Het Vlaamsche nieuws

1534 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 03 Juin. Het Vlaamsche nieuws. Accès à 27 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/js9h41mc5z/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

laterdag 3 Juni 1916. Twe le Jaarg. Nr r54 Frijs : 6 Ceatiemen deor geheel Bêîgië \Qt Vlaamsche Nieuws Het best ingelichfc en meest verspreid Nieuwsblad van België - Verschijnt 7jnaal per week ABONNEMENTSPRIJZEN : er maand I.7S Per I mt&ndea H.— er S œaaadea B.— Pet iaar (t.— AFGEVAARDIGDEN, VAN DEN OP9TELRAAD : Dr Aug. BORMS, Alb. VAN DEN BRANDE n-st vaste mcdewerkiàg va a Dr A. JACOB BUREELEN: ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN. Tel. 1900 AANKONDIGINGEN: Tweede bladz., per regel 2.50 Vierde bladz., per regel.. 0.60 Derde bladz., id. I.— Doodsberieht S.— Voor aile armoncen, weade men zich : ROODSSTRAAT, 44. roote Zeeslao in de wateren van t Skaqerak EOORLOG ■ De Toestand ijkeWseï eergister den val van de twee ïmanscha vestingen Araiero en Aaiaga itld. Beida steunpunten, die langa Noerden en het Zuiden badreigd wa-Iwerden onhoudbaar en opgegeven. verandert trouwens mets aan de be-:enis van het feit dat de Oostenrijkers eerste fase van hun offensief in hun rdeel hebben geëindigd en den eer-i Italiaansehen fortengordel die den [ naar de Venetiaansche vlakte ver-ft, gsforceerd hebben. Ziehier nu, idig satnengevat wat er op dit front ert ons laatste overzicht gebeurde, en lhans de toestand zich voordoet : )e iuneming van Asiago is gepaard Lan met vorderingen ten Noorden j die plaats tôt in de nabijheid van [Sugana-dal, De Italianen zijn uit lioverjaagd geworden dat Noordwes-ik van Asiago ligt ; van daar uit en la in rechte Zuid-Noordelijke rich-[ hebben de Oostenrijkers de volgen-bunten bezet : Monte Baldo en Monts » (31 Mei). De weg die deze tvvee Uen verbindt werd door de aanval-I reid* everschreden welke meer irdwaarts, bij.na op de grens, h«t ge-[ht Maadriels hebben bereikt. Tuera Asiago en Arsiero is het Oosten-tch# offensief tôt Trescha en Cava pdeid, kleine plaatsjes ten Oosten het Àstico-dal en werd de Monte pveroverd (1 Juni). Wij zeiden in vorig overzicht dat' de toestand van ko bedenkelijk werd doordien de lenrijkers den Zuidelijken oever der na-beek hadden bereikt. Daar heb-ze nu den Monte Priaforo bezet en P d» Italianen verwoede tegenaanval-jora verder vorderingen van den vij-|i| die streek te beletten. Weenen jeit daa ook herhaaldelijk van afge-«n Italiaansche aanvallen o. a. in de Ht van Bettale. Het is duidelijk dat pnia de belangrijke Pasubio-stelling plia prijze wil houden ; dit kan ech-illeei gebeuren wanneer de Oosten-Pe opmarsch ten Oosten en ten les gestuit wordt, zooniet wordt da Ibi* omsingeld en onhoudbaar. Om te beletten trachten de Italianen het ' 'n bet Branddal naar het Noorden te duwen, in de streek van Chiesa h Buole-pas, die zich ten Westen ran bevindt. Sedert den val van Ar-' >s belang van den Pasubio nog te®, omdat van zijn bezit het lot hdiio zou kunnen afhangen. F het Sugana-dal is er geen nieuws. vaît niet te ontkennen dat de ope-* 'ejen Italië een dreigend karakter aangenomen. Men kome ons niet I.'1 met de bewering dat de centralen leeu op uit zijn voordeeliger stellin-"i te uemen om naderhand des te t hun grondgebied te kunnen verde-P; 28 beoogen noch niin noch meer t:'i krachtigen stoot to« te brengen F' hwt van. Italië. In dit licht be-pd ig het voorbarig reeds een oor-"■er het resultaat van het offensief ( spreksn, want men bedenke wel, ftn îelukken van dit oogmerk, d.i. |P®arsch van beteekenis in de rich-■ ïs* Venetië, de oprollinj kan be-ben, vaa het Italiaansche front tus-f ''r°l en d» Adria. Dit i# ta be-J11^* *1» he.t summum raa wat Fjjk sick «ver de kuidig* «peratie# plie» ka», «i v«« wat Italië kaalt | J.rae5 vi*de* wij aldus variaiki im ltitr*»le iToalia » : f ^"tesrijkscke si a g keeft gekeel Miitraerd. Italië vaelt tha»e kovif F1 weeks ket Ooatemrijksche ge-I " vreeselijka strijd op d« haosf-| s* Vicenza beslisl over Italië'a r taliaansche volk heeft dentwil f fSivieren en heeft daarom zijn P J'le yerantwoordelijke personen vo^h zal niet wijken. t;«hter de leiders van Italië in L'j"f ^ kort schieten, dan zal ge-L "at'e 'n onweerstaanbare geest-Ps ,,n en een schonwspel yertaa-L' «▼«geteUjk sal Wij-wa. « Yfrklariajpe* wardait «iat L; i*Mr •asekuldife « «ilitaàe j' r«ties» \ den vijand ; zij zijn < het eclio van een beklemmend gevoel dai uit het bewustzijn van nakend of moge lijk gevaar ontetaat. Om Verdun duurt de slachtinf aj groote schaal zonder onderbreking voort De Duitscliers zullen beproeven Chat-tancourt te veroveren, dat niet ver var Cumières en van 't fort Marre ligt. Vol gens de Franschen, hebben zGe de proe reeds gewaagd, maar zonder succès; de Duitschers zelf behouden daarover het stilzwijgen ; wij gelooven wel dat z« «i binnenkort zullen over spreken omdal een aanval op Chattancourt het natuur-liik gevolg is van de verovering van Cumières. Door aanvallen tegen den Doo-den Man willen de Franschen dit beletten ; op de Zuiderhelling van die hoogt< slaagden zij er in, de voorste loopgravci: van den vijand binnen te dringen ovei een breedte van 400 meter. Op de twee oevers van de Maas duurt de artilleriestrijd met uiterste hevigheid voort. Van den Balkan, geen nader nieuws. Zeeslag bij het Skagerak Berlijn, 1 Juni. — Offieieel : De Duitache vloot kwam de* Slatei» Mei in gevecht met het aanzienlijk sterkere grootate deel van de Engelsche vloot. 's Middags en 's nachts ontwik-kelde zich tusschen het Skagerak en Horns-rif (ter hoogte van BÎaavands-lioek, op de Zuidwestkust van Denemar-ken) een reeks zware, voor ons succei-volle gevechten. Wij vernietigden, voor-zoover ons bekend is, het groote slag-schip « Warspite », de slagkruisers a Queen Mary » en de « Indefatigable », twee pantserkruisers, blijkbaar van de Achilles-klasse, een kleinen kruiser, de nieuwe torpedoboot-vernielers u Turbulent», «Nestor» en « Alcastar », een groot aantal andere torpedoboot-vernielers en een onderzeeboot. Nog een groot aantal Engelsche slagschepen heeft zware nverij. Zoo is het groote slagschip «Marlborsugh » doar een torpédo getrof-fe*.Aa* o*zeK kamt zija de kleine kruiser (( Wiesbaden » e* het slagschip « Pom-mern » door den rijand in den grond ge-boord. Het lot vaa de* pantserdekkrui-ser « Frauenlob » e* va* enkele torpe-dobooten is tôt dusver nog onbekend. De « Pammern * was een Linifisohip, in 1905 van stape1. geloopen en itiat 13,200 ton; de be-niaimin^ bestond uit 743 koppen. D» s Wdeabaden » koint in het « Taschenbuoli der Kriegsfiotten « van 1914/15 nog nâet roor. De « Frauonikib » waa ee.n pantserdekkrujisea'. in 1902 ran st&peî geloopen ; hxj mat 2700 ton ; de bemanniag bestond aiit. 281 koppern. D» « Warspite » wai een liniesohiip, in 1913 van stape.1 geloajen «n mat 28,500 ton. Do «Queen Ma.rv», in 1912 van stapel Sfeîoo-pen, w&i «e)i içepantiea'd* kruiser von 30,000 ton ; de bemannin» btstand uit 1020 koppen. De 11ndefatigable i>, in 1909 van stapel ge-. mat 19,050 ton; de bemanninij bestond uii 763 k**«a». D» Achiilesklajwe t-eLt 4 gepantfierde kruiseas van 13,750 ton; z* zija in 1905 t« w«ter jela-ten ; d» bemanniag teit 704 k»pj»en. Ov«r 4» « Tiu'bttlent », « Nestor v en « Akaa-tor», h*bb«ià wij {«en B*j«T6a ksnaen vio-d*a.De « Ma-rilm?»iiîii » ii* geiarpedeer^ Sieet, i« •en liaieaeViij» vu* 33.#0( tes. i« 1112 ta w»ter Berlij*, 1 Ju*i. — Offieieel : Volgens betrouwbare waaraei»i*ge* is een groot aantal Engelsche «lagsehe-p.en do-ar o*a scheepageschut e* de aa*-vallen va* o*ze torpadobootflatilles, ge-durende de* slag 's xiiddag# est àea nachts, zwaaï kesekaiigi. Zoe is eek ket jroote slassekip « Marlkereugk » — naar ket getuigeais va* g«ra*ge*e* — saar ee* tarpede getreffe*. Versckei-âe*e va* e*re sdaefe* kekke* ee* deel va* de fee*ta**i*ge* der gaee*ke* vij-s*delijke sckepe* gered, daar«*d«r de :wee ee*ige everleveade* va* da « I*de-fatigable ». Aan onze* ka*t is de klei*e kruiser :< Wiesbaden », overdag door het vuur v'an den vijand tôt zinken gebracht ; 's nachts werd de « Pomtneren » door ;en torpedoschot in den grond geboord. Dver het lot van de « Frauenlob », die ,'ermist wordt, en van enkele torpedo-3cx)ten, die Hog niet dj» fceruggekeerd, s ket dusvst aiet# laaLisdd. Lees utrvtlf « C»rl*gsieïcgr*mmen » )p de ? de bladzijde. Onze ûroote Geïllustreerde s LetterkundigePfijskamç Beatmjs Wat ons zoo bekoort in dit middel eeuwsch meesterstuk van de Vlaamschi I letteren is de eenvoud van zeggen naas de diepte van 't gevoel. Ja, verrukkelijl ■ en bèkporlijk, gelijk geen ander poëmî l uit dien tijd, doet het aan door zijn so ■ beren gang, zijn aangenamen verhaal : trant, zijn stemmige voorstelling en zijj ■ klaar inzicht in het menschelijk hart. Een volk dat in de middeleeuwen c: ■ drie werken kan wijzen gelijk Reinaei : de Vos, Karel ende Elegast en Ëeatrijs bekleedt een eereplaats in de middel eeuwsche' dichtkunst. Beatrijs is daarbij, voor wie er diepei ingaat, hçt beeld van het Vlaamschi: > volk : zinnelijk en mystiek. Wat Beatrijs uit haar klooster drij j is de aandrift die Bloemardinue-Hade-wijch doet kweelen ; die de kapiteelei: in onze kathedralen met ziuneh'jke, voor-stellingen doet bebeitelen en die de kunst van Rubens en Jordaens zal bezie-len.Maar in de eerste plaats is het, zooals we zeiden, de heerlijke mystieke roos van de Maria-vereering. De korte ichoud Eaten wij, vooraleer verder te gaaa, den korten inhoud geven van het gan-sche gedicht en aldus de nienwsgierig-heid van den lezer bevivaigen, die de geschiedenis van het nonneke Be.atrijs nog niet kennen zou. Beatrijs was dus wel een voorbeeld van een kloosterlinge, doch zij wordt verteerd door een onweerstaanbare lief-de voor een jongen ridder, dien zij reeds, toen ze twaalf jaren oud waren, liefhad. Hoe dikwijls komt zoo'n kinderliefde niet voor ! Zij laat zich door den ridder schaken, nadat zij vôér het beeld van Maria haar nonnekleederen heeft neergelegd. Na zeven jaren wordt zij door den 011-trouwen ridder verlaten. Nog zeven jaar leidt zij een schuldig leven om het brood te winne* voor kinderen uit haar liefde ontsproten. Verwelkt en diep ongeluk-kig, vol teleurstelling en berouw keert zij terug *aar het klooster. Zij ervaart daar, tôt haar groote ver-bijstering, dat niemand haar afwezig-lieid ooit heeft verinoed. De H. Maagd heeft heel dien tijd hçt ambt yan kos-terse waargenomen onder den naam en de gedaante van zuster Beatrijs. Dat de dichter van Beatrijs Reinaert de Vos had gelezen, zal wel door menig woord of wending bewezen kunnen wer-den. Het verzenpaar : Als nu dt metten waren ngen Beiden van ouden en van jongen is letterJijk uit de begrafenis van de hen Coppe, waar msttinen alleen de plaats inneemt van vigiliiin. Elders staat er : « Ik heb geyast ende gelezen ». Ons yolk zegt nog lezen voor bidde*. Wij schrijven hçt gedicht over in de hedendaagsche speiliag, hoewel het ei-genlijk overbodig werk is. De taal van Beatrijs is nog heelemaal de onze en ons volk zou dit poëma grifweg lezen, indien het zich niet zoo gemakkelijk door de oude spelling of ee* e*kel verouderd woerd liet afschrikkea. Zeeals wij gistera* zage*, zandt Beatrijs ee* krief aa* de* jo*geli*g, die* »j liefheeft e* die ee* ridder ia. Deze sj»ri*gt, zeedra kij ka*, te adt rijdt aaar kaar t«e. Mij reed zee dra e« s*el kij Mackt Naar 't kleoster, waar dat kij kaar zeekt. Hij giag zitte* veor 't ye*sterkij* En zou zoo gaame, ko» het maar zij*, Zijn geliefde spreken en haar zien. Niet lange bleef zij weg nadien. Zij kwam met hart en ziel hem vinden Voor 't vensterkijn, dat met ijzeren [blinden Dwars en overlangs was bevlochten. Hoe droevig moesten beiden zuchten, Daar hij zat buiten en zij binnen levaage* door deselfde tniane. — Ack, aeh ! ?.ij kle«g m sei Ve»lsaïe* Lief, wij is 't zee wee ! Spreek toch een e*kel woord tôt mij Ik ben 't, die troost van u begeert ; Der minne zwaard steekt mij in 't hart, I Dat ik verteer van groote smar-t. En nooit meer zal ik vreugdig zijn Zco gij me niet redt, mijn liefste-mijn ! De ridder antwoordt dadelijk met een overstelpt gemoed : • Ge weet wel, lieve vriendinne, ' Dat wij reeds lang elkaar beininnen - Wij hadden zoo weinig gelegenheid : Om elkaar een kus te geven. 1 Is het geen zonde en droefheid te noernen • Dat twee zoo jonge. bloemen Moeten ontkleuren en moetc-n verwelken. i Voor ontkleuren staat er het veel i mooiere vervahiiucn. De. ridder vindt het zoo zonde dat hij , geen oogenblik'draalt. « L,eg af uw grau- • we nonnepij, zegt hij, ik zal u brengen : • Schoone kleederen van zachte wolle . Die ik met bontwerk zal doen voederen. 'k Breng inantel, rok en overkleed. Met u wil ik deelen, . Lief, 't /cet en zuur. (Met u willic mi aventuren Lief, -'t s.iete metten. sueren) Ze iien:en afspraak voor binnen acht dagen en dan 's avonds, om 8 uren. Zij zal hem wachten in den boomgaard van 't klooster, onder een eglantier, de rozestruik aller geliefden. Die acht dagen worden door den ridder besteed om ailes in de stad voor zijn geliefde te koopen. Hij rijdt er te paard naar toe. De Bruiloftstooi Hij kocht er blauwe stof en kostelijk acharlaken, waarvan hij een mantel, een kaproen, een rok en een overkleed doet maken, Blauw en rood, juist de kleuren waannee altijd de H. Maagd gekleed wordt. Hij vergeet ook het bont niet om de kleederen te voederen. Dan koopt hij haar een gordel met tasch (eene almo-niere, aumânière) die, als tegenwoordig, de zakken in de kleederen veiving. Ook hangt er een mesje aan den gordel, ze-ker een nagelmesje en ala gerief. Messe, gordele. ende almoniere Cochti haer goet ende diere ; Huven, vingherlinc van goude Ende chierheit menigvoude. Huve of huive, is, even als kaproen, het hcofddeksel van den tijd, ook elders hoedkleei of sluier genaamd. De uitwe*dige bedekking va* het li-ehaara was de « roc », die; met een gordel om het lijf was vastgemaakt. Deze gordels waren veeltijds met goud en edelsteenen bezet. 't Sorkoet was een eenvoudig overkleed. Over ailes heen, nog de mantel. Vingherline, vingerlingen zijn natuur-lijk ringen. Acht dagen later ; hij voorziet zich rij-kelijk van geld Bn voe.r op een avondstond Heimelijk buiten de stad. Al die schoonheden voerde hij mede Wel ghetorst op siju paert, Ende voer alsoe ten cloestere waert. Daar gaat hij in den boomgaard onder den eglantier zitten tôt zijn geliefde ko-men zal. « Nu zwijg ik van hem, zegt de dichter, om yan de schoone jonkvrouw te spreken », e* hij leidt ons te tnidder-nacht in het klooster. H«e Beatrijs het Kloester verlaat e* eerst driemasl bidt Véér ;*idder*aeht luidde zij de «etfce*. De îaia»e deed haar groote pij*. Als au de Mette* ware# geeoa»e«, Bade* va* eude* ea vaa joagea, Die daar warea ia 't «ejiveat B* zij weder warea gekeerd de algeweeae alaapzaal, Blçef mi ea ket keer alleea Ea ri j sprak kaar gekedea Zoe als zij te yoiea dikwijls dede. Zij knielde voor het outer En sprak met groote vrees : « Maria, Moeder, zoete naïae Nu en kan 't mijn lichame Niet langer in dees pij verdure*. Gij kent wel op aile uren 's Menschen harte en zijn wezen. Ik heb gevast ende gelezen Ik heb mijn vleesch hard gekastijd, 't la al ont aiet dat lijd ea atriji. Mia-aa werpt mtj eadac kaac y«ei Zeedat ik de werald dieaea *eet. Zoo waar als dat gij, .Heere-Eieve, Werd gehangen tusschen twee dieven, Op het ICruis werd uitgerelct En gij I.azarus hebt gewekt, Daar hij lag in den grave dood, Zoo moet gij kennen mijne.n nood En mijn misdaad mij vergeven ; In zware zonden moet ik sneven ! » Daarna ging zij van het koor Tôt een beeld, waar dat zij vôôr Knielde, en sprak haar gebed Waar Maria's beeld was gezet. Zij riep Maria! onversaagd Ik heb u dag en nacht geklaagd l t' onlfermtn over mijn kwaad 't Maar 't heeft geen stroopijl mùj gebaat Mijn zinnen raak ik heelemaal kwijt Blijf ik langer in d{t habijt! » De keuvel trek zij af aldaar En lei ze nçer op O. È. V. altaar. Toen ontbond zij schoen na schoen, Ho<yt nu wat ze verder zal doen. De sleutels van de sakristië Hangt zij voor 't beeld van Marie. En 't is u duidelijk klaar Waarom dat zij die hing aldaar : Als men te Prime zocht Dat men ze best daar vinden mocht Het is voorwaar de rechte iijd Als ge voor een Maria-beeldje zijt Dat men zijn oogen derwaarts sla En zegge « Ave » eer men verder ga. Ave Maria, zij denkt er nog op En hangt de sleutels aan den top. Morgen zullen wij den aflcop van het midde.leeuwsch liefdesavontuur mededee-leu.LUC. DAGELIJKSCH NIEUWS DE STRIJD DES LEVENS. — Gisteren gaven wij het slot van « Nel-leken », den lieven roman van den Engel-schen achrijver Charles Dickens. Die feuilleton is voor « Het Vlaamsche Nieuws» een ware tromf geweest : al onze levers hebben hem met gretigheid gelezen en er zich ongetwijfeld hoogst oldaan over gevoeld. Zij zullen lang een teêre herinnering behouden aan het lieve Xelleken wier offervaardig engelenzieltje zoo gelaten insluimert, aan den ongeluk-kigen speelzieken grootvader die haar ten grave volgt. Met afschuw blijft men den-ken aan de monsterachtige figuur Quilp, waarnaast 3e géniale romanschrijver een sympathieken Kit en Swiveller en de onvergeteli'jke « Marchioness » — de gra-vin — heeft geschapen. Alverens nu on9 nieuw greet mesgel-werk « Quo Vadis » aan te vatten, waar-over onze medewerker Luc reeds een en ander mededeelde, beginnen wij vandaag een novelle van Dickens, die in zijn be-roemde « Kerstvertellingen » opgsnomen werd : De Strijd des Levens. Het zal voor onze lezers een aangenaam afscheid zijn van een auteur, die door heel de lezende wereld bemind wordt en wiens populariteit voor altijd gevestigd is. MfcTyEûtiELING. — De afdeeling « Inlichtingsbureel », Meir, 48, is voor den tijd van 1 1/2 maand gesloten geworden, daar het,' in tegenstellino; met de afgekcndigde voorschrIFten, aieh in ver-standhouding met den voorzitter van het plaathelijk Belgisch Roode Kruis, zonder den bevoegden kommissaris te raadple-gen, tôt den vertegenwoordiger eener vreemde macht heeft gewend. NAGALM. — De hr Adriaaa va* der Horst, die hier met de h.h. L. Bertrij* en Earoche, aie stille vennoot, bestuur-der is geweest, lucht zich als volgt : « De oorlog heeft aan mijn Antwerp-seliea werkkring een auverwacht, ke-droevend einde gemaakt. » Of ik er andera « tet ia leagte vaa dagea » geblevea r.eu sàja? 'k Gele^ ket aiet. Ik kad «■ eea aaaeie* werkkriag, «aija vreuw ea ik yea-de* Aatwerpea eea heerlijke stad ea te woaea, aaaar hea la*ger wij er warea, kee meer wij tôt de ce*eiusie kwa-*ie* dat Noerd-Nederlaadere e* Zuid-Nederla*ders elkander op den duur *iet versLaan. 't Is mogelijk, dat het aan cas ligt, maar ons innerlijk is anders; en ge voelt steeds meer en sterker, dat een blijvend samengaan onmogelijk- is; « nààst elkaar wèl, mèt elkaar niet ! » Zeer goed gezegd en zéér waar : naast elkaar wèl, mèt elkaar niet ! Het i3 klaarblijkend een wederzijd-sche teleurstelling geweest. Da ter Adriaaa va* der Heret r*» aiet jteWevgg atij*. e«k zeadei- eerlef, **t van kier zeu geen iiegia,^ zij« gedaaa ons hem te weerkoudan. lets voor iederen dag Een bezoek De vader was een Italiaan, een dier reizende kunstenaars uit Tirol of Sa-vooie, die ons tegen enkele schellingen zulke mooie namaaksels van beroeind beeldwerk aan de hand doen en die zoo menig huis met de konterfeitsels van meesterstukjes hebben opgeluisterd. De brave man had zijn zwervend levea kunnen staken in Zwitserland, in Frank-rijk, in Duitschland, in Holland, of el-ders,_doch een gelukkig toeval wilde dat hij zich midden ons vestigde en te Ant-werpen een huisgezin stichtte.Zôo kwam het dat zijn zoontje toevallig een Belg Was. De kunst zat ook dezen in 't bioed ; de jongen echter wijdde zich aan too-neélliefhebberij. Ge;en week of Tijbaert zong zijn lof ! Als nu de oorlog losbrak en eenieder in den waan \-erkeerde dat Italië met zijn bondgenooten zou ten strijde trek-ken, scheelde het geen haar of onze Italiaansche Belg vloog den Rubicon over. De zaak draaide echter anders, en Italië kwam zelfs in oorlog met Oostenrijk, wat onze lezers wellicht dezer dagen be-merkt hebben. Sinds was onze held de Janus, in den goeden zin, met het Dubbele Entente-voorhoofd : é-én Itahaansch, één Belgisch.Een dezer dagen, Woensdag 1.1. mee-nen wij — een mensch kan er niet meer uit met dien feestdag — kwam hij op de bureeleu van Het Vlaamsche Nieuws in hoedanigheid van dubbelen patriot, en met de hand op de deklamatorische borst deklameerde hij, uit ik weet niet welk stak : Wij zijn iitl dfipper vlk ^ dat statut vttn d'eudi Bflgen, En vreemde heersckappij zal nooit dat volk verdelgen. De declamator piakte een denkbeeldi-gea traan weg, gelijk hij dat eertijds in zijn tooneelkring op de planken plag te doen. Bravo ! riep onze loopjongen. De declamator sloeg zich op de borat : — \'oorzitter, mijnheer, van vijftig tooneehnaatschappijen ! Spijtig genoeg dat we juist afwerig wnreu, doch 't werd ons ve.rteld ! — J^pot niet met de vaderlandsliefde van dien Italiaansehen Belg, meneer ! — Wij spotten niet met de vaderlandsliefde van die.n Belgischen Italiaan, meneer, maar... — Maar wat? — Wel ja, die brave meneer is ook eea dergeuen die met lasterpraaljes rondloo-pen.Of kent gij ze niet? In de Weber, hebben wij geroepen : Levé de Keizer! In de W eber, hebben we de IVacht am Rhein gezongen ! ! ! (Ik wist niet dat ik dat kon.) Enz., enz. Dan anekdootjes met Deutschland ue-btr ailes... goede, ininder goede, flauwe, slechte ! Een cyelus!... Welnu, nog zeer kort geleden stond diezelfde Italo-Belgische patriot een Deutschland-ueber-alles-sproo'kie van ei-gea verdichting, of ergen» opgeraapt, op het Stadhuis te vertellen. Als wij hem nu cens vroegea (hij weet geaoeg dat hij van ons geen verklikking hoeft te vreezen) dit lasterpraatje te sta-ven, hoe zou hij zich dan uit' den slag trekkea? En als dat allemaal *iet waar is, niet welk duister doel of verregaande oHver-aatwoordelijkheid dit ailes te gaan yoort-vertellea? Zeker, 't heeft geea belaag, deck wat kaiat zaa iemaad ap iu« rt-dactie deea? Morgaa zullea wij terugk#*e» ap *ag a*dere « vadeidaadscke » gemaedstae-staadea.LUC. —1—'i jujm.iiLi Wij nemea gaarne aan dat het initia-tief van den hr van der Horst werd be-lemmerd door zijn beide vennooten, die aan den ouden sieur hielden, doch juist die lijdzaamheid heeft zijn bestuur op lie' peil van het voorgaartde geliouden. ' Adleen als winstgevend zaakje was 't be-gewordea.Bnjtaa a ïris-'Kaaiaajaa.-avaad » kak-kea we niet veel te danken aaa het be-stuurscha-p van der Horst an Co.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het Vlaamsche nieuws appartenant à la catégorie Gecensureerde pers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes