Vooruit: socialistisch dagblad

1670 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 25 Septembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 08 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/ff3kw58n57/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Orukster-U itgeefster Rwa: Maaîsehappij H ET LICKT bestuardcr s p. DE V9SCH. Ledeberg-Oent . . REDACTIE . . ADMINISTRAT^ HOOGPÛORT. 29. GENT VOORUIT Orgaan der Belcj/ische Werkliederiparti/. — Yerschjjtiersde a/k dagen. ABONNEMENTSPRIJ5 BELGIE DrU masndca. Zei maandea • . . . . fr. 6 50 Een J«ar » » fr. 12.50 Mes abonncert rich op aile postbarscica DEN VREEMDE Orle ma&ndcn (dagclijks vcrzonden). ..... (r. 6.79 ZodelâJkSieid en stoffoiiike Siervormin^en Le Bien Public beschuldigt ons, dat wij foor doel hebben de tegenwoordige eco-nomische organisatie van onderst tôt boven te keeren. Ja, wij vvillen de samenleving vervor-men, maar dat belet met dat die omkee-ring de fond en comble, of zooals wij dat vertalen : van onderst tôt boven, eene ongepaste uitdrukking is. Zij laat verstaan dat het socialisme, meerderheid zijnde, zijne vervormingen zou invoeren met brutaliteit en geweld. Ehwel, daar is niets van, Bien Public ! De kapitalistische klasse kan onze ont-wikkeling en onzen vredelievenden strijd in den weg staan en ons tôt geweld ver-plichten om meester te worden. Maar eens dat de socialisten de macht en het gezag in handen hebben is er hun-nerzijds geen geweld meer te vreezen, zelfs geen onderst te boven omkeering. 't Is omdat het socialisme op weten-schappelijke bazis gevestigd is en in zij-nen reeds langen strijd veel ondervinding Jjeeft opgedaan en geleerd heeft geduld te hebben en kalm te blijven. Als het strijdend socialisme dat kan, dan zal het triomfeerend socialisme dat zooveel te beter kunnen. Het doel nagestreefd d-oor de kerk is geheel anders, zegt ons Le Bien Public.Parbleu, juist alsof wij het niet wis-ten.Ziehier nu waarop het verschil van op-vatting en van doel draagt : De kerk, zegt Le B!cn Public, is eene maatschappij van zielen. De hervorming, voortgebracht door het evangelie, is hoofdzakelijk van jssdelijke oreje. Is het niet deerniswaardig dat men er de kerk een grief van maakt van aile menschen wezens te ma-ken die politiek en economisch ge-lijken zijn ? Wat Le Bien Public zegt over de zede-lijke orde door de kerk betracht, is de waarheid. En het zijn in hoofdzaak hare zede-lijke strekkingen niet die wij haar ver-wijten.Hebben wij ooit de kerk verweten als zij predikt : Hebt elkander lief ! Bemint uwen evennaaste gelijk uw eigen zelf ! Doet niet aan een ander wat gij niet wilt dat aan u gedaan werdt ? Hebben wij dat ooit gedaan? Jamais de la vie ! Wij zijn daarmede eerder t'akkoord. Wij hebben erop gewezen — en hier begint het verschil — dat al de schoone zedelijke princiepen onvoldoende waren om tôt eene ordelijke op rechtvaardig-heid gesteunde samenleving te geraken. Moeten wij voorbeelden aanhalen? Onnoodig, zij liggen rondom ons voor te grijpen. Waren de ongeloovigen, die aan de voorschriften der kerk niet gebonden zijn, nu alleen de slechten, het argument van Le Bien Publie werd onweerlegbaar. Maar het is nu eenmaal zoo niet. De handelwijze der katholieke fabrikanten, der handelaars en der hoogeschoolge-leerden is nu éénmaal zoo slecht als deze der ongeloovigen. Wij nemen geheel wel aan, dat er lof-felijk uitzonderingen zijn van beide kan-ten.De voile waarheid is, dat de zedelijke voorschriften hunne waarde en hunne hervormende kracht moeten verliezen, in eene samenleving gesteund op klas-sen, waarvan de eene ailes bezit en ge-niet zonder werken en de andere in el-lende en miskenning voortstrompelt al werkende. Wie ernstig de zedelijkheid wil bewon-deren, moet zich aansluiten bij ons, die het. klassen verschil, de wereld van be-zitters en niets bezitters willen doen ver-dwijnen.Waar armoede is, daar is er ruzie,zegt het spreekwoord. En als dat waar is in een gezin, dan is het ook waar in eene samenleving. # * * Le Bien Public vindt het kleingeestig, dat wij aan de kerk verweten hebben, van in geen handomdraai, aile menschen niet politiek of economisch gelijk ge-maakt te hebben. Het katholiek orgaan zou gelijk hebben indien wij zooiets gedaan hadden. Spijtig voor het blad, maar dat ver-wijt hebben wij nooit tôt de kerk ge-richt, eenvoudig omdat wij moeten be-kennen dat zooiets onmogelijk is, zonder te vitten over de alwijsheid, de al-macht der kerk, ingegeven door God, die deze gaven bezit. Maar de kerk bestaat sinds ig eeuwen en dat is toch een beetje meer, dunkt ons, dan een handomdxaai. Spijtig genoeg dat wij juist de katholieke kerk door de eeuwen heen op de hand der machtigen gevonden hebben en dat de slavernij voor de kleinen wel ver-anderd is van vorm — zooals wij hebben vastgestelci — maar toch nog bestaat.En dat kan noch de Bien Publie noch een duivel uit de helle loochenen. De zedelijke hervorming verwekt door het evangelie, is van zedelijken aard. Wil dat soms zeggen, dat de kerk haar niet te bemoeien heeft in de poli-tieke cf stoffelijke vraagstukken? Goed zoo, maar de katholieke partij, die bijvoorbeeld in Belgié aan 't bewind is, de ministers die zij benoemt en geheel hetbestuurlij raderwerk dat onder haren invloed staat, die moeten zich toch wel bezig houden met politieke en eco-nomische vraagstukken en uwe partij doet dit dan ook. Als die partij nu doordrongen is van al de schoone schristelijke princiepen, waarom handelt ze er niet naar, als 't u blieft ? Waarom geeft zij de rijken vier stem-men en de armen een stemmeken? Waarom zijn de arbeidswetten zoo onvoldoende en ongelukkig? Waarom is ons belastmgstelsel zoo onrechtvaardig voor de kleinen en zoo gunstig voor de grooten? Wij konden aldus dertig vragen stel-len.En van de antwoorden is er geen en-kel, dat voor den rechtvaardigheidszin van 't katholicisme zou pleiten. En rechtvaardigheidszin is toch wel zedelijkheid of wij verstaan er niemendalle meer van. Nu, let wel op, deze hervormingen moesten niet gebeuren m een handom-draai, want de katholieke partij is on-afgebroken sedert meer dan dertig ja-ren aan 't bewind. 't Is nog dat mijn hondje! Waren de socialisten zoolang aan 't bewind, zij zouden geheel zeker met een beteren bilan voor de pinne komen. F. H. Kloekiffioedlqheid voor a! I Ailes wat een begin heeft, heeft ook een einde, en zooals na regen zonne-schijn komt, komt er gewis na Oorlog Vrede. De Oorlog... altijd de Oorlog! Des nachts is hij het voorwerp onzer droomen, des daags het onderwerp aller gesprekken. Men is er nooit over uitgepraat, en geen wonder, hij beheerscht ons bestaan op aile gebied ; menschen en zaken, ailes is erdoor overeind gezet. Wanneer zal die geesel ophouden? Elken stond klinkt het u in het oor : « Hoe is 't ; geen nieuws over den oor-log? » En aan de uitlatingen kan men den aard des geestes en der gemoedsgestel-■?ms afmeten. De sy/artziendç kftprt « 't Vordert niets, 't zal nog jaren du-ren », de diep geproefde jammert « Wat staat er ons nog te wachten » en intus-schea worden vertelseltjes opgjedischt doospekt met allerlei uitvindsels en over-drijvingen, vruht van eigen verbeelding. Doch den kloekmoedge herkent men aan de hardnekkigheid waarmede hij door zijn woord, rondom zich opbeuring verstrekt, hoop inboezemt en vertrouwen inpompt. Schoon en van belang in deze moeilijke tijdsomstandigheden is de houding van onwrikbare gelouterde taaiheid waarmede onze werkersklassse haar lot draagt. Deze houding welke ook getuigt van wijsheid en verstand, heeft evenwel KïPfld» vocdsel .en at.çun gevonden in het onderling solidariteitsgevoel dat bij haar is aangegroeid onder den invloed van het Socialisme. Dezelfde invloed heeft dit solidariteitsgevoel aan de openbare besturen op-! gedrongen, hen verplicht hulp en werk te verschaffen waar het noodig is, het-geen aan de Werkhedenpartij toelaat te wijzen op het groote aandeel dat zij er-toe bijbracht om orde en regeling te brengen in den huidigen gang der zaken.Ilet toont tevens de leefbaarheid, ja de noodzakelijkheid aan van de socialis-tische praktijk, om de gevolgen van het kwaad door het kapitaiisme verwekt, af te weeren ; wat meer is, 't is een bewijs van de echt ordelievende strekking van het Socialisme zelve. Het behaagt ons zulks meermaals te herhalen, omdat het ons wreekt over den laster, spot en vervolging welke wij in 't verleden hadden te verduren. De werking welke van onze partij uit-gaat, onder aile opzicht, heeft dus haar reuzenaandeel bijgebracht, om den zedelijken toestand der bevolking op te beu-ren. De socialistische overtuiging der werklieden heeft de rest gedaan. Zulks mag een geluk heeten, want be-treurenswaardig ware het voor onze klasse, indien zij zich door moedeloos-heid en vertwijfeling liet overmeesteren, welke de vruchtea van jarenlangen strijd, gewonnen ten koste van vele op-offeringen, zouden in gevaar brengen. Aldus zou de macht onzer organisatie, waarop wij al onze hoop gebouwd hebben voor de toekomst, langzaam onder-mijnd, stilaan uit haar verband brokke-len en broos worden naarmate het peil der doodende ontzenuwmg klimt. En dat zal of mag niet! • • » Ah, wij weten het, de ramp is groot en dit niaakt noodzakelijkerwijze de hulp en tegemoetkoming ontoereikend. Er wordt honger eti gebrek geleden. Anderen zijn nog erger beproefd, doch wij zullen hier hun smart niet vérgroo-ten, door de verschgeslagen wonden aan te raken. Voor- het lijden derzulken kan de mensch slechts met eerbied' en beklem-gemoed het hoofd bukken, alleen aan den tijd overlatende om zielskalmte en genezing aan de harten terug te bren-gen.Nochtans zeggen wij hen: Laat u niet door wanhoop terneer slaan, daardoor zoudt gij uwen toestand van slecht, erger maken. Hoe moeilijk het ook valle, in het onherstelbare moet men zich trach-ten te schikken. Wellicht nadert het einde van dien oorlog, maar dan eerst zal door de huidige omstandig-heden eenigszins gestuit, de rijd voor lotsverbetering met verdub-belden lever moeten heraan gevat worden.Werklieden, uwe houding in deze angstvolle dagen is een waarborg voor de toekomst. Bewaren wij dus al onzen moed en kalme beradenheid ; door de loutering en de beproeving zijn wij gesterkt om met onverdroten wilskracht den kamp voort te zetten voor hoogere idealen, voor het Socialisme en den blijvenden Wereldvrede. GALO. Partijpoot Van Kol om Japan Er is verslag gemaakt van een persge-eprek met partijgenoot H. van Kol, lid van de Eersbe Kamer in Holland, waaraan het volgende ontleend wordt: «De Japaneezen beschouwen zich als de vertegenwoordigers van de beschaving in het verre Oosten. Hun impérialisme leverti een niet gering gevaar op voor onze kolo-niën.Zeer jammer is het', dat het Nederlandsch gezantschap in Japan niet op de hoogte is, het Oosten niet kent, onbekend is met de taal en geen voeling heeft met het volk. Het verblijf der gezanten in Japan is over het algemeen te kort. Partijgenoot Van Kol was naar Japan go-gaan in opdracht van den minister van ko-loniën, om gegevens te verzamelen betref-fede de Japansche nijverheid en in hoeverre deze dienstbaar kan worden gemaakt voor de economische verheffing van den Javaan. De uitslagen daaromtrent zijn inzicht gunstig. Hij heeft eene massa gegevens en fei-ten-materiaal verzameld. Zijne papieren en aanteekeningen heeft hij echter nog niet in zijn bezit; die worde over Amerika naar JâailftRd eezosden, 1 Niet in ailes zal men, zoo zeide Van Kol "op Java Japan moeten volgen, maar toch ii heel veel opzichten komen de toestanden il Japan en Java overeen. Beide zijn overbe-volkte agrarische landen. En zouder een in-heemsche groot-nijverheid zouden zij eei verschrikkelijke toekomst tegemoet gaan in Japan werd dit een 25-tal jaren geleder reeds ingezien, en de groot-nijverheid heefl zich daar bijzonder snel ontwikkeld. De voortbrengst der groot-nijverheid overtrefl nu reeds de voortbrengst van rijst, het vooi naamste levensmiddel van Japan, zooda< het nationale inkomen er bijna door ver-dubbelde.De tijd za] niet zoo ver meer af zijn, dat de Europeesche markt met Japan rekening zal moeten houden. Wanneer de loonen ei zullen stijgen, zal Japan een krachtige concurrent van Europa worden. De arbeids-toestanden in Japan zijn nu nog i» «lie opzichten alierellsndigst. De sterfte onder de fabrieksbevolking is zeer groot. De arbei-dersbeweging is zwak en wordt door de regeering onderdrukt. Zij werken eenige jaren in de fabriek en keeren dan weer naar het land terug. Wel kwam in 1911 een stukje arbeidswetgeving tôt stand, maar de grootfabrikanten hebben nog steeds de in-voering ervan tegengehouden. Over iSTederland en Indië denkt men in Japàn niet erg gunstig. De Hollanders worden er geminacht. Toch heeft Japan zijn eerste beschaving aan Nederland te dan-ken.Over Java wordt in de pers zeer ongun-stig geschreven. Er wordt zonder meer be-weerd, dat Holland in Indié een wanbe-heer voert. En tegen dergelijk geschrijf — stemming maken tegen Nederland — wordt door het Nederlandsche gezantschap in Japan niet opgekomsn. De handel tusschen Java en Japan is niet zonder beteekenia en bedraagt fcngeveer 80 millioen frank ; vooral wordt er veel suiker uit Java naar Japan uitgevoerd. De handel met Nederland beteokent zoo goed als niets. Grootendeels eigen schuld, want er wordt niets geen moeile gedaan om hierin verbetering te brengen. Zoo heeft men in Tokio een handelsmu-seum, een prachtig groot geboSw ; voor Holland en de koloniën is er een zaal be-schikbaar met de gelogeofaeid monsters ten-toon te stellen. Er werd echter zelden en dan nog nsaar in zeer beséheiden mate ge-bruik van g*maakt. Gezel Van Kol lieoft de aandacht van den gK)uverneur-generaal en van minister Posthuma op deze gelegenheid voor den Neder-landschen handel gevestigd. Bbb ds oransn In het «Berlioer Tag&blatt» zet Bernard Kellermana zijn verhaal van den aanval in do Àrgonnen op de Fransche stelling Marie Thérèse voort. Om vier uur in den vroegen ochtend rijden wij weg in het pikdonker. Het is bit-ter koud. De sterren blinkeu groot en koud als in den winter. Wij hooren het doffe alaan van kanonnen. Oœj: in den nacht moet hier gewerkt worden. Aet bevrediging stellen wij vast dat het vuren normacl is. De vijand heeft niets gemerkt en hij bereidt niet op eene andere plaats iets voor. Een stukgeschoten dorp. In het bosch wordt de weg moerassig. Het heeft hier in acht dagen niet geregend, maar de straten zijn door-weekt en als een slede glijdt de automobiel door de modder. Overal zijn kuilen en gra-naatgaten, zoodat wij slechts langzaam vooruit komen. We gaan door het bosch. De awarte boo-men ruischen, de sterren glinsteren door de toppen, het is mooi, ondanks den slechten weg. Menschen duiken op. Een hospitaal-colonne, gereed op marsch te gaan. Zijn ze al op de been ? De menschen in de loopgra-ven daarginds zijn nog gezond, maar hier staan in dea grijzen morgen reeds de lieden, die hen zullen verbinden. We doen de lan-taarna uit. Weer een stuk geschoten dorp. We gaan te ->oet verde*. Langzaam wordt het dag. Nevelige gedaanten glijden langs den weg. Veldkeukens, Boode-Krids-solda-ten, reserven. We gaan den berg op. De weg is begaanbaar gemaakt, doordat men boom-stam naast boomstam rangschikt. Het hout der stammen is stuk gegaan door de vele wielen en schoenen, die bergop en bergaf gaan. Plotseling wordt het lichter in het bosch. De kloof wordt wijder en voor ons ligt een stukgeschoten kale bergtop. We komen in de eerste zone. De eerste zone, dat zijn de loopgraven, waarom dezen wimter gevochten is. De hooge boomen zijn vernield. Maar het onderhout loopt weer uit. Deze zone ziet er uit als een wijnberg, een hop-aan-planting. Loopgraven, puinhoopen, gra-naatkuilen. Dan echter komt de tweede lone, de berg zelf. Hoe ziet deze er uit? Men moet zich een opgezweepten oceaan voorstellen, met toornige, dicht opeenge-drongen golven. Een wilde zee bij storm. Maar deze zee is van klei en plotseling in één seconde ••rstijfd. Rc overdrijf niet. »t>o en niet anders ziet de berg er uit. Golven, putten, afgronden. De verstijfde zee golft tegen de hoogte. Daartusschen staan stom-pen van doode boomen. Zij werden door duizenden geweerkogels doorboord, tôt ze als een zeef waren en een windstoot ze ter tarde wierp. Zo.o ziet het er uit. Het ia e»J9 meest troostelooze en verschrikkelijke, wat de fantasie zich denken kan. Loopgraven, trechter aan trechter, vele meters diep en breed. Deie golven van leem zijn den uitslag van een strijd van vele maanden. Het ruikt hier naar lijken en verschrikkelijke dingen.Stuk-ken van menschelijke iichamen komen uit de kleikorst te voorschijn. iitukken laken, ineengeslagen blikken keukenketels liggen in de gaten. Om eiken granaatkuil is hier gevochten. Langzaam, stap voor stap, moesten onze troepen hier tegen de hoogte op. Tôt aan de heupen stonden zij in het water. Er is hier een weg, die den naam zolfmoor-deuaarsweg draagt. Een sappe, die slechta ondiep opgeworpen was en die de vijande-lijke machinegeweren bestreken. De lui wil-den liever het leven wagen, dan altijd door het water te waden. Duizenden hebben deze verstijfde kleigronden verslonden, vriend en vijand. Nu zwijgen ze. Vroeger droeg deze woestenij namen. Het zijn de beroemde werken Centrale, Cimetière, Bagatelle, die in Juni en Jilli geno-men zijn. Rood en nevelachtig stijgt de zon boven de doode kleizee. Granaten huilen door de lucht. Men hoort ze knallend treffen. Een swaar Duitsch kanon schiet. Dof en ver klinlkt het schot, als stond het kanon op een ander gedeelte van de geve-chtslijn. De gra-naat suist echter over ons heen en een paar sekonden later kraakt de berg. Drie granaten schiet het kanon, dan zwijgt het weer. Maar andere kanonnen dreunen. Een gra-naat zingt tweestemmig door de lucht, een dwarsvlieger. Het is een komiek gehoor. Eenige geweerkogels gonzen over den berg. Een machinegeweer blaft heesch. Plotseling komt een heele horde vijando-lijke granaten door de lucht gegild. De een achter de ander. Een krankzinnige haast. Het knalt,dat de aarde siddert.De Fransoh-man slingert werpmijnen. Het is het gewone morgenwerk. Ailes gaati goed. Door de sappen komen de manschappen uit de veldkeuken achter ons aan. Twee aan twee dragen zij op een stang 07er de schou-ders een zwaren ijzeren ketel. «Brcngt gij koffie?» «Neen, soep, vandaag moet vroeger gegeten worden.» Vandaag, ja vandaag is een bijzondere dag. De zon schijnt. Voor de eerste maal ?ia ik mooi weer in de Argonnen. Uit de waci-den der loopgraven stroomt echter ijzige koude. In de loopgraven op den Ezelsneus is reeds ailes in bedrijvigheid. Eerst komen wij bij de Wurtembergers, dan bij de Rijks-landers, dan lij de Pruisen. Daarginds, vijf-tig meter, dertig meter verder, licht achter een barière van prikkeldra>ad 't werk Marie Thérèse. Een blauwe muur van rook hangt er boven. De rook van de granaten en mijnen van het ochtendwerk. Granaten kla-gon en slaan in. De zware vijandelijike werpmijnen kraken als dondprslagen. De poston staan aan het geweer, de machinegeweren • k>eren. Handgranaten, mijnwerpers, am-munitie, ailes is gereed. Koperdraden loo-pen in een sappe. Om elf uur moet de mijn ontploffen. Overal is men druk bezig. Maar kalm, want men heeft tijd. Uitvaltrappen worden gegraven. Ernstig en stil sijn de manschappen, iets stiller dan anders, want zij weten, wat de dag voor hen beduidt. De officieren kruipen uit hun woonholen, en begroeten ons. Kapiteins en luitenants. Zij zijn vol vertrouwen en opgewekt. Ze waarschuwen ons voor een paar hoeken, waar zij handgranaten smijten. Ach, een paar uur later waren een paar van deze voortreffelijke mannen reeds dood. We gaan verder. Mijnen kraken als in-stortende kuisen. Een soJdaat is aan het graven. Een mijn heeft aarde in do loop-graaf geworpen. Plotseling is de loopgraaf vol gegooid. Een paar mannen graven. Wat is er aan de hand. Onze officieren zijn zoo-even bedolven. Met huivering zag ik het. Met huivering spreek ik er van. ïîaar het is oorlog, dat mag men niet vergeten. De mijn heeft de loopgraaf volkomen dicht geworpen. Een armstomp zonder hand stak uit de aarde. Den hoek om... Ach! Naast mij hurkt met opgetrokken knieën een doode. Het hoofd hangt op de borst. Hij ziet er niet uit als een doode. Van boven tôt onder be-stoven met een grijze aarde, hoofd, gezicht en kleederen grijs, zag hij er uit als een beeld van een slaper met opgetrokken knieën, dat men uitgegraven had. Zij allen, twee officieren en vier of vijf man, waren gevaHen voor den storm. Bij het dagelijk-sche ochtendgevecht. Opgepast ! Een mijn komt door de lucht en slaat knallend achter ons in. Wij kunnen niet verder door de toegeworpen loopgraaf. En dertig meter ter zijde loeren de Fransche gewéren. (Slot volgt). Ons Istterkuniiig zimâQSBLâe 8 BLADZIJDEN TEKST aan 5 contï^iiion Is te verkrijgen In al de gentsohe aubet* ten, bij al âe verkoopers van het blad « Vooruit » en In de « Volksdrukkorij » Hoogpaort 29, Cent. "i ■" 1— , '■ mw—i-—n n 31 "USIP — PS. 237 Prijs per T°°^d9n V">emd9 5 ceatiamon Tslefoon . fîedaotie 247 - Adminlstratie 2845 Zaiorda^ 25 SEPTËSSBER 19t5

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes