Yier-en-Twinligste Jiar, - H. 290 Goâstet — Huispzin — Kjeiflom Zaterteg, Ï2, en Mag, 13 December I9H Ail» briefwissellngen vracht-*rij t« zenden aan Aug. Van ïsoghem, uitgever voor de naamL îiiaatscb. « Drukkerij Het Volk •, Meersteeg, a0 16, Gent. Bureel van West-Vlaanderen t Caston Bossuyt. Gilde der A m. bachten, Kortrijk Telefoon 523 Bureel van Antwerpen, Bradant en Limburg : Viktor Kuyl, Minderbroederstraat, 24, Leuvsa HET VOLK Men seterijft 1b: Op aile postkantoren aan 16 fît pee jaar. Zes maanden fr. 6.0& £)rie maandon fr. 2.50. Aankondigingen. Prijs volgens tarief. Voorop t* betalen. Rechterlijke herstelling, 2 fr» per regel, Ongsteekende brieven wordea geweigerd. TELEFOON N® 137, Gent» Verscliïfnt 6 maal per weeEs* CHRISTEN WERKMANSBLAD Z CENTIEMEN. HET NDMWEB (Duitsche Mededeelinyen.) Vèrordenîng. DP DE SCHEEPVAART TE GENT EN OP DE WATERS LEIDENDE VAN EN NAAR GENT. 1) Al de schepen toebehoorende aan Vijandige mogendheden, worden aanzien als aangeslagen zijnde door de Duitsche militaire overheid en moeten op eene an-kerplaats verblijven in de haven van Gent, yolgens aanwijzingen die hun zullen ge-geven worden. Zij mogen de aangeduide plaats zonder schriftelijke toelating van de Kommandatuur der haven niet ver-laten. Het verhalen is zonder bijzonder verlof niet toegestaan. Dit verlof zal slechts verleend worden in geval van volstrekte noodzakelijkheid. 2) De scheepvaart voor de schepen van onzijdige Staten is slechts toegelaten mits sen doorgangsverlof, af te leveren door 3.e Kommandatuur der haven. 3) Aile scheepvaart is verboden te reke-tien van 5 uur 's avonds tôt 7 uur 's mor-Jens (Duitsch uur). 4) De onzijdige schepen welke zich bui-ten België bevinden en die zich langs het canaal van Terneuzen naar Gent willen begeven, moeten zich wenden tôt het Duitsch onderconsulaat te Terneuzen. Dit is gemachtigd aan de schepen van jnzijdige Staten een doorgangsverlof Tassierschein) af te leveren, geldig voor îen overtocht naar Gent en terug naar rerneuzen. Deze doorgangsverloven zijn llechts geldig wanneer zij voorzien zijn ran den stempel en de handteekening van len Consul te Terneuzen. ^ 5) De geleiders van al de schepen te 3ent aankomende, moeten zich onmiddel-ijk bij hunne aankomst aan de Komman-latuur van de haven aanbieden. De vervulhng dezer vereischte zal be-.vaarheid worden door de Kommandatuur 1er haven. 6) Voor het ontschepen en vervoeren, ilsook voor het laden, is de schriftelijke oelating der Kommandatuur der haven îoodig. Voor dat het vervoer geschiede, nag de Kommandatuur der haven den akt /an eigendom der lading, en indien het /ervoer gedaan wordt door een gevol-nachtigde van den eigenaar, de schrifte-ijke toestemming voor het vervoer der ading eischen. De naam van den gevolmachtigde, die ran het schip hetwelk met de lading ge-lomen is, alsook de naam van den kapi-ein en den aard der lading moeten op let verlof vermeld zijn. 7) Voor het afreizen van een schip, noet de geleider zich bij de Kommanda-uur der haven aanbieden en het schrifte-ijk verlof tôt vertrekken opeischen. 8) Verlof en inschrijvingen zijn slechts ;eldig wanneer zij voorzien zijn van den tempel van de Kommandatuur der haven n van de handteekening van den Kom-nandant of van zijn afgevaardigde. 9) De aanbiedingen en vragen moeten rergezeld zijn van al de papieren, met >rief, doorgangsverlof, scheepvaartbrief, :nz., derwijze dat de namen en de natio-îaliteit der bemanningen van het schip m de aard der lading onbetwistbaar vast-'esteld kunnen worden. Ieder lid der be-nanning moet in bezit zijn van een bewijs /an eenzelvigheid en van een doorgangs-srief door de militaire overheid af te everen. 10) Ieder verlof is slechts geldig voor EEN overtocht en voor den vastgestelden sveg. Na afloop der reis moeten de verlo-cen, zonder eenige uitnoodiging, aan de Kommandatuur der haven van Gent terug gegeven worden, of in geval de terug-reis naar Holland geschiedt, dit door den Duitschen onderconsul te Terneuzet gegeven verlof aan den militairen post te Selzaete afgeleverd worden. 11) Aile militaire personen hebben al-tijd het recht het schip, de bemanning en de lading te onderzoeken. 12) De rechten en scheepvaartbelas-lingen moeten geïnd worden als voor den oorlog. 13) De voorwaarden betrekkelijk den invoer, den uitvoer, de koopmansschap met artikels, dienstig tôt de noodwendig-heden van den oorlog en deze betrekkelijk de douanen, zijn aan het ondeèzoek der belanghebbenden neergelegd in de Kommandatuur der haven van Gent, bij den Duitschen Consul te Terneuzen, te Stadhuize van Gent en bij den Haven-kapitein der gemeente van Gent. ' 14) Aile overtredingen, het aanbieden yan valsche papieren en van valsche ver-ïlaringen, zullen volgens de wetten van 4en oorlog gestraft worden De Duitsche militaire Bevelhebber Verordaning, VAN DEN REGELMATIGEN DIENST DER STOOMSCHIPVAART TUS- SCHEN SELZAETE EN GENT. 1. Hst stoomschip moet ieuere maal zijne aankomst en zijn afreizen aan den Havenkapitein bekend maken en zijne papieren voorleggen. 2. De kontrool geschiedt te Gent en te Selzaete, alsook onder weg, door de posten. 3. Er moet een boek gehouden worden waarin ieder reiziger zijn naam, voorn&am, woonst, bedrijf, doel der reis, in daartoe bestemde kolommen inschrijft. Een be-richt dienaangaande, zal op het schip aangeplakt zijn. Iedere valsche aanduiding wordt aanzien als eene daad van be-spieding.4. Ieder reiziger moet een identiteits-bewijs en een militair pasport bezitten. Een bericht zal dienaangaande aan de winketten op de kade aangeplakt worden. De Duitsche Militaire Bevelhebber. ûflicieeleMededeelingen Op de beide Ooiiogslooneeleu. (Duitsche Melding.) Aan de Post (Zuidstatie) te Gent aangeplakt:Van het groot hoofdkwartier. —10 Dec. 7.15 ure 's avonds : Vernieuwde fransche aanvallen, aan de oosterzijde van het Argonnerwoud, bleven zonder gevolg. Eene duitsche kolon, die aan den rech-ter oever van den Weichsel was voort-geschreden, heeft Irzosnysz bestormd ; 600 gevangenen en verschillige maehine-geweren werden veroverd. De aanvallen op den linker Weichsel-oever worden voortgezet. In Zuid-Polen zijn Russische aanvallen afgewezen. Aan het Oosten der Masurische Meren hebben artilleriegevechten plaats. En Zuigf-Afrika, (Transvaalsche Melding.) PRETORIA, 8 December. (Reuter.) Officieel : De voortdurende plasregen, die ernstig de krijgsverrichtingen belemmerd had, hield op in den nacht van den 4 December. Den 5e 's morgens, hing alom een zware mist Ondanks den last van regen en mist, waren aile afdeelingen op de haar aange-wezen plaats : zoodra de mist opgetrokken was,leidde Botha zelf deverrichtingen tôt omsingeling der opstandelingen ; hij deed het met welslagen. Na 't wisselen van eenige geweerschoten werden 200 opstandelingen, aangeleid door Fourie, gevangen genomen door kommandant Manie Botha. De kolonels Van Deventer, Louis Botha Smuts en Emslen, en de kommandanten Maude, Dreyer en Grobler maakten 250 gevangenen. Kommandant Dirk Van Deventer was den 1 December van Liendley naar Reitz toe getogen om aan het geveclit deel te nemen, maar ten gevolge der regens waren de wegen onbruikbaar. Eene kolon kwam in de streek van Reitz, waar de troepen der opstandeiingen samengetrokken waren en nieuwe ver-sterkingen afwachtten. Van de kolon regeeringstroepen werd den 2 December de rechtervleugel, die eenige honderden manschappen telde, door de opstandelingen aangevallen ; 2 man werden ge-dood, 2 gekwetst en 54 gevangen genomen bij Rustenburg, onder welke laatsten kommandant Kloppers. De meesten dier gevangenen werden weer vrijgelaten, maar Kloppers en ver-scheidene officieren werden als krijgs-gevangenen behouden. Wanneer de ver-richtingea van Botha zich verder uit-breidden en de opstandelingen zagen dat zij langs aile kanten ingesloten waren, lieten zij Kloppers en eenige van zijne officieren vrij. Kloppers ontving hunne wapens en deed hen bij de plaatselijke overheden geleiden, waar zij zich moesten doen inschrijven. Tijdens hun aanval op de troepen van Van Deventer, hadden de opstandelingen 30 gekwetsten. Onder begunstiging van den mist, braken Wessels en Serfontein met 300 opstandelingen door de lijn der kolonels Fouche, Toby Smuts en Louis Botha in de richting van Bethlehem,maar Fouche nam van die afdeeling 70 man gevangen. In 't geheel hebben 820 opstandelingen zich overgegeven of werden gevangen genomen. (Transvaalsche Melding.) PRETORIA, 9 December. (Reuter.) — Officieel : Generaal Beyers, de leider van den opstand in Transvaal, is door een schot getroffen. Tijdens een scherp gevecht aan de oevers der Vaalrivier, poogde Beyers met eenige anderen de rivier over te steken. Zij werden beschoten en men zag Beyers van zijn paard vallen en met den stroom meêsleepen. Weldra verdween hij onder water. Om hem te vinden zijn aile pogingen vergeefs aangewend. Of hij dood is, weet men niet. De schamele Àrmen. Uit eene naburige gemeente, waar betrekkelijk eenige nijverheid is, schrijft «en werkman ons een brief, waarvan we dit zaaklijke hier overnemen : « Wat den onderstand der werklieden aangaat, vele werklieden hebben inderdaad noodig geholpen te worden ; doch zij scha-men zich zulks te vragen, daar zij in gewone toestanden altijd proper en net gekleed zijn, alhoewel zij er hun best moeten voor doen. » Anderen die gewoon zijn onderstand te krijgen, maken er niets af en gaan er zelfs met gescheurde of vuile kleederen op uit om zoodoende medelijden op le wekken. En om U van mijne gezegden te verzekeren, • wil ik U een staaltje aanhalen. » 1k bewoon de gemeente D... en ging met een brief je van mijn Werkbestuurder naar het Armbureel mijner gemeente, den-Icende eenen kleinen wekelijkschen onderstand te bekomen, daar ik ten gevolge van den oorlog reeds een tijd werkloos was in de fabriek B... » Eerst werd ik van Pier naar Pauwel gezonden, onder voorwendsel dat men mijn huisgezin zou onderzoeken. — Terloops wil ik zeggen dat ik twee'Jdndereiï heb : een van 8 % en een van 11 % jaar. » Eindelijk belde ik ckm bij den Arm-bestuurder en vroeg hemme mogen spreken. Maar groot was mijne Wleurstelling, toen hij mij vroeg : «Zijt gi; niet beschaamd te komen vragen met eehe horlogïeketting en een gouden ring aan » » Want alhoewel ik A mijn weekpak gekleed was, had ik de volossale misdaad begaan mijn trouwring aan te houden. » Na veel praten en doen, kreeg ik eindelijk een bon van 2 frank en de complimentai erbij dat ik niet meer moest komen. » Ziedaar Mijnheer, hoe een eerlijk en deftig werkman hier te D... behandeld wordt, onder voorwendsel dat men geen groot huishouden en het toch niet noodig heeft, omdat men wat proper is en een trouwring aan den vinger draagt. * * * » Nopens het betalen der huishuur, waarvan ik in « Het Volk » gelezen heb, zou ik wel eens willen weten wat de huismeesters na den oorlog met ons gaan doen. Vele menschen moeten in goede tijden schrepen en rekken om de twee eindjes aan elkaar te knoopen ; wat zou het dan zijn als zij maanden en maanden huishuur moeten inhalen I » Daarbij hebben de meeste menschen bijna ailes versleten wat zij hadden, zondag-en weekkleederen. Na den oorlog zullen zij dus eerst daar moeten voor zorgen voor-aleer aan de achterstallige huishuur te denken. Voeg daarbij het dure leven zooals het nu is en gij hebt een denkbeeld van 't geen ons no g te wachten staat. » Dus, Heer Oosteller, wat staat er ons te doen'2 — Huishuur kunnen wij niet betalen. Werken mogen wij weinig of niet. Vraagt ge onderstand, me(i schept u af onder voorwendsel dat ge 't niet vandoen hebt. 's Avonds zitten we in den donker... » Toen ik dat ailes met mijne vrouw overwoog, hebben wij besloten : zoolang wij eene korst brood hebben, gaan we niet meer vragen « E. S. » * * * De daar geschetste toestand is verre van éénig te zijn : het is deze van aile schamele armen in den huidigen tijd, en ze zijn overtalrijk, zoo in de rangen der bedienden en andere kleinburgers als in die der werklieden. Het onbehoevend schatten van den schamelen arme, die zorgzaam is over zich zelven en over zijne klçederen, is eene verkeerdheid, eene misopvatting, die ons uit vroeger tijden is overgezet. 't Is het vaststellen van die verkeerdheid, hetwelk in even benarde tijden als de tegenwoordige heeft geleerd te zeggen : Schooiers hebben thans geen armoede, maar werkers wel. Die Armbestuurder van D... handelde dan ook glad verkeerd. Wij zijn vast overtuigd dat hij het geenszins zoo kwaad meende als het pijnlijk in 't hart van den noodlijdenden werkman viel; maar verkeerd en pijnlijk tevens was het toch. Eén oogenblik overweging moet tochj ieder verstandig mensch doen begriipen, dat een naarstig werkman, die door zijne kleedij bewijst een zorgzaam mensch te zijn, niet uit krijglust vragen zal, maar het enlcel doet wanneer de nood ten zijnent volslagen echt en zelfs dreigend is. Dezulken bij te staan, is veeleer een naastenplicht, dan aalmoezen te geven aan degenen die het vragen gewoon zijn. Er grijnst inderdaad aan die zorgzame noodlijders geen zoo rooskletfrige toe-komst tegen, dat men hun nu de eerste hulp zou mogen ontzeggen. Huishuur en kleeding zullen wezenlijk nog een tergende nood wezen als de thans kwellende nood zal verdwenen zijn. Edoch, tijd geeft raad, en beter is 't den nood van dit oogenblik te lenigen, dan met wanhoop op den nood der toekomst te wijzen. Als de tijd zal gekomen zijn, zullen geweten en ver-mogen met elkander moeten afrekenen; niet aile eigenaars zijn rijk genoeg om kwijt te schelden, gelijk niet aile arbei-dende werklieden dadelijk genoeg zullen winnen om aile achterstel langzamerhand bij te halen. Omstandigheden en moge-lijkheden zullen het dan, volgens geweten en vermogen, misschien met verderen openbaren of persoonlijken steun moeten schikken. Laat ons evenwel die tijden afwachten, vooraleer te bepalen wat er dan zal moeten gedaan worden, en zorge men voor hulp in den huidigen nood- Deze treft misschien niet het meest de uit-gestalde armoede : in menig opzicht heeft de schamele arme er meer van te lijden. Dat men er aan denke, waar hulp kan verstrekt worden. Luclitviieger gevangen. PARUS, 9 December. (Reuter.) — Er wordt gemeld dat de gelcende luclitviieger Brindejonc der Moulinais krijgs-gevangen genomen en in Duitschland* ingekwartierd is. Luchlmeesterschap BERNE, 8 December. (Reiuter.) — De Engelsehe en Fransche regeeringen hebben bij de Zwitsersche regeering haar spijt uitgedrulct nopens de schending der Zwitsersche onzîjdigheid, weike door Engelsehe viiegers zou begaan zijn bij hun tocht naar Friedrichshai'en. De Engelsehe nota voegt erbij dat dit spijtbetoog geen erkenning is van welk-danig luchlmeesterschap. De Engelsehe Vîoot. Door het verlies der linieschepen Auda-cious en Biilwark is het aantal engelsehe oorlogsschepen voor groote gevechten ver-miiiderd van 33 op 31 erin begrepen de Reschaclich, gebouwd op de Engelsehe wer-ven, voor Turksehe rekening, doch die niet geleverd werd, daar de datum der leve-ring samenviel met het begin der moeilijk-heden. Bij het aantal dezer 31 schepen bevinden zich ook 4 schepen van de soort Iron Duke, te water gelaten in 1912-1913 en aie moesten gereed zijn om de zee te kiezen in de lente van 1914 ; deze klas bevat schepen van 28.000 ton, 't is te zeggen 1000 ton meer dan deze van de Audacious. Hunne bewapening in zwaar geschut is dezelfde, — 10 kanonnen van 34.3 cm. — terwijl de middelmatige bewapening 12 kanonnen van 15.2 cm is ; dit is dus een voor-uitgang zoo men het vergelijkt aan de flau-were bewapening der klas van de Audacious, die 16 kanonnen droeg van enkel 10.2 cm. Hunne bewapening in houwitsers teekent ook een merkbaren vooruitgang : er zijn irnmeis 4 onderzeesche houwitserwerpers. Onmiddellijk na de twee klassen schepen die wij noemen, komen zich als macht de linieschepen schikken van het stelsel Orion, die dezelfde bewapening hebben als deze der klas van de Audacious en van de King George, doch die enkel een tonnemaat hebben van 23.000 ton. De andere groote linieschepen, vroeger gebouwd, bezitten als zwaar geschut het kaliber 30.5 cm. en als middelmatig geschut het kaliber 10.2 cm. De schepen der klassen Hercule, Sint-Vincent en Bellerophon, als van 20.000 tôt 23.400 ton, verschillen weinig van elkander en werden te water gelaten in de jaren 1907 tôt 1910. Onder oogpunt van zware en middelmatige bewapening zijn al deze schepen vol-komen van de laatste tijden. Eindelijk bezit het schip Dreadnought 10 kanonnen van 30.5 cm. en 24 kanonnen van 7.0 cm : het is van het jaar 1906. Behalve deze groote linieschepen, beschikt de engelsehe vloot over 10 gevechtkruisers waarvan de oudste behooren tôt de klas Invincible : dit zijn 4 schepen van 19 tôt 20.000 ton, die 8 kanonnen dragen van 30.5 en 10 kanonnen van 10.2 cm. De twee schepen der klas Auslralia, in het jaar 1911 te water gelaten, gelijken aan deze laatste terwijl voor de klas Lion eene merkbare veriiieerdering is vast te stellen van water-verplaatsing en bewapening. De Oueen Mary, Princess Royal en Lion waarvan de tonnemaat 30.000 ton is, zijn gewapend met 8 kanonnen van 34.3 cm. en met 10 kanonnen van 10.2 cm.- De Tiger, gepantserde kruiser, in Mei 1914 geeindigd, heeft eene snelheid van 30 zee-mijlen en is gewapend ïuet 12 middelmatige j kanonnen van 5.2 cm. ] ïd de Engelsehe Vloot. LONDEN, 8 December. (Reuter.) —v Op de lijst der schepen van de Engelsehe vloot voor December zijn drie nieuwe ingeschreven — de lichte kruisers Cami brian en Walleroo, de pantserkruiseï Imperious — en daarbij verscheidene torpedobooten. Het admiraalschip van een der smaldeelen zal den naam Botlià dragen. Het pantser voor 't nieuwe schip Royal Oak is afgewerkt, zoodat het weldra in dienst zal treden. Voor de Strijders. In Anjou is de wijnoogst van 1914 zoodanig welgelukt, dat de wijnboeren dier streek een oproep van den prefekt der Maine-et-Loire beantwoord hebben met minstens 1% van hun wijn 1914 af te staan voor de soldaten die op het strijdfront zijn. 't iDkwartieringskamp te Zeisl. Het Nederlandsch .Steunkomiteit voot Belgen maakt bekend, dat personen die een ingekwartierden soldaat in 't kamp van Zeist willen bezoeken, een spoorweg-kaartje moeten nemen naar Amersfoort' en niet naar Zeist. Van de statie Zeist-Soesterberg is 't een' lange en dure weg naar 't kamp. Van de statie Amersfoort is men er spoedig met den tram, voor één dubbeltje of tien hollandsche cent. IN BELGIË. Militair Nieuws. De artillerie van de 4e legerafdeeling is, ten gevolge van het gevecht aan den IJzer, gemachtigd, aan de schilden harer geschutstukken, eene plaat van geel koper te dragen, met den naam van Stu y vekenskerlce. Deze maatregel zal uitgebreid worden tôt de geschutafdeeling die gevochten heeft voor Dixmuide, Schoorbakke, Sint-Joris en Nieuwpoort. De artillerie van de 4e gemengde bri-jj gade wordt gemachtigd, op hare schilden,! de woorden « Haecht-Quatrecht » in te' schrijven. Het geniebataljon van de 5e legerafdee-3 ling is aan de dagoràe van het leger ge-bracht, voor zijn schoon gedrag, sedert het begin van den strijd, en vooral om gedurende zes opeenvolgende nachten aan het werk te zijn geweest, onder de beschieting, tijdens de onguurheden van het weder en dikwijls in 't water wer-kende.Eene Reis naar 't Nosrieo. (Tweede vervolg en s lot.) Jef Luyelcx, propagandist der christene vakvereenigingen, was de eerste kennis die wij ontmoetten. Op onze vragen ant-woordde hij : Brood, bruin brood, was er genoeg, maar 't geldt thans 45 cent, den kilo. De kolen staan aan 4.75 fr. de 100 kgr., en zijn daarbij moeilijk te krijgen. De laatste petrool werd verkocht tegen 0.80 cent, tôt 1 fr. den liter, en nu is er geen meer. De vakvereenigingen van kleermakers en schoen-makers geven nog onderstand ; de andere zijn reeds uitgeput. E. H. Jos. Janssens, bestuurder der Sociale Werken, is als vrijwilliger het legei gaan vervoegen^ De Samenwerkende bak-kerij heeft het lastig gehad om meel te krijgen en hare klienteel te kunnen bedienen. In de fabriek Brepols en Dierickx (boekdruk-' kerij en binderij) wordt nogal wat gewerkt, In de papierfabrieken is het slechter, alhoewel toch eene verbetering is aangekondigd. 't Vleesch is eerder goedkooper dan vôôr den oorlog, maar velen hebben geen geld om er te koopen. Een deel der bevolking moet zich voeden met brood, soep en aardappelen. De Z. E. H. Adams, deken van Turnhout, achtte zich gelukkig eene oude kennis te mogen ontvangen. jje ieverige priester had in deze beproefde tij'den toch de groote vol-doening gehad te mogen zien dat de Turn-houtsche bevolking toch zoo diep-gods-dienstig is gebleven. Zooveel godsdienstzin treft men schier nergens aan. In de dekenij vernam ik verder : De duitsche soldaten zijn te Turnhout bij de bur-gers ingekwartierd. Vele burgers hebben er twee eten te geven en te slapen te leggen. Wie weigert, moet 4 fr. per dag en per soldaat betalen. Van eene bevolking van 24000 zielen, zijn er thans ongeveer 1600 familiën, ruim 1/3 der bevolking, te ondersteunen- Die ondersteuning. staande onder het bestuur van een officieel komiteit, bestaat uit brood, aardappelen en soep. Vele burgers hebben zich vrijwillig verbonden wekelijks eene som te geven ter ondersteuning der behœftigen. Ook te Turnhout, in een oogenblik Van paniek, is een deel der bevolking op de vJucht gegaan. De priesters bleven echter op hunnen post. Van diefstallen wordt da-al zooveel niet geklaagd. Ware de oorlog er niet gekomen, de christene vakvereenigingen zouden reeds onder aak gebracht zijn geweest in de nieuwe Iokalen van den Voiles' [ bond, 't Is een waar prachtgebouw, dat de

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.