Vooruit: socialistisch dagblad

1345 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 22 Septembre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 05 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/zc7rn31k1m/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Dratcster-lHtgecïstef Sua: Maatscfaappi] H ET LSOfî bcstu&rdcr» p 9E VISCH. Lsdebcrg-Qent . . REDACTIE . . ADMIN1STRAT1E wOOGPOORT. 29. GENT ABONNEMENTS "^RIJS BELGIE maandeo. . . , , h. 3.25 , le* m&andea • , « . . fr. 6.50 Een jear ....... fr. 12-59 Mes tboGotert rfeîr op aiîc pojtbarecies DEN VREEMDE Drie maonden 'dagelijk» vcrzonden). ..... fr. 6.79 Orgaan der Betyische Werkliedônpapfaj. — Yerschjjnende aie dayen. Bekêodmakiîigeii 1) De opkoop en aftranspoort van «wuigt tlagea voorraden van chicoreiwortels is van têt « Reichsamt des Jnnern » aan de i Zentral. Einkaufsgeselsschaft, Brussel s overgebracht geworden. Deze maatschappij wederom heeft den opkoop en aftranspoort van voorraden, welke in het Etappen- en Operatiegebied aange-ilagen worden, aan de Firma S. G. Kauf-oann, Miilheiin a. d. R. filiaal Gent, overgebracht.De opkoop geschiedt door de ma-tsohap-pjj Kaufmann tegen contante beta-ling geba-jeerd op den hoogsten prijs van 25 fr. de 100 kgr. der beste hoedanigheid. Aile personen, welke sredroogde Chicoreiwortels bezitten of in bewaring hebben, mo-geD hunne voorraden alleen aan de firrna Kaufmann verkoopen. De voorraden bsnoodzaakt door de in-beemsche Chicoreifabrîkanten zullen op roorstel bij de Etappen-Inspektion van ge-val tôt geval, vrijgegeven worden. Tegenhandelingen en geheimhouden van ro»rr,aden zullen met verbeurdverklaring en geldboete tôt 10,000 Mark gestraft worden (Wi. 10316). 2) Als hoogste prijs voor 100 kg. goede, gezonde spijsaardappele-n wordt in het Etappen- en Operatiegebied 6 fr. va-sfcgezet. De uitvoer van aardappelen uit het E-tap-pen-Gebied blijft in het vervolg verboden (Et--Tagesbef. 460/VIII). Gent, den 17 September 1915. De Etappen-Kommandant. * £ # B2KENDMAKING #eTreîTen<le hot brievenverkecr în Lot gcbied van hot 4e léger. Met betrekking tôt de bekendmaking van het Opperkommando van het veldleger 4, Afdeeling 4, (Verorcteningsbl. bladz. 33) be- Pataten mot ajuinsaus Motto : Hem die heeft, dien zal gegeven worden en hem die niet heeft, dien zal genomen worden 66k wât hij heeft. (Evaugelic. Woorden van Christus). Het arme werkersvolk in België is zoo spoedig tevreden te stellen. Een schotel patatten met wat ajuinsaus, gemaakt van een weinig smout of pense en ajuin, is hem een kostelijk diner.En wij moeten er bijvoegen : een volkomen gezond en smakelijk voedsel, indien ten minste de hoeveelheid groot genoeg is om behoor-lijk eene verkersmaag te vullen. Kan het nederiger? Maar dat is te véél, schijnt het ! De wreede landhaaien zijn daar ! De onbarmhartige ikzuchtige levens-middelwoekeraars van het land en in de stad ! Van den arme, die niets bezit, zal nog genomen worden ook wât hij heeft! Ja, op de aardappel-prijs heeft geluk-kig de overheid de hand gelegd ; daar-voor zal dezer dagen een maximum (hoogste) prijs gesteld worden. Aan smout, vet of pense, dat weten we, is door de schaarschte moeilijk»te geraken, maar de ajuin — meer als overvloedig gegroeid — die kon toch verwacht wor-denaan billijken prijs, bijvoorbeeld zoo-als verleden jaar (toch ook reeds in den oorlog) tôt io centiemen per kilo! Maar, neen, daarvoor zullen de groote en kleine spéculateurs wel zorgen : daar-aanis grove winst te halen en... de ajuin kost op het oogenblik 38 tôt 40 centiemen ete kilo ! VÎERMAAL MEER ALS V0RIC JAAR 1! Zijn de woorden van den armen tim-merman van Nazareth niet toepasselijk ? ,.Het arme volk heeft zich uitgeput, iijne weinige spaarcentjes zijn op, duizenden en nogmaals duizenden werke- LETTERKUNDIGE VOORDRACHT ^oprlezing gehoudsn door dichter Richard De Cneudt, op Dinsdag 14 September, in « Ons Huis t, ta Gent. Geachte Toehoarders, Jk houd er aan, alvorens mijn lezing te eginnen, u, zoo bondig mogelijk, duidelijk w maken wat ik door poëzie rersta. Wat is Willem Kloos, de groote Holland-« dichter, heeft het «ens geschreven, een 66 je paradoxaal, een beetje gezocht en Pretentieus: « Poëzie is de aller-indidueel-expressie van de nller-individueelste otie. > Deze uitspraak, hoe vreemd zij ook onze gezonde Yloarnscho ooran klinken treffend het brievenverkeer binnen het ge bied van het 4e leger wordt verordend : Indien de briefschrijver een antwoord vraagt, moet tiij aan zijn schrijven een briefje bijvoegen opgemaakt volgens het om-staand model, volgens wiens aard het adres en de verzending moeten gemaakt worden. De antwoordbrieven worden open aan de plaatselijke Kommandanturen gezonden. Ze zijn door deze nogmaals goed te keuren en vervolgens aan de bestemmelingon af te geven. A. H. Qu. den 1 September 1915. v. S. d. A. 0. K. 4. i. A. gcs. v. Groddeek, Generalinajor. * & * BEEENDMAEI2ÎG Het antwoordschrijven mag maar mede-deelingen behelzen betreffende handels-zaken.Brieven met partikuliere mededeelingen worden niet' verzonden. De antwoordbrief moet in eenen omslag zijn, voorzien van het juiste adres. Deze omslag moet open blijven en gestoken worden in eenen tweeden omslag, opgemaakt volgens het model gegeven op de keerzijde. De buitenste omslag is te frankeeren, en te voorzien van het adres van den afzender en moet ge3loten aan de Duitsche post af gegeven worden. (Riickseite) (Keeraijde) AEUSSEBER UMSCHLAG FUR DIE ANTWOET; An die Etappen-Inspektion der 4 Armee BRliSSEL (postlagernd). Absender Ort Strasse loos, duizenden halve weken werkend. Vleesch en spek, de bezittenden kunnen het koopen — fijne groensels, beste bo-ter, volkomen genoeg voor de rijken — beste wittebrood tegen i frank per kilo, overal in de stad te krijgen, zonder kaar-tjes (i) — taarten, gebak, eierbrood in overvloed, voor de gelukkigen die het ' betalen kunnen. ^ Bah, ajuin is armeluis -ten! Maar dat zelfs wordt den arme nog af-genomen. Want kan een armen bliksem 1 die dezer dagen 9, 12, hoogstens 15 fr. 1 wint, zich ajuin veroorloven als dezelve ; 40 centiemen een (natuurlijk nog karig gewogen) kilogram kost? Is het niet diep beschamend voor ons, Belgen, dat wij, om niet door onze eigen landslieden uitgeschud, geplunderd en uitgehongerd te worden, de sterke hand van het vrcemde Bestaur in moeten roe-: pen ter onzer beschermmg tegen de le-L vensmiddelwoeker ? Wat men er ook tegen zegge : in het belang van het arme volk, welks eenige verdedigers wij, sociahsten, zijn, moet 1 er gehandeld worden Aan de kaak met ' die uitzuigers en speculanten en (zooals trouwens op dit oogenblik in aile landen) op ALS.E leyensmiddeïen maximumprij» 2en, met het reeltf t/oor gemeenten en voedingscommissiën dan voorraad tegen die prijzen in beslag ts nemen en zo aan 1 de bevoiking weder te verkoopen, Er mag niet langer gewacht worden! Wij zullen intusschen verder informee-ren ; ook eens naar de en gros-prijzen 1 van een ander noodzakeli]k volksvoed-' sel : gezouten en gedroogde haring bij-' voorbeeld. De spéculateurs mogen het zich ge-zegd achten : Wij zullen niet langer dul-' den dat het arme werkersvolk ten gronde gaat ! MZ. (1) Wie verklaart ons dit wonderlijk feitf moge, berust nochtans op een grond van waarheid, en ik wil dit veel eenvoudiger en ook veel juister vertolken door: « Poëzie is het vermogen om op de oorspronkelijkste en kunstvolste wijze de fijnste, diepste en ed-el s te menschelijkste gevoelens uit te druk-ken. » Daaruit volgt dus wel degelijk dat eenroud en Torm één zijn, onafscheidbaar van elkander. Inhoud is niet ailes, vorm ook niet, maar beide moeten elkander volle-digen en samenwerken tôt een schoon ge-heel. De inhoud bij lyrische verzen, dat is in de eerste plaats hfet aanwezig zijn van een groot, diep-menschelijk gevoel ; de vorm is de begastfdheid een gehaone uitdrukkmiz voor dat gevoel te vinden. Waar een van beide: inhoud (gevoel) of vorm (uitdruk-king), slechts afzonderlijk bij een menscb voorhanden zijn, kan noch mag van lyrisch" poëzie sprake zijn. Ik bewijs: Hoeveel men-schen zijn er niet — oneindig meer dan wij vermoeden zelfs — dio de fijnste, de schoon-ste en de teederste gevoelens in hun ziel voe-len trillën, die ontvankelijk zijn voor de edelste en verhevenste gewaarwordingen, maar die het vermogen tnissen om die gevoelens in schoonen, volmaakten vorm uit te drukkon 1 Juist dàârom zijn die mensehen geen dichters, maar enkel, wat men noemt, dichterlijke, poëtische mensehen, die echter, boven andere gewone stervelingen, het be-nijden3waardig voorrecht bezitten kunst en pchoonheid meer en zuiverder dan anderen te kunnen genieten, al ontbreekt hun de gave om schoonheid te scheppen. Toch zijn er, in dezen tijd vooral, onder deze dichterlijke mensehen niet weinigen, ook die zich voeden met don waan, ook schoonheid te kunnen voortbrengen en dus échte dichters te zijn, en helaas, niets anders bereiken dan het legertje der miskende talenten en ge-nieën, die zich zelf en hun omgeving onge-lukkig maken, te gaan vergrooten. Zij vor-men wat men noemt de dilettanten of lief-hebbers in de kunst. Het grootsto deel der diehterlijk-voelende mensehen doen echter zeer wijselijk niet aan dilettantism en hou-den zich binnen de perken, die hen voorge-schreven zijn : het kunst^eno#. Langs een anderen kant nu zijn er ook mensehen — maar dit soort nu is minder intéressant en integendeel zéér gevaarlijk voor de kunst — die beschikken over een onberispelijken, gekuischten, koel-volmaakten vorm, mensehen die wondergoed de techniek van het verzenmaken kennen, maar die niete te zeg-gen hebben, die geen fijne, edele gevoelens uit te drukken hebben, eenvoudig omdat aile gevoel hun vreemd is, mensehen, die enkel verzen schrijven met hun verstand on hun bewusten wil. Ook dié mensehen — die voorâl aijn geen dichters, al maken zij het anderen wijs, maar enkel knappe rijme-laars, virtuozen, handige verzenmakers, die als parasieten leven ten koste van de ware dichters en van het hartebloed van aile echte poëzie. Ik heb u dus, door een paar eenvoudige voorbeelden, aangetodnd waarém inhoud en vorm moeten samengaan. Inderdaad, waar dit niét gebeurt, leidt het, eenerzijds, tôt geliefhebber in de kunst of dilettantism, anderzijds ta» kunstenmakerij of virtuosi-teit.Nu wil ik u ook even duidelijfe maken, hoe, mijns inziects, inhoud en vorm behooren samen te gaan. Wat voor mij, bij aile waarachtige lyrische poëzie, een heofdvereischte is en te-vens het critérium, dat het waarachtige van het schijobare onderscheidt, is de zangerig-heid, de natuurlijke, ongekunstelde rhyt-mus van de verzen, een bewijs dat men geen verzen schrijft als proza. Inderdaad, als het inneriijke van den dichter waarlijk ea diep bewogen is, als daar iets,onweerstaan-baar, tôt uitspreken smacht, dan reien zich, van zelf, in één klank met het rhytmische zielsbewegesi, de woorden en de zinnen zon-der schijnbaren barensnood tôt een schoon geheel, tôt een kunst-vol gedicht. Daarom is het, dat, als men maar met eerbied en al-geheele overgave verzen l«zen wil of er naar luisteren, zoo spoedig het waarachtig-schoone, uit onbewustheid of « inspiratie » geboren. onderscheiden kan van het schijn-baar-schoone, het gekunstelde, het gezoeh-te, het enkel-cerebraal schoone, waarach-ter men geen ziel voelt, trillen en dus in een andere ziel geen wecrklank wekken kan. Bij een waarachtig-lyrischen dichter zijn leelijke, gewrongen, onrhytmische verzen steeds het resultaat van inneriijke onbewo-genheid, of, zooals then het doorgaans, maar minder juist, noemt, gebrek aan inspiratie. Gelukkig komt dit bi] échte dichters zelden voor, omdat deze eerbied hebben voor hun dichterschap en, in de meeste gevallen, slechts onder ien onweerstaanba-ren drang der ontvangenheid, hun liederen hebben gedicht. Het is altijd een groote vreugde — vooral in dezen tijd van onna-tuur, gekunsteldheid en hypergecultiveerd-heid kennis te megen maken met een échten dichter, een dichter bij de Gratie Gods, iemand die met, aan zijn schrijftafel geze-ten, onder den spoorslag van zijn koelen wil verzen schrijft in zijn vrije uren en op vooraf geregelde tijdstippen, m?tar een,die, met zijn warm-kloppend menschenhart heenwandelend in de schoone natuur. slechts dân te dichten waagt,, als het god delijke, dat hem van de andere mensehen ondersoheidt, in zijn diepste wezen wakker is geworden. Ook houd ik van een eecvoudig-schoone, klankrijke en verzorgde taal, want ons rijk en sierlijk Nederlandsch.leent zich, buiten aile gewestspraak om wonderwel tôt het uitdrukken der dichterlijke gevoelswereld in haar diepste roerselen *n fijnste schakee ringen. Laat ons daarom daukbaar zijn dat in Vlaanderen het moietje van iialect schrijven, vrijwel onschuldig en schadeloos voor halve talentjes en kleine naâpertjes, zijn schoonste dagen heeft beleefd en wij stilaan, maar zeker, tôt een gezonde op vatting van het taalgebru>k terugkeeren. Welke zijn nu de bronnwn der lyrische poëzi#? Een echt lyrisch dichter put met voile handen aan die twee bronnen van allé waarachtige lyrisehe poëzie : de natuur, en de Tgt pRjdo œoet de dich ter gaan met algeheele overgave, met on eiudigs iielde. Liciàe is dus de grouatoon, de ziel eu het wezen van aile lynsoiie poe zie, en hier is liefde met enKel te verstaan als dat heeriijk, m de eeuwen wortelend gevool, dat den man naaei brengt tôt de vrouw, en waarvan do gansche dichterlijke arbeid van Hélène Swarth éen onvergan-kelijke verheerlykmg is, maar vooral als dat altruistisch gevoel dat zich over al het geschapen en over de geh&ele mensehheid uitstrekt en het werk van onzen grooten Guido Gezelle schoon maakt voor aile tij-den. Al mogen velen het bevitten, dat som-mig3 lyrische dichters, en daartoe behoor ik, enkel en steeds weer hun mspiraUea gaan zoeken in de natuar, de boomen, de velden, de bosschen, de wolken on de «sa, in de lente en de zon, m morgen- en avond-stemmingen, en verder in de liefide en het manschelijk hart — heeft men zelfs aan Hélène Swarth niet hetzelfde verwijt van eenzijdigheid gedaan, en gmgen hier en daar, ai geen stemmen op om op het be-perkt dichter&gebied van Gezelle te wijzen ? — een echt lyrisch diohter heeft het voorrecht zich daar niet aan te storen en te zingen zooals hij gebekt is; jujn friasche, weelderige gave mag hij niet laten leiden langs zorgvuldig en voorafgebaande wegel-tjes, maar moet ze vrij ha^ur gang laten gaan en haar eigem sehoonheids-aandoening ongestoord laten uitleven : idit alleen is het echte, het blijvende, hett. eeuwige. Zeker, er behoeft mosd toe om met te offeren aan don geest des tijdB, eiaar de geestelijke arbeid wint er bij aaji, al is t ook niet dade-lijk erkende, waarde. Hélène Swarth en Guido Gezelle lieten zich nooit door dien tijdgeest beïnvloeden, en* daarom is het dat zij, staande als 't ware buiten en bovea hun tijd, des te dieper en ongostoorder op hun kunst de zuivere en eeuwige stroomingen der poëzie hebben kunnen laten inwerkcn. Al de echte lyrische dichters uit de» laaV-Bten tijd — zelfs zij die het anders zouden willen en een niouwe poëzie grondveston, — keeren steeds, bewust of niet, maar onver-mijdelijk, terug tôt de natuur est den mensch, oin dàar te vinden, niet een nieuwe poëzie, maar de poëzie, d» oud is als 't geschapene, die steeds dezelfde is, overal en in aile tijden. en jong blijft eo schoon en onvergankelijk. omdat zij geboren wordt uit de Schoonheid, die één en éeuwïg is. (Slot volgt.) 11 ■ 1 «1 ■» « îiraaja^j Bimstviigsring Ons Holla®dsch partijblad « Hot Voik » schrijft : Met een kleine tweekonderd handteeke-ningen eronder wordt een manifest ver-spreid, waarin uit zedelijken afkeer van het militarisme, < ook in den vorm vaa een dusgenaamd volksleger », de persoonlijke dienstweigering verheerlijkt wordt, « mede om t>ot massale dienstweigering te gérar ken ». De onderteekenaars getuigen, dat zij zelfs c hopen de kracht te bezitten » tôt dienstweigering, « de kracht om liever gevange-nisstraf te ondargaan, ja zelfs gefusiljeerd te worden ». dan militieplicht te vervullen, terwijl de vrouwen en de oudere mannen onder hen « zedelijken steun » schenken aan dienstweigeraars en zouden wenschen, ten voile in hunne aansprakalijkheid te mogen en te kunnen deelen ». Zonder verwondering vindt men onder dit stuk de namen van Tolstoïanen als da. Bâhler, F. Kamstra, Lod v. Mierop, Félix Ortt, prof. v. Rees, ds. Schermerhorn, M. Valk en van zoo uienigeen die meermaleai toonde voor elke onpraktische ideologische beweging te vmden te zij a, als mej. W. Drucker, D. de Clercq, dr. A. J. Desink, G. L. van der Zwaag. Verwondering heeft men reeds verleerd, ook hier weer don n-aam van Henriette Roland Holst en die van eenigen harer engere geestverwanten aan te treffen, t© midden van een heele reeks van christen-socialis-ten. Zij wisten eenmaal beter, maar zijn sinds geruimen tijd dermate uit de lijken geslagen, dat zij met elken wind meestrij-den.Tôt ons leedwezen echter stuiten wij ook op de namen van enkelen onzer partijgenoo-ten, van wie ds Boers, Enka, us. v. Wijhe en J. Wiesebron de meest bekenden zijn. Tôt ons leed'woaen, omdat wij moeteD vree-zen dat deze personen hiermede een nieuwen stap hebben gezet, die hen van het pad der sociaal démocratie afvoert. Zeker zou onze partij in den strijd tegen het militarisme de dienstweigering niet yer-werpen, indien zij daarvan eenig praktisch nut verwachtte. Maar de harde ervaring heeft haar geleerd, dat niet door zulk een persoonlijk martelaarschap, maar enkel door steeds breeder georganiseerde invloed-oefening op de sta.&isma<3ht, dit sterkste macbtsmiddel van den klassestaat op den duur bedwoneen kan worden. Zoo ooit, dan moest in àezen oorlog het bankroet der dienstweigeringspropaganda toch aan ieder duidelijk geworden zijn. Nergena werd die propaganda ijveriger ge-dreven dan onder de Fransche lyndika-listen. Hœ menig slaehtoffer is ervoor gevallen. Niet alleen is het Fransche militv risma er nimmer voor een a-asje door ver-zwakt, maar t«en het ep de gowapen-de landeverdediging aankwam, waren de Fransche syudikalisten de vurigsten van allen. Zoo ging tiet steeds al zulke bewegingen die op vrome wenschon in plaats van op d» werkelijkheid zich gronden. Het valt te bejammeren, dat de harde les-sen der geschiedenis steeds weer voor velen blijken ongeschreven te zijn. Rond des Oorlog Sis wass Fégoad Waltor Kaudulski, dio Pégood ton val bracht, beschrijft in een brief aaa xijn mde* het spannend luchtgevocht als volgt: < Ik heb een luchtgervecht met Pégond ge~ had, maar ik kan a verzekerea, dat het oppassen is. Nauwelijka wan ik nit bab Fransche vuur, of e&a Fransche machine zat me al op den hais. Het geivecht had plaats op 2400 M. hoog-îe ea niet soodb bd-richt werd, op 3000 M. Hoogte. Ik teok à»-delijk mijn machine b&at recist» om, tem einde een veld om te sehieton te rerkx^jçea. » Mijn waa.rnem.er, 1® hûteaané Biïit^, ging dadelijk het maehiaegenresr bedi^MB^ doch na 30 schotea kreog het gswear ean mankement, dat ereawel spoedig verbotpca wml Ondertusschea waa Ptewid op 50 ÎL afstand van mij gekosnen. Ik cirfcelrj© en» maal om zijn machise, maa-kta tcea plots». ling een scherpen draai na<w links es kroeg daardoor den vijand weer opaj van jsiijn machine ea to&n kxeeg het dco<WIi}k schot. * Blijkbftiw is drœ Bilits ôigcaî^c do «aas» die Pégoad deed sterv«ou * * « en ûe Hebben vestmgen in den moctem» oorlog nog waarde? Deze voor parlementen en volkoren ge-wichtige vraag .werd in het begin van dea oorlog gedaan en zij worden thans weer herhaald. In het begin, toen Luik, Namen, Maubeuge en Aiifcwerpen na eenige dagen vielen voor het zware geschut der Duit-schers, thans nu Przemysl, Lemberg, War-schau, Nowo-Georgiewsk en Brest-Litowsk spoedig bezweken of prijsgegeven wepien. De Fransche Senaat benoemde eene commissie om deze zaak te Verdun, Epinal, Toul en Belfort te onderzoeken. In die commissie had ook Henry Bérenger ritting als verslaggever. Voor zoover voor het publiek oor bestemd, doet Bérenger in de « Matin» verslag van zijiie bevindingen. Wij ontleenen er het volgende aaea : Welken dieu si verwachtte men, rraagt Bérenger, van de versterkte plaotees voor den oorlog? Welke roi moafiten zij epeleo na cki oorlogsverklaringî De sterke plaatsen moesfcea eene dubbele taak vervullen : de operaties van de veld-legers vergemakkelijken door het vaste steunpunt dat ze hun boden em vooral den vijand tôt zioh trekken en hem dwingen de vaste plaatsen te belegeren, ton ainde meester te worden va<n de verbindingslijaea welke de sterke plaatsen beheerschen. Hebben de versterkte plaatsen de*e dob-bele taak vervuldî Het is, volgens Bérenger, niet fcwîjfet-achtig dat de tegen stand van Luik en Namen den vijand ernstig heeft opgehouden en dat oponthoud stelde de Fransche en do Engelsche légers in staat hunne concentra-tie tegen den aan val door Vlaanderen te wijzigen. Het is nog zekerder, dat de bewonderena-waardige tegenstand van Verdun een vast steunpunt heeft gegeven voor de Marne-manœuvre en voor Frankrijk het vooruit-springend punt van de Argonne heeft be-houden, dat nog onze Oostelijke departe-menten tegen den inval beschermt. Hebben eindelijk niet de Hussische ves-tingen gedurende een jaar de Russische legers in staat gesteld tôt geweldige ma-nœuvers op vijandelijk gebied i En kan men hun met eenig reoht tekortkoming aanwrij-ven, waar het gebrek aan wapenen en va» munitie de Russen tôt den terugtocht dwong. Zonder wapenen en schietvoorraad kunnen legers het evenrain uithouden als vestingen. Antwerpen, Maubeuge en Rijsel, die on-voldoende toegerust waren, mogen niet doen vergeten de ontzaglijke diensten door den vestingvierhoek V erdnn-Toul-Epinal-Belfort bewezen. Toch heeft deze oorlog eene g.'oote les omirent de versterkte plaatsen geleerd en deze moet men de natie c-oed doen begrij-pen. De les is deze : dat geen enkele sterke plaats zich door de zware artillerie van den vijand moet laten insluiten. Er bestaan inderdaad geene forten réduits, kazemat-ten, hoe sterk ook, die langen tijd weer-stand kunnen bieden aan de enorme kok-kers en aan de geweldige ontpioffingsmidde-len, door dezen oorlog »an het licht ga-bracht. Een sterke plaats moet zich niet in haar eigen terrein verdedigen, maar Ter daar voor. Zij wordt daardoor een zeer belangrijk deel van de frontstellingen ea anders niets. De sterke plaats jq$$t derhalvo meer dsus ^ ■ 1 ■ 11 ■■ ■ ■ ■ 1 ■ 1 , a. ■ai .m — i ... ■■ i i n ——i■———w— ll»l W»—MBMW j» aar — N. 264 Prijs per nnmmei : ?ooi België 3 centiemen, tooi deB Vreemdeg centiemen Taiefoon t Redaotle 247 - Adminlslratle 284S Woen«da-< 2 SEPTEMBER Tst 5

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes