Vooruit: socialistisch dagblad

989 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 26 Septembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 20 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/5x25b0043p/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Drukster-U itgeefoter 5am: Maatschappij H£T UCHT bestuurder» P. DE VISCH. Ledcbcrg-Gent . . REDACTÎE . . ADMINÎSTRATIE HOOGPOORT. 29. GENT VOORUIT ABONNEMENTSPRFJ# B^LGIE Orle maanden. , . , , fr. 3?S Zeo maanden • , « , . fr. 6 50 Ecnjaar. fr. 12.50 M«i abonneert z!di op aile postbureelea DEN VREEMDE Drie maanden td&gelijk» verzonden). » , . . « fr. 0.79 Orgaan der Beigisohe WerkliedenparîI/\ — Versehijnende aiie daaen. i— .■«m ■ i m "y " t i TiTri 11 ni 1111 b il 11 i lu " il i l ■■ I il «ni 1 i miniili miiffr- iimi iiiihtih » m wi r n n i ri rr inniiii r mi imi i hi ■ nwrm m [mm unir i mu i i i ii mm m n Bekendmaking Ètappen-Inspektie 4. Gent, 23 September 1915. Aan de gemeente Rostelaere in wier ge-bied de verordening van het opperste Le-ger-Kommando van 3. 5. 15 W. 91 W. 0. ovr de aflevering of dooding van duiven niet behoorlijk in acht genomen is en wien het zich bevinden van 2 levende duiven op de hoeve van den landbouwer Camiel Van Hoecke ontgaan is, is op bevel van het Le-ger-Opperkommando eene boete opgelegd van 500 Mark. Dit brengt ter openbare kennis de Chef v/h Burgerlijk Beheer VON KEUDELL Regeeringsraad. Wie zal de Sasten beiaBen na i@n 0©rlo§ t Wat ook de uitslag moge wezen van den huidigen wereldkrijg ; van één ding is, van nu af aan, de belastingbetaler ze-ker : stroomen gelds zullen moeten vloeien in de berooide kassen van den Staat. En hij zucht diep en hij krijgt grijze haren bij de gedachte alleen aan het uit-zicht dat* zijn belastingsbrief hebben zal als de redelijke schepselen Gods zullen opgehouden hebben elkander uit te moor-den.Ik spreek van de « kleine luyden n on-der de belastingbetalers, de kleine gar-naal, die de kans niet hebben de lasten te doen uitzweeten door den arbeiden-den stand die, bij slot van rekening, ^1-tijd het gelag betaalt. DIE belastingbetalers zullen het heel waarschijnlijk erg te verduren hebben. De andere, die van de bovenste laag, zal men die de kosten van het gelag niet doen betalen? Best mogelijk. We weten echter bij ondervinding hoe onaantastbaar de brandkast der kapitalisten is. Het is reeds gebeurd dat ministers met goede bedoelingen — l'enfer en est pavé — eene schuchtere hand wilden uit-steken naar den porte-monnaie der fi-îiantiemannen. Er ging toen bij die menschen een gehuil en getier op om al de gekeelde varkens der wereld in den scha-duw te stellen. Dat was maar « om de deugnieterij kraent te geven b zooals men te Antwer-pen zegt want, zooals het in den volks-: mond heet : Ze zouden het wel uit de lengte en de breedte gehaald hebben. Die kerels verstaan buitengewoon de kunst de lasten op andermans rug te schuiven en, zooals wij hooger zegden, het is dan de werkende stand, uit wiens arbeid de winsten dierzelfde finantie-mannen getapt worden, die het gelag betaalt.Dit wil nu niet zeggen dat we daarom geene besliste voorstanders zijn van de klimmende belasting op het inkomen. Dat is een der voornaamste punten van ons programma en wij hopen wel, als de normale toestanden zullen terug-gekeerd zijn, dat de groote fortuinen zullen aangesproken worden. Er is echter eene belasting die meer IZMLiA'-MfccVtV.T. „ v-i. fv. ,-.<1*3* m onze voorliefde heeft. Dat is, de belasting op de dooden. Het is de beste want ze treft diegenen welke het tijdelijke met het eeuwige ver-wisseld hebben en die zijn zacht van na-tuur en pruttelen nooit... Wanneer men door dit middel, dat aan niemand schade doet, de lasten kon ver-lichten, die zwaar op de schouders van kleinen burger en werkman drukken zullen, zou er een heilvol werk verricht worden.Om te beginnen kon men reeds zekere erfenissen in beslag nemen, wat niemand benadeelen zou. Personen die geene direkte erfgena-men hebben en die er niet aan denken hun testament te maken, moet het heel en al onverschillig zijn dat hun fortuin tôt de gemeenschap gaat, eerder dan dat ze terecht komt in de zakken van nichtjes en kozijnen van het acht en der-tigste knoopgat. Jules Guesde, heeft berekend dat er geld overhoop zou gevonden worden om al de werklieden een schoon pensioen te verzekeren, met eenen taks te heffen op de erfenissen van meer dan honderd dui-zend franken. Maar de regeerders, de rijke men-schen, die tôt hiertoe door de domheid der werklieden op de kussens gebracht waren, staken niet gaarne eene schen-dende hand uit naar de erfenissen. Voor hen was de eigendom het heiligste goed op aarde. Zal men na den oorlog een nieuwen weg opgaan? Wij hopen het en wij zullen er voor werken. Er zullen dan wel menschen gevonden worden die ons zullen uitmaken voor al wat slecht is. Maar let eens op. Zooals het altijd het geval was zal het gehuil opgaan uit de rangen dejgenen die profiteeren van de onrechtvaardigheden. En dat geeft al heel weinig waarde aan dit gehuil. Hopen wij dat men er zich niet zal aan storen en dat de kosten zullen gedragen worden door hen wier schouders er tegen bestand zijn. Antwerpen. F. A. N. Nos verdadigen wij ons tegen bssmaîtelijke ziskten Voordracht gegeven door Dr. VAN DUYSE, in « Ons Huis » op 21 September 1915 Besmettelijke ziekten zijn ziekten die van man tôt man worden overgezet en door bakteriën worden veroorzaakt. Vroeger werden de meest gewaagde hypothesen over de wijee waarop de ziekten ontstonden ge-ffiaakt, thans kennen wij, dank zij den groo-ten Franschen geleerden Pasteur en de schaar wetenschappelijke mannen die zijn werk hebben voortgezet, dank zij de verbe-teringen aan den mikroskoop in de laatste jaren gebracht, de voornaroe roi die de bak-teriën in de natuur spelen en weten wij dat : « Zooals iedere plaut haar zaad heeft, tedero besmettelijke ziekte haar kiem be-ïit. » De bakteriën voeden, ademen, bewegen en vermenigvuldigen zich. In het mensche-"k organisme vinden zij toedsel in over-vloed en eene voor hunne ontwikkeling pas-sende temperatuur. Geen wonder dus dat Zl] ,fr. *n gedijen en zich met verbazende Bnelheid vermenigvuldigen, meest door ,^arse verdeeling, in klimmende (meetkun-^8e) rekenkundige reeks : 1, 2, 4, 8, 16, 32, p eQz. enz, Wat den vorm betreft 2-ijn zij «WVBw&iUend : zij zijn rond of eivormig iKokken), langwerpig (bacillen) ook spiraal-Sommige brengen vergiften voort 'e op de cellen (d. z. de kleine bestand-Mlg ys-q on je orpanen) eenea schadelii- ken invloed uitoefenen, met het gevolg dat stoornissen ontstaan die het te gronde gaan van geheel het organisme kunnen voor gevolg hebben. De besmettelijke ziekten ontstaan tenge-volge van eenen strijd tusschen twee levende wezens : de kiem die overvalt en het organisme dat zich verdedigt. Om het ontstaan van aanstekelijke ziekten te voorkomen beseliikken wij over twee soorten van middelen. De eerste hebben voor doel, den aanval te beletten. Het zijn : de aanmelding, de afzondering, de ontsmetting en de gezondmaking. De aanmelding. — Van zoodra een patiënt aan eene besmettelijke ziekte lijdt, moet, aan de overheid, yan het geval kennis gegeven worden. Die maatregel is met het beroepsgeheim tegenstrijdig. In aile landen, met eenige uitzonderingen na (o. a. België) is nochtans de aanmelding verplichtend. Het nut van dien maatregel zal door een voorbeeld nog beter viitschij-nen. Het gemeentebestuur ontvangt b. v. bericht dat op verschillende rlaatsen typhus heerseht. Men gaat na hoe de ziekete veroorzaakt werd en komt tôt het besluit dat de waterleiding besmet is. Het water wordt overal afgesloten totdat ontsmettingsmaat-regeien zijn genomen die een einde stellen aan het gevaar. De afzondering. — We begrijpen best dat ouders moeilijk van hun ziek kinc willen scheiden, dat kinderen slechts met diepe Smart hunne ouders naar het ziekenhuis zien overbrengen. Kinderen die het hart op de goede plaats hebben kunnen niet aarze-len hunne ouders, niettegenstaande zij ten volste het gevaar bewust zijn, tijdens eene ziekte bij te staan. Maar wat baten moed en zelfopoffering die niet op de noodige ken-nissen steunen. In het ziekenhuis beschikt mon over een uitgelezen personeel, dat al de noodige kennis bezit om degelijk de pati-ënten te verzorgen die aan besmettelijke ziekten lijden. In het belang van .den zieke, in het belang van de familie,in het belang van de samenleving moet de regel worden toegepast, eenieder moet dit indachtig zijn. De ontsmetting. .— De voornaamste van al de tegen • anstekelijke ziekten te nemen voorzorgen. We moeteu ons bepalen bij en-kele raadgevingen, dien voorzorg betref-fend voor ieder ziekte hoeft op bijzondere wijze te worden behandeld. In ieder speeiaal geval moet de dokter de noodige wenken geven. Het personeel van den Stedelijken ontsmettingsdienst zal hem van groote hulp zijn in die taak. De gezondmaking. — Die maatregel is alleen door de gemeenteoverheid toepasse-lijk. Op de openbare besturen berust de taak goedkoope werkmanswoningen te bouwen, stilstaande wateren te vuilen, een dienst in te richten met het wegnemen van de drek-stoffen, enz., enz. Het tweede middel waarover wij beschik-ken om aanstekelijke ziekten te bekampen bestaat in het versterken of ten minste in het handhaven van de weermiddelen waarover ons organisme beschikt, Om de aantas-tin<r door ziekte kiemen te bestrijden, zal men de maatregelen welke de persoonlijke gezondheidsleer voorschrijft doen toepassen. Bakteriën kunnen overal leven : in de lucht, in het water ,op den bodem, in mond, keel, darm, neusholte, op de huid, enz., enz. Zij dringen in ons lichaam binnen : 1. met de ingeademde lucht, 2. met de spijzen, 3. langs eene kwetsuur van de huid of van de slijmvliezen, enz. Vermits bakteriën in de lucht met het stof rond dwarralen moeten wij eerst trachten, stofvrije lucht in te ademen. De kamers van onze woningen zullen wij dikwijls verluchten (openstellen van de ramen, opzettelijk veroorzaken van tocht als de kamer slechts een moment onbewoond blijft. Die handelwijre laat tevens aan de zonne-stralen toe hunne kiemdoodende werking uit te oefenen. (Kiemen van de terir - b. v. worden door de zonnestralen na enkele uren gedood.) «Waar lucht en lioht overv!oesl?g binnen treden, blijft do goneesheer bniten». Het ophoopen van r.tof zal men door dage-lijksch schoonmaken* oeletten. Van âroog schoonmaken moet men afzien (men ge-briiike voor dit werk nat zand of eenen nàt-ten dwijL ) Tevens moet voor de reinheid van het lichaam gezorgd worden. Voor ieder eetmaal zal men zich zorgvuldig de handen was-schen. Het dagelijksch borstelen van de tan-den en het nemen van baden zijn praktijken die niet genoeg aanbevolen kunnen worden. Met spijzen en drank dringen de micro-ben insgelijks in ons lichaam binnen. Water, zelfs nadat eene ontleding het goedge-keurd heeft, moet' vooral in tijd van epide-miën gekookt worden alvoren3 men het drinkt, wil men met zekerheid o. a. aan het gevaar van typhus te krijgen ontsnappen. De waterput ligt in het1 meerendeel onzer woningen in de onmiddellijke nabijheid van den beerput. In beerputten leven dikwijls typhuskiemen ; is de put toevallig ondicht, vormt zich een kloof in de wanden, zoo kunnen de gevaarlijke bacteriën het water besmetten. Wee hem, die het waagt derge-lijk water te drinken ! Vooral tijdens het heerschen van besmettelijke ziekten, is ook het eten van rauwe groenten af te keuren. Sla b.v. kan reeds van op den akker besmet zijn, landbouwers en voortverkoopers pampelen ze om het meest, het water waarmee men ze spoelt kan kiemen bevatten enz. Voor rauwe vruchten geldt dezelfde op-merking.Insekten kunnen aile spijzen, zoowel deze die men rauw gebruikt als deze die eerst gekookt worden besmetten. De vliegen komen in aanraking met aller-hande drekstoffen, waar meestal kiemen van besmettelijke ziekten op te vinden zijn, die zich aan den snuit, de pooten en de vleugels kunnen vasthechten. Wie zal beletten dat gevaarlijke kiemen door die insekten op onze spijzen worden gestrooid. Het gevaar is ernstig vermits proefnemin. gen bewezen dat typhuskiemen drie en twin-tig dagen lang in den darm van de vlieg konden leven. Het behoorlijk bewaren van spijzen vergt het bezit van eene spijskas. Men geloove niet dat het' menschelijk lichaam, weerloos aan de inwerking van bak teriën blootgesteld is. Het organisme mag met recht beschouwd worden als eene versterkte plaats, eene versterkte plaats met talrijke verschansin-gen en van een goed gewapend garnkoen voorzien. De vijand is onzichtbaar en des te gevaar-lijker, van de kleinste bres, van de minste verzwakking der verdedigers zal hij ge-bruik maken om den aanval te beginnen. De eerste verschansingen die een aanval zullen beletten zijn de huid en de slijmvliezen. Als er geen bres (kwetsuur) bestaat zal de vijand vruchteloos pogen langa daar in te dringen, maar de kleinste wonde kan hem doortoclit leveren. Is de vijand er in ge-lukt in de wonde te dringen z66 « wil de wonde kwaad.» Wat zien wij als b. v. eene wonds aan den vinger hebben die kwaad wil. De vinger zwelt, kleine zenuwvertakkingen worden samengedrukt (pijn), bloed begeeft zich naar de bôdreigde plaats (het lidmaat gloeit, is rood.) De verdedigers treden op. het zijn de witte bloedlichaampjes. Het bloed is sa-mengesteld uit : 1. Eene vloeibare stof bloedwei of sérum ; 2. Eene groote hoeveel heid kleine cellen. In een cu'oieke milimeter bloed vindt men 5 millioen roode en vijftien duizend witte bloed lichaampjes. De laatste kunnen zich bewegen, door de bloedvaatwanden dringen zij om de bakteriën te lijf te gaan. Tusschen bacteriën en witte bloedeellen ont-staat een verwoed gevecht, overwinnen de laatste zoo geneest de wonde,zijn het de eerste integendeel die den zege behalen, zoo begint de wonde te etteren.Bakteriën trachten zich, na eene eerste overwinning, langs de bloed en lymphvaten verder in te dringen. De lymphknoopen houden ze opnieuw tegen. Als eene etterende wonde van den vinger bestaat, kan men het zwellen van de lymphknoopen in den oxel waarnemen. De strijd tusschen bakteriën en bloedlichaampjes wordt hervat, gelukken de bakteriën erin de tweede verschansing stormender-hand in te nemen dan bestaat kans dat wel-dra het gansche organisme besmet zou zijn Zekere bakteriën scheiden torienen (d. z. vergiften) af. Ons organisme verdedigt zich door het fabriceeren van antitoxisnen (d. z. tegenvergiften). Als antitoxienen er in gelukken de werking van de toxienen te keer te gaan zal de zieke genezen in de tegen-overgestelde gevallen zal men een doode-lijken afloop moeten verwachten. Door inenting (o. a. door vaccineering) kan ds weerkracht van het organism mer-kelijk vermeerderen. Huid en slijmvliezen leveren aan de microben geen doortoclit, lymphknoopen kunnen ze tegenhouden, ons organism bevecht door het voortbrengen van antitoxienen, de schadelijke werking van de toxienen. Witte bloedlichaampjes vernieti-gen de microben. Als wij nu bij dit ailes nog voegen dat Mucus van den neus en speeksel in staat ziin de bakteriën te ver-lammen, dat maagsap (chloorzuur) en gai kiemdoodende eigenschappen bezitten, en met pis, zweet en drekstoffen de kiemen uit het lichaam verwijderd worden — dan zijn we wel verplicht te bekennen dat de natuur ons milden bijstand, in den tegen de bakteriën te voeren strijd, verleent. Alleen een gezond individu is in staat aan de smettelijke ziekten weerstand te bieden. Onze weermiddelen zijn door soms gering>e oorzaken merkelijk verîwakt. Eene verkoudheid, of eene stornis van de maag ten gevolge van spijs of drankmisbruik, zijn voldoende opdat ons organism zijn verde-digingskracht zou verliezen. Verzwakkin-gen van het zenuwstelsel tengevolge van moeite, honger, vrees, kommer, enz., moeten vermeden worden, vooral tijdens het heerschen van besmettelijke ziekten. Als wij stipt de voorschriften van den Gezondheidsleer naleven zullen de kansen die we hebben eene smetziekte op te doen mini-maal wezen. De voorzitter dankt in hartelijke woorden den heer voordrachtgever voor zijne klare en prachtige voordracht. Hij wees erop hoe broodnoodig derge-lijke voordrachten zijn voor ons werkvolk. Immers 't zijn deze die door de omstan-digheden waarin zij werken, den toestand in dewelken zij leven en verkeeren, het meest aan besmettelijke ziekten blootgesteld zijn. Ons werkvolk heeft, én door zijne talrijke opkomst, én door zijn eerbiedige aan-dacht én door zijn warme toejuichingen, bewezen, dat het het nut dier voordrachten en de vruchten die ze voor hen vooral kunnen afwerpen, naar waarde schat. Ingaande op den wensch van den voorzitter, beloofde Dr Van Duyse, ons weldra op één even bclangrijke en nuttige voordracht te vergasten. In naam van het Comiteit nogmaals on-zen oprechten dank aan den heer voordrachtgever. G. V. ■ ■■■il i !■ i ii i iii i iii iiii i i ii 11 ii i i i i i i ii i i i i i i i i n In de Argonnen (Vervolg.) Bernard Kellermann vervolgt aldus : Wij moeten terug. Nu komen de mijnen, de een na de ander. Nu eens moet man rechts, dan links uitwijken. Eén valt voor ons neer. Niet in de loopgraaf, maar jr vlak naast. Zij ontploft niet. Op een derge-lijk oogenblik is men volkomen rustig. Het hart slaat niet snelîer en is reeds lang over gevoelens als angst heen. Men weet, dat men volkomen in de hand van het noodlot is en daarmede uit. Hoog in de lucht, door het blauw van den heinel, vliegt een werp mijn. Ze schijnt niet grooter dan een havik. Duidelijk zijn haar vleugels te herkennen, die haar een rustige vlucht geven. Snel vliegt ze in cen prachtige boog en ziet er wonder mooi uit. We volgen haar met den blik. Plotseling schiet ze als een havik naar beneden en wordt met elke l conde errooter, leelijker en çeva.arlijker. De duivel heeft deze mijnen uitgevonden. Op den terugweg in de sappen komen wij de soepdragers weer tegen. En we schuiven ons voorbij de ketels. Zoodra zij den doffen, schijnbaar vrij onschuldigen knal van den mijnwerper hooren, kijken zij uit, Troep$n soldaten schuiven ons voorbij, met geweren, granaten, gasmakers. Eenigen slepen groote stalen schilden meo. Eau draagt een paar postpakketten aaû zija geweer. De loopgraven raken vol. Ssdeds nader komt het oogenblik. We gaan over de verstijfde zee van klei-golven. Het ochtendvuur wordt rustiger. Onze geleider kijkt op het horloge. Nog vijf minuten. Over vijf minuten is het acht uur. Dan zal het beginnen. Precies om acht uur begon het. Op de seconde af vuurde een zwaar stuk en het donderde in de Argonnen. De zware kanonnen gaven nu salvo's af. Pauze.Toen begon het aan aile kanten. De kanonniers hadden overal gereed gostaan. De granaten zaten al in den loop, de stukken waren ge-richt. Nu trokken ze af. De hel raasde, donderde, lachte, ratelde. Het blies. siste en huilde in de lucht. Het stampte, beukte, stommelde en knorde. Soms klonk het als-of een reus, zoo groot als een berg, met een hamer op een stalen wand sloeg. Woedend en beschonken. De kanonnieren werkten als gek geworden duivels. De granaten moesten van zelf in de heete loopen springen. De een achter de ander aan. Schot. Laden. Het zweet loopt hun over het gezicht. Links boven mij, aan mijn linkeroor,vuurt met harde slagen een zware batterij. Zoo, dat de grond siddert. De projectielen rom-melen en ratelen door de lucht als een spoortrein, die over een brug gaat. Rechts boven, aan mijn rechteroor, knalt een batterij. En de granaten vliegen er met een sis uit, alsof een locomotief de veiligheids-klep open zet. Daarbij komt het kraken en knetteren van het springen der granaten, dat wij duidelijk hooren, daar we er niet ver af zijn. Er is een geraas in de lucht, zooals wanneer een trein een dal, een kloof passeert. Tusschenbeide hoort men een ge-schreeuw en een gekerm al/sof menschen door demonen worden ontvoerd en wanho-pig jammeren. Dat is het begin. Drie uren, drie voile uren, tôt elf uur toe, moet dit vuur duren. Het is de opening van het schaakspel, dat men mij gisteren heeft uitgelegd. Mudra speelt. Dit is de opening van Mudra. Ik zou het spel niet met hem willen spelen. Ik kijk op mijn horloge. Het is acht uur twaalf. Ailes is op straat geloopen. Bij wijze van spreken. De straat is een erbarmelijke weg in het bosch. Daàrnaast ligt de verband-plaats. Dokters, hospitaalsoldaten, orclon-nansen, veldbakkors en chauffeurs, ailes staat op den weg om het vuur te zien en te hooren, ofschoon er eigenlijk niets te zien is. Het geraas in de lucht is ailes. Allen zijn opgewonden. Niemand denkt aan Marie Thérèse. Het vuur maakt iemand dronken. Het is het muziek van vuurspuwende ber-gen en onwees. In de loopgraven bukt men zich achter de aarden wallen, zoo vreeselijk sissen de granaten. Boven Marie Thérèse i& de blauwe muur van rook tôt een dikken, geelgrijzen wal geworden en niets levends is te zien. Eonteinen van aarde jagen in de lucht. Het is acht uur dertig. De Franschman antwoordt. Telefoondra-den zijn afgeschoten. De batterijen wachten op bevel. Om acht uur dertig wordt het Fraasche vuur regelmatig. Nu komen zijn lagen hierheen. Een Duitsche vlieger bromt over het bosch. Naast de verbandplaats tref ik den divi» siecommandant. Onder het geraas der granaten staat hij rustig en kalm,alsof hij thuis was. En toch kan ieder oogenblik een gra-naat neervallen, dat de splinters rond vliegen. De granaat heeft voor niemand eer« " 1 bied. Het is de hel, zegt de divisie-comman dant gelaten, met een zachten ondertoon van verwondering en medelijden. Het wordt levendig, zegt hij vervolgens, even kalm. «Het zal niet lang meer duren," dan schieten ze hierheen. » Een granaat vliegt over ons hoofd, al& een bliksemsnelle, kwaadaardige reuzen-wesp. En op den boschheuvel, dicht tegen-over ons, stijgt plotseling een reusachtige, zwarte pijnboom van aarde en rook omhoog, hooger dan de hoogste eik. Eigenaardig,deze zwarte zuil staat reeds in het bosch, ter-wijl het oor nog het sissen van het projec-tiel hoorde. Een grijze rookklomp verstuifti tusschen de boomen. Vervolgens komen een paar granaten met ontsteking. De vijand zoekt naar onze batterijen. Onze houwitsers knallen, dat de aarde beeft. Naast ons, op de verbandplaats, is reedi ailes tôt het uiterste voorbereid. Een vrien. delijke dokter voert hieV het opperbevel. Operatietafel, verbandgoed, instrumenten, ailes ligt klaar. De dokters wachten. Vervolgens vertelt Kellermann, hoe hij in een hut komt, waar een brigade-generaal met zijn staf tijdens het gevecht zijn kwar-tier genomen heeft. Hier in deze hut wordt koort»achtig en toch kalm gewerkt. Een kapitein zit voort-durend aan de telefoon. «Geef me die of die aansluiting. Roep meneer die en die. Watl Het vuur is uitstekend. Er is rapport geko-men, dat de Franschen (daar en da^r ver-sterkingen naar voren brengen.» De telefoon toetert. «Jawel, het regiment X. meldt, dat ons vuur te kort is en de eigen loopgraven bedreigt. Dit is onmoge-lijk y>, antwoordt de kapitein. « Het zullen vijanaelijke granaten zijn.» Een paar roinu-ten later komt het bericlit, dat twee vijaa- -delijke vliegers in de lucht zijn en het ar-tillerievuur naar de betrokken loopgraaf leiden. « Ik zal een vlieger omhoog sturen», antwoordt de adjudant.. Een ander moet or Si jaar " M. 268 Prijs per nommer : tooi België 3 centiemon, voor der Vreemde 5 centiemen ~ ïaiefoon ; Redactie 247 - Administratie 2845 Zonda^e 2» S£PT£MB£R 1915

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes