Het volk: christen werkmansblad

940 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 20 Juin. Het volk: christen werkmansblad. Accès à 02 octobre 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/183416v419/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

YijfenTwiatigste Jaar. — N. 169 GoÈstast — Msgezin — Eîgeniom Zondag, 20 J:mi 19ÎS Aile briefwisselingen vracht- j JVïij te zenden aan Aug. Van Jseghem, uitgever voor de naaml. rnaatsch. « Drukkerij Het Volk», jMeersteeg, n° 16, Gent. Bureel voor West-Vlaanderen: Gaston Bossuyt, Gilde der Am-fcachten Kortrijk. Telefoon 523. Bureel van Antwerpen, Bra« tant en Limburg : Viktor Kuyl, «finderbroederstr., 24, Leuven. HET VOLK Men soîu-ijît in : Op aile postkantoren aan 10 fr. per jaar. Zes maanden fr. 5.00. Drie maanden fr. 2,50. Aankondigingen : Prijs volgens tarief. Voorop ta betalen. Rechterlijke herstelling, 2 fr. per regel. Ongeteekende brieven worden geweigerd. TELEFOON N° 137, Gent. 3L centiem liet nu m mer CHRISTEN WERKMANSBLAD 1 Centiem laet nommer ■ • -*** De Pratijk. Paul Braeckels las de artikels in He\ .Volk over natuurschoon en hooger volks-leven. Dat was voor hem eene openbaring. idat zou hij eens beproeven !... Reeds weken zat hij thuis werkloos. Gelukkig genoot hij eenetamelijke onder-Steuning : zoo was zijn leven en dat van jèijn gezin toch eenigszins verzekerd. Maar hem vervelen, Mijnheere I Daai Jiebt ge waarlijk geen gedacht van. * * * . In het begin ging het nogal... Nu eens /an geheel d.en dag niet moeten werken : çn den tweeden dag ook niet ; en dan iden volgenden dag nog niet ! Dat het jweken op weken zou duren, was het vers te van zijn gedacht. Daarom dan jvoelde hij door zijn lijf een strieuwelende jVelligheid eens geheel en gansch vrij te izijn en 't gemak en de ruste ontspanncnc" door zijne spieren te mogen laten loopen Daarbij had hij nu tijd genoeg, ore zijn landwerlc in orde te doen en ailes ïn en om zijn huis eens te lappen en tap-ïpen.Ook poenderde hij de eerste dagen van fs morgens tôt 's avonds, niet overlaên maar op zijn gemak, en met tusschen-poozen.Dan ook ging hij eens, 's noens. 's avonds, bij zijne gebuurs aansteken sof ze stonden daar in troppelkes te klap-jpen over oorlog, winst en hope, over tijd en toekomst. Of ze draaiden wat rond de velden, of kwamen al eens tôt aan de ïnarkt geslenterd, waar vele werkloozen ÏBtpnden, zaten of lagen in nietszeggeri 4iun tijd dood te doen. * * * Als dat nu een tijdeke duurde ; als a net: werk op het land en de karweiïnj thuis gedaan was — begon hem da1 zoo langwijlig, en zoo ijdel te toonen De eene dag volgde op den anderen, zon der afwisseling, eentonig altijd hetzelfde piets, niets of nog min dan niets. Want bnder de praters waren de minste weters tioorgaans de grootste babbelaars ; en Mizin dat er verteld werd met eene stout-moedigheid en eenen durfdie' verbluften geen tegenspraak duldden, ja tegenge dachten met kwaadheid of schelden er beschuldigen stremden ! Och Heere moest dat zoo nog weken aanslepen 't was om zich het hert uit te wreter van tegenstekinge ; 't was om zich dood te doen van verveling. * * * , Maar dan las hij die artikels in He fVolk. : Wel ja, zoo was het ! Waarom zich dag «n nacht den kop breken op iets dat we îtocli niet kunnen gebeteren. Waarom, ïbenevens eeneredelijke belangstelling in <den oorlog, ook geen zorge gevoegd nu voor het levensgenot in dezen dood-prmen tijd ; waarom niet wat gewrocht iaan de cigen hoogere ontwikkeling ? — Onmiddellijk besloot hij liand aan werk te slaan. * * * Sindsdien in plaats van den godschen dag en dagen naeen onverpoosd te staan tateren over wat men toch niet genoeg-zaam kent en vooral niet verhelpen kan — doet hij iederen dag welken hij vrij , heeft een wandelinge in Gods schoone natuur. Niet meer achteloos en alleen om tijd dood te doen zooals vroeger — maar om te zien, te luisteren, te genieten. En nu slechts wordt hij gewaar op wat wondtee wereld we leven en wat einde-loos genot er rondom rond ligt uitge-strieuweld, vat- en grijpbaar voor alwie maar de maeite wil doen cm te gaan en te nemen. Ook doet hij nu elken dag eenelezing, al ware 't maar voor een half uurtje. Hij zit thans met een eerste werk van Mar-tens : Het Water ; en 't slaat hem met ver-bazing dat er in de wereld zoo eindelijk vele wonderheden zijn, waarop we nooit de aandacht vestigden, waarop we nooit werden opmerkzaam gemaakt. Nu ziet hij, hoort hij, gaat na en ge-niet hij. Nu vult hij zijne ledige dagen ; de verveling is weg ; .de tijd is altijd te kort. Al laat hij de zorge voor het dage-lijks mogelijke werk niet varen, den over-schietenden tijd gebruikt hij voor hooger genot en levensvolmaking. Hierin, hij voelt het, lukt hij. En hij heopt wel, dat benevens het genot van het oogenblik, hij uit zijne nieuwe levenswijze, kracht | zal winnen voor hoogere menschelijk leven en vooruitgang op aile gebied, ook na den oorlog. Kennis is macht, hoorde hij eens zeg-' gen. Hij ondervindt reeds dat deze spreuk veel waarheid bevat. Wie doet er al Paul Braeckels' na?... REMO. 1 De Papiernood en de Gazetten. Tôt kort geleden, toen de uitvoer van l papier uit Duitschland niet verboden was, bleven ondanks eene ernstige be-dreiging in Augustus laatstleden de prijzen van het papier voor gazetten in Ne-derland gelijk aan die, welke vôôr den oorlog betaald werden. Andere papieren waren reeds 10 tôt 25% verhoogd, para-fine-papier voor chocolade-verpakking met 50%. Sedert einde van Mei echter is ook het papier voor de gazetten zeer veel verhoogd, het formaat-papier van 12 cent tôt 16 à 17 et. per kilogram, het rotatie-papier op rollen met ruim 25% en nog erger : wie zijn loopend kontralct voor een lageren prijs loslaat en voor hoogeren prijs bijkoopt, krijgt nog maar tôt einde van September waarborg, dat geleverd zal worden. Welliclit zal daarna geen f papier meer te krijgen zijn. Wie de boven-vermelde overeenkomst niet wil aangaan, ontvangt van half Juni af geen papier meer. De Nederlandsche fabriek grondt deze houding op overmacht door den oorlog, op de onmogelijkheid om voor oude prij-zen voort te werken, zoodat sluiting van de fabriek dreigt. Van het burtenland worden alleen nog aanbiedingen gedaan uit Scandinavie voor buitensporig hooge prijzen. De oorzaak van den nood ligt voorna-melijk hierin, dat de Russische regeering allen uitvoer van hout verboden heeft. De Nederlandsche fabriek, die anders uit Rusland hout invoert, en dit zelf tôt cellulose verwerkt, heeft reeds sedert maanden de cellulose in het buitenland, voornamelijk in Scandinavie, moeten koo-pen en dan droog, terwijl zij gewoon is hare eigene cellulose met 60% water te verwerken. Voor het gebruik van gazettenpapier in Nederland strekt de voorraad van grondstoffen van allerlei soort — reeds veel duurder dan anders gekocht —, onder andere steenkool, kalk, salpeter en de hoofdgrondstoffen zelve, voorloo-pig niet langer dan vier maanden. Als de oorlog niet spoedig geëindigd is of niet op andere wijze in den nood wordt voor-zien, dreigt ook in Nederland het ernstige gevaar, dat de gazetten niet meer zullen kunnen verschijnen, zelfs niet meer op zeer duur papier. (N. R. Ct.) Trefkans bij 't Schieten. In den modernen oorlog is de trefkans nog klein. Het gaat moeilijk de trefkans precies in cijfers uit te drukken. Trouwens, de juiste gegevens kan men pas na den oorlog krijgen. Toch is het een feit, dat hoogstens 1 schot op de 5000 doel treft. Uit vroegere oorlogen heeft men cijfers, waarop men kan vertrouwen. Een paar staaltjes : In 1883 waren in den slag bij Zanbron in het Servische leger niet minder dan 200.000 patronen noodig, om 58 Bulgaren te trelîen. In den slag bij Colenso streden 3000 Boeren tegen 15.000 Engelschen. Er vielen 31 Boeren en 900 Engelschen. Der-halve trof van iedere 600 schoten der Boeren er één doel, maar de Engelschen hadden 5000 schoten noodig om één Boer te doen vallen. Het laagst was de trefkans echter in den strijd tegen Raisoeli gedurende 1897 in Marokko. Op hem werden niet minder dan 80.000 geweerschoten gelost. Voorts werden 9000 machiengeweerpatronen naar hem toegeslingerd en bovendien beproefde men hem en zijne 65 getrouwen met ruim 100 granaten te bestoken. Het resultaat was nul. Dit is dus wel een record geweest. 3T ROOKBN". Hat Duitsche legerbestuur moedigt het rooken der soldaten aan. De Duitsche militair-geneeskundige autoriteiten be-schouwen tabak als een beSchermmiddel tegen vjrschillende besmettelijke zielcten. In de Gazette des Hôpitaux is vôôr enkele jaren een artikel verschenen over de ondsffzoekingen van prof. Wench, die onder ander aantoonde, dat in en op sigaren, die behandeld waren met water, antîerhalf millioen komma-bacillen per kub. c.M. bevattende, aile kiemen binnen 2* uur gedood werden. Wench beval toen reeds het rooken als voorbehoedmiddel tegen de choiera aan. De Duitschers mee-nen thans, naar het schijnt, dat rooken overal goed voor is. Ook de Engelschen en de Franschen rooken algemeen in de loopgraven, — ook eigenlijk de éénige plaats waar 't rooken geene onwelleveneSieid kan heeten. De Vleesch- en Marktkwestie. Door woord en door schriffc werd de vleesch- en marktkwestie in de laatste weken fel besproken. Beenhouwers en land-bouwvrie ride n schreven in de bladen en voerden hst woord in de openbare verga-deringen. Vooral de beenhouwers meenden de schuld der duurte van het vleesch te mogen wijten aan de beestenkoopmans of tusschenpsrsonen die omzeggens al de beesten opkochten en de prijzen geweldig in de hoogte dreven. Om een® ira^er onpartijdige klokke te hooren, zijn we woensdagmorgen ee na naar de Gentsche Beesteiunarkt gegaan ten eindo de meening te vernemen van personen, die nocli boer, noch koopman, noch beenhouwer zijnde, toch de zaken met aile gebruiken en misbruiken door jarenlange ondervinding in den g rond kennen. Eerst en vooral kwam het gesprek alg natuurlijk op de koopmans. We vroegen of er middel zou zijn de koopmans af te schaffen en den handel te voeren tusschen boer en beenhouwer. •—- De koopmans afschaffen, wad het antwoord, is eene onmogelijkheid. Zij hebben altijd bestaan en zullen blijven bestaan. Het koopmanschap is een stiel op zijn eigen. De koopmans winnen veel geld en verliezen veel geld. De overgroote meerderheid wordt met het armklokje begraven, maar het moet ook gezegd worden dat ze leven en laten leven. Waar is het, dat de koopmans tijdens de verloopen oorlogsmaanden veel geld verdienden, dank de schaarschte van de beesten en de moeilijkheden om de dieren ter markt te brengen. Op 10 frank verhooging der prijzen zijn de koopmans er zeker voor 5 frank de schuld van. Het is ook zeker dat de boeren veel liever aan de koopmans verkoopen en het staat ook buiten twijfel dat veel beenhouwers moeilijk direkt van de boeren kunnen koopen. De veekoopmans zijn menschen die op den buiten tusschen de boeren wonen, van deze gekend. en die de beesten nemen zooals ze zijn, zonder verdere moeilijkheden voor den boer. Integendeel maken de beenhouwers allerhande moeilijkheden als ze bij den boer koopen, en er zijn er ook nogal eenigen die de tusschenpersonen noodig hebben omdat ze niet onmiddellijk betalen. Ge moet ook niet denken dat de boeren van niets weten. Eer ze verkoopen, zijn ze door eigen onderzoek op de markten en door hunne landbouwbladen van den gang der zaken veel beter op de hoogte dan men wel denken zou. Van de beestenkoopmans viel het gesprek op de twee laatste markten, die zoo over-vloedig van beesten voorzien waren dat er wel 500 niet konden verkocht worden. — De vorige markt was zeer duur geweest, en dat heeft altijd voor gdvolg dat er een groote toevloed komt die dan weer afneemt, gelijkhetwoensdagreedshetgevalwas Vanals de koopmans de buitengewone duurte gewaar Werden, sprongen zij op hun velo, reden naar hun dorp en kochten al op, wat er te koopen viel. En gezien de heerschende droogte sta-ken de boeren gemakkelijk af. De volgende weken was er overvloed en de beestenkoopmans verloren dezen keer veel geld. Sprekende over de stallen in do herbergen rond de Beestenmarkt, werd de meening vooruit gezet dat de stad zulks l'adikaal zou dienen te verbieden. 't Zijn de berberg-stallen die aanleiding geven tôt veel misbruiken, onder ander het overvoederen van de dieren. De beesten welke te vroeg ter markt komen, zouden eenvoudig in de bewaakte stallen van het slachthuis moeten verblijven, en aile -verkoop zou op de opene markt moeten geschieden, juist gelijk in de Brus-selsche slachthuizen. Wat het verbruik betreft, er is geen voor-uitzicht van verbetering. In de maanden Juni en Juli zijn de beesten altijd het duurst, de stalbeesten op zijnde en de weibeesten nog te jong. Het zal misschien wel verwonderen, maar het verbruik van rundvleesch is - wei-nig gedaald alhoewel men het beste vleesch tôt i fr. den kilo durft verkoopen, integen-deelmoet het verbruik van het varkensvleesch wel tôt de helft verminderd zijn. Dit jaar mogen we niet rekenen op de weid^beesten die ons in gewone tijden uit de Noord rstreek en uit Veurne-Ambacht toekomen. Er zal dus nog meer korteresse komen, ofwel in het vleesch, ofwel in boter en melk. Want wil men de hoeveelheid vleeseh in voldoen-de maten behouden, dan zal men de melk-beesten moeten slachten. Ziedaar de toon eener andere klokke. Aan de krijgsgevaiigenen. Het is aan de belanghebbenden kenbaar gemaakt dat de pakken toegekomen zijn in de volgende kampen : ALTEN GRABOW. — Claehout Karel, Claes Jozef-, De Bruycker Lodewijk, Soens Lodewijk. DOBELN. — Van Bleyenberghe Jules. ERFTJRT. — Buiron Karel, De Poorter Gustaaf, Polfliet Léo. FEIEDBfiRG. — Keukeleire Albert. FRIEDRISOHSFELD. — Desorgher Emiel, Janssens August, Libeer Frans, Lippens Hendrik, Niellet Paul. FUHLSBUTTEL. — Van Dui-men Auriël. GIESSEN. — Calvenaere Justin, De Kesel Florimond, Demuynck Julien, Gheys-sens Camiel, Leducq Maurice (3 pakken), Lutsen Hendrik, Mertens Jan, Storme Adolf (2 pakken). GOTTINGEN. — BouiUaert Jan. GUBEN. — Bernaert Arthur. GUSTROW. — De Mayer Cyriel, Van Parys Arthur. HALLE a/SAALE. — Blanpain Alfred. HAMELN. — Heyvaert Lodewijk (twee pakken). HAVELBERG. — Boulanger Paul ko-mende van Merseburg, Crabbe Gustaaf komende van Salzwedel, De Boever René, De Weerdt Aloïs, Jacobs Adrien kcmende van Merseburg, Buyffaert Jan-Baptist, Van-bers Frans, Vandarghe Urboan. HOOHST. — Vermeersch En?iel. HOLZMINDEN. — Van Pottelsberghe Karel. MAYENCE. — Wuilaume Maurice komende van Magdeburg. MERSEBURG. —• Van Driessche Prosper. MINDEN. — Blomn^' Jan, Bral Alfred, De Brauwer Antoon, De Smet Polidoor, Helsens Adolf, Maes Frans, Vandeputte Raymond. MUNSTER. — Oolyns Theodoor komende van Soltau, Ide Elias komende van Soltau, Van Moorleghem Gustaaf komende van Soltau, Devrieze Maurice (2 pakken). OHRDRUF. — Damers Alfons-Jczef. OSNABRUCK. — Keymeulen, Van Reyn R., Willemyn. PARCHIM. — Alfons Buysse, Achiel De Graeve, Emiel De Reuse, Ringoot Louis. BERGENHUSEN (PARCHIM). - Vro-man Richard. CLISSENDORF (PARCHIM). — Léon Demaegt. KIRCHEN (PARCHIM). - Richard De Smet Gustaaf Dumont, Jules Schollaert, Alfons Thienpont. WITTORFEgFELD (PARCHIM). — Prudent Raes, a pakken. QUEDLINBURG. — Boone René, Louis HeÛinck, (2 pakken), Arthur Van Acker, Van de Brie Ernest, Van der Linden Edouard en Gustaaf Verplancke. SALZWEDEL. — Prosper Snoek. SENNELAGER. — Roger Haeck. SOLTAU. —- Acke Alfred, Baetens Léon, (2 pakken), Petrus Bral, De Clercq Edouard, Jozef Declercq, Pol Rutsaert. MENGELWERK 20 fe. Dp zoek naar den Scbnldlge — Inderdaad, Madame, bevestigde Alice, een stoel nemend en zich bij het venster nederzettend. Ik wilde u vragen rnij eene goede kamervrouw te bezorgen, |fant ik reken er op hier eenigen tijd te verblijven. — Gij hebt wel groot gelijk, Mejuffer, Ide lucht is gezond en zal u veel goed doen. — Welk kasteel is dat ginds ? onderbrak Alice, met den vinger het oud, bevallig monument aanwijzende. — Tôt vôôr eenige jaren was het de eïgendom der Morlants, markiezin van Loutrel. Heden behoort het aan M. Donatien d'Esfort. Gij moet voorzeker hooren spreken hebben over dr familie Morlant.... Maar, wat zeg ik, gij zijt nog veel te jong, jong, Mejuffer, om het drama te kennen dat op het kasteel voorviel en waarover al de dagbladen van gansch Europa in het lang en het breed geschreven hebben. — Gij bedriegt u Madame. Gedurende jmijne reis heeft men mij het verhaal daar-Jvan gedaan, zeer onvolledig, 't is waar. Gij zoudt mij verl genoegen doen wildet gij mij die^'dramatische geschiedenis in al jhare bijzonderheden vertellen. — Oh, ik heb ze reeds aan honderden Îiersonen medegedeeld en nooit zal het mij egensteken ze te herhalen. Er 19 nochtans —s. eene vrouw die ze beter kan vertellen dan ik : de oude Margaretha, dienstmeid op het kasteel op het oogenblik dat de mis-daad werd gepleegd. Laat zien, ik denk er aan, dat ware de vrouw die gij zoekt. Zij is van eerbiedwaardigen ouderdom, zeer verkleefd en bezit een goed karakter. — Waarlijk, riep Alice, verrukt over het toeval dat haar in tegenwoordigheid ging brengen van iemand die haar aile mogelijke juiste inlichtingen kon ver-schafïen over de moord op den broeder haars vaders. Hewel, vervolgde zij, ik bid er u om, Madame, zend ze mij zonder uitstel. Zoo die vrouw mij bevalt,neem ik ze oogenblikkelijk aan. De waardin trok zich terug. Een uur later kwam zij terug, vergezeld van Margaretha, eene vrouw van omtrent 50 jaar oud, zeer netjes opgeschikt, met ver-standig voorkomen, die dus in elk opzicht het jonge meisje beviel. Onmiddellijk werden de voorwaarden gesteld en aangeno-men en de gewezen dienstmeid van Loutrel trad in dienst van Alice. — En nu, Madame, doe ons het ontbijt brengen, zegde zij, zich tôt de waardin wendende. Daarna ga ik eene wandelmg doen. Margaretha zâl mij vergezellen. XXIX. Het was drie ure in den namiddag, toen , Alice Vial de herberg waar zij haren întrek had genomen, verliet om de verkwikkende zeelucht te gaan inademen. Margaretha, hare nieuwe dienstmeid, volgde haar op eenige stappen. — Wat is zij toch tenger, zegde de goede oude bij zicE zelve; zoo bleek als eene lelie; aan haren zachten, droevjgen blik ziet men dat ze veel moet geleden hebben. 't Is to.eh wonderlijk, dacht zij, dat een zoo jong, zoo schoon meisje alleen komt in dit afgelegen dorp. En als ik haar wel en goed aanschouw meen ik reeds een wezen als het hare gezien te hebben. ' Maar waar ? In welke omstandigheden ? Dat kan ik mij niet herinneren. Men was in 't begin der maand October. Niettegenstaande den frisschen zeewind was het aangenaam weder, ook wandelden op het strand een aantal vreemdelingen, die in dit dorp eene kuur deden. " Alice stond op het punt aan Margaretha inlichtingen te vragen over het kasteel, toen de oude meid haar zegde : — Ziet gij, Mejuffer, dit oud gebouw, tegenwoordig bewoond door M. Donatien d'Esfort? Hewel, 't is daar dat ik een groot deel mijns levens heb doorgebracht. Op ongeveer eene mijl afstand van Loutre, ligt een ander kasteel, dit van Marlinne, eertijds bewoond door eenen graaf van dien naâm. Indien het u plezier doet, kunnen wij een of anderen dag wel eens langs daar gaan wandelen.... Wat M. d'Esfort betreft, 't is een man van de wereld, die veel volk ontvangt, vervolgde de dienstmeid, ziende 'Ôat hare nieuwe meesteres m."t belangstelling schsen te luisteren. Tegenwoordig is er bijzonder veel beweging op 't kasteel. Men zegt dat Madame Octavie de Morlant insgelijks eenige weken is komen door-hrengen op Marlinne. Alice voelde aene rilling hare Iedematen doorloopen. Zij trok haren sluier voor de oogen om hare gmeoedsaandoeningen te verbergen. Margaretha heraam • — Madame Octavie is eene wonder-schoone vrouw. Daar zij voor gewoonte heeft in rijtuig lange wandelingen te doen is het wel mogelijk dat wij haar welhaast zullen ontmoeten. — En gij zegt dat M. d'Esfort vele kennissen ontvangt? onderbrak.de jonge dochter om hare verlegenheid te ver-duiken.— Ja, mejuffer, men feest onafgebroken bij hem. Ziedaar, op dit oogenblik, zooals ik het u zooeven zegde, heeft M. d'Esfort al zijne vrienden vereenigd uit oorzaak der terugkoinst van een zijner kweekelingen, een jongen edelman, de held van buitengewone avonturen. Gij hebt er zeker wel over hooren spreken ? Alice schudde het hoofd. — Die heer, die zich Alfred, graaf d'Albermont noemt, heeft in den vreemde gereisd. Hij werd door Grieksche ban-dieten gevangen genomen, maar is toch levend uit hunne handen geraakt. Bij deze woorden werd Alice door eene geweJdige ontroering overmeesterd ; eene doodsche bleekheid overtoog haar gelaaf. Alfred zoo dicht bij I Oh, hoe ging zij deze wreede beproeving kunnen door-staanl— Daar zijn ze 1 Daar zijn ze I de gasten van 't kasteel, riep eensklaps Margaretha. Zie wel, Mejuffer, 't is M. d'Esfort, 't is de graaf d'Albermont en nog andere personen.Mejuffer Vial hield zich gedeeltelijk . achter. Margaretha verborgen. Inderdaad, een rijtuig door twee heeron bezet, reed langzaàm voorbij de jonse dochter, die in een der twee inzittenden onmiddellijk Alfred herkendfr k " r ; Zij bezag vervolgens den man die genoot van hit goed en de fortuin, welke volgens recht aan haren ongelukkigen vader toekwamen. Die Donatien d'Esfort had een inne-mend gelaat; lachend beantwoordde hij de groeten die hem van aile zijden werden toegestuurd. Toen het rijtuig voorbij was, uitte Alice het verlangen huiswaarts te kteren. Op hare kamer gekomen wierp zij zich in eenen zetel en bevool aan Margaretha het reisgoed uit te pakken. De nieuwsgierigheid der oude dienst-maagd werd meer en meer opgewekt toen zij vaststelde dat hare jonge meesteres maar heel weinig linnen bezat en geen ander kostuum had dan 't gene zij droeg. Alice meende te moeten zeggen dat zij eenige nieuwe kleedingstukken verwacht-te.— Mag ik u vragen, Mejuffer, uit welk gedeeltc van Frankrijk gij komt ? — Ik kom van Parijs, antwoordde de jonge dochter. — En uwe ouders, leven zij nog? — Ik heb geene moeder meer ; ik belt alleen naar hier gekomen om zaken te, regelen. ' Dit antwoord hoorende, dacht Marga^ retha dat hare meesters eene wees van goede familie was, naar Loutrel gekomen om op een der kasteelen van den omtrek eene betrekking als gouvernante of onderwijzeres te zoeken. Toen Alice alleen was, dacht zij er over na welke middelen zij ging aanwenden omj hare vrijwillig opgenomen zending te vervuiieu. Vervolgq

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het volk: christen werkmansblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à - du 1891 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes