Yieren-Twintigstc Jaar. - N. 206 — ■ ■ ii M Zendag, 30 Âiigusli 1014 HET VOLK Aile briefwîssclingcn vrachtvrij te zenden aar Kug. Van Iscghem, uitgever voor de nariml, maatsch. « Drukkerij Het Volk » Meersteeg, n° 16, Gent. Bureel van West-Vlaanderen : Gaston Bossuyt Gilde der Ambachten, Kortri jk.TELEFOON 523 Bureel van Antwerpen, Brabant en Limburg ; Viktor Kuyl, Minderbroederstraat, 24, Leuven, : CHRISTEN WERKMAN SBLAD ► ■ VERSCIFJNT 6 MAÀL PER WEEK. ~ 2 CENTIEMES iïET NODIER GODSDIENST — HUtSGEZIN — EIGENDOM Men schrijft ln: Op aile postkantoren aan 10 fr. perjaar. Zel maanden fr. 5.00. Drie maanden fr. 2.50. Aankondigingen. Prijs volgens tarief. Voorop tebetalen. Rechtcrlijke herstelling, 2 fr. per regel. Ongeteekende brieven worden gewcigerd, TELEFOON N» 137, Gent. Offîcieele Mededeelingen. van IVlechelen sn Heysf-op-deei B©e*§fa —- Ki<î|gsliew8§iE8|sn feij Namon. ■■■■ Aanval op de sfaSliaig Ant-w®ï®p©&b 'teaenaesDrokena Antwerpen, vrijdag, 11 uur 's avonds. (OFFICIEEL). — De Duitschers bombardeeren, in strijd met de ©orlogswetten, de open en onverdedigde plaats Mechelen. In den morgen van vrijdag is de stad gedeeltelijk bezet door de Duitsche infanterie en artillerie. In den namiddag trekt de vijand zich terug naar het Zuiden. Het bombardement hield ten 4 uur op. Er werden ongeveer vier bommen gelost per kwartier. De vijand bombardeerde eveneens Heyst op den Berg, op tien kilometer afstand van Lier, een open plaats, welke niet door militairen bezet was. Deze twee krijgsbedrijven kunnen uit geen enkele krijgskundige reden worden verklaard, en hebben geen ander doel dan de burgerlijke bevolking schrik aan te jagen, en ze te doen wijken naar Antwerpen. * * * De legerafdeeling, welke de forten en tusschenruimten van Namen bezette, is in goede orde teruggetrokken op de Fransche linie. Gebruik makend van de te Luik ontvangen les, waar zij beken-nen 40,000 man verloren te hebben, hetzij de sterkte van een leger-korps, hebben de Duitschers te Namen geen plotselingen en onvoor-bereiden aanval meer gewaagd. Zij hebben den tijd genomen hun zwaar beîegeringsmateriaal aan te voeren, en hebben een stelselmatig bombardement geopend op de forten en tusschenruimten. Dit bombardement, van een buitengewone hevigheid, heeft zonder onderbreking, bijna 48 uren geduurd en heeft een aanzienlijke hoeveel-heid krijgsvoorraad gekost. De stad zelf heeft weinig geleden. De vijand heeft het Noorden en Oosten der plaats bezet. De Belgische troepen hebben met de Fransche troepen talrijke tegenaanvallen gedaan. De Belgische divisie heeft zich teruggetrokken langsheen de sekteurs Samber en Wlaas, gaande tusschen twee veldslagen tusschen Franschen en Duitschers, de eene in de richting van Charleroi, de andere ten Noorden van Dînant. De beweging werd in goede orde liitgevoerd, en onze troepen traden in de Fransche linies. * ^ * * De verkenningen gedaan in den omtrek van de versterkte vesting van Antwerpen hebben gunstige uitslagen opgeleverd. Zij toonden aan dat de onringende streek tôt op groote uitgestrektheid, onbezet is. Wij waarschuwen het publiek tegen onrustwekkende berichten en tegen aile onjuiste vertelsels over het naderen van den vijand. Zoo heeft men b. v. het gerucht verspreid dat een onzer forten aangevallen werd. Geen enkel deel onzer omheining is ook maar in minst bedreigd geweest. De zekerheid is dus volledig. Men kan 'maar enkel betreuren dat uit de lucht gegrepen, valsche berichten door zekere personen die niets anders te doen hebben, worden verspreid, Zij kunnen geen anderen uitslag hebben dan de bevolking te ontzenuwen op het oogenblik dat het een plicht is, onze kalmte en onze koelbloedigheid te bewaren. Men kan door zulke vertelsels enkel ■den tegenstrever bevoordeeligen, wiens taktiek het juist is de bevolking te bedriegen en te verschrikken. Nieawe lofspraak aan België door 1. Asquith. Londen. — M. Asquith heeft, in de tweede afdeeling der Kamer, de volgende verklaring gedaan : « Groot Britanje heeft eerst al het mogelijke gedaan om den oorlog, die heden gansch Europa teistert, te voorkomen ; vervolgens hebben wij het oorlogsveld, in de mate van 't mogelijke, willen beperken. Groot fBritanje is enkel tusschengekomen wanneer het geplaatst werd in de keus zij ne plechtige verbintenis te houden of met de voeten te treden vfwel zich voor de brutale macht te buigen. Wij berouwen ons niet over de genomen beslissing. Geen enkele groote natie, die zich zelve eerbiedigt, hadde zich aan dien plicht kunnen onitrekken, zonder de eeuwige schande der wereld op te loopen. Wij hadden eene bepaalde verplichting. Deze die voor ailes gaat ; een kleinen onzijdigen Staat te helpen zijne bedreigde onafhankelijkheid te behouden. België had geene andere belangen dan zijne, zelfstandigheid en zijne nalionaal bestaan te bewaren. De Koning en het Belgisch volk hebben zich van dien plicht gekweien, met onovertroffen werkdadig-heid en heldenmoed. Spijts de onberekenbare minderheid van de kansai en den toesiand hebben zij, zonder beven, de ijselijkheden van den inval, van de verwoestong, van de verbeurdverklaringen, enz., getrotseerd en onder de toejuichingen der gansche wereld, met eene kranige werkdadig-heid, het hoofd geboden aan de aanvallen der reusachtige en verpletterende legermassas, die tegen hen waren uitgezonden. Telkenmale hebben zij aanval na aanval weten te verijdelen. De verdediging van Luik zal eene der geestdriftigste bladzijden in de geschiedenis blijven. België heeft eene onsterfelijke eer verworven en wij zijn fier zulken bondgenoot te bezitten. Wij groeten hem met eerbied en eer en zijn met ;;8 hem uit hart en ziel en zullen hem tôt het uiterste onzen steun veiieenen. • (Donder van toejuichingen.) VERKLARING VAN M. BONAR LAW. Londen. — In de derde afdeeling der Gemeentekamer bekrachtigert M. Bonar Law en M. Redmond de geestdriftige woorden van M. Asquith. Zij hemelen België en zijn leger op, wiens houding de gansche wereld verwondert en verbaas en de algemeene goedkeuring afdwingt. Zij ook zenden hunne genegenheid aan het belgisch volk. « België heeft 's werelds lof verdiend. Wij zijn, voegt M. Bonar Law erbij, in den strijd op leven en dood geworpen ; wij moeten al onze /t/HMiii/in/J/ir» n >vi ri n rv n ~r\ y* ri] n J st s>i n rl i r* r>-rt » Der Menschen Recht. Nu daar zooveel van gesproken wordt ten opziclite der barbaarsche handel-wijzc van de duitsche overweldigers, heeft de hcer Carton de Wiart, minister van . rechtswezen, dienaangaande volgenden nitleg gegeven : — Sedert den aanvang der vijandelijk-heden spreekt men veel van het Rechi der Menschen, en men heeft gelijk, zegt de minister, want de wcttige verdediging waarin wij sinds twintig dagen leven, moet te gelijk steunen op de wapens en op het Recht. Wat is dat, der Menschen Recht ? 't Is de samenhang der regels volgens welke de betrekkingen en geschillen van natie tôt natie gehouden en geoordeeld worden. Voor de kleine landen, vooral voor de onzijdige, is der Menschen Recht, tegen de misbruiken der brutale macht, eene be-schutting waarvan men de doelmatigheid niet moet overdrijven, maar welke het toch niet wijs zou zijn te miskennen of te bespotten. — Men zegt nochtans meestal dat der Menschen Recht geen bekrachtiging heeft? — Het is helaas waar dat het geene stoffelijke en onvermijdelijke bekrachtiging heeft. Maar denkt gij, ondanks de nachtmcrrie waarin wij leven, dat de Samenleving der Natiën voortaan nog sleclits een ijdel woord zal zijn? Gelooft gij anderzijds niet, dat de bekrachtiging der openbare meening aile dagen in macht aanwint, dank aan de altijd vollediger en meer verspreide mid-delen van inlicliting en gemeenschap, waarover wij beschikken? 't Is aan dien invloed der internationale meening, dat de maatregelen beantwoor-den welke België genomen heeft om aan de beschaafde wereld te doen kennen hoe het Recht der Menschen en de oorlogswet-ten door onze overweldigers verkracht werden, en waarom wij behoorlijk geacht hebben eene Onderzoelcskommissie aan te Stellen, bestaande uit uitstekende en onaf-hankelijke personen uit de magistratuur, de balie en het leeraarskorps. De voorzitter der kommissic is M. Van Iseghem, voorzitter van het Verbrekings-hof van België. De voorzitter der afdeeling voor Antwerpen is M. Cooreman, staats-minister.Een en ander dier korpsen aanstellend, heb ik gezorgd hun aïs grondregel hunner zending de grootste omzichtigheid in het onderzoek der aangebrachte feiten voor te _ schrijven. — Hoe werken die kommissiën? — Ziehier. Bijgestaan door gekwalificer-de sekretarissen, handelen zij gelijk ware rechterlijke onderzoekers, getuigenissen inwinnend, ze de eene door de andere vergelijkend en kontroleerend, enkel de zekere feiten behoudend, om ze over te maken aan den Minister van Rechtswezen en vervolgens aan de drukpers en — door het département van buitenlandsche zaken — aan de Staten van Europa en van Amerika. — Van welken aard zijn de overtredin-gen van het Recht der Menschen, door die kommissiën vastgesteld ? — Er zijn er bij van openbaren aard, gemakkelijk om vast te stellen. Als eerste en klaarst blijkende over-treding is er de schending van ons grond-gebied door eene Mogendheid, die zich plechtig verbonden had onze onzijdigheid te waarborgen. In de zitting van den Reichstag 4 Oogst 1914, heeft de duitsche Rijkskanselier niet geaarzeld dien eerloozen aanslag ronduit te erkennen. Van haren kant had de belgische Re-geering er den aard van geschandvlekt, met in haar antwoord op het duitsch Ultimatum plechtig te verklaren « dat geen enkel strategisch belang de schendng van het Recht kan rechtvaardigen. » Bij dezelfde reeks rangs chik ik het in-palinen van 't inkas der sukkursalen van de Nationale Bank — eene private instel-ling — te Hasselt en te Luik, en het feit van, te Leuven, Namen en Antwerpen, bommen uit luchtvaarttuigen geworpen te hebben, zonder notificatie. — Blijven dan nog de wreedheden. — Of juister, de aanslagen op bijzon-deren : vreedzame burgers neergeschoten, dorpen verbrand, gekwetsten afgemaakt, vrouwen verminkt of onteerd. Wat al lijden, puinen, bloed en tranen geeft de oorlog zelf niet, zonder hem dan nog te verlagen tôt de grofste wildheid 1 De regeling der oorlogswetten, in 1907 aangenomen door de tweede Konferencie van den Haag, en waartoe Duitscliland plechtig was bijgetreden, veroordeelt die wreedaardigheden. Van nu af zien wij met die regeling van 1907 de feiten na, welke wfj hebben inge-wonnen en gewetensvol onderzocht. Van nu af zullen wij aan aile eerlijke en onpartijdige zielen ter wereld zeggen welke vervolgingen werden gepleegd tegen dit eerlijke en vreedzame belgisch volk, , dat slechts vroeg rechtzinnig zijne goed«

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.