaanderland ! 4r "s Rombout van Brçinekbuis. Deze Ballade werd als Prijslied door het Koninklyk Muziekconservatorium van Gent in 1913 aangenomen, en de"groote Operazanger Emiel van Bosch, thans te Rotterdam verblij vende, behaalde met dit lied den Eersten Prjjs in de Hoogere Zangklas, met de hoogste onderscheiding. 1 I het offer hunner zonen op het altaar van het vaderland brachten, snik-kend de jonge dapperen aan de snel kloppende harten zullen vliegen en bloemen en kronen zullen werpen onder de ijzers der van fierheid brieschende paarden? Wat zal het zijn, wanneer heel een Yolk dââr vereenigd, in grootsche verbroedering met Engel-schen, Franschen, Russen, Italianen, met Hollanders, Switsers, Span-jaards, Portugeezen, Noordervolken en Amerikanen den koenen Yorst weenend zal begroeten en zich zelf niet meester, de vervoerde menigte hem van zijn zegeros zal tillen om hem, als een held der oudheid, in triomf door de strate^ te voeren, gezeten op een gouden zegewagen. Wat zal het zijn wanneer dé Belg, in de zich bewustzijnde genieting van den volbrachten plicht, vreug-devol de zonnige toekomst zal mogen tegemoet blikken en weder zal mogen inademen de gezuiverde lucht van het vrijgevochten vaderland? Wat zal het zijn, wanneer Belgie weder Belgie zal zijn? Ha, voor-zeker, rekenschap zal worden gege-ven door den overwonneling, door den barbaar die, superb in zijn overmacht en overmoedig omdat hij in zijn meerderheid berustte, meende dat 00k het Recht, het eene onster-felijke, eeuwige Recht buigen zou voor zijn Macht, en het Recht van den sterke andermaal de Wet zou uitmaken der partijen, alzoo de oude fransche spreuk belichamend: Het Geweld dwingt het Recht! De diplomaten van Europa zullen, in den reazenstrijd van diplomatie en doortrapten list die op den oorlog met de w-apéns volgen zal, niet vergeten dat Belgie, het on-schuldig aangevallen en verongelijkte Belgie, vergoed zal dienen te worden voor al de onrechtvaardig geleden zedelijke en stoffelijke schade, voor al de diefstallen, afperschingen en afzetterijen waar het arme uitgezogen land het weerlooze slachtoffer van was, voor de ongehoorde opeischingen aan koopwaren, meubelen, paarden en vee, voor de oogsten en veld-vruchten, waarvan gestadig de over-rompelaars van Belgie de opbrengst naar Duitschland deden voeren ; voor al de ongewettigde, hemeltergende belastingen waaronder zij de honger-lijdende Belgische bevolking begroe-ven, voor al de gepleegde moorden, martelingen, verkrachtingen, de doorgestane angsten, smarten en ontberingen ! Belgie moet weder Belgie worden met duitsch geld, of liever met het goud in ons land door Duitschland afgeperst of ontvreemd, in weerwil van de Haagsche Conventie, de Wetten van den oorlog of het Yolkenrecht aan een Yolk, dat zelf vergaande van honger en ellende, onversaagd en karaktervol genoeg weerstandskracht behield om, liever dan te buigen voor den wreeden vijand, fier het hoofd bleef bieden tegen een fanatieke dwingelandij, door haat en wraaklust ingegeven. De wijze en kranig volhardende diplomaten die in den naam van het kleine, doch roemrij k zegevierende Belgie zullen spreken, zorgen in de allereerste plaats wel daarvoor dat, bij de onmiddellijke ontruiming van Belgie en zijn gegarandeerde onafhankelijkheid, ons 00k de soin in klinkend goud, ons goud, worde afgeteld, noodig tôt de heropbouwing van een grooter, schooner Belgie en de schadeloosstelling al onzer doorgestane ellende. Maar 00k, wanneer Belgie weer Belgie zal zijn, zal ons vaderland de bakermat, de wieg worden van aile Vrijheidsliefde, en aile Volkeren zullen, in hunne respectieve taal, deze groote immuabele waarheid als een spreekwoord aannemen : Vrij als een Belg! Die vrijheid, dewelke ons van eeuwen her, met onze Volkspersoonlijkheid als ver-groeide, zal meer dan ooit heerschen ten onzent als een Yorstin en de grondslag wezen van ons nationaal bestaan. Ook Broederliefde zal zijn wel-doenden Scepter zwaaien en uit de Vrijheidsliefde geboren worden! Aile vroegere veeten zullen vergeten zijn, gewasschen in het bloed. De liefde tôt de Vrijheid -der Belgen zal de liefde en den eerbied der burgerlijke vrijheden waarborgen en, daardoor, zullen de broedeibanden onder de burgers zich inniger, nau-wer toehalen! Niet meer zal gelet worden, voor-taan, op het verschil der rassen die Belgie uitmaken ; want ook de Vlamingen zullen door het dank-bare vaderland, met hunne broe-ders de Walen op taalgebied als Belgen worden behandeld. Taal en Volksrechten zullen volkomen gelijk staan voor Vlaming en Waal en, door den Staat, op gelijken voet worden geôerbiedigd ! Armen, werklieden, kleine bur-geis zullen door de hoogere standen als evenmenschen en landgenooten worden behandeld en bemind. Niet langer blyft in Belgie de politieke G-elijkheid een utopie want, zoo op het slagveld geen onderscheid be-stond tusschen Vlamingen en Walen, tusschen Rijken en Armen, zoo allen bezield met dezelfde heilige verknochtheid voor het erfgoed der Vaderen streden en vielen, zoo dââr de Gelijkheid geen ijdel woord was, mag ook de Gelijkheid als mensch en als burger in het, door gemeenschappelijk vergoten bloed, vrijgekocht vaderland niet langer uitblijven ! Daarvan zijn wij innig overtuigd ! Zoodoende zal nu Belgie, het rijk van de wereld, een 'rijk Gods worden, omdat de Liefde die God in der menschen hart heeft geplant 1 er zal heerschen als Koningin en het Leven, het reine minnende 1 Leven, warm zal houden in onze i zielen ! 1 Verrijzenis onzer stukgeschoten en tôt puin herschapen steden en dorpen! Vrijheid» Gelijkheid en Broeder-!■ schap, heerschende als mee^ters 1 in het rijk der Eeuwiggroêîende 1 en bloeiende Liefde! Een hemel op > aarde wacht ons landgenooten, L wanneer Belgie 'weder Belgie zal : zijn ! Dr. JOZEF CRETS. ' OORLOGSOVERZICHT. i [ c ZONDAG en MAANDAG. — PARIJS. -la den nacht van 28 op 29 werd een aktie voortgezet tegen de duitsche stellingen. Buitengewoon hevig was de kanonnade ten Noorden der Aisne en den sector van Ablain «*• en tusschen Aisne en Argonne. Te Marie-Thérèse vocht men man tegen man om 1 de bezitting van mijntoegangen. ; Ook een hevig bombardement had plaats tegen de duitsche loopgraven aan de Lo-tharingsche grens te Grenecy, Bezagne, Goudrexoin en Embermesnil. Fransche vliegers wierpen bommen den nacht van 28 en 29 op de statie en de duitsche ba-rakken van Grandpié3 van Montchadin en ' van LaLÇon in Argonne. i VENLO. — Een duitsche tweeâekker, door twee officieren bestuurd, kwamalhier op 28 dezer rond 10 uur landen, niet ver . van Albertushof op de Veldenscheweg, Wanneer de vliegers wisten dat ze in Holland waren gedaald, wilden ze terug opsteigen, doch Hollandsche grenswachters 1 beletten het hun. Ze vertelden dat-' naar Wesel willende vliegen, ze hunnen weg waren verloren, en zoo top op Hol. Morgen, Zondag, te LEIDEN, opvoering van het groote spel van den Oorlog in 4 bedrijven: „00RL0GSKINDEREN", van HENRI VAN DAELE uit Gent (Zie 3e Pagina Kunsten en Wetenschap). s Nummer 28. Rotterdam, 4 September 1915. 1ste Jaargang. • t /

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.