Ons land

1198 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1918, 27 Juillet. Ons land. Accès à 28 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/cc0tq5sb96/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

,'ienie issigang, i,.; 'Rlia s CHK ABONMMENTSPRIJS : Per jaar 3.- Voor 6 iuÀaodcn ... 1.7. S'oot 3 raaanden 1. ONS LANE *■ ?.vy- u «J. "J '."g"? Mi« ssciirljtt In ieo bueuM: van & : OpsteJïaad en Fhùi ser : ROODESTRÀAT, 44, ANTWEKP \LuEMLiiA WLEKB'LÀI) V«;«Jxî i- Vj lUKC.HP vni K STAATKUNDE - WETENSCHAP - KUNST - TOÔNEEL - LETTERKUND1 Vlaanderen en Duitschlanc Met C. V. P. deelt rnede : Véôr eeuige dagen vertrefde de Rijkskauseiier von Hertliug te Brussél, riij heeft gedurende het opoathoud de gelagenheid waargeno-msn oiti met dea heer Gouverneur-Gene-raal ook over het Vlaamsche Vraagstuk uitvocrig te spreken en h.erbij zijne in« stemraing betuigd dat aan dan Raad van Vlaanderen eene mededeeling zou gedaan worden, dat de R.jkskanselier zoowel véôr als na onverauderd op het sfandpunt van de verklaringen zijner voorgangers staat. Deze mededeeling is op 20 dezer h opdracht van de« heer Gouvtrntur-Ge neraal door ds>n tiasr Verwalîmigs-che voor Vlaand'-f^n aan de gevolmaehtigdei van den Raad van Vlaanderen faekend ge maakt. Overeenkomstig den wensch van de; faser Rijkskanselier zullen eerstdaag eenige Vlaamsche leiders zieh bij heu begeven ora met hun het geheel vraagstuk <ler Vlaamsche poltiek ia ait voerige bûSprekingen uiteen ts zettsn. IJZER-SOLDATEN te TEMSCHE VIJFTÏEN HQNDERD MENSCHEN JUÏCHEN HET RADIKAÀL JONG-VLAAMSCii PROGRAMMA TOE. — MEER DAN VIJFHQNDERD PERSONEN KUNNEN NIET MEER BINNEN IN DE VERGABERZAÀL. — EEN SOCIALIST DIE DOOR DE MANDE VALT. De dag van 21 Juld j.l. is voor Tei sche een historische dag- geweest. Op f Raadhuis werd, docvr de heele be volk in kan men zeggen, de Zelfstandigheid v Viaaudjreiî arkemt, als ik> eenige uitw ara aan dî Vlamingen h un voile rficht laten wod&rvarea. Vier jaar gelcden z> mea u doodgeslagen hebben om een o puntei'jjk woord te dttrven zeggen teg' de Belgische regeering; thans werd di zelfde regeering èrvan beschuldigd, d ziij onze jongens Laat martelen, ons yo wil dood hebben en dat zij dààrom, zij < het heele rotte Belgische stsls-d mo verdwijnen !... En vijftien honderd me ichen, rijk en mrm, mannen en vrouwe juiichen toc en, bezegelen deze woordei — Als men ons de zaal van het G meentebuis niet geett, zullen wij die za Eemanl verklaart, op een der vorige ak vistische meetings, een spreker. — Als ge zulks doet, zult ge de bu gers afschnk'ken en niemand zal 't wag< daarh.een te gaan ! mee.nt een- goedgezin rttaar angstig burger. De aktivisten hebben de zaal genome d.w.z. zij hebben ze gevraagd aan • Duitsche overheid en hebben zich ni eens de moeke gegeven Burgameester < Schepenen daarover te raadplegen, gez ■ hun fraiskilionsche en anti-Germaanse gevoâens. 't Heeft niet belet dat de J wcsners van Temsche, en vrelen van < omligçende gemeenten, ver'leden Zond: naar 't Raadhuis stroomden en in < gToolste geestdrift de jongens hebben te gej'Uiicht, die gekomen waren, van acht den IJzer, volgens het zeggen van e kc!e patr'.otards (die zeif te laf zijn o iets te lijden voor huin gedachten) a " déserteurs », maar naar de o vert ui^' ■* van ds honderdea aanwezigen : als h< d«n. Op de plakkaten stonden vermeld : K rel De Schaepdrijver (un Temsche) < Julius Charpentier (uit Gent). Maar op < meet.ng waren : L®o Van C Ire ni n ut (u Gôttingen1! ; Kartl De Schaepdrijver, K rel Van Santen en De Caluwé (aile v? achter den IJzer). /ij waren aile vier militair uniform. Verder bemerkten vv. op het verhoog, Jnîvrouw Johanna Smfi de leidster van het Kantonnaal \ laamsc Propagandabureel ,dat deze meeting he iincfericht ; dichter Richard d® Cneudt, d de slotrede zou houden en onze vcorkar per oti de Vlaamsche gedachte, ni' derdael, die het voorzitterschap waarnari Onze pen :s niet bij machte om te b schrijven vvat er onder de aanwezigen or ging-, toen achtereenvolgens de voorzi ter, Léo van Cleemput, Karel "Van Sa. etn, Karel De Schaepdrijver en Richai de Cneudt het woord voerden. Zij ve haalden van het smachten en verzuchtf in de kampen ; het lijden achter d> IJzer en deri strijd tusschen de stiefmo derlijke Belgiische regeering en onze da père Vlnarnsche soldaten. Richard de Cneudt vatte ailes nog eei kort saam, liet een schel licht vallen c menig bijzondter feit en ontwukkelde Jong-Vlaamsch programma. Hij toont aaa dat België niet meer mag herste. worden gelijk het voor den oorlog vva doch dat Vlaarwleren zelfstandig dient wezea. Stoere mannen hebben wij tranen zie wegpinken ; vrouwen hebben we zi< weenen ; jonge borsten hebben we hoor< ropeén : « Weg met de rotte Belgiscl boel!» De sprekers en de- toehoorder ze voelden één en zoo diep was de ontro-ring, dat toen De Cneudt, bij t uitgaai onder 't volk zich mengde, vrouwen u de volksklasse en b u rge rkla ses met e c handen zijne handen vastgrepen en rru stralende oogen hem dankten en a t dankten voor wat daar gezegd was g worden. Maar geen wonder toch ook ! Want nadat ailes in de schoonse eei heid van gedachten was gezegd gewo den, meende de leider van de socialistf _ / ^ i n- te I emsche dat er toch nog iets ontbrak et , hij meende dat deze historische dag nie g, mocht voorbijgaan zonder dat ook hij ait d:e nu vier jaar had gezwegen. (en aldu; 2-g vier jaar meegedaa.n had met de Belgi te sche regeering) ook eens zijn gedach du zou zeggen. En rnen liet hem « zijn » gedacht een: în zeggen... at Welnu, wij, die den leider der socia-^ listen nie ongenegen zijn en het goede er-kennen dat hij \dor dein oorlog binner " de grenzen van zijn dorp heeft gedaan, ' wij mooten eerlijk toegeven, wat de heei( vergadering !u,idop vertelde: hij heefl j zich daar ten aanzien van die vijft'en hon-1 ' derd Vlamingen niet alleen belachelijk gemaakt, maar zich zelve een diploma . van onbekwaamhejd toegekend. Wij zijr innig overtuigd' dat de leider van de so-clalisten te Temsche het eerlijk meent ; r- dat hij vol goede bedoelingen is; dat hij ïn een hart in zich voelt ldoppen voor wat d, rechtvaardig is en gfted... Wij zijn daar-van overtuigd, omdat wij hem lang ge-n, noeg, van nabij, hebben aan 't werk ge-ie zien. Maar verleden Zondag heeft hij be-et wezen dat zijn roi niet is die van een ge-;n nèraal, maar hoogstens die van een kor= 5n poraal ; dat het hem totaal ofltbreekt aan ie inzicht en hij als ontwikkeld mcnscîi nog n- in de laagsfe klassen zit. le Dit is zoo sterk gevoeld gevvorden ig door de gr oote massa menschen, daar :1e aanwezig dat bij het e inde der meeting e- op verschillende plaatsen gezegd en be-er vestigd werd : « Hij heeft de zaak der n- Aktivisten een grooten stap vooruitge-m bracht ! » En zuilks juist doordat « hij >> ls dwaasheid op dwaashe'd stapelde, met si agwoorden als « kapitalisme » en « iln- 4- ternationalisme » niets meer dan een klets in 't water teweeg bracht en tone slotte a- door dîchter Richard de Cneudt zcodanig in uitgekleed werd. dat elle verstandig Je men se h (al heeft men. dan nog zooveel it persoonlijke genegenheid voor den leider der socialisten) moest bekennen : « Er ;n blijft van den man, geestelijk gesproken, in n:ets meer over. » j, Bij het slot van de meeting stelde Jef t, Hinderdael voor dat de vergadering nog :h een oog'enblik zou saam hlijven en Kar&l id Van Santen een omhaling zoui doen voor ie de krijgsgevangenen in Duitschland en te i- Kortrijk. « Het komt er niet op aan hoe- 3- veel gij geeft, maa rwel dat gij geeft ! i. Uw penning zal de bezegeling wezen dat 5- g.ij het eens zij.t met ons, met den wil van i- onze sprekers ! » besloot de voorzitter. t- De omhal ing bracht op : honderd een-i- eivtwintig frank en zesnig centiem ! d Al rechtstaande zongen de aanwezigen r- den « Vlaamschen Leeuw » en « De Leeu-•n we.n dansen ». ■n Nogmaals: het was een historische e- dag. > Temsche is in den grond door en door gezond Vlaamsch. Doch wil men aan de ls bevolking de gelegenheid geven om zijn ►p gevoelens sterker nog e uien, zijne hoe-»t danigbeden te ontplooien, dan moet da-le delijk het Gemeentebestuur gezu'verd d worden. WTij hebben eens gehoord dat er een plan bestaat om de vervlaamsching te der gemejntebesturen overal door te drij-ven. Welnu, daar is nu het oogenbl g n voor gekomen : Burgemetîster en Sche-n p£nen, ze zijn allen îranskiljons, die een ;n wat minder dan de ander. ZTj hebben hun ie macht te danken, niet aan dien wil van 3,, het volk, doch aan, het rotte politieke stel-sel van vô6r den oorlog. Indien zijzelven ï niet begrijpen, dat zij hun tijd gehad it hebben, op 't Raadhuis, dan moeten de le gevolmachtigden van den Raad van >t Vlaanderen h- t hen doen begrijpen, door n hen te vervangen door ander© personen, ». dîe meer volksch en VlaamSch voelen. De meeting van 21 Juii moge dus -zijn als de inluiding van het afSteirven van >- het îransk-'ljonsche burgemeesterschap en r «cbepend.MteTem^.. eleoast T^rrn ^ r * a A. *L JB. m, 1 AAN DE KATHOLIEKE VLAMINGEN : 1 D • Bij het begin van den oorlog heeft f men u ^ gezegd nog maar alleen voor 1 het vaderland te bidden... in het uur van den hoogsten nood was dat bevel van uw geesteiijke overheid het eenig 1 waardige, vaderlandsche woord dat tôt s u, Vlaamsche katholieken, kon en 3 mocht gericht. 2 Later heeft men telkens en telkens tôt uw loyauteitsgevoel gesproken en weer eens, dat was goed, daarcm alleen, wijl het juist is. legenover vorst en regeering moeten onderdanen en bevolking loyaal staan. En als loyau-teit alreeds plicht is in gewone lijden om den normalen gang van het staats-ievsn i:iet te belemmeren, des te meer is ioyauteit plicht in het uur van den oorlog, aïs het staatsleven door onge-wone en zelfs ontzettende gebeuvtenis-sen bemoeilijkt. ja, onmogelijk ge-maakt wordt. Wij schrijven plicht te-genover staatsleven, omdat precies daarin eenieder belang heeft, en het toch den eenîing niet kan gegeven zijn het algemeen belang te verstoren. De vervulling van den loyauteits-; plicht te midden elken dag opnieuw-aanrukkende moeilijkheden en ontzettende smarten, die altijd en overal het gevo-g van den oorlog zijn en hem daarom cerecht met den naam van ramp bestempelen, kan klimmen tôt de mooie hoogte van de heldendaad. Maar de vervulling van den loyau-teitsplicht mag nooit iets afnemen van de waardigheid des volks. Wanneer loyauteitsplicht en volkswaardigheid tegenover elkander worden gebracht, dan moeten vorst en regeering of vorst of regeering hun -heiligen plicht ver-waarloosd hebben. Vorsten en regee-ringen zijn er om het volk en niet om-gekesrd ; de behartiging van het volks-belang is de hoogste regeeringsplicht. Tegenover een plichtsgetrouwe regeering, verpersooniijking van het land en de ratie is volstrekte lov^auteit een plicht waaraan men zich slechts op misdadige wijze. onttrekken kan.Edoch wordt de loyauteitsplicht geplaatst tegenover de volkswaardigheid, dan moet de loj'auteitsplicht wijken. Dat is des te beter begrijpbaar omdat slechts wederzijdsche verplichtingen kunnen aanvaard ; en, als we boven, al be-toogden dat bij de tegenover elkander-stelling van lovauteitsplicht en volkswaardigheid, de regeering aan haar loyauteitsplicht is te kort gekomen. Komend van hooger is deze olichts-miskenning te erger en een wezenlijk breken van de zedelijke gronden waar-op het regeeringsgezag berust. Door het feit dat ten gevolsje van regeerings-handelingen loyauteitsplicht en volkswaardigheid tegenover elkander zijn geplaatst, kan men besluiten dat de regeering door die feiten-zelf de bevol-king van haar loyauteitsplicht ipso facto heeft onthsven. Deze leering, heelemaal evereenko-mend met de moderne ideeën, is zeer streng, tevens zeer juist. Zij is teeke-nend voor de pozit'e van volkeren en regeeringen. En in het feit dat een regeering te kamnen heeft met min of meer moeilijkheden mag niet een mid-del gevonden om regeeringsplicht-ver-waarloozing go<"d te praten met het ge-volg dat het volk om Jovaal te blijven zijn waardierheid en belang. zijn wel-vaart en geluk met de voeten treden moet. Den dag alzoo dat men loyauteitsplicht niettegenstaande ailes voor-schreef, leidde men het volk op ver-keerde banen en was men slechte her-der.Dat i3 zoo waar dat men in de ge-schiedenis menige bladzijde kan aan-wijzen waar men aan den loyauteitsplicht verzaakte, als vorsten met on-gelooflijke mceilijkheden streden, om een politiek of geestelijk belang te be-vechtenOp dit oogenblik z'jn we er alzoo getuigen van dat de Paus van Rome goedkeurend echouwt naar den strijd van de verdrukte volkeren, waaronder Z. H. de Vlamingen begrijpt. Wij ne-men aan dat zulks vervelend zijn kan voor een regeering, die zich katholiek noemde, die slechts onder den drang van opborrelende ontevredenheden meerpartijdig is geworden... Het feit is... omdat de Vlamingen in België, vroeger en nu nog, een verdrukt volk zijn. Aile verdrukkmg van bet volk door regeeringen zijn onzedelijk, daarom onduldbaar. Lovauteit is niet langer onze r licht ! Behartiging van ons Vlaamsch recht is de betrachting ons als pMcht door onze waardigheid als mensch en als volk opgelegd. (ieen kasuistiek kan het tegenover- gestelde betoogen op een wijze dat het beteog vooi' eenieder klaar zijn kan. Men weet zulks zeer goed.Men weet dat .tegenover de schuFdige regeering eiken loyautitsplicht vervallen is. Men spreekt daarom van « terwijl onze Jongens aan den Iizer staan... n * * * Maar alsr zij daar staan. dan staan ze er voor iets, en wie toch kan mee-n<?n dat zij kunnen dulden dat wij er zijn voor... mets. Wie toch kan zoo bekrompen zijn dat «menschen die iets zijn » menschen nevens ze dulden kunnen die meenen dat het plicht zijn kan « niets te zijn ». # * * De Vlamingen weten thans maar al te wel wat het beteekent Vlaamsche jon-gen te zijn, die aan den Ijzer staat. De vrschnkkelijke boïchure Vlaanderen's Weezang aan den IJzer van de Vlaam-Bche korporaaîs De Schaepdrijver en Charpentier, heeft het hier ten duide-iijkste bewezen ! Maar, Vlaamsche katholieken, die uw zonen zoo menigvuldiglijk aan dat Belgisch léger gegeven hebt, kent gij den geest van haat en vervolging, die daar tégen uwen godsdienst heerscht en die zijn laaghartige gevolgen doet voelen op de katholieke soldaten, bij-zonderlijk omdat zij katlioiiek en Vla-ming zijn ? Slechts in het hooge bewustzijn van hun plicht te doen tegenover de waardigheid van ons volk hebben De Schaepdrijver en Charpentier ge-schreven ; slechts in dat door-en-door-gevoelde bewustzijn schrijven wij. De nood dwingt. Te midden van onwaarheid en leu-genachtigheid wordt ons gosdgeloovig volk naar den ondergang geleid. Dat mag niet gebeuren ! Op de daad van ze cie werken op-dat het niet gebeure ziet Z. H. de Paus met goedvallen neer. Dat is van hooge beteekenis bij den ernst van het uur, bij het gevaar waar-in ons volk elk oogenblik kan ten on-dergaan, bij de perijkelen voort-vloeiend uit de leering van den loyauteitsplicht niettegenstaande allea. Vlaamsche katholieken, in het Belgisch leger wordt uw geloof al bijna zoozeer gehaat al3 uw Vlaamsch-zijn ! De Loge heeft er vrij spel. Met aile middelend tracht men er naar uw geloof en uw Vlaamsch-zijn uit te straffen, de ziel van den Vlaamschen katholieken soldaat te bevuilen I F.erste bewiis : GRÀFSCHENNIS Wij kninpen uit het dagboek een onzer Vlaamsche studenten 't volgende: « Jong en talrijk waren ze ten strijde geto-gen, jons en ta'.rijk vielen zij, drenkende met hun edel bloed den grond waar het volk woonde, \an hun droomen en hun streven. Hunne leuze was « Ailes voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus ». en ze wilden dat die leuze op hun graf prijkte als 't schcon-ste eereteeken dat hunne liefde vervvorvén had. Eereteekens van volksverdrukkers be-geerden ze niet. Doch voor hen die Vlaanderen vervloeken, omdat het Vlaamsch wil blijven, was die leuze eene uitdaging. Deeer dier gesneuvelde he'den bezwadderen kon-den ze niet: Onze Vlaamsche studenten waren altijd de dapperste onder de dapperen. Maar de lieldokus van hun leven moest worden gesmoord. Voor \laanderen mag men niet sterven ; maar « Pour la Patrie Belge » en zelfs «Pour la Patrie Française» wordt men den dood ingejaagd. Dooden spreken niet meer, doch woorden van dooden spreken luid. — Eenvoudig was de steen waar-on de naam van den held geschreven en de blauwvoet geteekend was, 't was een harte-gift van trouwe vrienden, die hunne helden wilden hu'.digen. Boven de zerk prijkte het kruis, teeken des levens en der overwinning, waarin diep gegrift stond de heilige leus A . , . V V K. zoo die" als zij gegrift was in t har- V . , te dier dapperen, die daar rusten. Een kruis mocht er staan, 't was immers de gewoonte. . Maar het opschrift was het Mane. lhecel, Phares der verdrukkers de voorspelling van hnnnen ondergang en van de glorierijke toe-komst van Vlaanderen. Het moest weg. Zij vreesden het daglicht om hunne mis-daad te volbrengen en kozen het Tudasuur. Dan bleven hun handen toch rein, maar hun ziele bevlekte het bloed der Vlamingen. Op een enkelen nachr w.erdnn op de kerk-hoven te Oeren en te Alverins<hem al de let-ters toegestreken met ciment. Dat was triomf voor hën. die de Vlamingen nog hoonen in den dood en zelfs hunne o---°rste rust niet eerbiedirfen. En toen onze jongens hunn? verontwaar-diginf wilden uiten in het dagblad « Ons Vaderland », mochten zij nog niet zeggen dat de grafschennis 't werk was der Overheid, want de Censmir duldde niet dat de daden der Mi'itaire Overheid als eerloos werden gebrandmerkt. » Tweede bewijs : S. K. V. H. Sekretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogeschool-uitbreiding. — Deze inrichting hinst den oorlog op het front gestiebt, is een echi.e volksweldaad. Door inspanning en op-oltciin,( gesteund door de edelmoedigheid van eemge wtidoeners, is een weienschappe>-lijke poekerij tôt stand geliomen, waarin de aideeling u valckunue » bijzonder verzorgd is. Mus een genngen geidelijken waarborg worden de boeken aan de soidaten uitgeleend A-dus kunnen zij nutlig hun vrijen tijd doo bren^en, zich door studie ontwikkelen, zi( h bekwamen in hun vak en zich een bete teekomst voorbereiden. Dat was le veci voor «le militaire overheic De jongens mbgen zich niet ontwikkeler • De iroep heett alleen hun spierkiacht no, — Ook het redelocs dier benuttigt men aldus. — Daarbij, hoe meer een Vlainir. zich verstandelijk ontwikkelt, h e fJevaar;-' ker hij als Flamingant "wordt voor de ovej heid. — Dat moest belet. Alterlei moeilijkheden wer<ien în den w< ge.egd. De postboden, op be\el van hooger nand, vveigerden de boeken aan de jon^ei: le besteilen, of de uitgelezcn werken terii' te sturen. Voortdurend werd S». !<.. V. i tegengewerkt en zelfs meermalen in zijn be-staan bedreigd. Buiten een kostelooze boekeri] teger ■ zedeloosheid, werden oog' vlugschriften en . , gels uitgegeven om de uitbreiding de. s.achtszieklen tegen te gaari. Deze bij ui< nuttige en verdienstelijke werking werd c • dadelijk bestreden. Kolonel Olaerts zegde : « Je défendr mellement aux aumôniers et brancardier d se servir de ces timbres pour quelque empl. que ce soit. le vous préviens que les letti qui en sont munies seront retoiirnées par poste ». (1) Derde bewijs : BRANKARDIERS Uit het dagboek van een brankardier-seminarist : Of onze jongens hunne brankardiers. jeug-dige geestelijken en onderw ijzers, beminnen, dat zullen zij zelf verhalen na den oorlog. « De brankardiers, zegt Pater Callewaert, zijn de engelbewaardars der soldaten. Zij vol-gen hen trouw midden de gevaren, zij verple-gen hen gelijk moèders wanneer zij gekwetst 21in, zij helpen en troosten hen in hunne laat ste stonden ». Tôt daar Pater Callew aert. Met de studenten, dokters en aalmwezeniers vormen zij t intellektueel deel van 't leger Hunne rustdagen wijden zij aan studie et: aan de geesteiijke^ ontwikkeling hunner jongens. Hoe dikwij.s zagen we ze niet lessen geven in 'n schuur of in c-en of ander hockje en boeken en dagbladen, dikwijls met eigers soldij bekostigd. aan de soldaten uitdeelen in studiekringen en voordrachten stonden r. trouw de studenten ter zijde om de ziel de jongens wat op te tillen boven het zoo ve. beestend loopgraven-, schuur- en stallen-leven.Voor en met de jongens levende hadden zij het s'rievend recht doorvoeld dat hun volk tôt minderwaardi^heid doemde en de dringend' noodzakelijkheid ingezien der Vlaamsche be weging. Dat volk wilden zij niet laten ver-moorden. Doch aan Vlaamsche Beweginr doen, was een misdaad in de oogen der over heid en zij waren dan ook onder de e<y:stei die moesten bocten om hunne edelmoedighci' en liefde. Men zou hun eerst den tijd ontnemen dif zij zoo wel gebruikten. Het bevel werd uitgc» vaardigd dat zij, ongewapenden, aan de wa-penoefeningen der troepen zouden deel n<-men, alleen om er op te kijken. YVeinigc" tijd nadien kregen ze het verbod nog lessen tt geven en studiekringen in te richten. Ver-drukking is geen doodsteek voor de liefde, hier allerminst, want immer groeide hun in vloed Dan vonden zij het laagste middel dat mensrhenhoofd cou kunnen Uitdenkrn. Zij kenden den afkeer der jonge levieten voor dien zwijnenpraat, de filaag onzer soldaten-middens ; 't voorbeeld kwam immers van hooger en volksveredeling was een misdaad. Mis-schien bezweken zij ook, en dan stikie hw Ideaal, de zucht naar hooger streven, de lief. de voor hun volk in 't slijk der ontucht. Lt-chamelijk leden zij, lijk aile soldaten, onder de ontberin*, maar nooit kan menschenwoort verhalen dit cieleliiden van hen die zuiver wilden en moesten blijven om hun klooster en firiesterideaal. Zij waren ook menschen, e de ontuchtige praat van eenige verdierlijkten droob ook moordend ob hunne blatike ziel Z'i wirten. cchter dat zij, om wille va■> Vlaanderens hoi'Cstr lieil, hunne deuaj mot ten redden, hunne deu<?d die hun ci pen sterk te was en waarin nok de jongens. in 't c.rde lijk en 't lichamleijk lijden ten onder Pannde ook wel hun steun vonden. Aanval volgde , aanval. Ailes werd aangewend ont hun de tnoed te ontnemen, Vierde bewijs : ONWAARDIGE TA AL VAN EEN GENERAAL In de l.iatste dagen van April 1918 werci er tegen de priesters een nieuwe verordening uitgevaardigd. Na ze uitgemaakt te hebben voor LUIAÀRDS, besloot de militaire overheid « en vue de combattre parmi les bran cardiers les suites funestes de l'oisiveté» (2, boven de gewohe solda tenoefeningen aan d' brankardiers nog een uur les per dag te dr geven over het reinigen van kantonnerr ten, het groeten der oversten en de heil legertucht. Dit geschenk kwam van gener. Delobbe, onderoverste van den Belgis. staf, die vroeger, toen hij twee brankard moest vereeremerken zei : « Ces gens là n pas besoin de décorations ils ont leur pour eux, on devra les tuer tous. AIoi s seraient heureux, car ils seraient au ciel 1 Vijfde bewijs : DE VERVOLG1NGEN Ontelbaar is het getal Vlaamsche geestelijken en levieten die vervolgd worden. Elk katholiek Vlaming kent het hatelijk geval Pries ter Dr. Van der Meulen. Minister de Ceuninck deed hem dienst nemen als ziekenverpleger in 't hospitaal van St-Lumaire, maar hij zorgde er voor dat de prie^ter zijn bedieninrf zich in hoofdzaak be-pnaldè bii de vuilste karweities. I)E SCHO-TELS AFWASSCHF.N, DE VLOEREN DWFJJ.r.N F.N DF. GEMA.KKEN REINIGEN, Persooen zijn er aangesteld om hem

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Ons land appartenant à la catégorie Oorlogspers, parue à Antwerpen du 1915 au 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes