Stem uit Gheel

1367 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 28 Août. Stem uit Gheel. Accès à 19 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/mw28912h9w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

fflAAfMfîAG 28 AUGUSTI 1916 W 4 STEM UIT GHEEL Stichter en Bestuurder «ï* VKWMEKIKWS VEliSCf/JJNENIJE ALLE M A AND EN DRUKKERIJ DF. KINDERS BONHOMME, Nieupoortstraal, 10, Veurne. |!îengelu3efjg uoof "De Stem uit Gheel., Gheel, zcs maanden onder Duitseh bewind Vrijdag 31 Juli 1914 Hfii was er zoo rustig. zoo sli! en zoo kalm. De lieve 7omerzon selutterde zoo hemelsch schoon in haar gouden Jul'.gewaad, terwijl ze al zwevende Westwaarts wandel-de. . En toch, "t waren sombere dagen, die dagen eiridt-Juli. Overal in de straten stonden groepjes van drie, vier lot vijf mannen ; zacht werd er gesproken, on ustige geliaren duidden hunnen inwendigen angst aan, Gretig werd elk dagblad gelezen en gckritikeerd, alhoewel ze weinig afwisten, vvelk het juiste gevaar was dat hen dreigde. En ze waren zoo eenvou Jig, o ! zoo gansch eenvoudig Al lactiende praten ze ov<:r buitsch.ands wilde léger : ze wisten immers niet wat het was een oorlog ; en tocli waren ze d oevig.,. Zeker, in hun hoofd ging het wel van woest krijgsgsschreeuw, wilde vloeken en krij-chend bajonnettengeklank : dat ailes badden gelezen ot'hooren lezen. zeif verte'd of booren vertellen van lang, heel lang in hun kinderjaten nog, als ze klein waren en speelziek de jeugdige weiden atliepen. t Was laf geweest dien Frijdag avond ; geen enkel zoeltji kwam de doffe lucht verfrisschen ; de vogels Ktilf leden door de zwaarte der natuur en vlogen, zondev ?ingen, zich verschu len tusschen het dichte. treunmde geblaarte der hooge populieren : akelig was 't maar er moest iets komen, men voelde het, De oogen moe, van op 't gazett»npapier te lonken, de geest aigemat door 't zeere praten en door de droeve onzekerheid die '.t hart der mannen benauwde. cingen de groepjes laat in den av«nd uiteen' en ieder won; net liootd gebogen, diep voordenkend. zijne woniig. Wel-draook lag ereen zaligestilie over dorp, helaas ! Il l'mmer dreigender kwam het gevaar naderbij : DuitscWand's kanselier, nu zeker van zijn slag. hield grynsend Europa's lot in banden en zweetde bedachte-îoos de akelige weegsehaal boven z-n hoofd. Bij middernacht ! Eensklaps rukte de noodklok ieder uit zijn slaap. Radeloos liep ieder naar beneden, sprakeloos, willen-de spreken. staarde de een den anderen aan, terwijl de klok, wild en woest het schrikkelijk gevaar, dat ons arm Belgie dreigde verre zeer verre over veld en boseh, wei en woud uitgaimde, De straten over een oogenèlik nog zoo stil in een zachten slaap gedompeld waren nu in schreeuwend lawij herschapen : helsch geroep van bange inwoners. stil ge-ween van hen die wisten, luid geschrei van kleine km ders. die hangende aan moeders rokken, meeliepen ; krakende, open en toevliegende deuren en vensters, 't was wel het gansôh geheele Gheel. dat onstuimig wakker schoot. onder 't roepen van de noodklok. De klokken badden wel diep in die rustige harfen ge-grepen.de klokken hadden weer die hartesnoeren aan-geroerd. terwijl ze maar voortriepen. Ten strijde ! Ten tlrijde ! Het Vaderland is in nood ! Frijheid o( dood ! En zou was 't : Rusteloos en angstig bad men h Brussel gewaakt ; telegranimen werd en daar verzonden en ontvangen ; de internationale toestand werd nauvv- keurig nagegaan. en te middernacht - o die einde Juli-nachl ! de toestand augstwekkeml bevindend werd Belgie te wapen geroepen, in angstige spanning v< or hetgeen er gebenren zou. Ue klokken hadden eindelijk «itgezegd en zwegen, terwijl in de verte, de laatste echo's afg'emat van't lange anlwoorden, uitstierven. De maan, die een oogenblikje zic'n bad weggesîoken, ha (dood geworden van 't schreeuwend lawijt, kwam weer op, en zag, mat lichtend de revoluti^, door de noodroepend" klokken teweeg gebracht na, Revolutie ! Bij 'teerst; noodsein iir.mers was ieder naar de gruote plants gèloopen, en weldra stond er eena ontzaggelijke massa volks vor.r GheeUch gemeentehuis, waar ze ongeduldig en bevend van angst afwachten wat men hua zeggen /ou. O 'i was zoo lut tel. zoo weinif de woorden d w moestan uitgesproken worden, maar die vvoorden ?praken zoo diep in die reeds bange liarten, dat ze overliepen van weemoed en danig verdriet Doodbedroeld ook han de burgmeester hun gezegd ; «De algemeene mobilisatie is afgekondigd morgen vroeg moet ieder zijn regiment gaan vervoegen» Ooo'dbedroijt 1 was hij de brave man, vvaut, meer dan iemand anders. wist hij wat er te wachten stond in die sombere dage i. wanneer e^n woord slechts, wat al te roekeloos uitgesproken, eeu wereld kon doen branden (vervotg.) gOB IÇ SOIiïjl^f WEP. Ik herinner mij nog steeds wel den raorgen van i5 Sept. 1913, toen ik als recruut het léger zou inoeten vervangen. Eindelijk was de verwezenlijking mijner droomen aangebroken. Wat was ik verheugd en met hoeveel on-geduld had ik dien dag verheid. Ik wist ni a !ioe lu t kwam maar ik voelde in mij iets vreernd en ba g. Was i:eto«idat het in ons dorp juist feest was en ik die vroolijke kermisdagen met kon medevieivn ? Was het omdat ik rnijne ouders. tamilie en vrienden ging ver la ten ? Ik wist het niet. doch een voot-gevoel van ie!s grootsch en iets verhe«ensch weldein mij op. Vader, een oud soldaat, gat' mij nu en dan eenige aanbevelingen, welke ik goed trachtte iu den geest te prenten hij waarschuwde mij .tegen sommige farcen welke inen ten kost der jongeren in de hazene uit/,et mijn jongste broer eu zuster, nog weinig begrijp heh bende van mijn soldaat worden speelden sîeeds soldaat Ik bezochl de familieeden en ging hen vaarwel zeg gen. Men wenschte mij veel voorspoeden geiuk in mijne nieuw loop baan. Doch ik gjevoelde voorîdurend n mij dat vreernd soortig iets Binnentredende bij mijrie ouders, ont moette ik moeder, wiens ooçttm. reeds rond-^eweend. F» tJ weer vol tranen schoteri ik u-ierp m ïan haar hàls en teracht haar le trooster dorh mots haattr Wist ?ij misschien. \va t • mij <• wa-aî.>n stond ? V'oorzeker beeft eene moer1! r doe bijzfm eri ga;> meer en met welken moed is zij niet, begaafd om baar eigen zielelijden weg te be ;on en om u troost en kracht in| te spreken. Zij gaf mij goeden raad welke ik aitoos-ben indachtig géweest bezag mij een stond in de ooges. om sis 't ware mij altijd voor den geest le hcbbe». Zoude ik haa'

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Stem uit Gheel appartenant à la catégorie Frontbladen, parue à Veurne du 1916 au 1917.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes