Het volk: christen werkmansblad

714 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 11 Janvrier. Het volk: christen werkmansblad. Accès à 18 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/0c4sj1bt8t/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Zavea-ea-Twintigste Ja». H. 8. GoMenst — Eaispzis — Eigen^oo Boaderdag, f 1 Jannari 1957 AU© briefwissèlingen vracht-vrîj te zenden aan Aug. Vans Iseghem, uitgever voor de riaaiâl. maatsch. « Drukkerij fîet Volk», Meeïfiteeg, n° 16, Gent. Bureel voor West-Vlaanderent Gaston Bossu yt, Recollattea-Btraat,lé, Kortrijk. HET VOLK Msn schrijlt in : Op aile postkantorcû aan 10 cft >er jaar. 3ss maandcn fr. 5.00. Jl'ie maanden fr. 2,50. Aankondigingaa : Prija volgens tariesf. Voorop ta Jetalen. Rechterlijke herstelling, 2 fr. )cr regel. Ongeteekende bi-icven worden ;eweigerd. TELEEOQN N° 137, Gfent. ^erschijnt © maal pei» week CHRISTEN WERKMANSBLAD i3 Gentlemen liet mimmer Over Briilen. (2° Tervoig en slot, zte ons numfner van dinsdag.) Weïke aiin nu de psrsonen die het meest eenen bî'll bebc-even om te lezen? Het zijn de presbyopen of bejaarde lieden. Iemand die zich eenen bril aan-scbsît'voor het werken van dicMbij moet, bij voorkeur, het briilestel G vragen, dat, daar bet verbindiiigsstuk of brug meer ge-bosjeu i3, de glazen lager velïen doet. Hij zal ook zorgen da t het slasvlak niet lood-recht weze, maar een weinig schuinseh, met den bovenrand vooruit. Welke glazen moet nu een presbyoop dragen? 't Is oiimogeliik vooraî te zeggen, dat op een gegeven ouderdom m en een glas van dit" of dat mnnmer moet nemen, want bet accomodalievermogen, op een gegeven ôudèrdom, ia met altijd hetzeKde bij iedereen. In allen gevslie, moet men die glazen kiezen die het meeste gemak verschaîien, als men ter zelfder iijd zoigt, dat het voorwerp op den ef stand g eh ou den wordt, waarop men het scherpst zien moet. De gemiddelde aîstand waarop -wij een boek of dagblad houden is 25 tôt 30 centimeter. Een geweermaker, die aan de bank-schroef werkt, dewelke 50 centimeter van zijne oogen verwijderd is, zal natuur-lijk, op gelijken ouderdom, niet zoo sterke glazen gebruik'en ois een bediende die aan eenen lessenaar sehrijft, slechts 25 centimeter van zijne oogen afgelegcn. Wanneer men een bril kiest, is het inderdaad van belang, zich in dien staat te stellen, waar hij gebruikt moet worden. Men mag de glazen niet te sterk kiezen. Inderdaad, hoe sterker de glazen zijn, hoe dichter men het oog bij het voorwerp moet brengen en diei.svolgena îioe grooter de con-veigentie der oogen zal zijn. Daaruit moet weldra meer of min vevmoeienis ont-staan. Men zal dus het sterkste glas kiezen, waarmeê men nog gem^kkeiijk op 25 tôt 30 centimeter afst<nd ziet, uitgenonien in bijzondere gev^llen, zooals hij geweer-makers, schrijn-werkeis, wevers, enz. ; hier mogen de glazen wat zwakker zijn. De stof, waaruit het montuur is samen-gesteld, mag ook niet onverschiLig geko-zen worden. Staël, nikkel oî genikkejeerd staal, ook'goud zijn 't m.eest aan te beve len. IJzer en zilver zijn te buigzaam en briilen uit deze stof vervaardigd, worden al te gemakkelijk geschonden. Briilen, welke door rondleurders verkocht worden, zijn gewoonlijk \rt)n ijzer en voorzien vàn lenzen met zuiver vensterglas. Die briilen zijn af te keuren en het ware te wenschen dat men den verkoop van dergelijke din-gen, die, sleçht vervaardigd, schadelijk kunnen zijn, onder verbod stelde. * ■fi Laat ons nu eenige andere soorten van monturen beschrijven, buiten den gewo-nen bril. Eerst en vooral de hnijper (nausnljp;r). Deze heeft het voordeel op den gewonen bril, van rap en gemakkelijk op- ei afgeaomen te kunnen worden. Nocbtans ia iedtre neusvorm niet gi-FC-hikt om eenen knijpcr te dragen, daar deze eenen neusrug van zekêre grootte vereiseht. De knijper wordt aanbevolen aan licht bijziend.en dio hunne glazen alleen voor liet zien in de verte moeten gebruiken en die voor iiet zien van dicht-bij er geene behoeven. Hetzeîfde geldt voor prea-byope.i of bejaarde lieden die allecnlijk briilen '-oor het kzen en sehrijven. Maar aan iemand, die stendvastig eenen bril dragen moet, is de knijper niei: aan te bevelen ; zco zullen overver-zienden beter eenen gewonen bril dragen, zooals t'o bijaienden in hooge mate en de presbyopen die den ganschen dag door moeten sehrijven o£ naaie». Natnnrlijk is het ons niet mogelijk, in deze bekiîopte besehrijving, al de verschillende soorten van kiiijpers te beoordeelen. De eene ver-kiest dit syateem, de andere dat systeem, een derde heeft nog een beter gevonden. Nochtens kunnen wij een tegenwoordig heel veel gedragen Amerikaanseh model, naar Finch gemaakt, zeer aanbevelen. Het kijkglas (faee-à-main) is cene brillesoort meest door vrouwen gebruikt. Het is veeleer een praehtartikel. Het oogçjlas (monocle) i' een rond of vierkan-: tig glas, hetwelk men vôôr een enkel oogplaatst. Men kan slechts het gebruik daarvan reehtvaar-digen, wanneer een der oogen verloren is, som-wijien ook wanneer beido oogen eene verschillende brckingsafwijking bezitten,in geval, bij voor-beeld, dat het linkeroog normaal is, terwijl het ander bijziend of oververziend is. In dit geval kan msn een holrond oogglas of monoele vôôr het rechteroog dragen. Maar het gebeuit soins dat person^n, die hoegen-anid geen glas behoeven, een oogglas dragen, alleen uit behaagzueht oiwel dat bijziesiden het dragen, en zoo het ander oog tôt niet meêwerken verplichten. Het is klaar dat het beter is, beide oogen samen in wer-kij;g te laten. De dubbelkijker (verrekijker-jumellos), srelke gewoonlijk als verrekijker in den sehouwburg gebezigd wordt, bestaat uit twee samengesfcelde briilen, door een montuur vereenigd. Bij eenen goeden dubbelldjker moet de aistand tusschen het midden der glazen overeenstemmen met deze tusschon de kiikgaton der oogen. Over het montuur der schalbrillsn zullen wij hier r.iet uifcweiden ; iedereen kent do bijzondare monturen voor wielrijders, motoeyclisten, auto-mobisliston, enz. Steenliouwers dragen ook hij-zondere monturen met glazen van mica oi draad-glas. Een goed schutbri'.montuur vereiseht vier hoedanigheden : 10 hst moet goed geplaatst zijn; 2° goeden weerstand bieden tegen splinters ; 3° het geziclitsveld vrïj latea ; 4 ° de luchtstrooming mogelijk maken. Weinig mode.llen voldoen aars al deze eisehen. Ook is tet heden toe nog goen volmaakte schutbril uitgevanden. Het grootste getal der werklieelen dragen. niet gaarno hunne sehutbrillen, zij laten elie meest ai bij het werken en zoo komt hot dat er r.og zoovele oog-kwetsuren bij elo arbeideis voorkomen. De bcschermbril (conserves-lunettes conserva-tives).Onder dezen naam, trelfc men bij de briflen-makers vlakko glazen of zeer licht bolroncie blauwe lenzen aan, die de zoogemamde eigen-schap bezitten, het gezicht goed te bewaren. Ong lukkiglijk is die bewering ongegroud. Blauwe glazen hebbon natuurlijkerwijze als voornaamste uitworksel aile voorwerpen eeno blauwe tintto geven. Lndien het oog gezond is, zijn zij zondor nut; indien bet orgaan ziek is, zijn die licht gekleurde lenzen meest onvoldoen-de. Hoogst belachelijk is het, poisonen, wier oogon noimaal zijn, bolronde briilen te doen dragen. Gelijk men personen aantreft die, uit vrees van Llind te worden, weigeren den noodigen bril te dragen, zoo zijn er andere integendeel, die meenen dat door het dragen van eenen bril het gezicht wordt ver-sterkt. Dit is valsch. De briilen zijn alleen nuttig in het geval, dat het oog, wanneer men het als optisch werktuig beschouwt, slecht gebouwd is of op eene onvolmaakte wijze werkt. Maar zoohaast het oog ont-stoken is, daar het in dit geval moet aan-zien worden als een orgaan evenals long, lever of maag, moet men de geneesmid-delen ter hulp roepéh én de brillenmakers hebben er niet veel meê te maken. Dit begrip nochtans is zoo weinig verspreid, dat het meermalen voorkomt, dat pa-tiëntén. met oogoiîtstekingen belast, die de gezichtsscherpte in hooge mate ver-minderen, ons te goeder troûw eenen bril vragen om beter te zien. Uit dit ailes volgt dat men het publiek waarschuwen moet al te lichtgeloovig de wonderdadige middelen en glazen te aan-vaarden, waarover zij soms in zekere dag-bladen en strooibrief jes aanbevelende ar-tikels aàntreffèn Dr Fr.... L.... De Oorlogsraad (e Borne. BERN, 9 Januari. — Do medewerker van ele Corriere délia Sera te Rome, duidt als hoofd-onderwerp van de Confereneie te Rome da vraag aan : Waarom ia het voortzetten van den por-log noodzakelijk ? Welk plan zal men diensvol-gens volgen en met welke middelen en einddoel. Hij kan echter niet zeggen of men, betrekkeiijk de strategische plana, roor de ooriogvoering in het voorjaar, het bereiden van voldoende wa-pena en munitie en de bepaalde regeling van tien vorzorgings- en verkeersdienst, tôt eene bepaalde uiikomst gekomen is. * De Stampa meldt uit Rome dat de oorlogsraad der Entente besloten heeft de troepen van het Balkanfront weg te nemen, doch Valona en Salonild te behouden, die dan als afzonderlijkc kampen zoutlen vprdodisrd. worden. OP DE~B£LKAHS. in Grieksnlanâ- LONDEN, 8 Januari. — Men verneemt dat de Grïeksehc regeerihg aan de Verboiidencn eene reeks verklaringcn hgeft overhandigd, elie noch toi afwijzing, noob tôt aanneming der nota van de Vcrboiidenen béalnitcn. De Gi-iekache re-geeri-.'g wijst op zekere mocïïijkhcden om aan de eœahen te voldoen; de honding der Grifksohe regeering, zooals zij zich weerspiegelt uit deze verklsringen, is geenszins zoo hevig als de hou-cling der koningsgezinde pers. Het antwoord der Grieksche regeering wordt te Rome ver-wacht, daar zoovecl ministers der Verbondenen daar tcganwoordig zijn. Intussehen duurt de ve'rzending voort der koningstrouwe troepen, die in het antwoord op het ultimatum der Verbondenen overeengekomen Wcrd en deze loopt aldus van stapel, dat de gezanteii der Verbondenen er door tevredçngesteld zijn. 'i ÂalwBOPd van Srîskanlanfl aan âe Entente- BERLIJN, 9 Januari. — Aan de Kriegszcitung wordt uit Genéva gemeld : In het antwoord van Athene aan de Entente wordt, zeggen de bladen van Lyon, er gewezen op de onmogelijkheid de troepçnverzending naar den Peloponesos voort tu zetten, gezien den volkstegenstand; de bovolking lïoudt de wagons tegen. Het vi-ijlaten der VeniselisteB evenals de kontrool over post en telegraaf is ook onuitvoerbaar. Dr.arcntegen is bet kabinet Lambros er r.iet tegen dat eene voldoeilde vergoeding wordt toegekend, voor de overtreding van 1 December; doch enkel onder voorwaarde van onmiddellijke ontruiming van aile Grieksche eilanden door de Veni-zelisten.Mlesws Ma aan GrlekonlastS, LONDEN, 9 Januari. — De Times zegt te wefccn dat na de liouding, door Griekenl_and genomen en na hare verklaringon aan de Verbondenen, door de ministers der Verbondenen te Rome eene nieuwe nota is opgesteld en naar Athene verzonden- De juiste voorwaarden zijn nog niet gckend. Men gelooft echter dat de onmiddellijke doorvoeriiig van aile vroçger gedane voorwaarden en het bekendmaken door de Grieksche regeering van het aannemen der gerioamdo voorwaarden, binnon 48 uren ver-langd wordt. m—m ■ ■ i Gewlciitigô vei'iiianiigen verwacht. KEULEN, 9 Januari. — De Kolnische Zeitung verneemt uit Amsterdam : LT.oyd George zal dondertlag in de Londoner City eene grOOte rede bouder;,. Sien vérWacb.t dat hij daarbij gewichtige verLlaringen zeI doëi». h 't Gi'ooi llôofdkwartier. BERLIJN, 9 Januari. — Rijkskanselier von Betbmann-Hollweg heeft zich naar het Hoofdkws r.ier ■ ■ TER ZEE. BASEL, 9 Januari- — De Baseler Anzeiger meldt : Met vertraging wordt bekend gemaakt dat einde November de Engelsche pantserkruiser Shannan aan de Engelsche Westkus't op eene mijji geloopen en gezonken is. Dit nieuws is niet MENGELWERK. De WeiuwÊYanJg! firaîmaker En zij deeâ. alsoî zij do deur wilde openen. — Heb medelijclen niet o«s, Mad. Javert, smeekte Julia verlclaar ons beter wat gij verlangt, wat de kleine zal geworden-.. Mijn God, indien men ko;-v overeankomen zonder dat iemand er bij leed, zouden niet weigeren ; wij zijn geene slechts menschen, niet waar Bongrain? Boagcain antwoordde niet, sprak niet meer tegen. De ongelukkige had reeds aîstand gedaan. Met twee lastige vrouwen, de i deurwaarder de oversten tegen hem, wat kon hij? Den rug plooien en ziine tranen inslikken. En dad deed hij. Het was do eerste maal niet dat hij zoor moest handelen, sedert hij het in zijn hoofd gestoken had _een huwelijk aan te gaan met eene scliooîie mooie juHrovtw. Waar was de schoone tijd dat hij als jongeling ne beurs altijd goed gevuld had, in eene der beste huizenzijn onderhoud n am, er sliep in de volste ge-nistheid, van 's morgens tôt 's avonds, floot en Eong van. genoegen en Zijne verlofdagen met het Visschen.doorbrachtl Hij had eeno vrouw gewild, de beminnens-waardige Julia ; hij moest ze nu maar houdea met ni hare lasten en verdriet. Mad. Javert hernam : — Ik hob u gezegd dat ikeeno uwer kleine n miïfîoenrijk wilde maken en u daarvoor vijf luizend fraiili aanbood..,. — Zoudt gij ze aanstonds willen nemen? — Aanstonds. — Mogen wij weten waar gij ze henen brengt? — lk heb u gezégd dat ik ze bij eeno zeer rijke vro\iw zou plaatsen I — Mogen wij ze zien wanneer wij het verlan gen? — Dat niet, bijvoorbeeld, ik geef • u mijn woord van eer op, de gedaclitenis van mijn overïeden echtgenoot. op het hoofd van mijnen Anatole, dat ik uwe kleine niet aan eenïge rondleurders zal verkoopen, maar ze in de handen stel van iemand die in opzicht van familie zeer deftig is, van iemand die eene erfgeîiame bij haar wil hebbon vodr hare oude dagen ; alleen moet het geheim blijven ter oor'zake van vijandén, en ôok optiat lator deze kleine zich niet meer aan u lieckte dan aan hare woldoenster..... Eens weg, blijft ze wèg.... — Welke van de twée zoudt gij nemen ? — Dat is hetzeîfde... Zij gelijken nog al goed op elkander, om er ondersekeid tusschen te maken 1... — Nochtans is de eene wat dikker on schijnt ook wa^ sterker te zijn... — Ik zal't zwakste nemep gij behoudt die, welke hat meeste kan» tôt leveî» heeft; w|nt vçrjnits de mijne prinselijk zal verzorgd worden, zal zij de uwe gauw" bijgehaald hebben... Slzoo gij ziet dat ik niet zeer moeilijk ben. — Ja, maar vele menschen in Humecourt weten dat er hier een tweeling is... Wat zullen wij vertellen als zij er maar een meer terugzién? — Gij zult eeavoudig zoggea dat de andere dood is. — Men zal ons niet geloovea? — Gij zult ze bogravon- — Begraven? — Ja en om gerust te zijn moet er eene begra-fenis... Ik zal u hoaderd frank meer geven vooi de onkosten en ook... — Moeten wij dan een stuk hout of eenig< steenen in de kist worpen? — Laat mij eindigsn 1 En ik zal u een lijkje bezorgen.. Eenmaal, tweemaal, driemaal, is he( aanganomen? Eu Mad- Javert die den invloed van het goud kendo, drukte vaster met den linker arm het lijk tegen zich, stak de reehter hand in haren zâk waarin zij vijftien goudstuklcen goreed had, nam ze o \ spreidde ze op de tafel uit nabij het licht der lamp. — Dat is reeds op afrekening, zegde zij. Ik zal uwe kwijting van Thomas morgen of lator bron-gen en binn"ën kort do drie duizend vijî of zes honderd frank... Mad. Julia verslond deze goudstukken met hare oogen- Wat al kleederen, hoeden en Iinten zij daar-voor zou krijgon ! Zonder ta rékenen op de koeken, dç flesschen g(îesde wijn en de koffietassen I Waht IV^ad- Bon-grain wâs niet enkel gaarne schoôh, maar daarbij zèer gulzig. Mad- Javert bemeïkte het bekomea uitwerk-sel én voegde er aanstonds bij : — Dit is slochts drie hondei'd frank, rekea dus uitrnog éîf keeren zooveel goudstukken zal ik daar neertellen... — En zÔlfs zult gij wel tôt vijf duizend frank gaaa, daarbij de kwijting vaa Thomas als mèa u d^artoo aànzette... Làat zien : eehe rijke dame om een kind te heî&èn, goed gegond en niet leelijk, voor haar aôuden viji duiiélïd flfenk zijn, gelijk voor ohs vijf stuivers... ('i Veroohjt.) onwaarschijnlijk, daar in de laatete Engelschi verliezenlijst, ook eene reeks marineschepeï stonden, zonder dat het verlies van een schip wtt bekend geworden. N. B. Shansunn, dio in 1906 van strapel licp had 14.800 ton waterverplaatsing en 850 koppei bemanning. De Baseler Anzciger zegt verder dat deze! dagen een Italiaansehoonderzeebootjager waaroj zich toevallig een volledige lcgerstaf bevond, bi Korfoe is ondeigegasn- 7 zeeofficieren en 33 offi cieren van 'tlandlegervordronkc n. ZURICH, 9 Januari. — Volgena Zuriche: Tagesanzeiger meldt Ha vaa uit Lissabon : Twe< officieren, zes onderoiSeieren en 78 man der be zetting van eene Portugeesche kanonboot, bi Funchal verzonken, zijn te Lissabon toegekomen PARUS, 9 Januari. — Volgens den Peti Parisien Werden voor La Rochelle drie verderi vischbooten verzonken- PARIJS, 9 Jan- — Uit Madrid wordt aan di Petit Parisien gemeld dat G3 matrozen door vie: andere verzonken Engelsche schcpen en 33 ma trozen van twee verzonken Dcenscbe sehepen door een boob zijn opgenomen. — Volgens de: Petit Jowrncrl zou de Italiaansche boot Cumber mere verzonken zijn. LONDEN, 9 Januari. — Lloyds meldt datdi schooner Bremda door een vijandelijken U-boo verzonken werd. Do beraanning wcrd geland. -Men gelooft dat de Noorweegsche boot Laupa verzonken is. KRISTIANIA, 9 Jan. — Do onderkonsu in Ch'vrbourg meldt : De boot O-sta, van Tveste atrand is door een Duitsche U-boot verzonken BERGEî<r, 9 Jan. — De boot Marleland, ui Bergen (1637 t.) is zaterdagavond ter hoogt va» Bordeaux, verzonken geworden. USSABON, 9 Jan. — De Russische kolenboo Semel werd verzonken. De kapitein en zeve) m?,n werden gered. AMSTERDAM, 9 Jan. — De Noorweegseh boot Bansa, 1143 ton, is waarschijnlijk verzon ken geworden. BUSTENLAND NEDERLAKD. — De Engelsche gezant. -Het korresponclentenbureel meldt de bevestigin; dat de heer Walter Townley, de vroeger Engelsche gezant in Téhéran, in vervanging vaj den heer Alan Johnstone, tôt Engolschen gezan in den Haag zal benoemd worden. ZWÏTSERLAND. — Vermindering va het iveinverkeer. — Het bestuur der IJzeren wegen heeft eene nieuwe regeling in he trair,enverkeer opgemaakt, waardoor he getsl tranen merkelijlc verminderd wordi Dit is gedaan onadat de kolen Diet intijd t0ek0m.cn. Snsauw ovsr Wssî-EuitseMaM; Maandaanacht is Over Berlijn ee sneeuwval Deergeliomen; de sneéuwval \va vorgezeld van stoimweçfer en breidde zie uit Over ganscb West-Duitschland en he Noordzeegebied. De sneeuw ligt tien een timat&r dik en heeft op verscheidene plâatse vertraging in het verkeer veroorzaakt. Mtsstsrwerkon ver^ranfl. Bem, 9 Januiri. — Fransche bladen melden Gister is te Santnnder het muzeuin Atene Montages afgabrand. Vele schilderiien, ond< dowelke er zijn van Velasquez, Van Dj'cl Tizian, Leonardo da Vinci en Murillo-, zijn vo: nietigd. De schade is onberekenbaar. lîuiîscli-Amerihaansche Betrekkingen. BERLIJN, 6 Januari. — Als volgt luidt d tekst der rede, bij een feestmaalin de Amerikaan sehe Haudelskamer uitgesproken door Z. Ext Dr. Helfferieh, staatssekretaris van binnenlanc sche zaken : Mijne Heeren ! Laat mij ter beantwoording de vricndelijké woorden vàn uwen heer voorzitte v( oreerst een spijt uitçlrukken : het spijt dat g dit antwoord vanwegc mij hoort, en niet van wege mijnen viiend, den stsatssekretaria voo buitenlandsche zaken, die zetîr veél beter dan i oriz'en dank voor de hartelijke begroetingswooj den zou uitgedrukt hebben. Mijne Heeren ! Ik durf de vrijheid nemen ii uwen kring Duitsch te sprekèn. Onze gaatheerej] de hee'ren mcdeleden der American Associatio: of Commerce and Trade, zijn wel zonder uitzon dering sinds vele jaren bij ons in Duitschlani gevestigd. Ook degenen onder u, wier vader wieg niet in Duitschland stond, zijn door he da'gelijkseh gebruik de Duitsche taal volkomei machtig, en uw eeregast, de Amorikaansche ge zant, heeft zich op bi wondcrénswaardige wijzi de Duitsche taal eigen gemaakt tijdens zijne dri-jaren bedrijvigheid te Berlijn; niet slechta det uiterlijken klank en de kleine pa .muit der dage lijksche gesprekken : zooala ieder die hem kent kan bestatigen, heeft hij den geest onzer Duit sche taal doordrongon en hij zal, ik ben er vai ove.rtuigd, mij beter verstaan als ik Duitsch to: h'em spreek, fian indien ik wilde beproeven mi in zijne moedertaal uit te drukken. Mijne Heeren ! De gcAit der taal is de belang rijkste sleutel tôt den geest van een volk, en var aile vdoruitziehten o'p eene goede verstandhou ding onder de volkeren, is de eerste en belang rijkste, dat de volkeren leeren elkander te ver staan, een ideaal, waarvan de wereld, helaas nog ver verwijderd is. Mijne Heeren ! Juist wijl we weten dat mistçi Gérard zich ernstig toelegt op het Duitsche voli te verstaan, hebben wij met genoègen gezien dal hij, nâ verscheidene jaren oponthoud, midden in den grooten oorlog, voor korten tijd zijn vaderland bezocht heeft en dat hij daar gelegen-heid gehad heeft, met _ het levende woord tel gëzaghebbende plaats in zijn vaderland vooi oogen te brengen wat hij, in de zware beproeving van dezen oorlog, van ons land en ons volk gezien heeft. Wij hebben nieta te verbergen. Vast en ver-trouwensvol staan wij in het atormbruisen der dertigste oorlogsmaand. Wij kunnen alechts wonseben' dat, doorheen den nevelalui«r van dwarsberiohten en persvcrdrasiîng, gansch dé wereld ona zie gelijk wij zijn en tienken, gelijk wij strijden en werken. Dan zou het beter gesteld zijn met het vooruitzicht op vrede. Mijne Heeren der American Association of Commerce cmd Trade ! Gij zijt koopliaden, wier levenswerk gewijd ia aan den vreed^nmen handel tua^cben de beids groote volkeren; gij zijt koop-lieden, die einds lange jaren onder ons leven en wien ons land — zooals uw heer voorzitter gezegd heeft — tôt tweede vaderland geworden is; tôt een tweede vaderland, asn hetwelk gij ook thana, in dezen oorlogstijd, trouw gebloven zijt', en aan hetwelk gij in werken van nr.astenliefde, ondanks al de menigvuldige zwarigheden, veel Iiefs en goed bewezen hebt. Wij zijn u da irvoor van hsarte dankbaar. Mijne Heersnt Gij hebt het Duitsche vollt, dat gij thans in het zwaarste worstelen om zijn natianaal bestaan en zijne nationale tookomst ziet, in vreedzame bezigheid leeron kennon; gij weet dat onze eenigste eerztfcht was, ons in den vreedzamen vredijver der volkeren door arbeid en gesdiiktheid vooruit te worstslen, ons door opbeuring van onzen verstsadelijken, zedelijken en economischen stand onze plaats in de wereld te winnen en te behouden. Gij hebt de stijging van ons eeono-misch bestaan meêgeleefd; gij hebt de cijiers onzer nationale voortbrengst en van onzen handel zich zien ontwikkelen h* eenen vaoruitgtng, die slechts in uw Amerikaanseh vaderland bereikt werd. Gij hebt daarbij met ons de ■rçaarneming gedaan, dat do aangroeiende econoniische kracht en de welstand van het eene land niet ten nadeeîe, maar wel ten voordeele vaa het andere land gestrekt hebben. Want terwijl gij groot wordt en wij groot werden, is de goederenwissel tusschen de Vereeijigdo-Staten en Duitschland niet verminderd maar wel sterk vermeerderd. Uw heer voOvzitter heeft u nopens het laatste tiental jaren eenige getallen opgegeven. Ht mag zijne cijfors door onze Duitsche statistiek volledigen. In de tien jaren vaa 1903 tôt 1913 is Duitseh-lands handelsomzet met de Unie van 1400 millioen mark tôt 2125 millioen mark gestegen, eene ontwikkeling, waaivan uwe veroeùiging zich een gaed aandeel verdienstea kan toe-schrijven-Mijne Heeren! Wie, gelijk gij, ons Duitsch volk als volk vaa den vreedzamen arbeid kent, die is gastaafd tegea da boosaardige fraze, waarmede onze vijaadea de wereld trachten zand in de oogen te strooien, tegen de fraze van het Duitsche of, gelijk zij liever zeggen : vaa hot Pruisische militarism. j Mijne Heeren! Ik vraag u : hoe staat het mot ons militarism ? Gij kent ons land én zijne ge-schiedenis. Gij weet dat Duitsehland eeuwen' lang het slagvelcl zijner oorlogszuchtige naburon was. Gij keat den Rhijn, gij kent wellicht ook mijn enger vaderland, het schoone Paltz. Wanneer gij ooitaldaar met open oogen gereisd hebt : iodere stad en iedere burcht spreekt u van de treurigo tijden onzer onmacht, van de vernie-lingswoede eens mbiTars, die het bestond, dat bloeienda paradijs voor aile eeuwigheid tôt woestenij te makea. Is hat militarism, als wij er ons tegen weren dat zolke tijden wedorkeeren ? Als wij stelselmatig onze volksliracht tôt ve'r-dedigmg van ons vaderiand mgericht hebben?. En hebben wij iats te veel gedaan? Ziet naar oiwe naburen. Is Frankrijks terug-keer tôt den driejarigen dieïisttijd zoswat paci-fism geweest, en slechts ons volharden bij eenen tweejarigen diansttijd militarism? 0;imiddellijk vôôr do.i oorlog kwam op olk millioen i .woners eer.e vredes-leg.ïsterkte van rond de 20.000 man in Frankrijk, van slechts 12.300 man i. Duitschland. Wair was het militarism, bij de 20.000 of bij de 12.300 man? Per hoofd der bevolki ;g gerekend, waren onze uitgavea voor leger en vloot ver achter die van Engeland on Frankrijk gebleven. Neemt da-n'oij de miiiiarden, welke Frankrijk aan Pvusland voorgeschoten hojft voor hst verklaarda doel der oorlogsbereidina. Hebben wij daar tegenovor niet veeleer te weinig dan te veol militarism ;.an den dag gelegd? Toont niet deze oorlog, dien wij en onze bond-genoten tegen eer a geweldige overmacht door vechten, dat wij gerachtigd geweest warei onze strijdmacht twee tôt drie maal hooger ta brengen? Maar is deze tweo- of drievoudiga macht soms eene uitvinding van hot Duitsch militarism? Of staat de wieg van dit oppor-miiitaristisch beginsel soms niot aan de andera zijde van het I-ianaal, in een land, dat de halva aarde en gansch de zee voor zich ia aanspraak neemt? Neemt anderzijds de werken van vrede: schier een milliard mark — zooveel als de loopende uit-gaven van leger en vloot — hebben in 't jaar 1913 onze uitgaven voor de sociale verzekering be-dragen •' Waar is het land, in hetwelk door open-bare rechtsvoorzorgen zulke jaarlijksche sommen in omloop gebraeht worden om de economisoh zwakken te helpen ? De jaarsuitgaven voor het aehoolwezen hsbben vôôr den oorlog in bet Duitsche Rijkhet-badrag van 1 î4 milliard mark bereikt. Ook op dit gebied houden wij aile ver-gelijking uit. Daar hebt gij tegenover de militaire uitgaven twee posten, die u bewijzen op welke dingen onze zinnen en betrachtingen ge-richt waren. Mijne Heeren ! Ik hadde nog veel bij te voegen wat uw en ons hart beweegt, maar als gant aan eene neutrale tafel wil ik niet spreken van dingen, die de wereld verdeelen. Ik wil den indrak niet verwekken ala won ik uwe neutraliteit te na komen, ala wou ik bij u werken voor onze zaak, Gij weet, mijne Heeren, dat wij van de neutralen nieta verlangen, geene hulp, geene begnnsligingj nieta dan neutrelitc-it, voorwaar cene neutraliteit, DIE BEIDE PARTIJEN MEET MET GE-LIJKE MAAT, aan beide partijen in gelijkc maat aehting bewijst ten aan zien van eeno volkren-worsteling op leven en dood, gelijk de wereld nog niet gezien heeft. Ala kooplieden die sinda tange jaren onder ons leven, hebt gij daarvoot kennia van ons karakter en onze levensnoodwen-Jighaid. Gij vormt tôt dit begrip eene brug over ien Oceaan, eene dubbel en driemael koBtbare brug in eenen tijd, waarin de vijandelijke maeh-ien de wegen van het vrecdzaam verkeer af-iperren, waarin de waarheid aan de lucht en de Miderzee. «n aan de goedgezinde neutralen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het volk: christen werkmansblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à - du 1891 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes