Vooruit: socialistisch dagblad

1235 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 21 Septembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 20 septembre 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/348gf0nw2r/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Drtikster-U stgeeïsîe» ftun: Maatschappij H ET LICH? bestMarder» P. DE VISCH. Ledçberg-Ocnt . . REDACTÏE . . ADMINISTRAT^ KOOGPQORT, 29. GENT Qrgaan det* Bel^ische Werkliedeiïparfij. — Yerschjjtiende aile clayon. ABONNEMENTSPRIJS BELOIE Drle maanden. . . , , fr. 3.21 Zes maanden fr. 6 54 Een jaar. fr. 12.50 Men abonncerî sich op alie posthurecico DEN VREEMDE Orls maanden (dagelijks vcnonden). ..... îr. C1% Z66 plots de oorlog gekomen is, zoo onverwachts kan ook de vrede zijn in-trede houden ! Wat zullen de menschen dan doen? Zien wij, wat ze deden voor honderd iaar! Na de verbanning van Napoléon naar Elba en nadat in Frankrijk het koning-dom terug was ingesteld (in 1814), ver-scheen van den graaf de Saint-Simon en Thierry, zijn leerling, die later de beste geschiedschrijver van Frankrijk werd, een werkje over de reorganisatie van Europa. Daarin schiîdert Henri de Saint Simon een Europeesche staatsvorm, die verdere oorlogen onmogelijk maakt Welke is nu de beste regeeringsvorm ? Het landsbestuur moet ontledend, sa-menstellend te werk gaan, vindt Saint-Simon.Het Engelsch stelsel, — dat toen het meest liberaal was, — voldoet het best aan de vereischten : de wetten worden samenstellend onderzocht door den _ ko-ning en zijne verantwoordelijke minis-ters, ontledend door het huis der Ge-meenten, terwijl het huis der Pairs als middelaar tusschen beide machten komt. In het Saint-Simontisch stelsel be-houdt iedere staat zijn eigen parlement, maar boven deze afzonderlijke regeerin-gen staat een « Algemeen Europeesch parlement », met een bijzonderen ko-ning. Dit internationaal bestuur zou te beslissen hebben over iedere kwestie van algemeen Europeesch belang : het ver-effent de geschillen, ontstaan tusschen de onderscheiden regeeringen; het be-slist over de wijzigingen aan de gouver-nementen aan te brengen, — ailes in het belang van het volk — ; het zou Europa, de gcheele wereld bewoonbaar maken ; , het beeft de leiding van een oj>enbaar onderwijs; het stelt een wetboek van ze-denleer samen, — aile vrijheid van ge-weten is toegelaten, behalve hetgeen in strijd is met het wetboek van zedenleer. Saint-Simon vraagt zich af of dit plan uitvoerbaar is. Is het een utopie? Neen, want dit is een hersenschim, wat niet rijp is voor zijn tijd, — en dit kân geen ontijdige vrucht zijn : de vorm is een bestaande, Engelsche vorm, het Engelsch en Fransch volk moet slechts het voorbeeld geven aan geheel Europa! Wat deden de vorsten nu? Door het Congres van Weenen werd de Europeesche koek in brokjes ver-deeld, — zonder te fien naar de naties : België werd aan Holland verbonden, — door de heerschers. Om nu hun brok zeker te behouden; ora het Christendom te hervestigen ; om het koninkdom op Gods genade, om het oude systeem, om het absolutisme te handhaven, sluiten de vorsten een « Hei-lige Alliantie ». Wat verschil tusschen de twee stel-sels ! Door het Saint-Simontisch systeem werden aile oorlogen vermeden; de Alliantie moest noodzakelijk bloedbaden doen ontstaan, doordat verdrukte naties recht eischten tegenover bevoordeeligde volkeren, doordat- de vooruitstrevende menschheici opstaat tegen oude sieur, tegen het feodale systeem, dat men terug wil inrichten; doordat soms wel een baatzuchtige militaire partij van een vriendenkoek wil bij ten. Saint-Simon, die, niettegenstaande de vernedering van Frankrijk, de handen hartstochtelijk reikt tôt aile volkeren om ; <je internationale banden onverbreek-°aar te smeden, blijft geheel alleen staan met zijn edel plan ; de vorsten, — I ^eunend op het chauvinisme, ontkiemd [ door de verheerlijking, de aanbidding | "ma van hunne oppermacht, — woeke-! ^nd op 's menschen dankbaarheid om j ,''nne verlossing uit de klauwen van een I r' vingeland, Napoléon, — weten hun-"pn vrede, zonder eenige oppositie, door I drijven. ^at deden de volkeren? I Zij weenden, zij juichten en lieten de I 1 irsten voorbereiden :, de bloedige ge-l sc?'edenis van 1830 van... : I terug maar tôt onze verschrikkelijke I ,r,<_ag . wat zullen de menschen nu doen? I 7-ullen zij gedwee toezien en de keizers i ■ ,TI, Koningen, de diplomaten laten han- 1 ! r?K?j n z'-î schuld zijn dat hun- 1 I pf. hunne kleinkinaers, hunne ! I «,;» amm®lingen op eene dergelijke ma-I n ultg<"moord ? Neen, het volk t ®oet handelen ! Wat zal het doen ? et Saint-Simoniisch stelsel invoçren? 1 Is dit nog voldoende, nog toepasselijk? Hebt gij periodieke hoofdpijn, zoo ga niet naar de apotheek en koop geene poeders : tijdelijk wel kunnen zij de weeën stillen, het gevoel verdooven ; maar ga tôt den geneesheer, hij zal de oorzaken van uw smarten opzoeken en ze doen ophouden, door de oorzaken te ver-wijderen.Z60 moet gij ook, om den oorlog voor immer weg te nemen, zijne oorzaken doen verdwijnen. Neemt het stelsel van Saint-Simon de oorzaken weg? Saint-Simon, bewust dat hij leefde ge-durende een overgangstijdperk tusschen een oud en nieuw systeem, trachtte het oude stelsel te schetsen : de gezagvoe-rende machten waren de verstandelijke, uitgeoefend door de pauzen en theolo-gen, en de wereldlijke machten, in de handen van leenheeren en « soldaten ». Juist die wantoestand venvekt stilaan een kentering en is de kiem van het nieu-we stelsel : stilaan komen de positieve wetenschappen, door de Arabieren aan-gebracht, het gezag van den paus ver minderen, het ijzig geloof, of beter de onnauwkeurige verbeelding moet slinken voor het Ware, voor het Weten; de geleerden krijgen meer en meer aanzien tegenover de geloofsmannen ; — de ge-meenten veroveren hunne vrijheid en zoo komt de Arbeid het leenroerig stelsel verdringen. In den glorietijd van het oud systeem hadden aile oorlogen in schijn als oorzaak een geloofskwestie, — de Kruistochten leveren een afdoend bewijs, — of een on-derlinge twist tusschen de wereldlijke machten; maar gelijken tred houdend met het verzwinden van het oude door het nieuwe systeem, krijgen de oorlogen een meer en meer zuiver economisch doel : het behoud van de vrijheden van een gemeente; het eigenbelang van een stad, van een gilde. In het algemeen kan nu gelden : een oorlog is, om op economisch gebied het evenwicht of het overwicht te behouden of te bekomen. • Laat ons nu zien, wat het nieuwe stelsel is waar de maatschappij naar streeft. Door de Fransche revolutie wilden de voortbrengers zich ontmaken van aile parasieten : adel en geestelijkheid ; maar er ontstonden andere woekermenschen : Napoléon schiep een nieuwen adel; ik-zuentige speculanten kwamen in het be-zit van de verbeurd verklaarde gronden, — deze nieuwe niets-voortbrengende stand noemde Saint-Simon : « de bur-gerij ». Daar naast stonden de voortbrengers : handwerkers, geesteswerker3, geleerden en kunstenaars, die Saint-bimon wilde vereenigen in eene partii : de industrieelen. Aan de industrie be-hoorde de toekomst; zij zou de parle-menten vullen, de wetten maken; de voortbrengers, de productie regelend, zou den de anarchie in de voortbrengst doen ophouden; het economisch evenwicht kon dus niet meer geschokt worden.Maar... de «industrieelen» waren niet te vereenigen, dat zag Saint-Simon niet, dât was zijn zwak! Want juist in den schoot der voortbrengers ontstaan nieuwe parasieten : de werker kan zich niet meer de ingewikkelde werktuigen aan-schaffen, — die, met het stoomtuig verbonden, de fabrieken baren ; — hij wordt afhankelijk van de machine, in de handen van een werkgever, — die de arbeidskrachten koopt; er moet dus een strijd ontstaan tusschen kooper en ver-kooper, tusschen werkgever en werker. Het geld is ruilmiddel, maar het kapi-taal, het grootbezit werd vruchtbaar : de werkgever, meewerkend uitbuiter eerst, wordt weldra uitsluitend 1 woekermensch, wordt kapitalist. Dat het rijk der toekomst niet aan de « industrie » maar aan het kapitalisme behoorde, dât kon Saint-Simon niet zien, niet voorzien. Daarom ook is de Saint-Simontische vorm niet oorzaak-wegnemend, niet doeltreffend :. het economisch evenwicht bliift verbro-ken, wel kunnen soms de oonogen ver-meden worden, maar de »chokking zal zich uiten door weevolle crisissen. Het scheidsgerecht-stelsel tusschen de gou-vernementen wanneer twisten ontstaan, is het pijnstillend-poeier-innemen van onzen zieke, wanneer de smarten zich doen gevoelen; de ziekte echter blijft bc-staan.Hte iinigst systeem, dat de anarchie in de -productie doet ophouden; het iinigst systeem, dat orde brengt in de eiofffiink, dat h& fvettwidiÂin de staa/.- huishoudkunde herstelt en behoudt, is het Socialisme. Aan het Socialisme alleen is het gege-ven de oorlogen onmogelijk te maken, de moordpartijen tusschen de menschen te doen beschouwen als lang vervlogen legenden, even onbegrijpelijk als een ge-vecht tusschen de oudç Goden. Het Socialisme moet dus heerschen bij den vrede? Neen, dat ware onverteerbaar voor onze zieke maatschappij, met hare dwaal-begrippen over eigendom en quasi-vrij-heid en wat al meer ! Een Socialistische Staat dan reeds willen inrichten ware een utopie, ware een revolutie verwek-ken, omdat aile weten, — en het Socialisme is op weten gesteund, — niet met sprongen ontwikkêld wordt, maar door zachte overgangen tôt het Ware komt. Wat moet er dan toch gedaan worden nâ den oorlog? De maatschappij moet, als overgang, een oorlogswerende organisatie tôt stand brengen; deze mag niet gegrondvest zijn op enkele personen, zooals de Alliantie, maar moét steunen op het volk! Een scheidsgerecht kan dân uitsluitend dienst doen wanneer het belangloo-ze rechters heeft, of beter nog, wanneer zijne rechters er aile belang bij hebben tôt een goede verstandhouding tusschen de partijen te komen, — en wie méér dan het volk, zoo algemeen mogelijk, wil an-ders dan den vrede? Mij dunkt ook, door de bevoegdheid van het oorlog-verklaren uit de handen van enkelen te nemen en ze aan de alge-meenheid te geven, — door de oorlogs-verklaring slechts te doen nâ een plebis-ciet bij voorbeeld, — dat "de oorlogskan-sen veel zouden verminderen. Dit ailes moet voorbercid worden, nu reeds, door âl de menschen! Want, zoudt gij niet den minister, die het land, — bij een aan val, — niet voorbereidt tôt de verdediging, bestempelen als een mis-dadiger, ah een landverrader? Voorzeker, doch gij zijt een honderd-maal grooter misdadiger, een gemeener landverrader, als gij ook u niet voorbereidt om ditgene te handhaven dat allen aanval onmogelijk maakt, dus om den vrede te verzekeren! Vooruit dus, menschen aller standen, aller denkwijzen... aller landen, — in de onzijdige landen bestaan reeds soortge-lijke inrichtingen, — vooruit, opdat gij bij het staken der vijandelijkheden voor-bereid wezet een inrichting te scheppen, die den vrede verzekert! Voor ons, socialisten, valt er meer te doen ! Wij moeten met dubbelen ijver den strijd aangaan tegen het kapitalisme, dat zijn toppunt, zijn keerpunt bereikt door de centralisatie van het kapitaal. Een geweldigen strijd moeten wij leveren, niet met het zwaard, maar met het Waarheidslicht, dat meer en meer op-blauwt rond de sfeer van het duister niet-weten, om alzoo de menschheid af te keeren van het lonkend dwaallichtje, het kapitalisme, dat ze aanbad, en ze op te voeren tôt het Ware licht : het Socialisme.Tegen aile oorlogen, voor den eeuwi-gen vrede zullen wij dan gewerkt hebben, bezield door het Socialisme, gedre-ven door dat geheimzinnige waarvan wij zelf deel uitmaken, het wezen het éénige Ware. G. STRIJDERS Gent, 13 September I915. Rond den Oorlog Kloor vUantieliik granaatvuur isedolven Een officier, die voor Yperen gewond is geraakt, ve^telt in de «Kôlnische Zeitung» : Dagelijks openden de Engelschen reeds in de vroegte het artillerievuur op onze stellin-gen.Het was nu twee uur 'g middags gewor-den. Sedert drie dagen hadden onze man-nen ternauwcrnood geslapen. Sedert vier en twintig uur zeer weinig gegeten. In bonté rij zonden ons de Engelschen granaten, shrapnells en mijnen toe. Onze mannen hiel-den zich dapper. Beter dan de vorige dagen troffen de Engelsche granaten ons-e loopgraven en schuil-plaatsen. De heift van de groep blijft staan, de andere helft legt zich met opgeplante ba-jonet op het geweer daar naast, comman-deerde ik en zette mij daarop in de laatste schuilplaats, die er te vinden was. Het was do w&arûcmjnggf'pat van de batterij met twee officieren, een onderfficier en een tele-fonist. Ik zet me bij hen op den grond en we wachten de dingen af, die komen zullen. " In de tegenover gelegen rest van de schuilplaats zoekfc een vaandrig met eenige man-ï nen dekking. Nauwelijks zijn we onder dak of daar komt reeds de eersto ^granaat. In onze nabijheid slaat ze in. Vuil, stukken steenen, en allerlei andere brokken vliegen om ons heen. Een blik overtuigt me, dat do granaat in-geslagen is in een niet ver van ons gelegen Engelsche loopgraaf, die de Engelschen ge-durende hun beschietingen aïs te gevaarlijk plegen te ontruimen. Door de ontploffing was een gevuld Engelsch vleeschblikje naar ons toe geslingerd. De tweede grauaat slaat reeds dichterbij in. Nu schieten ook onze artilleristen terug. Een derde Engelsche granaat komt aange-huild. Ze zit reeds bedenkelijk nabij. De Engelschen schieten vandaag drommels goed. Zwijgend en ernstig leggen onze mannen zich ter aarde. Niemand verlaat de post, waarop hij is gesteld. Weer gehuil. En een garve van vuil, klei en scherven springt in onze onmiddellijke nabijheid in de hoogte. De zaak wordt steeds onaangenamer. Lui-tenant L..., dis een jachttijdschrift had zit-ten lezen, legt dit uit de hand en merkt ge-laten op : Die was drommels dicht bij. De telefoon meldt: Batterij vraagt waar de laatste schoten zaten. Het eersto sehot was raak. De... hier verstomde het ant woord. Want op dit oogenblik klonk een oorverdoovende knal, gevolgd door een doodsche stilte. Een oogenblik zijn wij be-wusteloos. Wij hooren en zien niets meer. Om ons is het pikdonker Wij zijn bedolven. Men Iioort een wanhopig geroep van : help i help ! Een granaat was onmiddelijk op onze schuilplaats gevallen en had deze vernield. Ik zit tôt over het hooîd in het zand en ternauwcrnood kan ik de oogen openen. Roe-pen kan ik niet. Met uiterste inspanning trek ik mijn hais wat omhoog en zie ik boven mij een zwakke lichtschemer. Stukken van balken en rails liggen op mijn lichaam. Ik probeer me nog wat hooger te rekken, maar nieuw zand stroomt op mij neer. Ein-delijk gelukt het mij het hoofd vrij te krijgen. iïen tooneel van verschrikking zie ik voor mij. Gewonden liggen onder zand en puin. Hémeil', help mai steunt do onder-officier.Beeds zia ik mijn braven oppasser, die uit een naburige schuilplaats naar ons toe gekropen is. Ondanks het gevaarlijke van den toestand, probeert hig mij met de handen uit het puin van de schuilplaats te be-vrijden. Reeds heb ik mijn arm vrij. Nu komen ook de vaandrig en de andere kame-raden onverschrokken naar ons toe, om ondanks het gevaar te redden wat te red-den is. Intusschen hoor ik het geklaag van de bedolven en gewonde kameraden. Na twintig minuten heeft men mij te voorschijn gehaald. Alleen mijn linkervoet zit nog vast geklemd. Met aile kracht trek ik. Hij geeft mee. Twee man tretkken mij nu geheel uit het hol der verschrikkingen. Dan zie ik hoe uit de vijandelijke loopgraaf de Engelschen, wier aandacht gewekt is, mikken en schieten. Pas opl roep ik, de Engelschen schieten op ons. De kogels striemen ons om het hoofd, maar geluK^ig trof geen enkele. Wonderbaarlijk genoeg had ik geen enkele uiterlijke verwonding. De zenuwschok, de kneuzingen en de zware hoofdpijn, vooral echter de' hevige pijn in mijn oude, zware wond van Augustus van het vorige jaar, zijn nog verdoofd door het gevoel; gered ! De ganaat had onze bom-vrije post geheel vernield. De onderofficier was daarbij helaas om het leven gekomen, de beide artillerie-officieren waren zwaar gewond. Nu lig ik een dag na de vreieselijkste van al mijn oorlogservaringen met een der beide waarnemers in de vriendelijke kamer van een veldhospitaal. Bij de gedachte aan hetgeen gistercn gsbeurd is, loopt me nog een rilling ovier den rug... Hoilang kan de msnsch livsn? De wereldberoemde menschennatuurkun-dige Floerens heeft gezegd « dat de mensch niet sterft maar dat hij zich zelfmoordt » en na den niet minder vermaarden hooggeleer-de Hafeland heeft hij getraeht te bewijzen dat hij ten minste honderd jaar Bioet en twee honderd jaren ban leven. De zwitsersche ontleedkundige Haller heeft gesegd dat de mensch gemakkelijk twee honderd jaren kan leven en hij heeft zich met zijne volgelingen in het bijzonder toegelegd op het onderzoeken van de levens-wijze van uitgezonderden die inderdaad zoo lang geleefd hebben. En na Haller zijn er andere geleerden van naam gekomen die vol gehouden ..ebben dat een welgevormde, r ^zonde en normale mensch, die van niets misbruik maakt, die geene onvoorzichtigheden begaat. die gedu rende zijne jeugd zijne levenskrachten spaart, die zijn leven regelt naar de weten-schappelijke regels van de gezondheidslef _ die « met zijne gesondheid niet speelt », die zou waken, Ter^en, eten en drinken zooals het behoort, nog jong en sterk zou kunnen zijn op den quderdom waarop zijne mede- menschen reeds ouderlingen zijn geworden. Of weet men niet, vroegen die geleerden, dat Sophocles honderd en dertig jaren oui. geworden is en dat hij zijn beroemd geble ven treurspel Œdipe à Colone geschreven heeft als hij meer dan honderd jaren oud was ? Weot men niet dat Attila, die nochtans een zeer bewogen avontudierslevcn doorge-maakt heeft', honderd-vier-en-twintig jaren oud geworden is? In de russische geschiedenis SDreekt men van een soldaat die den veldtocht van Lut-zen (1632) en de verovering van Pultawa (1709) meemaakte en den ouderdom van twee-honderd-en-twee jaren bereikte. Hufeland en Montorge hebben al de bij-zondeAeden verzameld over de levenswijze van den engelschen boer Parr, die in den ouderdom van honderd-twee-en-vijftig jaren door Karel I naar Locden geroepen werd, en er stierf aan maagverstoppinsr ten gevol-ge der verandering van levenswijze die hem aan het hof opgedrongen was. Deselfde geleerden hebben hetzelfde gedaan voor wat betreft den noorschen boer Surrington, die in 1797 stierf in den ouderdom van honderd-en-zestig jaren, achter-latend een zoon van honderd-en-drie jaren en een kind van negen jaren ! Ten tijde van Surrinçfcon kende men een deenschen boer Drakenberg die, in 1621 ge-boren, in 1773 stierf, in den ouderdom van honderd-en-twee-en-vijftig jaren en die in den ouderdom van honderd-en-elf-jaren nog trouwde met een meisje van zestig jaren. In Zweden heeft'men Fûrgen Douglas ge-kend die in 1680 geboren was, den ouderdom van honderd-en-twintig jaren bereikte, acht veldslagen meemaakte, een arm en een bsen verloor en verscheidena jaren in Ja russische gevangenissen leefde. De geleerden kennen ook de levensge-schiedenis van de russische boerin Maria Willanow, die op honderdjarigen ouderdom haren eersten, op honderd-en-drie-jarigen ouderdom haren tweeden tand verloor — en ze nog aile twee terug kreeg om geen enkelen tand meer te verliezen tôt op den oogenblik dat ze stierf. Onder de vele anderen die zoolang leef-, den kent men nog den stichter van het bis-dom van Glasgow, Kentirgeo, die een voor-bceldig leven van nederigheid en gematigd-reid lçefde en den ouderdom van honderd-vijf-en-tachtig jaren bereikte, zonder ooit over ziekte of ongemakken geklaagd t-e hebben. VARIA VerdeeEî»^ giee® !s@voik^g Men zou moeilijk kunnen beweren, dat het Russische volk, dat de 22 millioen vierkante kilometer bewoont van Europeesch en Azia-tisch Rusland uit één en denzelfden stam spruit. Wellicnt bestaat er in onze Europeesche landen geen tweede staat, waarvan de bevolking, wat afkomst betreft, een staal-kaart toont, die er z66 bont uitziet aïs deze Russis»?he lappendeken. Ons houdende aan de opgave van .1897 komt men voor de ongeveer 170 millioen inwoners van het' Russische Rijk op 84 millioen Russen, 8 millioen Polen, 5 millioen Joden, 3 millioen Litauers, bijna 2 mîllioen Duitschers, ruim 1 millioen Roemenen en ongeveer evenveel Armeniërs, Ugrofinnen 3 1/2 millioen, Turko-Tartaren 13 1/2 millioen, terwijl in Finland zelf 2 1/2 millioen Finnen, 300.000 Zweden en betrekkelijk ( slechts weinig Russen, met eenige duizen-den Duitschers en Lappen wonen. Neemt men hiervan de grootste groep, die Russen, dan blijkt echter, da,t ook dezen niet allen van één stam afkomstig zijn. Men kan ze indeelen in Groot-Russen, ten getale van 53 millioen, Klein-Russen 25 millioen en Witte Russen 6 millioen. Verder zou men nog onderscheid kunnen maken tusschen Kirgiezen en Kozakken, die te zamen een stam van bijna zooveel kop-pen uitmaken als het NederlandsChe volk. Dan vallen er te onderscheiden de Tar-taren met ruim 3 millioen, verder de Baschkieren, de Tegtjaren, de Letten, de Georgiërs, de Immereiërs en Mingreliërs. Ook de Moldaviërs Mordoeaten en Esten zouden afzonderlijk getypeerd kunnen worden. Geringer in aantal zijn weer de Sar-ten, de Choewaschen, de Tschetschensen, de Karakirgiezen, de Oesbeken, de Kalmu-ken en Boerjaten, de Schmoediërs, de Tate-ten en Tadschiks, de Wotjaken en Taehere-miezen, de Korelen en Turkomenen, de Koerden en Osseten, de Sirjanen en Perrn-jaken, de Jakoeten en Turken, verder eenige honderdduizenden Grieken en Bulgaren, de Kabardiniërs en Abchasiërs, de Koe-mieks en Nogais, en wat Bohemers en Toer-goezen.Behalve deze verschillende volksstam-men, elk met hun eigen type, te zamen ongeveer een vijftigtal, komen er verder nog een half millioen menschen uit kleine 6tam-men, welker naam en bestaan wij hier ter plaatee maar niet aan de vergetelheid zullen ontrukken. LEEST EN VERSPREIDT « VOORUIT » *.* * * * ❖ * * * aar -» N» 263 Prijs pei onmnei : root B«lgi« 3 e«nu«men, rooi don VreemdeÔ eentiemtn Telefoon : Redactte 247 - Aetminist^atie 2845 Oinsd»' 21 SEPTERIEER ISIii

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes