Vooruit: socialistisch dagblad

922 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 09 Septembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 26 avril 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/t14th8cv8w/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

33' saïas* ™" N» 25 H 3 centiemen per nummçr ZomSajjj 9 Sepienrcfosi® 1S17 urgaan asr iaeigisciie werKiieaenpartii. — verscniinena© aile oag-en. Drukster-Uitgeefsler Sam. Maatsch. HET IJCHT, Best. : P. De Vïxch, f,edeberg-Qent. — Rei.-Adm., Hoogpeort, 29. Gent VERORiQEWJNC ovjr -loksslagnoming en dan har.de> In gamaakia kloodoron, vonbandstoffen «n andera wsefseis in het Selglsoh gebUd van het 4« leger. ( y ervolg 'j Art. 4. — A ■ :icevau de voorhandeu hoeveemeden. De aangifte moet op de daartoe bestemde ka*rt van oançifteten laatste op 5 September 1017 gedaan zijn bij het « Mi.itarisciies Textil Beschaffungsamt », Sa-vaanstraat,58, Gent; aîsmaatstat voor de aangifte geldt de .îoeveelheid die op den proetdag voorhanden is. De kaarten van aangifte zijn op gemeld kantoor of bij deu bevoe^den « Oriskommandauturen » te verkriigen; *ij moeten op zulke wijze worden ingevuld dat zij een overzicht g?ven van de soort en de hoeveelheid van de voorhanden voorverpen. Bij de aangitie van de in art. 1, ci)ters 3 tôt 6, opgesomda waren, moet een staal worden gevoegd. Al de aanvragen en veraoeken aangaande de Veror-dening, zija eveneens bij het « Militârisches Teitil-Beschaffungsamt » te Gent in te dietien. Art. 5. — Bepalingen betreiîende liet aankoopen. — Heia Militârisches Textil-Beschaffungsamt » heeft het recht, de aan te geven waren op te koopen tegen den prijs, die op 25 Juli 1914 in Belgiê gebraikelijk was, vermeerderd met een bijslag van 20 tôt 60 0/0. Komt geen onderhandsche aankoop tôt stand, dan kunnen de betrokken waren'on teigend worden. In dat geval bekomt de afleveraar een ontvangstbewijs en wordt de schadeloosstelling vastgesteld door de Rijks-kommissie tôt regeling van de schadeloosstellîngen (Reichsentschâdigungskommission). Art. 6. — Bewaringen gebruik van de voorwerpen. — Atgezien van den verkoop aan het a Militârisches Textjl-Beschafïungsamt » mag slechts het tieiide deel van de aan te geven waren van de hand gedaan worden, doch slechts op voorwaarde dat te voren de >n artikel 7 voorgeschreven schikkingen getroffen zijn. Overigens is het door het feit van de înbeslagneming verboden over de voorwerpen, die niet van de hand Imogen worden gedaan, op eenigerlei wijze rechtszake-1 ijk te beschikKen of ze op o® iiet even welke wijze te vervoeren, te benuttigen of te wijzigen. De bezitters zijn verplicht, die voorwerpen zorgvul-dig te bewaren en behoorhjk te behandelen. Art. 7. — Boekiiouding en atzonderlijke berging van de voorwerpen. — leder persoon die verplicht is aangifte te doen, moet een zakenboek houden over al de waren van de in art. 1 aangegeven soort, 00k wanneer hij er niet meer van bezit dan de vastgestelde kleinste hoeveeihe.len en wel zoodanig, dat daarin al de bij hem voorhanden zijndë voorwerpen, om het even of ilj al dan niet aan te geven zijn, kunnen worden nage-gaan. Elke wijziging van de voorhanden hoeveelheden, «lsook de wij?e van verbruik, moet in net zakboek ver-meld staan. De voorwerpen, die niet van de hand mo-gen worden gedaan, zijn, ais dusdanig kenbaar gemaakt, van de vrije voorraden afgezonderd te bewaren. De lasthebbers van de militaire en burgeriijke overhe-hedrn hebben 't recht, de zakenboeken, de zakenpapie-ren en bewaarplaatsen te ondorzoeken, om zich te ver-gewissen dat de voorschriften nagekomen worden. Art. 8. — Amgiften die nadernand te doen zijn. — Al de waren van de in art 1 bedoelde soort, die na den proefdag vervaardigd of toebereid worden, 00k wan-neer de lioeveslheid niet grooter .s dan de vastgestelde kleinste hoeveeineid, moeten zonder onderscneid den eersten van de volgende maand en, voor de eerste maal op : Oktoaer 1917, aangegeven worden door den ver-vaardiger en den opdrachtgever en door dengene die de voorwerpen in magazijn of in bewaring neamt. Zij zijn oïderworpen aan dezeltde bepalingen als de voor-wiirpea die op den proefdag reeds vervaardigd waren. Art. 9. — Ongeldigheid van vroegere vrijverklarin-gen. —"De verplichungen, door deze Verordening op-gelegd, blijven 00k dan bestaan, wanneer de voorwerpen, waarop deze verordening toep«#3-lijk ia, vervaardigd zijnot vervaardigd worden uitgrondstoflen, «fval, afgewerkte of hait afgewerkte fabrikaten, die op grond van vroeqere Verordeningen of beschikkingen vrijver-Iciaard werden. Art. 10. — Slraf bepalingen. — Wie de voorschriften vin deze Verordening opzettelijk of uit nalatighcid overtreedt, -wordt, zoover een andere strafwet geene zwaardere straf voorziet, met ten hoogste 25.000 mark boete of met een van deze straffen gestraft. Bovendien kan in al de gevallen de verbeurdverklaring uitgespro-ken worden van de voorwerpen, waarop 'dc strafbare handeling betrekking heeft j in geval van opzettelijke nvertreding, moet de verbeurd verklaring steeds worden uitgesproken. De Duitsehe knjgsrechtbanken en krijgsbevelhebben ujn tôt oordeelvellen bevoegd. Art. 11. — De voorschriften Tan art. 5, 6, 7 Gd a en id 3, 8, ic zin, en to, lid t, 2e zin, van deze Verorde-nlng> zijn niet toepasselijk op de waren, waarvan Sewezen kan worden dat zij, op den proefdag, het îigendom uitmaakten van de Commission for Relief in Belgium of vaa het Nationaal Hoip- ea Voedings-iomiteit.A. K. den Aafmstt» 19*7. Der Oberbeféhlshaber, S1XT VON ARMIN. Da Fransche schoonzoons van Karel Marx ' uit ne ■ Hennnsnngen van m àflCM yan ËDWARD BERN8TEI N Half Sep tomber znllen door den bo handel Erieh Reis^, te Berlijn,de Her neringen van een Socialitt, van Edut Bernstein, uitgegeven worden. Wij z l«n op dit we-k, dat belangrijke bijd gen zal bevp.tten voor de gesehiede der socialif1'' ische partij, dat eene m l3î llaptU Is Vtaaiîdoren MncJi schouwspal — Hat ovarstroom- da lanà. — Oe Blanckaert. — Do Stoen-hook. — Langowado. — Sixsohoto. iîen schrijft van Vlaamsche zijde aan « Het V»éer-and » Terwijl îk hier zit te schri jven dondert en bast aldoor îet offensief in ons arm Vlaanderen. Het ratelt eo reu-:elt onopdoudelijk; aan den Noordooster horizon stij-if.n zwarte wolken naar den grau'wen regenhensd; ioordie wolken fiitst en sfraalt het. Bij nacht is het schouwspel onbeschri)flijk. Het is een sreede strepe vuur in 't Noorden en in ' t Oosten, alsof 3e arpnd zelf er in brand stond. De muilen der bom-nenbrakende l^anonnen zijn oraritlgd met een reusach-:ig<*n vnurkrans, roodgele aureool ora de weghnilende Dom. De granaten bersten open als vlammende kra-•ers. De zocklichten slaan als reusachtige gouden zwaar-3en over het slachtveld en -naar den zwarten hemel ivaar ze voortrennende plassen zonlicht geliiken. Alom stijgen lichtkogels, drijven schitterend nelder door de duistemis, dooven ait, terwijl vuurpijlen naar de hoogte snorren en er in duizend sterrekens open stralen. In dat gehuil, onder dat vuur ligt ons Vlaanderen : een wildernis gelijk; muren en boomstrouken door me-kaar; 't kruis van de kerktorens ver vronaen neefge-smakt naast de iionderd neergetuimelde kruizen der kerkhoven; al pum, al puin — waarin de lijken van duizenden flinke jonge kerels. Wilt ge met mij, in gedachte, een bedevaart doen naar de Vlaamsche dorpen wier namen we vroe^er nooit noemden omdat daar niets gebeurde, en die thans steeds weer terugkomen op ieders lippen en steeds weer gedrukt worden in de oorlogsoverzichten en barichten van duizeDd krarnen, de heele wereld door? • • • • - 9.*': » J " ' sa van anekdotische materialen «vl geven, later breedwierig terug komen. Als iets voorloopigs geven wij hier heden de schildering der twee fransehe schoon-zoons van Karel Marx, die voor den 00-genblik van bijzonder belang is, wijl de zoon van eenen dezer twee mannen, Jean Longuet, deel maakt van de leidende groep der fransehe soeialisten die in de Kamer zetelen. Redactie. Frankrijk was in mijn tijd aan de spreek-tafel van Engels slechts onbeduidend verte-genwoordigd.Karel Longuet,d^ echtgenoot van de oudste doehter van Marx, Jenny, en Paul Lafargue, de echtgenoot van do twcédé dochter van Marx, Laura, en deze laatste zelf, kwamen bij elke gelegenheid als gasten naar Parijs. Had Laura Laîargue dan reeds meer letterkundigen aanleg, dan toch waren do twee fransehe sehoonzoons van den grooten denker trots ailes meer partijman-nen en politiekers van beteekenis. Maar zij stonden niet in hetzelfde kamp ! Longuet, die in Normandië was geboren, die aanhanger was van de leer van Proudi hon, had zich aangesloten bij den uitersten linkervleugel der radikale partij. Laf argue had met Guesde de werkerspartij gesticht die weldra den naam van Werkliedenpartij had aangenomen en die haro politieko lee-ring afleidde van de marxistische stelling. De manier waarop de politieke leering der Werkliedenpartij afgeleid was van de Marxistische stelling had den grooten man niet al te goed bevallen, zoodat hij eens tôt La-fargue zelf het beroemd geworden woord sprak: Ce qu'il y a de certain alors, c'est que moi je ne suis pas marxiste! (Wat dan zeker is dat is dat ik geen marxist ben !) Ook in de verhandelingen van Lafargue waarin deze het beproefda om het marxis-tisch geschiedkundig matérialisme van to®-passing te brengen in de geschiedenis der fabelachtige overlevermgen en ge>dachten, kwamen proeven van l>ewijsvocri ngen voor die Marx niet licht zou onderteekend hebben wegens de verregaamde gewaagdheid of roekeloosheid. Maar trots dit ailes was Lafargue toch zeker een buitengewoon sterk belezene denker, een man die zeer rijk was aan gedach-ten en ingevingen, met denwelke het een zuiver genot was te spreken en te onderzoe-ken. Lafargue is de sohrijver van spot-schriften die kunnen gerekend worden bij de meesterstukken va,n de-zen tak icber fransehe letterkande. Half schimpend en half ernstig is als waarschuwing zeker zijn werk-je JjC. droit à la Paresse, dat in Duitsch-land verscheen onder den t.itel van Dat Recht aùf Faidhmt (Het recht op Luiheid). In de politiek en in de polemiek was Lar fargue van eene bijzonder bij ten de scherpte, alhoewel hij in den persoonlijken omgang en in den vriendenkring bijzonder inschikke-lijk, v©rdraagza,am en beminnelijk was. De materialist in theorie werd plots idealist in de praktijk. Hij was als idealist een man van den zuiversten stempei en hij bezat eene veel hooger ideologie dan Longuet, die rich steeds kras stelde als tegenstrever van het marxistisch matérialisme. Ook Longuet, de vader van het socialis-tisch kamerlid Jean Longuet, die het ken-nen waard was. Kon de in Havanna geboren Lafargne in heel zijn wezen genomen worden voor een Franschen ztiiderling, zoo-als hij er persoonlijk heelemaal en zonder-ling uitzag — en zooals Daudet hem in zijn werk Tartarin de Taratcon zoo scherp af-gegpot heeft, daarentegen was Longuet «en ongemeen levendige debater, die den vari-gen zuiderling ver overtrof, niet alleen in de snelheid der ingevingen, maar ook in den grond van zijne politieke argumenten. Longuet was steeds de overlegen fransehe noor-derling, die do eigenlijke krachten van de ■vezenlijke politiek met zekerheid en vlug- ~id wist te sehatten "n aan te wenden. In een brief van den 11 November 1882 "hreef Marx eens gemelijk over zijne fransehe sehoonzoons uit Parijs aan Engels: Longuet is de laatste proudhonist en La-faejue is de laatste bakuninist et oive le Aan de boorden van de overstroomde Yser. Ge staat hier voor een reusochtig meer. In de verte is het een eh;der van geknakte boomen en brokkelende muren. O dte boomen ! Gekloven en gehouwen, gehakt en gekapt, gespleten en gespijkerd, met droge, ver-lamde takken, met «tammen die daar blîjven staan rechtop nog, kalm in de ontzetting, als de trouwe wachters van Moereland... Dan ligt daar de wijde, stille plas, begravend de kleine smalle Yser, het kanaal der Yperlee, de groote meerschen, velden, weiden, brocnagiên van Drie-Grachten tôt Nienwpoort. In de richting van Yperen, wasr de grond stijgt, versmalt de overstrooming tôt ze, bij Borsinghe, niet veel meer is dan eene reke plassen langs de Yperlee-rivier en kanaal — en een dubbele stroke doorweekte, drafebige, onbe-gaanbare moddergrond, Hoeveai uren hebben wi) doar, in dien moddergrond, staan waken, bij regen en wind, bij zonne en mist, bij dage en nachte — en zullen wij er nog staan ! Eigenlijke lo'opgraven hebben wij niet: nog is de spade nog geen halve meter diep of daar si 'peu reeds het grondwater in de gracht! Met zandzakken op zandzakken —het vaderland in zakskens — hebben wij onze borstwerin-gen gemaakt : die te versterken en te herstellen is een nooit g»«indigde taak. Achter die zakken staan we te waken. Pîanken vloeren weren, zooveel mo«eHjk, het grondwater. Over de m»d«ierboorden der inurKiatie bouwen we, op balken, rljshom en takkenbossen, loop-bruggetjes, «passerelles», die aïs goivende slangen daar liggen... Als het regent, zooals heden, dan is hec onder de grauwe lage wolken zoo troosteloos, zoo ruw, zoo verlaten "4at het heiinwee door uw kapote en khahi naar u lyarte sluipt. Dan ziet ge als 't ware het leven kwijnen in de modder, met de laatste bloem ; dan schreidt er hier een grijzc weemoed van tranen. Aan den overkant bonkt het oflènr.ief der Franschen en Engelschen. Daar, vroeger het kalme land van stille grachten, riviertjes, slooten, vijvers„kanalen, greppels, het land vangroenendeheuvels en dalen, van droomende weide* b«zooind met ha^en, van vreedzame blsnlce (ïiabîe les emporte! (Dat de duivel hen haie !) Maar de grondstelsels van dat wat Marx als bakuninisme verdoemde en bekampte, heeft zich in Frankrijk als revolutiomair syndicalisme aan de opparvlakte gehouden tôt op den dag waarop do oorlog uitgebroken is, terwijl Proudhon, met al zijne gebreken in de theorie, toch djn franschen socialist was die de ziel van de démocratie zijns volks het best verstond, beter weergaf dan al do andere soeialisten van zijn tijd. • Longuet, daarenboven, liet zijne politiek hoegenaamd niet afhangen van de theore-tische grillen van Proudhon en hij had ge-noeg van Marx overgenomen, om de grond-gedac.hten van zijne theorie geschikt aan te wend'vi vooraf zijne politieke zienswijze.Hij was niet zoo vlijtig en niet zoo oorspronke-lijk als Lafargue. Hij schraapte niet naar goud, maar hij had den blik van den be-proefden zakenkundige, die het gond goed wist te onderscheiden van het minderwaar-dig metaal, en daarbij bezat hij in hooger maat de gave van het doelmatig munten. Het moet echter met klem gezegd worden dat de beide sehoonzoons in allerhande schriften over Marx rijkelijk het hunne bij-gedragen hebben om het karakterbeeld van den grooten denker, dat wij tôt dusver beza-ten, naar verdienst-e a£ te werken e>n te vol-ledigen.Lafargue heeft in het sociaaldemocratiseh tijdschrift Neue Zeit (1890-1891) allerhand geschreven dat zeer belangrijk was omtrent de werkwijze, de letterkundige boknibbe-lingskunst en het bijzonder leven van Marx, waardoor de lezer in staat gesteld wordt om zich den edelen man voel duidelijker voor te stellen en hem veel beter te leeren kennen ais menscb en als pelitieker. En in 1900, in zijn voorwoord voor de be-roemde redevoering, die door Marx voor-gedragen werd voor den algemeenen Raad der Internationale — over den fransoh-duitschen oorlog van '70 en de «r op volgende parijsche Commune, heeft Longuet zeer belangrijke fcrekken gsechreven over de> w«-zenlijke gevoelens van den grooten politie-ken Marx, dien wij daardoor des te beter kunnen leeren kennen. Tegelijkertijd met de herinneringen van Bernstein en door de zorgen van denzelfden berlnnschen boekh&ndel, ziillen ook de El-zas-Lotharingsche Merinneringen van Lnjo Brentano verschijnen, die one zeker ook wel een en an der zullen leeren omtrent de geschiedenis der arbeidersbeweging en de mannen die aan hisar hoofd stonden. Rond den Oorlog BMlOBOSHiEN Na iederen luchtaanval op steden, opslag-plaatsen of vliegkampen, leest men van de reusachtige branden, die er zijn uitgebroken, en waarvan de hoogoplaaiende vlam-men door de vliegers zijn waargenomen, nog lang nadat zij het aanvalsdoel reeds den rug hebben toegekeerd. Deze branden worden in het algemoen niet veroorzaakt door de in scherven springende projectielen, maar wel door speciaal voor dit doel verva^ardig-de brandbommen: Zij behooren evenals de valnaalden tôt de nieuwste vernietigings-werktuigen in dezen oorlog, voor het eerst nit luchtva,artuigen gebruikt. Dr. Stettbacher geeft in het «Zeit-schrift fur das gesante Schiesz nnd Spreng-stofwesen», een besohrijving van de meest bekende brandbom der centralen, die te Es-sen gemaakt wordt. Aan de hand van deze besohrijving willen we er ook het een en ander hiervan mededeelen, al is het de tech-niek, blijkens berichten in andere bladen, ook gelukt brandbommen te fabriceeren, met een nog grooter eapaciteit. Over da samenstelling hiervan is echter tôt heden nog niets openbaar geworden. huizekens, omlommerd door ratelaars en knotwilgen — daar is nu het land van goivende menschenmassa's door stormend metaal en vuur; het land van naerpiof-fende obussen en grasaten, die diep in de kleigrond boren, er openbarsten en leem en zand ten hemel gul-pen, zoodat daar een poos hangt ea verschrikkelijke zwarte dikke wolk, welke op een reusachtige, donkere boomkruin gelijkt, de breed uitslaande takken rijzekens met den grond; het larid waaris derwi^ze worden gegraven reeksen diep uitgehalde, rawe treehters. die op hun beurt tôt vestingen worden aangelegd, waarin de vijand zich schuilt, met geweer en mitrailjeus van onder een gauw aangebracht dalc van roden en plaat-ijzer, schiet op al wat, veroverend, voorbiistormt ; schiet tôt brandbomman en handgrafialen er aile leven dooden, of grond- en hemel water de diepten *-ot som-mige kuilen herschept waar geen menscht het uithoudt. In de broekagiên, tusschen Woumen en Merckem, links van densteenweg Yperen-Steenstrate-Dixmuiden, ligt een prachtige vijver, de veel genoemde Blanckaert, overblijrsel van de Diksmuidsche golf. Bij winterdag beslaat hij een oppervlakte van ongeveer 150 H. A.; 's zomers krimpt hij tôt de helft. Aan zijn oevers verheft zich het merkwaardig kasteel van den heer De K'oninck van Merchtem : de vele torenijes spitsen boven de boomen uit; daar, westwaarts, in dat nestje van achtkan-ters en bollaerts of knot-popuiiëren ligt de eendenkeoi, wa*r talrifke vluchten wilde eenden en wilde ganzen, die hier, in den herfst, aanzwermen, worden gelokt naar de zi jfracht en gevangen onder de netten. 's Zomers w erden op de Blanckaert talrijke, plezre-rif wcitertochtjes ingericht : de scliuitjes vol toeristen, schoteu over de groote, sch«one wwervlakte en 't was al jool en zang in de nu zoo droeve streek. Visschers kwamen van heinde en ver om er tink of louw, paling, snoek en karper te vangen en trokken met hun buir naar de markten van Veurne, Dixmuiden of Yperen. Omstreeks 20 Oktober 1914 sloegheel Woumen eg, heel Mercktem op de vluch-t : naar Frankrijk ging de t/vht A et r 1 ? o T-J» Ho r\ll ! nKtnAn 4-a 7nrnan «n *t> De Duitsehe brandbom heeft een vulling van thermiet, dat is een mengsel van ijzer-oxvd en aluminiumpoeder. Dit mengsel geeft bij ontsteking in weinige seconden een hitte van 3000 graden on vormt daardoor een van de heftigste brandmiddelen. Toch is dit blijkbaar nog niet voldoende om brand te stichten, want men heeft de la-ding thermiet omgeven, met een bus gevuld met benzine, benzol of een andere licht brandbare vloeistof. De bom bestaat dan ook uit twee hoofd-deelon. Een ijzeren naar beneden breed uit-loopenden cylinder, waarin de thermiet zich bevindt en de ontsteking. Verder een blildren ringbus, waarin de vloehtof. Beiden deelen zijn vastgezet op een zelfdcn ronden kegelvormigon bodem en van boven door een ijzeren dekschijf aan elkander geschroefd, zoodat ze niet te schei-den zijn. Het gedeel is verder verpakt in een zeil-doek dat rneerdere malen in vloeibare teer of hars is gedoopt, waardoor de bom door een licht brandbaar dek tevens beschermd is tegen aile vocht. De ijzeren cylinder is geheel gevuld met thermiet, alleen aan de bovenzijde is een smal kanaal opengelaten, waarin de ont-stekingsinrichting. Deze bestaat uit een messingen busje, waarin een ijzeren valblok-je voorzien van een stalen slagpin, en van ondoren gevuld met roodzwart kruit, waar-boven een laagje slagsas, dat ontbrandt als de slagpin er indringt. Om de kane te ontgaan, dat dit gevaar-lijk projectiel, door ontijdige ontbranding, aan eigen troepen, gebouwen of luchtsche-pen schade zou berokkenen, is er een dubbele verzekering daartegen aangebracht. Deze bestaat uit een pin, welke van buiten af door het valblokje is gebracht en die voor het gebruik eerst moet worden uitgetrokken. Is dit geschiedt, dan blijft het blokje met de slagpin nog hangen op een ring die pas ver-broken wordt door een schok, waartoe het noodig i» dat het zware projectiel van een hoogte van minstens 5 meter valt. Deze geringe valhoogte heeft men moeten nemen, omdat vooral in den laatsten tijd de vliegtuigen zeer laa-g dalcn om des te zeker-der te zijn van het treffen, vooral daar waar het kleine doelen betreft als vliegtniglood-sen, machines, enz. Al is do ontstekingsin-richting ook zoo gevoelig gemaakt, dat de vliegpin zelfs bij het neerkomen onder hoe-ken van 30 tôt 45 graden in het slagsas slaafc, toch is het noodig zooveel inogelijk zoodanig te werpen, dat het projectiel loodreeht neer komt. Vooral bij het loslaten op groote hoogl te uit snolvliegende luchtvaartuigen is dit van belang. Boven op den bom ligt hiertoe opgevou-wen een zoogenaamd richtvaan, bestaande uit een anderhalve meter lange doek, die met een punt aan den ijzeren dekschijf vast-zit en zich bij den val ontrolt, waardoor be-reikt wordt, dat na 100 M. het projectiel een loodrechte richting heeft. Vs'at de werking van de brandbom aan-gaat, deze is als volgt. Wordt het projectiel in zijn val gestuit, dan dringt de slagpin in het slagsas en doet dit ontbranden, tengevol-ge hiervan begint ook het kruit en eindelijk de thermiet. Voor dat dit geheel brandt en vloeibaar is geworden verloopen 3 à 4 secon-ien gedurende welk tijdsverloop de bom stilt blijft liggen en men er niets aan merkt, ten-zrij eenig borrelen aan de bovenzijde. In de volgende seconde hoort men een eigenaardig knetteren on slaan de vlammen er uit, de brandbom is dan gesprongen. In een halve minuut bereikt het vnur haar irrootete kro/'ht. De vlammen vormen een groote fontein, totdat het ijzer gesmolten is în de brandende vloeistof overal heenloopt, langs het eveneens brandende teer of hars-sehtige omhulsel. Een huis, of een gebouw, yi een loods, dat door een dergelijk projectiel getroffen wordt, gaat zonder dat red-iing mogelijk is in vlammen op. De werking van deze brandbom wordt nog verhoogd door het feit, dat de vloeibaar geworden thermiet ook de onderlaag door-arandt. Blijft dus de bom in een gebouw op Clercken en bestookten de streek met shrapnells en obussen. Notaris Proot vjn Woumen was de laatste om te vertrekken. Maar toen hij, ten slotte, toch gaan moest, was de steenweg op Yperen versperd door de Franschen en was hij verplicht den weg naar de Blanckaert in te slaan. Daar nam hij met zijn vrotrw en kinderen plaats in een schuitje, dat hem in de richting Noordschoote zou brengen. Reeds waren de Dnitschers in het dorp; bom-men vlogen allenthenen. s'.oegen neer in de vijver... Heeft een dezer het schuitje getroffen, of is door een avereehtsche beweging het zwaar beladen hulkje om-gekanteldt Ik weet liet niet : maar 't gaf, niettegen-staande de tragische dingen die alom gebeurden, toch een geweldige beroering in de streek toen men vernam dat notaris Proot met zijn gezin in den vijver was ver-dronken.Zoo was het begin van het wreede drama, dat nog steeds, en bloediger metteruur, aan de oevers van Yser en Yperlee wordt gespeeld. Me ni g riviertje eindigt zijn loop in 't bed van de Blanckaert o. a. de bekende Steenbeek, diç niet verre van Hout'nulst ontspringt en kronkelt langs den noor-derzoom van het door Engelsche vliegeniers reeds zoo dikwijls met bommen bestreken Bosch van Houthulst, laatste overblijfsel van het middeleeuwsch beruente « Vrqbusch ». Bezuiden de Blanckaert. waar de Yperlee-rivier, het Yperlee kanaal en de Martjesvaart bijeenkomen, ligt Drie-Grachten. Toehier sirekte zich vroeger de Dix-muidensche golf uit, die van Drie-Grach(en tôt aan Dtxmuiden in de g«eeuvT bekend was als de tsere Por-tus. Het inundatie-gebied is er anderhalf kilometer breed. Hqogerop, vooraleer Steenstraete te bereiken, ligt het, in dezen strijd zoo beroemd geworden Veer-huis, of Maison du Passeur, en wat verder, even voor-bij Poezele. het boerderijtje — huis in leem, s>roo-ge-dekt, muren witgekalkt — bekend onder den naam van Witte Hv?is, waar de veerman n in een ouderwetscii [ bootle overdietiaoratl-braciit» . een verdieping liggen, dan is de vloer bij een hitte van 3000 graden in weinge seconden doorgebrand en lekt het vuur naar de ondorste verdiepingen. Zelfs in het grootste gebouw verspreidt het zich dan'spoedig van boven naar onderen en zet ailes in vlammen. Aan blusschen van deze brandbommen valt door de groote hitte niet te denken, terwijl door de toevoeging van benzol, dat lichter is dan water en daarop drijft, ook dit mid-del niet helpt. Men kan zich dan ook een denkbeeld vormen van de verwoesting en de schrik, die deze in enkele oogenblikkeo uit-brekende branden in een ru «tige stad teweeg kunnen brengen na een bozoek van vijande-lijke vliegers. VARIA Tegsn wespenstokon Tegen de steken der wespen (tardbijen) die in den zomer veelvuldig voerkomen, wordt door S. Riedeî.in Beieren, het look warm aanbevolen, een gewas met den ajuin nauw verwant, dat-in vele moestumen wordt aangetroffen. Is de steekplaats moeilijk te bereiken, bijvoorbeeki, in den hais, dan plettere men eenige boîletjes look en zwelgtze langzaam op. Spoedig bemerkt men betemi». Bevindt de gestoken plaats zich op de huid, op de lippen o t op de toug. dan is de behandeling veel eenvoa-diger. Men wrijtt de plaats ceiivoudig met een ituki* knoflook goed in en 't is afgeloopen. Bij het gebruik van oj^ene kannen, voor 't draget» van melle of bier, zooals ze door de kinderen veel ge-bezigd worden met het vesperbrood, voor de werklie-den aan den arbeid, bestaat er menigmaal gevaar voor wespensteken. Van daar dat men uit eene opene kan pooit zou raogen drinken, den na zich verzekerd te hebben dat er wellicht geene wespen ingekropen zijn. Daarom is het ook best, altoos kannen voorziea van deksels voor melk of bier te gebruikeu. # * * De oorsprong van het alphabet Men weet dat het alphabet, in gebruik bij de volkeren vaai Midden- en West-Eu-ropa, door de Romeinen aan de Phoeni-ciërs ontleend werd en zoo tôt ozis g©ki>-itien is. Daarover zijn het aile geleerden sinds lang eens ; over de vraag echter oî de Phoenicërs ons alphabet uitgevonden hebben of dat zij het op hunne t»eurt aan anderen ontleend hebben, bestaan groota mebningsverscliillen. Onlangs lieeft de beroemde Gôttinger Egj'ptoloog, Kurt Seth, in eene verhande-ling, gepubliceerd in de «Mededeelingen van het Koninklijk Genootechap van We-tenschappen te Gottingen », opnieuw da kwestie van den oorsprong van het Phoe-nicische alphabet onder al zijne gezichfcs-punten uc^i udeerd en haar op gelukkige wijze opgelost. Dit alphabet is geschapen geworden naar het voorbeeld van het Egyptische klankalphabet van 24 letters, niet als eene slaafsche overneming, zooals langen tijd geloofd werd, maar als eeno nieuwe schepping, tôt stand gebracht onder den methodischen iavloed van het Egyptische schrift. De heer Sothe, zich steunende op feet rijk» materiaal, waarover de wetenschap in onze dagon beschikt, heeft aldus op geleerde en methodische wijze de juist-heid bewezen van de stelling, voor ongeveer ééne eeuw met eene waarlijk geniale intujtie voorcpgezet door François Cham-pollion, den ontcijferaar der hieroglyphea Volgens deze stelling bestaat de verdiensfc* der Phoeniciërs daarin, dat zij de voila waarde erkeDd hebben van elke klanklet-ter, welke de Egyptenaren doo-r toeval uit-gevonden hadden in den loop der ontwik-keling van hun zeer ingewikkeld schrift, zonder de juiste waarde ervan te beseffen. De heer Sethe dcet in zijne stndie ni-:t zonder reden opmerken dat de mensch-heid zich gelnkkig mag achten. over he* feit dat de Kanaaneche Semieten, die lafceil schrift door middel van klankletters,huimel intrede in de geschiedenis juist langs Egypte gedaan hebben en niet met andere beschavingen in aanraking zijn gekomen. Wie weet, of de mcnsch tôt het alphabeti-scho schrift zou gekomen zijn ? De heer Sethe knoopt. aan deze stelling eene hypothèse vast van zeer groote draagwijdte. Eene reeks bijzondere waarnemingesn heeft hem tôt de gevolgtrekking gebracht, dat het Phoenicische alphabet entstaan » fc-ij een Kanaanschen stam, die langen tdjd Egypte en, geene geschreven taal heb-bende, er zich een gesmeed heeft naar het voorbeeld van het Egyptische alphabet. De geleerde gelooft in dezen Btam 3e Hyksos te herkennen, een iSemietisch voîk, | dat omstreeks 1700 v66r onze tijdrekening Egypte veroverde en gedurende langer den tien eeuwen Neder-Egypte besette, wa-ar-van het de beschaving overgenomen had. Dit is nog het volk, in hetwelk Josephus, mis- Bij Drie-Grochten ligt het Umd laag. om echter Zuid en Noord waarts te klimmen, zoodat de grond bij Houthulst reeds 30 m. boven het zeevlak is en door het Yper sche voorname heuvelkammen loopen. Uit een dezer — de Frezenberg, ten Westen van Zo-.v nebeke — ontspringt de Haenebeek, die voorbij St Juliens en Langemarrk loopt, ten Noorden van Bixchots de St-Jansbeek wordt genoemd, om, te Langewade, de in de communiqué's dikwerf voorkorftende Martje* vaart te vormen. Langewade is de thans zeer bekende naam van cet; gehucht van Merckem : wie daar, in vroeger eeuwen, voorbij wou. moest wachten tôt hij bij laag water door de zompe kon waden. Te I.angewade staat —liever stond — een der oudste kapellen van Vlaanderen, laag» den steenweg Yperen-Dixmuiden; op 15 Oogst wan zij een uitverkoren plaats tôt bedevaart. Als ge den daareven genoemden «teenwcg zuld-waarts volgt dan li^t aan uw linkerhand, op een baîf uurtje van Lanre\< nie, Bixchote. Tôt op den Isatsten dag voor de besciiiéiing, ia veel langer nog, bleven hier de lialsstarrige boeren — î et als hun stijf hoofdige col-lega's van Noord en Zuydschote — niettegenstaaude gevaar en bedreiging en militaire bevelen, hun hoeven bewonen. Niemand had er vat op ! En als een officier hen vroeg waarom ze niet weg wilden, kr^g hij tôt antwoord Dit is mijn hofstee, en 'k en maak ik geen plaats, en 'k en ga 'k niet weg, ik wil hier stervea l'en lange leste wos men verplicht ze mot geweld te vet-drijven!"l'oen, begin October 1914, de Duitschers van den Catsberg werden verd^eveu door de Engelschen, hoor-de men voor de efrste maal het kanon tôt Poperinghen, Yperen en îoote. Toen daverde die streek dag aan dag : ze davrt er nog. Verschrikt en verwonderd staakten de tnensclien toen aile werk. Uit het Pope-ringsche sioe.-en velen dadelijk op de vlncht, noord. waarts toe oi naar Calais, van waar ze naar Engelanct overstaken.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes