Het Vlaamsche nieuws

1111 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 20 Septembre. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 02 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/t43hx17g0w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Maaadag 20 September £915, fîerste Jaarg. Nr 248 Ptijs ; 5 Centiemeo aom geàeei nvi&it Het Vlaamsche Nieuws Hm iMmt teNelldbt «t* meest Mfceuwabêad va» Sdtefe » V«Hr»eh|jrti ? vnaal per w*mîéi 1^. 4 B 0 N NEMENTSPRIJZEN Per week 0.35 j IJ-r 3 maandeii 4.— H. maaiid 1.50 | Per 6 maanden ... 7.60 l'er jaar 14.— AFGEVAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD : li Ailg. BORMS — Albert VAN DEN BRANDE BUREELEN: RQODESTJRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. j AANKONDIGINGEN Tweede blaûz., per regel 2.50 Vierde bladz., per regel.. 0.60 Derde blad., id. 1.— j Doodsbericiit 5.— Voor aile aanoncen, wende men zich: ROODESTRAAT, 44. 9e Brusselsche Voiks-| schouwburg eo de FrauakiijoïîS. Onze lezers herinneren zich nog met kbijval Dolf Clauwaert verkden jaar [Volksschouwburg tôt den triomf jde en hoe steeds de « Folies-Bergè-» bij iedere vertooning vol liep, on-aiks den oorlog. Door de groote gunst van 't publiek iigemoedigd, besloot Clauwaert ook it seizoen weer te spelen, eu zoo de jsis te leggen voor een tweeden Vlaam-ien Schouwburg in de hoofdstad. Hij had echter zonder den waard, ofte e franskiljons, gerekend; deze zijn in-erdaad meester van de « Folies-Ber-ère » ; razend eu afgunstig als echte anskiljons immer zijn, weigerden zij itjaar den Schouwburg aan Clauwaert e verhuren, niet orndat zulks hun niet enoeg opbracht, noch omdat zij niet lijtijds dik betaald werden ; neen, de auge reden was dat er in 't Vlaamsch espeeld werd ! Dàt konden zij niet likken, dat was een doorn in hunnen :en ; de bij val was te groot, en hun aat voor al wat Vlaamsch is, onbe-rensd ; dus Clauwaert kreeg den èhouwburg niet meer ! Eenige dagen nadien echter werd de iFolies-Bergère » aan een Fransch ge-jelscJiap verhuutd, dat er een paar ver-boninggn voor de ledige banken gaf en ra zijn matten oprolde. Intussclien was Clauwaert op zoek egaan naar een anderen Schouwburg; ij vond de « Alhambra », een lokaal liîgebaat door een Fransche maatschap-ij, dat ongebezigd staat, groote iouwburg op de Zennelaan. Ondanks Et gewaagde der qnderneming — denk as, er zijn 3.000 zitplaatsen in deze norme zaal ! — vroeg Clauwaert de xViting om daar zijn Volksschouwburg pestigen. [Jamaar, 't liep ook hier weer van [eealeien dakje; de franskiljons hadden rat geroken, geloopen tôt hun schoe-en versleteji waren, bij de bestuurders er Alhambra-maatschappij ; doch dezen ingen steeds voort met onderhandelen i waren zelfs 't akkoord geraakt met Jauwaert. Toen klonk het echter op ekeren dag : « Mijnheer, gij kunt den Jhambra-krijgen, doch ge moet 8.000 tank achterstallige verzekering op uwe losten nemen. » Dat was natuurlijk niet te doen ! tawaert kon toch zulke lasten op ■oorhand niet aanneiiien, bijzonder in le huidige omstandigheden. Doch dat fas het juist wat men verwachtte: eene jàgering! 't Gebeurde dan ook zooals s franskiljotis door hun onderduimsche verking hadden betracht : weer was de folksschouwburg afgescheept, weer was ■lauwaert zonder lokaal, en dadelijk ;cr(l de Alhambra toegezegd aau MM. fan en Van Parijs, die een gezelschap pnnûen voor het opvoeren van Fransch Mf, doch... geene 8.000 fr. achter-tallige verzekering te betalen hebben ! jZoo overwonnen de franskiljons een toede maal ! Toch loste Caluwaert niet; geenszins tooedigd, wèl aangehitst door de :o°te tegenkanting t' allen kante, " Clauwaert verder; hij wou dat de '%chouwburg dit jaar ook weer zou f®1, al ware 't maar om al de reeds p verkneuterde franskiljons te doen "Kten van razernii. Hij gelukte : de j:ado», eene zaal ter Gemeenteplaats 311 ilolenbeek, werd te zijner beschik-'"g gesteld door den eigenaar. e froep werd samengesteld uit ge-«nde elementen, de herhalingen be-Pnnen, nien zal optreden met « Jane fore », en ailes voorspelt een groo-6,1 bijval, bijzooider te Molenbeek, ? S tint en te waar de grootste kliënteel "" officieelen Vlaamschen Schouw-tlpg,^er f^aekenstraat woont. tchter juist dat is weer een stronkel-een. Is €r hier broodnijd in 't spel? ls het afguust tegenover Clauwaert l'en? ^'el' ze^ere Personen doet ha,n- ^ij weten het niet, doch, wat er ook z'j. er werden in Molenbeek ge-®ten verspreid dië het grootste na-aan den Volksschouwburg zouden PBen berokkenen, waren ze niet zoo ■n wor(3t namelijk overal bedek-(ii r\îr-te^ Volksschouwburg rOuitsch machien zou zijn. Waar-f' } el, er is daar in den « Prado » { Clnema gevestigd, onder dwangbe-.geplaatst, en welke nog steeds ver-Na geeft. în€ri efrs^: weten wat zulk ïordf Ser : ' €ene maatschappij i ^ onder dwangbeheer gezet, zooals ?0r < C ^un^Sllt;-Zeep Maatschappij,. te utW UU' ^an zetten Duitschers het toçp.en ^ werkhuizen voort, met de ieV^v ^^den echter; zij houden si»»5 ■ ■ mct ^ woor(^> beheeren de 1 ia *aa» d«r îaaatschappij. en doen 'de werklieden betalen zooals ge-; woonlijk. Zijn deze werklieden dan aan de Duitschers verkocht? 't Zelfde gebeurde dus met den Prado-Schouwburg, waar vôor den oorlog de firma Pathé een cinéma uitbaatte; Pa-| thé wordt onder dwangbeheer gesteld, en de Duitschers verhuren de zaal aan een cinemabestuurder ; deze nu, over j vrije dagen beschikkend, stelt zij ne zaal | op zekere dagen ter beschikking van l Clauwaert, en zoo krijgt Clauwaert de « Prado ». Hij huurt dus deze zaal van een huurling van het dwangbeheer of « séquestre ». Is hij daarom aan de Duitschers verkocht, of heeft hij daarom de minste betrekking met dezen gehad? Komaan, 't is te dom, doch het volk weet niet steeds wat « sequester » betee-kent, eu daarom wisten zekere franskiljons dat het niet moeilijk was door deze omstaudighe'den Clauwaert verdacht te tnaken. Zij losten hem niet. Nu was het snel gevonden ! Clauwaert speelt in een zaal onder dwangbeheer der Duitschers, dus kreeg hij de zaal van de Duitschers, die in zijn werk Duitsche propaganda zien ; dus is Clauwaert aan de Duitschers verkocht; dus... cnz., enz., de heele hoop stom-miteiten die iedereen kent komen dan zooals gewoonlijk voor de pinnen. \ Is het niet eigenaardig, dat deze ge-ruchten juist nu verspreid worden ! En dat de lieden die deze domheden ver-tellen, nu het volk uit den « Prado » willen houden, terwijl zij daar vroeger nooit aan gedacht hebben, toen Clau-l waert er nog niet zou spelen ? Nooit hebben zij er graten in gevonden dat de Molenbeekenaars naar een cinéma gin-gen, staande onder Duitsch dwangbeheer, en nauwelijks; spreekt Clauwaert van het inrichten van zijn Volksschouwburg in den « Prado », of deze zaal wordt verdoemd en vervloekt,' en is een i Duitsch hol geworden ! 't Is dus klaar dat het er voor de las-teraars om gaat Clauwaert aan te vallen, persoonlijk eerst, en ook zijn instelling, de Volksschouwburg. Gebeurt het uit haat tegen zijn persoon? Dan is de handelwijze gemeen, omdat men in 't geniept hem aanvalt ; gebeurt 1 het uit broodnijd, uit ijverzucht, uit concurrentiegeest, dan zal het publiek wel weten dat niemand van zijn kon-kurrent ooit veel goeds te verwachten had, en zal het volk van Molenbeek klaar en duidelijk toonen dat het al die verdachtmakingen, die niet te bewijzen bezwaddering van iernand die zuiver staat. niet goedkeurt, zelfs geen aa,n-dacht schenkt ; en de Volksschouwburg, die leven en verteer in de gemeente zal brengen, zal eens te meer met klank zijne faam hoog houden en bewijzen dat hij de gunst van het volk overwaardig is, tôt spijt van franskiljons en... vijan-den.Wat de Vlamingen allen aangaat in deze zaak : wij weten hoe gemakkelijk men in de huidige omstandigheden voor Duitschers verweten wordt; een mijner kennissen moet dagelijks ter Komman-dantur gaan voor het verzenden zijner i waren; in zijne buurt is hij een aan de Duitschers verkocht persoon geworden omdat hii altijd bij de vreemden zit ! Da's de ziekte van den dag ! Maar de Vlamingen weten ook dat : een tweede schouwburg aan de Vlaamsche zaak in de hoofdstad kolossale diensten kan bewijzen ; overigens, de franskiljons begrijpen zulks maar al te, wel ; vandaar hun ordewoord, hun te-1 genstand, hun heimelijke tegenwer-king. j Juist de houding der franskiljons! wijst de Vlamingen op hun plicht : den Volksschouwburg, te steunen uit al hun-ue macht, opdat hij een sterk wapen worde in Vlaamsche handen voor Vlaamsche verheffing. Uit heel deze historié blijkt eens te meer dat, ondanks den oorlog, trots aile gezanik over godsvrede en van wapenstil-stand tusschen Vlamingen en franskiljons, deze laatsten maar immer voort-gaai^ al wat Vlaamsch is te bevechten en te bekampen, doch op onwaardige wijze, met leugens en bedrog, met valschheid en laster, en dat die lafaards hun vuil werkje verrichten in de scha-duw, en slechts in 't donker te voor-schijn komen, als de uilen ! Zouden we dan tegen ons volk geen onwaardige roi spelen zoo we het lieteu bedriegen? Hebben we dan niet als plicht voor de rechten der Vlamingen op te springen, en het te verdedigen waar het aangevallen wordt? Wij zoe-ken geen twist te verwekken, maar als men ans aanvalt dan verdedigen wij ons met al de hardnekkigheid die ons ken-schetst. En als de vijand klappen krijgt dan kan hij huilen zooveel 't hem lust : wij blijven ons en ons volk verdedigen, omdat de Vlamingen ons later niet zouden kunnen verwijten dat we als mar-motten geslapen hebben terwijl de anderen « loopgrochtaB » dttlvMi om ons te bevechten ! ! ONZE LETTERKUNDÎGE | PRUSKAMP Cyriel Buysse 1859 ] Wij hebben hem leeren kennen, te Gent, in den roezemoezigen nacht die op Vlaa'nderen's Kunstdag volgde. Roeze-moezig was 't vooral. We zaten in de oud-befaainde herberg de Pluim, in een afzonderlijk zaaltje, waar een piano stond, Fons Sevens, de held van den dag, doodmoe maar stralend van geluk, ; in een hoekje, werd nog maar gedurig j betoast en proficiat gewenscht. Franz I Uyttenhove en Karel Candael klopten ' bij beurten, of te zamen, op de piano. | René de Clercq, een reus, breedgeschou-derd, felgebaard. zei gewillig en blijhar-i tig, heel teedere ver'zen van het kindje ; in zijn wiegje. Mijn bleuzerke, mijn kriekske, Daar lig-je al uitgest'rekt ; Gezond gelijk een bliekske En dicht gedekt. Een landschapschilder vol stemming, I die tevens aardig weet te rijmen,had zijn 1 sehrijfboek gedichten bij en was m&ar ; gelukkig als wij er de laatste brok — de : dag was toen al lang in de lucht — had-! den van geslikt. j Daar ook zat Cyriel Buysse, voor-; naam, stil, sympathiek. Met een vor-| schenden, en toch droomerigen, maar i vooral zachtmoedigen blik. Goedheid en ' ingetogenheid, door het meewarig neer-! zien op de ellende van de menschen. j Een autograaf, in het werkje van Her-i man van Puymbroeck over Cyriel Buys-j se, opgenomen, zegt : | «... ailes, àlles heb ik in nauwkeurig-j » heid, tôt in zijn kleinste, onbedui-j » dendste détails gezien, en dan ben ik ! » heengegaan, loom en moedeloos-ge-' » drukt, vol bitterheid en walg over al | » de narigheid van 't valsche, leelijke » leven... » In die regels lastert Buysse zichzelf. Een vlaag van bitterheid, een aanvlie-ging van walg, ja, doch de hoofdstem-ming is deernis en goedheid en die wen-den de ziel van zijn blik. 't Is zonderling dat iemand die het Recht van den Sterkste, Den Biezen-stekker en Het Gezin van Paemel : schreef, die zoo diep het zedelijk en stof-felijk ver val tan zijn volk heeft gepeild, gevoeld en weergegeven, geen beter flamingant is. Met flamingant bedoelen wij de zelf-bewuste Vlaming die lijdt als hij na-gaat hoe ze van een koninklijk volk de coolies van Europa hebben gemaakt en I die strijdt om het weer op te beuren. [ Een flamingant uit den heele is René ; de Clercq, is Dr. Jacob, is hoogleeraar ; priester J. de Cock. I Ik noem juist deze drie, omdat Cyriel < ; Buysse niet bij hen is gebleven in De : Vlaamsche Stem, doch heenging met Frans van Cauwelaert, met Alberik De Swarte en Julius Hoste Jr, die den fier en prachtig begonnen strijd deemoedig opgeven onder het bedrieglijk voor-wendsel dat Vlaamsche strijd nu scha-den zou aan de Belgische eenheid, aan de onvoorwaardelijke Belgische vader-landsiiefde, alsof liefde voor taal en volk niet het beste bestanddeel is van de va-derlandsliefde, en Vlaamschgezindheid, -strevende, strijdende Vlaamschgezindheid niet het edelste en werkelijkste deel van de vaderlandsliefde van een Via- ] ming ! Wij verketteren niemand, wij zijn ; overtuigd dat allen het goed meenen en ; dat wij het eens zullen worden in ailes, i doch onze meening is dat de goede her-ders niet staan aan de zijde van Cyriel Buysse, die heel zijn leven eerder een . antiflaniingant was, uit een soort van . aristokratischen weerzin tôt een volk te , behooren dat zoo laag zonk. Ook woont Cyriel Buysse in den Haag. Van tijd tôt tijd komt hij naar zijn geboortedorp Ne- < vele, bij Gent, om materiaal op te doen, dat hij in de hofstad gaat verwerken. Herman van Puymbroeck vertelt het ons, een beetje hortend van taal doch zeer kenschetsend : « Het is ook in deze, zijn meest eigen, door hem zoo veelvuldig bezongen streek dat men hem gansch ziet opleven. Zoo-lang men hem in den Haag heeft blijft er, hoe weinig ook, iets vreemds aan hem, hetzij men met hem gemoedelijk in zijn studeerkamer zit, hetzij men met hem door de Haagsche boschjes loopt, of langs Scheveningen, of in de onde stad, terwijl hij, zelf sterk getroffen door iets merkwaardigs, uw oog telkens een rich-ting weet te wijzen, om u in zijn genot te doen deelen. Ook dàar kent hij wel zijn volk in hoedanigheden en gebreken, i «n hij we«t er zelfs het rechte woord bij te »eggeîi ; doch niettemin blijft hij een ■ vreemdeling. Maar eerst ten voile geniet i \ 1 hij, beweegt hij, leeft hij, wanneer hij j in zijn eigenste geboortedorp Nevele d komt. Dat bij te wonen is een echte n openbaring. Er is geen man, er is geen z jengen of hij ueemt eerbiedig en gene- li gen zijn pet af ; er i| geen vrouw of zij 1e komt haastig aan de deur geloopen en ! v het roept er langs aile kanten . « Dag . u menier Ceriel ! Zijt-e nog ekier weerjt ekommen, menier Ceriel ! En hoe gaat te et mee menier Ceriel? » De oudsten, dejv\ trouwsten zij voelen zich niet verhin-jv derd, alhoewel schuchter naar hem toe , k te komen en men moet zien met welke | k vreugde, met welke aandoening zij met : E hun twee eeltige handen naar de zijne v grijpen ; men moet hooren met welke ' d uitbundige liefde zij terugdenken in ' d dankbare herinnering aan al den tijd, [ e< dat zij hem kennen. Zelfs een ware spits- S boef als de Bradden uit het Recht van ' li den Sterkste, een echt toonbeeld van ; w een ontaarde — Lombroso zou hem als ! b type hebben genomen — gewaardigtiv zich hun voorbeeld te volgen. Bu3'-sseib zelf, hij voelt zich innig met al deze ke-1 k rels verbonden, hij kultiveert niet hunjL genegenheden, hun ontboezemingen «en 1 w artiste », maar hij voelt er een ware, j te warme behoefte aau als mensch. Hij d spreekt van hen altijd met de grootste d sympathie. En als hij u leidt in de Zij- d straat voorbij den « Gelapten Shako » en h den « Gloeienden Koteraar », de buurt k waar Reus Balduk heeft gewoond, die;g nu dood is, of IV il te Manse die naar; G Amerika trok, of Donder-de-Beul die'b zich nu aau de vaart heeft neergezet, of b Honderd^en-Een, Klod de Vos, Maaie S Troet en Moeffe Vrieze, en ge hoort zij- k ne toelichtende stem, dan hergeniet ge fc dubbel het genot van zijn werk, dan spreekt tôt u in onvergetelijke woorden ai de waarheid en de werkelijkheid die den v. droom dezer kunst omsluiten, » u Gustaaf Segers — nog een schrijver dién we eerstdaags aan onze lezers moe- 131 ten voorstellen —■ zegt van Buysse in het « Verslag over den -Vijfjaarlijkschen wedtrijd in Nederlandsche letterkunde » (1900-1904) terçcht : « Het is 2 ïker zijn inzicht niet geweest >ns volk te lasteren... Bij mij staat het pis dat n iar Buysse's iunige overtui- ^ ging ons volk diep ongelukkig is. Hij siet slechts rampen, ei^vertoont ons die, ç" sonder vrees de sluiers overal op te lich- ^ ten. Ongenadig drijft het ontleedmes (?) 'v :loor de afzichtelijkste wonden. Een in-aig medelijden met het beklagenswaar- 11 dige deel der bévojking heeft hem de pen 1:1 in handen gegeven. » ^ Indien het Buysse's « iunige overtui- f" ging » is dat « ons volk diep ongelukkig • is », waarom is hij dan geen flamingant? 11 De, politiek kau het volk niet redden, ^ maar wel integendeel het nog wat mear a' verbeesten, verslaven en onderjukken : ^ alleen het fla-mingantism kan en zal Vlaanderen redden. ^ Dat de antiflamingantisch aangelegde Cyriel Buysse zich mee afscheidde van de Vlaamsche Stem moest Van Cauwe- ei iaert hebben doen nadenken. . Cyriel Buysse, een neef van de zoo jeliefde Vlaamsche schrijfsters, de ge- .1 msters Eoveling, werd in 1859 te Nevele jij-Gent geboren. Met Vermeylen, Van 31 Langendonck, De Bom, stichtte hij in ° 1893 het tijdschrift Van Nu en Straks, v' tiet orgaan van de jongere Vlaamsche ^ school, doch verliet daarna ons land en ^ t-estigde zich in Den Haag, waar hij aan ' :al van Nederlandsche tijdschriften me-lewejrkte en medeopricliter werd van Groot Nedcrland. In zijn eerste werk : ^ Het Recht van den Sterkste, huldigde ^ îij een zeer kras naturalisme, dat niet c( :erugdeinsde voor het uitbeelden van '■ ■uwe, lage tooneelen uit de armste volks- sc ïlas. In de reeks romans die elkander st ipvolgdeu, in Mea Culpa, Te Lande, Uit v< Vlaanderen, Een Leeuw van Vlaande- ' ren, Sursum Corda, Van arme Men- €I rchen, Tusschen Leie en Schelde, In de Natuur,. Uit het voile Leven, Lente, Ro- ' zeke Van Dale, Het Bolleke, Ik herin- s ver mij, slaat hij een meer bezadigden :oon aan, doch in de keùs van zijne stof ?n zijne helden — alhoewel in Holland w i'erblijvende, ging hij steeds voort met b.et schilderen van het Oostvlaamsch T; Doerenleveu — in zijn schrijftrant, in ^ îijn voorliefde voor het schetsen van de 1 Darre werkelijkheid, in het gebruik van tiet dialekt is hij een volbloed realist. te Hij bezit de gave toestanden en perso- tx :ien op scherpe, aanschouwelijke wijze Sj; te teekenen. d: Een aanval ^ in de Argonneo J; In het « Berliner Tageblatt » begint oi Kellermann het verhaal van een aanval v< n de Argonnen. ,Hij begint met van den v«»ravond te g /ertellen, toen hij de laafcste voorWsrei- ni tingen bijwe*ade. w , ji. Uit de Argonnen, zoeï'3vertelt hij, reunt kanongedonder. Dat is het gewo-e avondvuur en niemand hoort 't meer, ' 30 is men er aan gewend. De kaarten ggen op de tafel onder de electrische imp en mijn instructeur drijft met zijn erzorgde handen de regimenten voor-it tôt de linie, die zij moeten bereiken. [ij laat de în het bosch en op de berg->pjes staande batterijen vuren, de mijn-■erpers ontploffen, hij trommelt de ijandelijke graven in, omvat en flan-eert sterke stellingen, Ik zie den gehee-n storm voor oogen. De telefoon gaat.> e majoor : « Jawel die en die batterij uurt zoo en zooveel schoten op dien en ien tijd. Dat is het teeken. Jawel. Goe-2n avond ». Ondanks aile kalmte is er ;nigë opgewondenheid in het huis. In de Argonnen ben ik geen vreemde-ng meer. Ik vind gemakkelijk mijn eg op de kaart. Hier is Four de Paris, ij het dal van de Biesme. De loopgra-m klanteren van hieruit over den Hu-srtusheuvel, Dan worden ze onderbro-en door de kloof van de Charmes-beek. oopen over den heuvel, die den merk-aardigen naam van Ezelsneus draagt, )t de Houyette-vallei. Dit zijn grooten-£<^.s de stellingen, die de strijders in e Argonnen van den vijand in Juni en s eerste dagen van Juli afgenomen ebben. Het was een grendel van prik-sldraad, machinegewereh en mijngan-en, die Cimetières, Bagatelle en Groene ■racht heeten. In deze stelling dringt Dogvormig een nieuw sterk Fransch Dlwerk, een vesting uit mijngangen, paansche ruiters, draadversperringen, loven en blokhuizen en onderaardsche irten. Het werk Marie-Therese. Morgen zal het in ons bezit zijn, Om -ht uur zullen de batterijen een hagel m staal op het werk werpen en om elf Lir zullen wij het bestormen. Mijn instructeur telefoneert in ver-schillende richtingen. De horloges moeten gelijk gaan. Een paar minuten ver-schil kan noodlottig worden. Elke klei-nigheid is besproken, aile maatregelen zijn tôt in de kleinste bijzonderheden getroffen. Mijngangen, ammunitie, handgranaten, gasmasker, granaten, wa-ler, voedingsmiddelen. Iedere kompa-gnie, iedere sectic, iedere man weet, wat hij te doen heeft. Wij gaan nu naar de cantine, en zitten in stoelen om den haard. Over den aan^ val wordt niet meer gesproken. De politiek en een foxterrier moeten stof leve-ren voor het gesprek. Dit wordt echter geen oogenblik levendig of luid. De telefoon klinkt vaak. Vroeg gaat men naar bed. In mijn dakkamer heb ik tijd om na te denken. Nu en dan slaat in het bosch dof een kanon. Het gromt in den nacht en ergens in de verte hoort men geraas. Onze soldaten, die nu daarbuiten in da loopgraven liggen, weten het precies. Zij weten, dat hij op ons vuur zal antwoor-den en dat zij oni elf uur, precies om elf uur, over de loopgraven zullen klau-teren. Zij bereiden zich op den storm voor. Vele harten slaan sneller en velen slapen dezen nacht niet in hun kuil. Maar zij, daar ginds in Marie-Therese, zij weten niets en zij vermoeden niets. Nu dan slapen zij ten minste dezen éenen nacht nog zonder zorg. Morgen om dezen tijd is Marie-Therese het graf van velen. Wat zou er echter gebeuren als de Franschman heden-nacht aanviel? Of het in den naburigen sector deed bij het aanbreken van den morgen?.Uit het bosch bromt het rollen van een zwaar geschut. Het vuurt bijnà zonder ophou-den. Ik luister. Begint het te tromme-len? Neen, het is een onoasser, die naast mij in de vlieringkamer snurkt... Dagelijksch Nieuws BIJZONDERE AVONDLEERGAN» i EN.— Wij vestigen de aandacht onzer zers op de bijzondere avondleergan- i în door liet Gemeentebestuur ingericht, < e toekomende week zullen aanvangen. i ooral de jonge lieden moeten partij < ekken van den vrijen tijd waarover ze < li beschikken, om zich voor te bereiden >t den « struggle for life», die zonder , vijfel na den oorlog heviger dan ooit d woeden. Sedert eenige dagen heeft ît Gemeentebestuur per plakbrief de ^odige bijzonderheden te kennen gege-2ii. Wat er echter op ontbreekt is de mduiding der dagen waarop die ver-:heidene leergangen van talen en han-îlswetenschappen gegeven worden, at toch zijn bela,ng heeft voor de leer-ngen, zouden we meenen. Wij hebben omtrent deze leergangen :n klein onderzoek ingesteld, en zijn >t de slotsom gekomen, dat onder op-cht van voertaal de toestand tamelijk îvredigend is. Voor aile taalleergangen de voertaal het Nederlandsch. Dit is aar zooals het behoort. Hetzelfde kan igelukkiglijk niet gezegd worden van m den leergang voor handelsrekenen i boekhouden, waar de voertaal het ransch is. Wie zal ons de reden van ^en abnormalen toestand uitleggen? Wat de stenografie aangaat, sinds een jar jaar wordt ook een leergang in het ederlaudsch gegeven. De lessen vin-m tweemaal in de week plaats (Dins-igs en Zaterdags), van 6 tôt 8 uur B. T.), in de school der Capucieners-nstraat. Deze leergang omvat twee udiejaren en is toegankelïjk zoowel x>r heeren als voor juffers. Grondige mnis der taal is de eenig noodige ver- : schte. Wij meenen hierop even nadruk moeten leggen, omdat uit hoogerbe- : >elden plakbrief van het Gemeentebe-uur niet duidelijk blijkt of de leer- 1 îiig in stenografie al of niet in het : ederlandsch gegeven wordt. Onze ensch is, dat de iongelieden ,nu volop îbruik maken van de hun door de Stad îboden gelegenheid om zich deze nut-ge kennis eigen te maken. Zij zullen -t zich later zeker niet beklagen. DE DOOD VAN PEGOUD. — Wal-r Kaudulski, die Pégoud ten val bracht, :schrijft in een brief aan zijn vader het iannend luchtgevecht als volgt : « Ik heb een luchtgevecht met Pégoud :had, maar ik kan u verzekeren, dat het m oppassen is. Nauwelijks was ik uit ;t Fransche vuur, of een Fransche ma-line zat me al op den hais. Het gevecht id plaats op 2400 m. hoogte en niet, )oals bericht werd, op 2000 m. hoogte. : trok dadelijk mijn machine naar rechts n, ten einde een veld om te schieten te :rkrijgen. Mijn waarnemer, le luitenant Bilitï, ng dadelijk het machinegewear badi»-;n, doeh na 30 schoten kreeg het g*-, •er ee* mank»me*t, dat evsnwel spoe- lig verholpen was. Ondertusschen was Pégoud op 50 m. afstand van mij geko-ii&n. I k cirkelde eenmaal om zijn machine, maakte toen plotseling een scher->en draai naar links en kreeg daardoor :len vijand weer opzij van mijn machine :n toen kreeg hij het doodelijk schot. » Blijkbaar is dus Bilitz eigenlijk de nan, die Pégoud deed sterven. LEPINE ALS SHERLOCK HOL-MES. — De diefstal van twee en half millioen die de Vereenigde Staten in jpschuddign gebracht heeft, bracht ook Je vermaarde inbrekers- en detektieven-jeschicdenissen weer in herinnering. Ziehier eene anecdote die dagteekent van den diefstal der Joconda » en waarin de oud-politieprefekt van Parijs :1e hoofdrol vervulde. Op het oogenblik dan dat deze diefstal bekend werd, was Lépine niet in Parijs. Onmiddellijk keerde hij echter naar de stad terug en stormde naar het Louvre, waar hij dadelijk de leiding van het snderzoek op zich nemen wilde. a Sluit dadelijk aile deuren ! » was het eerste wat hij uitriep ; vervolgens riep hij alîfe politiebeambten, kommissarissen en de-tektieven bij zich en liet zich nauwkeu-rig van den stand der zaken op de hoogte stellen. Toen men hem ailes verteld liad, volgde een oogenblik stilzwijgen. tépine fratiste de wenkbrauwen, dacht ;en oogenblik na en verklaarde toen met liet gezicht van een dictator . « De lijst Ls gevonden nietwaar ; de dader verwij-derde deze om het schilderij beter te saumen \erbergen. Wij moeten dus naar ?en roi zoeken, want de dief heeft het schilderij natuurlijk opgerold. » De directeur van het Louvre viel hem n de rede met een schuchter « Maar... » Lépine liet hem echter niet uitspreken m ging ' door te verklaren hoe de diefstal waarschijnlijk had plaats gehad. Daarop wendde hij zich triomfantelijk :ot den kunstschilder : « En nu. Wat ivilde u daarover zeggen?» « Alleen maar dat het portret op hout çeschilderd is. » Diene stilte. Daarna de prefekt : « Nu ja, dat heb k dadelijk gezegd... » DE GEMEENTESOEP TE BRUS* 5EL. —• De stad Brussel is verdeeld in 21 wijken. In ieder dier wijken wordt soep en brood uitgedeeld. De personen aangesteld voor het verdeelen der soep verdienen 0.40 fr. per uur. De soep wordt uitgedeeld aan en halven liter per rantsoen en 250 gr. brood. Buitendien wordt aan ieder persoon wekelijks 1/2 kgr. aardappelen 50 gr. koffie en 50 gr. Ditterpeeën uitgedeeld. Voor het ver-vaardigen der soep worden dagelijks 9000 kgr. aardappelen gebruikt, 800 kgr. vleesck, 200 kgr. spek, 000 kgr. rijst, 80 kgr. z®ut en 200 kgr. droge groente» («•Gazet van Brussel»)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes