Het volk: christen werkmansblad

817 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 02 Mai. Het volk: christen werkmansblad. Accès à 07 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/833mw29k6w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

0*** ■' . m ■-* » ■» .1. i ■ m TijfanTwinligsle Jaar. — H. 121 Csdsdienst — Haispzin — Eigendoi Zoadag, 2 Mei 19(S Aile briefwisselingen vracht-rrij te zenden aan Aug. Van Iseghem, uitgever voot de naaml. maatsch. « Drukkerij Het Volk», Mfeersteeg, n° 16, Gent. Bareei voor West-Vlaan deren: Gaston Bossuyt, Gilde der Am-bachten Kortrijk. Telefoon 523. Bureel van Antwerpen, Bra-bant en Limburg .: Viktor Kuyl, &linderbroeder&tr.. 24, Lcuvea. HET VOLK Men schi'ijft in : Op aile postkantoren aan 10 fr. per jaar. Zes maanden fr. 5.00. Drie maanden fr. 2,50. Aankontiigingen : Prijs volgens tarlef. Voorop te betalèn. Beohterlijke herstelling, 2 fr. per regel. Ongeteekende brieven worden geweigerd. TELEFOON N» 137, Gent. 1 centiem het numinep ■■■ h&&MSÈ$âSëiti&S2 CHRISTEN WERKMANSBLAD 1 Centiem liet nummer Hef land vaa den User. Ik ben een geboren West-Vlaming er Ml schrijven over't land van den User,— ïesere, zegt de volksmond. Van kinds-gebeente af heb ik West-Vlaanderen door-kruist al wandolend en al opmerkend langs banen en wegen. Te voet trok ik op. want vélos en auto's moesten nog uit-gevonden worden. In zeer weinige dorpen ben ik uiet. gekomen. De blonde en getaande visschers van de groene zee met hunnen slanken frie-schen lichaamsbouw, zijn me even goed bekend als de gestuikte «n geblokte Sak-sengestalten uit de boerderijen van de Mandelstreek, of wel als de donkerharige en bruinoogige vlasbewerkers van de jLeye, met veel Frankisch bloed in de aderen. Friezen in het noorden, Saksen in het jnidden en Franken in het Zuiden, maken de historische oerbevolking uit van die zeer eigenaardige provincie. Iemand heeft eens de West-Vlamingen de Engelschen /van België genoemd. Daar is iets van. De Veurne-ambachter, de polderboer )van 't Bloote, de Houtlander van rond /Torlioui, de boer van tusschen Thielt ,en Yper, de hommel-(hop) planter van rond Poperinghe hebben veel weg van den Brit. | Koel van oordeel, vrij van drift en îieîtigheid, man van de rede en minder van het hart, schrander van aard, taai en vastberaden tôt hardbekkigheid toe, arbeidzaam en vlijtig, bezadigde en hof-ïelijke in den omgang, meer beschaafd dan de andere Vlamingen waarvan liij zich scherp onderscheidt door een fijner, zoeter en Zangerigertaaldie Maerlant sprak en Gezelle veredelde, zoo staat voor mij de West-Vlaming in zijne lichtzijde. De schaduw van dit portret is het te •verregaande conservatisme van velen, te jVergeefs aangeprikkeld door een breeder ziende minderheid. Groote politieke, sociale en economische stroomingen biedt ;West-Vlaanderen niet aan. De zaken slorpen de burgerij op, terwijl berekening ;en zuinigheid den boer tôt een groot matérialisme doemen, ja, tôt gierigheid ■en hebzucht. De afval der volksklas, te veel aan eigen instincten overgelaten, drinkt, jVecht en minacht de vrouw. t In den laatsten tijd was echter door eene decentralisatie van de nijverheid naar den buiten, in West-Vlaanderen een diepe en ingrijpende ommekeer te fbespeuren. Meer en meer rezen de iabriek-;pijpen langs aile kanten nevens de kerk-itorens der landelijke parochies op. Er ;was meer ondernemingslust onder de >jeugd gekomen. Meer en meer werd de ■landbouAV verlaten, toen de oorlog uit-brak.* * * ' Ik zie voor mijne oogen het zonnig JWest-Vlaanderen der laatste dagen van 'de Hooimaand 1914. Ik had me naar De Panne begeven om er eene kleine villa .voor de maand September te huren. De trein voerde ons dwars door West-Vlaanderen naar Adinkerken, de laatste Bel-gische statie. De regenvlagen hadden den grond doorweekt, het groen verleven-digd en de lucht blonk als saffier. ( De zonne danste over de daken van huizen en hoeven, die van achter els- en jtvilgenliout of ranke populieren uitpiepten. De groote steenweg van Deinze op Tliielt, die den heuvelkam volgde, sloot met zijne welige sprietelende olmen den einder af. Hier en daar schitterde een door zone-stralen gekoesterd wit gebouw tegen zomergroen en blauw, terwijl een paar dikke molens, gelijk aan glinsterende kindekens van suiker, levendig het westen toewenkten. Thielt, Tiletano, de linden-stad, met de scherpe torennaald en de roode en grauwe windmolens, lag vredig op den heuvel, deehnakend van de hoog-vlakte, die zich uitdeint tôt in 't zuiden van Yper, waar zich de bergketen van den Kemmelberg, den Zwarten en den Rooden berg, den Gatsberg en Casselberg zich zoo grootsch in de onafzienbare lage vlakte o-ntvouwt, dat hare schoonheid een Rubens verrukte. De rijke pachtgoederen met donder-schermen op den nok, volgen nu elkander op; voorspoedige dorpen steken hunne hooge torens ten hemel op. Hier en daar rust het oog op een zeldzaam wordend rieten dak met fluweelen mos en scherpe donderbladeren, dat half inzakt. De landeri,jen zijn onberispelijk be-bouwd. We zijn liier in de streek der chicorei, de teekenachtige plant, wier wortelen in de asten worden gedroogd. « Arm » Vlaanderen blijkt eene legende voor dit nijverig gewest waar ook melke-rijen met hare heldere blikken 't landschap kleur bijzetten. Zoo geraken wij te Diks-muide aan den IJser. Nog enkele over-blijfselen van groene wallen sluiten ge-deeltelijk het stedeken in. Wat is het, of liever wat was het schilderachtig ï Een onzer beste meesteTS, Gilsoul, heeft er de stemmige schoonheid van op doek vereeuwigd. Zijn zicht op de kleine vaart van Handzame, met de gepatineerde oude brug is een klassiek stuk van onze moderne Belgische kunsten is door den etser in gansch België en misschien elders bekend. Enkele dagen vôôr den vreeselijken krijg zak ik het ingedommeld stedeken, alleen levendig wanneer er markt werd gehouden. Eenig in zijne kerk was het oxaal met zijne fijne en sierlijke sculptuur, eenig de Jordaens, dien ik bewonderen mocht in 1910, in mijne buurt te Brussel, namelijk In het paleis Artibus. Ik was daar toen de Duitsche keizer er als gast van onzen koning in voile staatsie aan-kwam. Hij droeg het uniform der huzaren van den dood. In gezelschap was hij van onze koningin, aan wie hij den arm gaf, van den koning, die bescheiden als altijd, de keizerin, eene vrouw met grijs haar, begeleidde. Van het gezelschap maakten nog deel, de blonde dochter van het keizerspaar, die thans hertogin van Brunswijk is en ten slotte de toen nog levende gravin van Vlaanderen, wier gelaat straalde van ge-luk. De keizer zelf deed zijn best om een minzamen indruk te maken. Al wat België hooggeplaatst had in de politiek, de administratie, de kunst en letteren, verdrong zich in de zalen welke de hofstoet doortrok. Des te glanzendeT scliijnt me dit bezoek wegens de verschrikkelijke werkelijkheid van heden. De koning, die zoo stil zijn gast verge-zelde, is thans de dappere soldaat, nog alleen koning van Veurne-Ambacht, ter- ; wijl de tengere koningin, de dochter van dokter Karel Theodoor Wittelsbach, thans de zieken in de Panne verpleegt. Welke tragedie ! Van Diksmuide overziet de blik bijna gansch Veume-Ambacht, de streek van den User, van de duinen tôt Loo. Als kind bracht i,k mijn Paasch- en groot ver-lof door nabij de oevers van die oribe-duidende rivier, namelijk te Beveren bij Rousbrugghe, aan de Fransche grens. In de vette wei, waarin de roode koeien grazen, de vurige « Casselkoeien » van Gezelle, bracht ik menigen dag door en volgde den boer, die zijne « puupegaHe », zijn kruiwagentje, voortstak. Het is een land welks monumentale dorpskerken van zijn rijkdom en zijn bloei getuigen, het land welks vee en boter, beroemd zijn. En toch bezit dit zoo vreed-zaam uitziende gewest eene der bloedigste gescheidenissen van Europa. Noorman-nen, Fransche, Geuzen, Engelschen, Span-jaarden, Duitschers en nogmaals Fran-schen leverden er slag en verwoestten die streek. Bavichove, Bulscamp, Cassel, Nieuw-poort — waar prins Maurits van Oranje het eerst de taktiek gebruikte, die de Engelschen heden navolgen, namelijk het vijandelijke legerop het strand van uit de zee te beschieten — Oostende met zijn 3jarig beleg tegen Spinola, die enkel een puinhoop en ontruimde stad vond,—de Oostendenaars waren met de Neder-iandsche bezettmg naar Sluis vertrokken. — Diksmuide, het fort van Knokke aan den User, eene vroegere door Neder-landcrs bezette plaats en zulks krachtens het Barrieretractaat ; Yper, cens vruchte-loos door de Engelschen belegerd, thans door hen verdedigd ; West-Rooseheke waar Philips Van Artevelde met zijne Gentenarep door de Franschen werd ver-slagen ; het naburige Hooglede waar Fransche republikeinen en keizerlijken elkander te lijve gingen ; meer in het Zuiden de lijn van de Leie en van de Schelde ; Groeninge in 1302, Ko men, Wervik, waar in 1793 een bloedig treffen plaats had tusschen Franschen en Oosten-rijkers met de Nederlanders, onder bevel van den erfprins van Oranje ; Meenen versterkt door Vauban, dikwijls belegerd en verbrand, zooals Kortrijk, Moeskroen en Toerkonje, reeds in Frankrijk, net als Hondschote bij Duinkerke, deze laatste stad beroemd om den slag der Duinen waaraan de groote Condé deehiam, zie-daar eenige historische namen op krijgs-gebied.Ik mag zeggen dat bijna elke plaats van West-Vlaanderen eens het tooneel van een gevecht is geweest. (Handelsblad..) UNIVERSITEiT VOOR KRIJGSGE-VANGENEN. — De Belgische gevangenen in het kamp van Soltau, onder welken professors en studenten van hoogescholen zijn, hebben daar eene universiteit ge-stlcht.Er ontbreekt slechts een leergang van geneeskunde, omdat al de geneesheeren werk genoeg hebben op de slagvelden en in de amhulanccn. Benevens de hoo-geschoollessen worden er ook lessen van handelswetenschappen gegeven. De bestuurders dezer nieuwsoortige hoogeschool hopen het tôt examen en aflevering van diploom te brengen die later, ten zelfden titel als de Duitsche voorloopige examen zouden worden ge-wettigd. NAÂMLOOS VENNOOTSCIIiP der WereldtentooDstelling van Gent 1913 in likwidatie. Dinsdag 27 April, te 3 ure 's namiddags. had, in de KommissieZaal, ten stadhuize te Gent, de réglementaire jaarlijksclu algemeene vergadering plaats. Een tachtigtal aandeelhouders warer aanwezig. Wij bemerkten er, onder an-deren de heeren : Braun, burgemeester, een der voorzitters van de tentoonstel-ling; Jozef Casier en Emiel Coppieters, twee der algemeene bestuurders; Henri Boddaert, algemeene secretaris; Léon Van Hollebeke, secretaris; verder de heeren Ceuterick, Fernand Feyerick, Alb. Maertens, G. Van Owt, Vander Stegen. enz., enz. De heer burgemeester Zat de vergadering voor en verleende het woord aan M. Joz. Casier, algemeen bestuurder, om in naam van het komiteit der vereff enaars: het verslag over dezes werking voor te dragen. M. Casier begon met het algemeen bilan, gesloten op 31 December 1914, bekend te maken. Aan het aktief (te goed), ko men de volgende cijfers voor : Aandeelhouders. fr. 908.700; in kas, fr. 11.315.64; nog te ontvangen effekten : fr. 24.000. De balans behelst twee posten : 10 Verliezen in 1913 : fr. 958.566.33 en 2° Vermindering op het verlies in 1914 : fr. 38.589.84, blijft : fr. 919.976.49, 't zij een globaal totaal van 1 miljoen, 863 duizend, 992 frank en 13 centiemen. Aan het passief (schuld) komen de volgende cijfers voor : Kapitaal : frank 1.526.700 en te goed saldo der loopende rekeningen : fr. 337.292.13, t zij een globaal totaal van 1.863.992.13. De rekening van winsten en verliezen vertoont den volgenden toestand ; Aan het debet (schuld) lcùmt de som voor van 958.566 fr. 33 centiemen voor saldo van het voorgaande dienstjaar en fr. 95.494.99 voor algemeene kosten, intresten, aflossing of amortissement; 't zij een totaal van fr. 1.054.061.32. Aan het krediet of te goed : frank 134.084,83 voortkomende van winst ge-daan op de likwidatie van verschillende posten op het te goed en de schuld en verder de som van : fr. 919.976,49 noo-dig voor de balans of evenwicht. M. Van de Casteele, aandeelhouder, vroeg eenige bijzonderheden nopens de rubriek : algemeene kosten, intresten en aflossing, daar die som meer dan 95.000 frank beloopt. Hij vroeg ook welk de uitslag is van het procès met Ghent-syndicate. De heer Casier antwoordde dat de algemeene kosten nog iets anders bedragen dan het huren van een huis op den Kou-ter en de jaarwedde van eenen boekhou-der, gelast met het likwidatiewerk onder het bestuur en het toezicht der heeren Coppieters en Casier, die niet vergeld worden, daar in 1914 de intresten van het geid aan die banken ontleend, ook moesten betaald worden. Voor het jaar 1915, zal die rubriek bijna op niets gesmolten zijn, daar de huur van het huis op den Kouter op-gezegdis en het bureel zal overgebracht worden naar eene afhankelijkheid van het stadhuis ; de intresten van het aai de banken ontleende geld zullen ook nie meer moeten betaald worden, daar û< stad Gent die zaak vereffend heeft. M. Coppieters volledigde de uitleggin gen van M. Casier, zeggend dat de reke ningen nagezien zijn door M Marcel De Clercq en door M. Thiry twee vakmannen, wier bekwaamheid i; zake boekhouding door elkeen erkeru wordt en die de boekhouding en de rc lceningen in regel en ailes richtig bevon den hebben. De heer Burgemeester gaf eenige inlicl tingen nopens de kwestie van Ghert syndicale. In die zaak speelt het faillir Marsh eene groote roi, daar de curator een procès hebben ingespanncn tege. Ghent syndicate. De rechtbank heef: Ghent syndicat* in het ongelijk gestek maar dit laatste is in beroep gegaan tege: het vonnis. Men moet dus de uitspraak van hc beroepsgeding afwachten. De heer Braui hoopt dat eene aanzienlijke som aan de tentoonstelling zal toekomen. Maar, voegi hij er bij, die zaak kan nog al eenigen tij aanloopen, daar er veel zaken te regelej zijn. De heer Van Acker vroeg hoe het sta&i met het geschil opgerezen tusschen hc bestuur der Wereldtentoonstelling en da: geen van de naamlooze maatschappij Oud Vlaanderen. De heer Ceuterick herinnerde dat ge zegd geschil onderworpen is geworden aa. eenen scheidsraad, bestaande uit de heerer staatsminister Van den Heuvel, senato; Ligy en advokaat Fuerison. Het uitbrcken van den oorlog is oorza. 1 geweest, dat het scheidsgerecht zijne tu-sclienkomst niet heeft kunnen voortzetter. Staatsminister Van den Heuvel is uit landig en van de beheerders van Oud Vlaanderen is er ook maar een persooïi in het land. Men moet dus feitelijk wach ten op de teruglcomst dier heeren, de zaal-is dus hangend. De heer Van Ceulebroeck vond heî bilan en de rekening van winsten en ver liezen niet klaar en duidelijk, omdat zi niet opgemaakt werden met de vermeldin; der noodige bijzonderheden of détails, on ontbeerlijk in zake bilan. Hij trad daanu in bijzonderheden en zette uiteen hoe. volgens hem, beide stuks dienden opgemaakt te zijn. Daar niemand meer het wooTd vroeg. noch over het bilan noch over de rekening van winsten en verliezen en er geene oppo-sitie tegen was, verklaarde de heer Braun het bilan en de rekening van winsten en verliezen aangeaomen en goedgekeurd GEINTERNEERDE TOONKUNSTE NAARS. — De Hollandsche minister vai: oorlog heeft toegelaten dat het sympho nisch orkest van het interneeringskan,! van Amersfoort deel nam aan den lieî dadigen muziekavond, die verleden za-terdag te Breda gegeven werd, ten voor-deele der Belgische vluchtelingen. Dit orkest bestaat uit 15 leden, aller geïnterneerde Belgische soldaten en ailes; laureaten van Belgische Conservatoria. Onze lijsten GESTORVEN VOOR HEÎ VADERLAND zijn allergemakkelijkst t; raadplegen, want de namen staan in alphabetische orde gerangschikt. ■ n wirniiiiin ni'iiw 1 iw i ■11, ni n'y "i»i " iuii i SriEîs GEL W ERK 6 — ■ — Op zoek naar den Schuldige Gejaagd stak de huishoudster de deur Dpen, zeggende : — Meester, een der gevangenen van i^eondari is op den weg ziek gevallen jgn men heeft hem naar de hut van den ewijngaardenier overgebracht. Zijn vriend ^s naar Athene gaan hulp halen. Maar daar de vrouw van Landro ook ziek is pp dit oogenblik en zij bijgevolg den jrreemdeling niet kan veizorgen, heeft içle wijngaardenier den zieke naar hier jgèzonden. Hij ligt op eene draagbaar jpnder de verandah en smeekt u hem jpnderkomen te verleenen tôt zijn vriend ttifem naar Athene zal kunnen geleiden. fHet is graaf Alfred d'Albermont. — Dat men hem naar de logeerkamer idrage, verhaastte Alice te bevelen, wijl thaar vader onbekwaam scheen een ant-Jwoord te geven. De dienstmeid ging weg; wanhopig iïnurmelde M. Vial : 1 — Bedreigt mij opnieuw het noodlot ?... îMijn God, spaar ten minste mijn onschul-Sdig kind 1 • Alfred d'Albermont werd door de dienstboden in eene groote, schoone kamer gedragen, wier glazen deuren in jle verandah uitgavep- Daar hij onbekwaam was recht te blijven, legde zijn dienstknecht Baptisl hem onmi<klellijk op het logeerbed. Zooals onze lezers weten had Alfred tijdens Zijne gevangenschap, op dei vochtigen grond moeten slapen, en aldu: een erg gewrichts-rhumatisme opgedaan — Als M. de Torigny nu maar spoedij met een geneesheer terugkeert, zegd< Baptist. De jonge graaf, die de oogen gesloter had toen men hem te bed legde, opend< ze en staarde vol verwondering om zicl heen. De kunst voile pracht der kamer stal toch zoozeer af bij het armoedig uitzichl der woning, waar hij zijn tijdelijk opont-houd Zou doorbrengen. — Waar zijn wij? vroeg hij. — Denkelijk in de eenzaamste woning van gansch Griekenland, antwoordde Bap tist. De eigendomisschoonen welbepiant Ik veronderstel dat de eigenaar een rijkt Griek is die de afzondering bemint. Il geloof dat gij hier goed zult verzorge worden. Er werd aan de deur geklopt ; de huishoudster trad binnen met een bord, var verschillende geneesmiddelen voorzien Zij plaatste het bord op de tafel er richtte in de Grieksche taal eenige woor-den tôt Baptist. Bemerkende dat deze haar niet verstond, naderde zij tôt het bed. — Mijnheer, zegde zij, ik heb u een en ander gebracht, ten einde uwe pijner wat te verzachten. Beveel uwen lcnecht dat Lij u die geneesmiddelen toediene, Ik ben verzekerd dat gij er onmiddelliils baat zult door hebben. Als gij u eenig - zins beter gevoelt, breng ik het avon< maal. . De jonge man bedankte de meid 1 deze verliet de kamer. > Baptist stelde zich te werk ; inde • daad, na eenigen tijd gevoelde zij î meester de pijnlijke aanvallen vermii ! deren. Weinigen tijd nadien bracht de vrou 1 een lekker bereid avondmaal, hetwelk d ' graaf zich goed liet smaken. ^ Wanneer de dienstbo.de de schote kwam wegnemen, werd Alfred verwittig : dat de meester van den huize verlangd de voldoening te hebben met hem kenn ■ te maken. * * * ; Eenige oogenblikken later trad R Vial binnen. B^ de zwakke klaarte die de lcamer vei i lichtte, kon de graaf toch zien dat hij t : doen had met een man van beschavinj i maar stelde eveneens vast dat zijn aar gezicht de sporen elroeg van lij den e ■ verdriet. i M. Vial naderde den vreemdeling ; zic van de landspraak bedienende, betoond i hij zijne belangstelling in den toestan ■ van Alfred. Deze dankte en drukte de hoop ui geen misbruik te zullen moeten make: van de hem zoo gereedelijk toegestan gastvrijheid. Beleefd antwoordde de vader va Alice : — Bij mij zijt gij welgekomen, Mijnheei .maar ik bfu een arme uitgeslotene. Oo s- durf ik u verzoeken mijn naam, zelfs mijn l- bestaan te vergeten van het oogenblik dat gij de laatste treden van mijn huis zult ;, oversclireden hebben... In afwachting, beveel hier zooals in eigen woon, al mijne p- dienaren zijn ten uwen dienste, en als n ge wilt vertrouwen stellen in de genees-i- kundige kennissen mijner huishoudster, ik kan u beloven dat ge welhaast zult vv hersteld zijn. e — Ik zal het zeer gaarne doen, bedankte de graaf, ondertusschen aile zijne s krachten inspannende om een gekerm d te onderdrukken, veroorzaakt door pijn-e lijke steken elie gansch zijn gebeente door-s liepen. M. Vial, die bemerkte dat zijn gast rust van noocle had, verontschuldigde zich en j nam afscheid. Dank aan de goede zorgen der oude .. Saba, had Alfred d'Albermont een goe-e den nacht, maar 's morgens kwamen de t aanvallen met meer kracht dan voor-" gaandelijk terug. n Niet wetende wat uitzoeken om zijn meester te verstrooien, had Baptist het Il bed tôt bij het venster gerold; aldus kon e Alfred behagen scheppen in delieve ver-j gezichten op de golf en de omliggende bergen. t De kamer gaf insgelijks uitziclit op i het tuintje waar Mejuffer Vial een perk e bloemen kweekte waaraan zij een groot deel van haren tijd besteedde. i In den loop van den namiddag was het meisje ieverig aan 't werk zonder te ', bedenken dat de vreemdeling haar kon ij[gadeslaan. IX. Voorovergebogen lag Alfred d'Albermont in zijne kussens; eensldaps schriktc hij op bij het bemerken eener bevalligc gedaante welke voorbij zijn venster schveed. De zon was achter de bergen neder-gedaald. Alice had den zomerhoed af-genomen en aan den arm gehangen. Hare schoone haren vielen over de schouders op den rug; haar lieftallig en zoet aan-gezicht was half gekeerd naar deze die het meisje vol bewondering beschouwde. De graaf herkende aanstonds het edelc en moedig meisje dat in het hol van Leondari was doodgedrongen en hem en zijne gezellen had verlost. — Baptist, riep hij zachtjes, kom eens hier. De dienstknecht gehoorzaamde. — Wie is deze jonge dochter? vroeg hem gejaagd zijn meester. De ondervraagde verklaarde het niet te weten. — Ongetwijîeld bewoont zij deze woning, zegde Alfred. Ik geloof dat het de dochter van onzen gastheer is. Wie mogen toch deze twee geheimzinnige wezens Zijn, zoo edel, zoo onderscheiden, die zoo afgezonderd van aile gemeenschap leven ? In het aanschouwen van 's meisjes schoonheid en bevalligheid vergat hij zijn lijdcn. Toen de jonge dochter den tuin verliet, in de hand een mandje rozen houdende, welke zij zooeven geplukt had, liet Alfred zich, uitgeput van krachten, terug in de kussens vallen, fl XervolgL)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Het volk: christen werkmansblad appartenant à la catégorie Katholieke pers, parue à - du 1891 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes