Vooruit: socialistisch dagblad

1154 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1915, 10 Avril. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 05 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/qz22b8wp93/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Dnsksîer-Ulîgeeîstc» {item: Maaîschappij H ET LICHf , bestuarder * P. K>E VJSCH. LotSeberg-Ocill . . REDACTÎË . . ADMîNiSTRATIE HOOGPOORT, 29. GENT VOORUIT Orgaan der Belakohe We^kliedenpariiJ, ^, ferphiftmde ulk dagen. ABONNEMENTSPRIJS BELGIE Drie meanden. . . , , fr. 3.25 Ze3 masndco • . . . . fr. 6.50 Renjaar. ...... fr. 52.50 Mco aèonneert lich op allé poitborceles DEN VREEMDE Drie snaandsa tésgslijk» verzonden). . . ... far. û-73 ONS ZONDAGBLAD Moeten we ve?der aandringen op 't buitengewoon gewicht van 't vïerda nummer van ons Bijblad? Do Inhoud gaven we gisîeren ; wq vergenoegen cns er nog bïj te voegen : Bestelt het blad wanneer gij het nog niet regelmatîg lesst. Het zal u wekelijks een paar uren letterkundig gsnot verschaffen, en wannser gij de msmimeirs zorgvuldig bewaart, zult ge van e!k jaar een zeer mooîen lotter-kunéïgen buntlel bezltten waarin gij menige bladzijde gaame, en met Immer vernleuwd genoegen herlezen zult. De verantwoordelijkheid voor den Oorlog vais En^eSschen va» fogalteniasai-s©§3® sals®!« Sis* Edward! Ss'oy : De Engelsche Minister welke voor j.eenige dagen in de « Bechstein Hall » eene bijeenkomst presideerde, heeft bij deze gelegenheid de volgende belang-| rijke rede uitgesproken ; t Honderde millioenen zijn uitgegeven voor den oorlog, honderdduizende levens zijn geofferd, millioenen mannen zijn gekwetst en verminkt in Europa gedurende deze laatste maanden. Dat had ailes vermeden kunnen wor-'den door de eenvoudige maatregel van eene conferentie of eene algemeene dis-cussie tusschen de Europeesche mach-ten die belangen hadden in het conflict, om 't even in welke plaats, in Londen of in den Haag en om 't even in welken vorm toegestemd door Duitschland. Het zou veçl gemakkelijker geweest : «jn de kwestie tusschen Oostenrijk en j Servie, welke door Duitschland tôt voor-wendsel om te oorlogen werd genomen, door eene conferentie optelossen als door de Balkan-krisis van vôôr twee , jjaar door te komen. Duitschland toch wist, door de er- , varing van de Conferentie van Londen die de Balkan-krisis beperkte, dat het 'kon rekenen op onzen goeden vredelie-venden wil in elk conflict, in iedere confe- ! rentie van de Machten. Wij hebben in de Balkan-conferentie geen diplomatieke triomf gezocht, wij hebben ons aan geene intrige over-gegeven. Wij hebben de vrede gezocht eerlijk en onpartijdig. Wij waren van zins hetzelfde te doen in Jtdi. In deze 'laatste jaren hebben wij Duitschland aile mogelijke verzekeringen gegeven dat geen aanval tegen dat land onzen steun zou vinden. Wij hebben het slechts een ding geweigerd, namelijk : , de voorwaardelooze belofte om neutraal te blijven in aile daden van aanvallenden aard tegenover onze naburen. In de maand Juli des vorigen jaars, Voor de oorlog uitbrak, waren Frankrijk, fevenals Italie en Rusland bereid een conferentie aan te nemen en wij weten dat toen Engeland dat voorstelde, de Rus-sische Czaar zelve aan den Keizer van Duitschland voorstelde den strijd te laten diskuteeren in den Haag. Duitschland1 weigerde aile oplossing in die manier. De verantwoordelijkheid van den oorlog en dezelve aan zijn eigen land en het grootste deel van Europa opgedrongen te hebben moet absoluut /aan Duitschland toegeschreven worden. Wij wcten nu dat het duitsche gouvernement dezen oorlog had voorbereid, zooals alleen lieden die weten voorte-bereiden die dezelve lang vooruit voor-bedacht hebben, zooals het deed in 1864, 1866 en in 1870. Wij weten uit geopenbaarde dokumenten dat Pruissen het was die deze oorlogen vooruitbe-dacht had. Zoo is het nu 00k gegaan. Maar wij zijn besloten te zeggen dat het de laatste keer is dat in Duitschland'' een oorlog op die manier zal geprepa-reerd worden. Wij hebben België verzekerd' dat wij ïijne neutraliteit niet zouden schenden, z: olang dezelve door anderen werd ge-respecteerd. Ik had deze verzekering aan België gegeven reeds lang véor den oorlog. Aan den vooravond van den oor-iog vroegen wij aan Frankrijk en aan Duitschland dezelfde verzekering te ge-ven. Frankrijk deed' het onmiddelijk. Duitschland weigerde. ' oen verder Duitschland België over-roeesterde waren wij verplicht ons met Qiwe rnaçbt daar teçee 1^-ysjxst-teQ^.j zoo wij zulks in de eerste momenten 00k niet gedaan hebben, is er dan iemand op dit oogenblik die denkt dat wij onver-schillige toeschouwers hadden kunnen blijven, zonder ons voor altijd te ont-eeren ?, Wat betreft het doel waarvoor wij vechten, een tijd zal komen waarin de vredes-voorwaarden door onze verbon-denen en door ons zelf zullen worden aangeboden. Maar eene van de voor-naamste voorwaarden van dezen vrede zal zijn : de herstelling van België in zijne nationale onafhankelijkheid, het vrije bezit van zijn landstreken en eene , vergoeding zoo volstandig als eene ver-goeding mogelijk is, voor het wreede kwaad dat hetzelve aangedaan is. Dat is één deel van het hooge doel hetwelk onze verbondenen en wij be-oogen. Dit doel is het volgende : wij wil-len dat de naties van Europa zullen le-ven, hun eigen onafhankelijk bestaan, zich zullen kunnen kiezen hun eigen vor-men van regeering en hun eigen nationale ontwikkeling, of zij groote of kleine staten zijn, in voile vrijheid. Dat is ons ideaal. De duitsche profes-sors en journalisten hebben dat van Duitschland openbaar gemaakt sinds het begin van den oorlog. Het bestaat in het zeggen dat de Duitschers een supérieur volk zijn, voor wien aile dingen mogelijk zijn en waartegen iedere te-genstand op barbaarsche wijze moet ge-broken worden. Duitschland is vrij om op aile naties zijne overheersching te : leggen. Ik verkoos liever te sterven of voor goed Europa te verlaten als onder zulke voorwaarden te leven. Na den oorlog moeten wij en de an-dere volken van Europa vrij kunnen leven zonder de voortdurende bedreiging van krijgszuchtige Keizers, van blinken-de wapenrustingen en in de scheede ram-! melende zwaarden. Wij willen voor ons zelven, zooals onze verbonden voor zich, te zamen in Europa verzekeren ons recht van onafhanke-lijke souvereiniteit, het recht onze belangen waar te nemen in een bestaan van gelijke vrijheid. » In het slot zijner rede, bracht Sir Edward Grey een enthousiast eeresaluut aan de vaderlandsHefde en dapperheid van de legers en vloten der verbondenen, aan hen die hun leven ten offer brengen en aan de mannen die, waar zij 00k zijn mogen, het behoud van het nationale leven steunen in deze uren van beproe-ving.« Er is geen edeler daad, » eindigde hij, « als die om den Staat te helpen als zijne zaak rechtvaardig is ; welnu, er is nooit een tijd geweest waarin het doel grootscher en gebiedender was, de zaak rechtvaardiger en verhevençr! » Het antwoord van Duitschland De duitsche regeering antwoordt door de officieuse «Norddeutsche Algemein-e Zei-tung» op de rsde van Sir Edward Grey, door do volgende nota : Wij bezitten nog de volledige inhoud der rede niet; maar de telegrafische uittrek-seb toonen dat de minister zich van eene taal bediend heeft die weinig eer aan zijn goede smaak doet en die met dezelfde manier overeenkomt waarop de andere engelsche ministers gesproken hebben, die se-dert het begin van den oorlog getracht hebben hunne slechte zaak te verdedigen door klinkende frazen. Herinnere mon zich enlœl dat de engelsche minister zich niet schuwt om als « infamous proposais » (infâme voorstellen) te verklaren de loyale voorstellen van de duitsche regeering, voor doel hebbende de voorlog te verhinderen tusschen twee volken van éénen stam :: Duitschland en En-soJand. Sir Edward Grey pretendeert dat ds oorlog is uitgebarsten ten gevolge der weige-ring van het engelsche voorstel om het conflict tusschen Oostenrijk en Servië te on-derwerpen aan eene conferentie van de machten of aan het Arbitrage-Hof van den Haag. Zooveel woorden, zooveel verdraaiïngen der waarheid. Duitschland heeft het voorstel tôt eene conferentie geweigerd, omdat het zich om eene zaak handelde die slechts de twee ge-interesseerde Staten raskte en dat het on-vereenigbaar met de wnardigheid van onzen verbondene Oostenrijk-Hongarije zou geweest zijn om aftehangen van de toe-sfremmina; van andere niet in de zaak be-trokken machten, maatregelen to nemen die zij noodig achtten om de misdadige aanslagen van een kleine nabuurstaat te-rug te wijzen. Sir Edward Grey zelve heeft gezegd, in den loop van een onderhoud met prins Lichnowsky, den 24 Juli, dat zoolang het oostenrijksche ultimatium aan Servië geen wijziging veroorzaakte tusschen Rusland en Oostenrijk, de zaak hem niet aanging. (Engeîsch blauwboek nr. 11) Bovendien, indien Duitschland het voorstel van Sir Edward Grey, van eene conferentie, had aangenonien, had het zich blootgesteld aan het ge\-aar zich plot-seJing te bevinden tegenover eene Russische ver-pletterende overmacht aan zijne Oostgren-zen. Het engelsche conferentie-voorst'el da-teert van den 26 Juli (Eng. blauwboek nr. 36) . Uit het telegram van don Czaar aan den Keizer van den 30 Juli blijkt echter dat Rusland reeds den 25 Juli militaire maatregelen genomen had. De verhandelingen van jte conferentie zouden derhalve plaats gevonden hebben onder de pressie van de russische mobili-satie.Toen, door de inmenging van Rusland — die door zijne diplomatieke vertegenwoor-diger; zoowel als door zijne niet-officieele panslavistische agenten gedurende tal van jaren de uitdagende houding van Servie tegen Oostenrijk gesteund had — een feit dat door de engelsche regeering goed ge-kend was — de kwestie dreigde een conflict te worden tusschen Oostenrijk en Rusland, hee£t de Duitceite regeering, met aile middeien die zij ter beschikking had, beproefd om een direkte akkoord tusschen Rusland en Oostenrijk te herstellen. Sir Edward Grey zelve heeft den 29 Juli aan den duitschen ambassadeur zulk een akkoord verklaard als de best mogelijke oplossing. (Eng. blauwboek nr. 84) Maar hij heeft niets gedaan om een direkte overeenkomst te oëgunstigen. Hij ondernajn integendeel denzelfden dag den noodlottigen stap om aan den franschen ambassadeur te doen begaiijpen dat inge-vai van een europeesche oorlog, Engeland zioh aan de zijde van de Entente-machten aou scharen (Eng. blauwboek nr. 87) Sir Edward Grey wierp daarmede olie op het vuur. Den 31 Juli, mobiEseerde Rusland zijne geheele le^ormacht en maakte daardoor ; een plotseling einde aan de gedachtenwis-seling, die, dank zij de uiterste pogingen en de energieksche voorstellingen van Duitschland reeds waren begonne in Pe-trograd en in Weenen. Door deze houding van Rusland, werd'de mobilisatie van het duitsche leger eu ver-volgens de oorlog onvermijdelijk, want de aanvoering van het duitsche leger kon aan Rusland den tijd niet laten om overmach-tige legercorpsen aan de duitsche grenzen te conpentreeren. De eeniffe mogelijkheid om een oorlog te vermijden bestond in het doen ophouden van de russische mobilisatie, zooals Duitschland het vroeg in zijn ultimatum aan Rusland. De russische regeering weigerde daarin toetestemmen. Het is opmerkelijk dat Sir Edward Grey dit feit niet vermeldt, evenmin het feit van de mobilisatie van het geheele russische leger. Dit toont hoeveel geschiedkundige waarde de rest van zijn beweringen heeft. De Minister beweert vervolgens : « Engeland heeft dikwijls aan Duitschland de ve zekering gegeven dat zij geen aanval op het duitsche Keizerrijk zou steunen, maar het weigerde te beloven om neutraal te blijven in geval van een aanval door Duitschland tegen een zijner naburen. » De tusschonkomst van Engeland in dezen oorlog toont welke waarde dezo verzekering van Engeland had, niettegen-staande de duidelijkste verklaringen welke Duitschland in Londen gaf betreffende Frankrijk en België, inœevai een oorlog met Rusland onvermijdelijk zou zijn. Deze verklaringen hebben ondubbelzin-nigf bewezen dat er geen vijandelijke be-doelingen tegen Frankrijk en Beigiô in Duitschland bestonden; maar deze verklaringen waren ontijdig en niet wenschelijk voor de Engelsche regeering, die ze der-halvo als « infamous proposais » behan-delde.Van duitsche zijde heeft men bovendien nooit aan Engeland gevraagd, zooals Sir Edward Grey voorgeeft om neutraal te blijven, zelfs in 't geval van een effectieve duitsche oorlog. Integendeel, Sir Edward Grey heeft altijd de pogingen teruggewe-zen welke Duitschland lange jaren deed om tôt verstandhouding met Engeland te komen en zoodoende het gevaar buiten te sluiten van een gewapend conflict tusschen ds hfiide 1 an den* offidat iip.sjeland jleçhte^ een enkel doel in 't 00g had, namelijk : het zoogezegde evenwïcht der krachten, met andere woerden : de onderdrukking van Duitschland door eene russisch-fransch-engelsche coalitie. Tôt dit doel sloot Engeland geheime po-litieke en militaire verbonden met Frankrijk en Rusland, verbonden die steeds ge-loochend zijn door de Engelsche ministers voor het engelsche Parlement, maar die bewijzen de uigebreide voorzorgs maatregelen die Engeland had genomen, in akkoord met zijne verbondenen, voor een ver-nietigings-oorlog tegen Duitschland. Deze overeenkomsten, waarvan Duitschland het bestaan wist, zijn de motiven geweest van de steeda aangroeiende toerustingen ter land en ter zee, waartoe Duitschland in de laatste jaren zich heeft gedwongen .gezien. De duitsche maatregelen hadden ten doel een dreigende aanval ai te wijzen, maar, niet voor een aanvallende oorlog, zooals Sir Edward Grey d rft te beweren in te-genwoordigheid van het feit dat Duitschland en OostenrijK de eenige grootmachten zijn, die gedurende 24 jaren het zwaard niet uit de schede getrokken hebben. Wat aangaat de verklaringen van Sir Edward Grey orntrent België, het zij nog eens geconstateerd : dat Duitschland aan de Engelsche regeering 3e onschendbaar-heid van België gowaarborgd heeft en dat Sir Edward Grey ontkennend geantwoord heeft op de vraag van prins Lichnowski of Engeland zich 00k neutraal zoude houden, indien Duitschland de neutraliteit van België respecteerde. Indien België in den oorlog betrokken is, valt de verantwoordelijkheid alleenlijk op Sir Edward Grey die aan de Belgische regeering gevraagd heeft, om zich tegen het binnentreden der duitsche troepen te ver-zetten. (Eng. blauwboek nr. 155) (1) ter-wijl dat de koning der Belgen alleenlijk had gevraagd om eene diplomatieke tus-schenkomst ten einde de onschendbaarheid van België te yerzekeren (Eng. blauwboek nr. îo3) (2) Sir Edward Grey beweert ten slotte dat Duitschland ten doel heeft de volkeren van het vasteland te overheerschen om hen te brengen niet de vrijheid, maar de onder-werping aan Duitschland. Het duitsche volk vecht slechts op twee gronden : ten eerste om zij no onafhankelijkheid te verdedigen en de vernietiging te verhinderen waarmede Engeland het bedreigt. Ten tweede vecht het voor een ideaal in het be-lang van de geheele wereld : het strijdt voor de vrijheid der zee, het strijdt om de volken te bevrijden, speciaal de kleine Staten, van de meesterschap van England over de zeeën.» (1) De aa.ngehaalde depèche uit het Eng. blauwboek nr. 155 luidt in vertaling : Sir Edward Grey aan Sir. F. Villiers Telegram (gezant te Brussel) 4 Aug. 1914. Min. van buitenl. zaken, Gij moet de Belgische regeering mede-deelan dat indien druk op haar wordt uit-geoefend van wege Duitschland om haar te bewegen haar neutraliteit optegeven, Zijner Majesteits regeerinir verwacht dat zij zullen wederstand bieden met aile middeien die in hun macht zijn en dat Z. Maj. regeering hen zal steunen in dien wederstand en dat Z. M. regeering in dat geval is voorbereid zich met Rusland en Frankrijk te verbinden indien gewenscht, om het Belgische gouvernement aantebieden eene gemeenzame actie tôt het doel om te weer-staan aan wapen geweld door Duitschland tegen hen en een waarborg om hun onafhankelijkheid en onschendbaarheid te hand-haven in de toekomst. (2) Depeche nr. 153 luidt : Sir Edward Grey aan Sir E. Goschen Telegram (Eng. gezant te Berlijn) 4 Aug. 1914. Min. van buitenl. zaken, De Koning der Belgen heeft een verzo&k gericht aan Z. M. de Koning om diplomatieke tusschenkomst voor Beigië, in de volgende terinen : « Herinnerende aan de menigvuldigo bewijzen. van Uwer Majesteits vriendschap en die van Uwen Voorganger, en de vriend-schappelijke houding van Engeland in 1870 en het bewijs van vriendschap hetwelk gij ons weder gegeven hebt, doe ik het drin-gendste beroep op de diplomatieke tusschenkomst van Uwer Majesteits regeering om de onschendbaarheid van Belgie ta be-schermen. » Z. M. regeering is 00k medegedeeld dat de Duitsche regeering aan de Belgische een nota heeft gezonden waarin zij vriendschap-pelijke neutraliteit voorstelt onder voor-waarde van vrije passage door Belgisch grondgebied, belovende te handhaven de onafhankelijkheid en onschendbaarheid van het Koningrijk en derzelve bezittingen bij het sluiten van de vrede. zullende echter bij weigering België behandelen als vijand. Een antwoord was gevorderd binnen 12 uren. Wij begrijpen dat België dit categorisch heeft geweigerd als eene flagrante ver-krachting van het volkenrecht. Z. M. regeering is verplicht te protesteo-ren tegen de vergeweldiging van een trac-taat, waarin Duitschland zelve deel heeft en moet een zekerstelling verzoeken, dat de eisch aan België niet zal volgehouden worden en dat haar neutraliteit door Duitschland zal gerespecteerd worden. Gij moet om onmiddellijk antwoord ver-zoeken. Het 21' Jaarlijksch Kongres der HOllandsche Arbeiderspartij (Vervolg.J Tweed© zâfeiag Mi'Jdagvcrgadering Voorzitter VLIEGEN opent en deelt mede dat er nog dertig sprekers ingeschro-ven zijn. Daa-r men heden avond wil en moet gereed komen met de hoofdzaak, zullen de meeste sprekers van het woord moeten afzien. AFDEELING DEN HAAG is daarmee niet akkoord. Het voorstel van den voorzitter wordt niettemin aangenomen met groote meer-derheid.Daarna wordt de discussie heraangevat. ASSEN (Hof) meende dat vooral moet worden bedacht dat wij hier te lande in een noodtoestand zijn. Den oorlog voorkomen konden wij niet; wiij hadden ons toen alleen de vraag voor te leggen : hoe houden wij de oorlogspest buiten het land 1 Als de houding van de partijleiding onder dat licht was bezien, zou er niet zooveel verwarring in onze rijen zijn ontstaan. Men had niet vmoeten spreken vaq vadexljj.ndsche ge-dachte, maar alleen van het houden van het oorlogsgeweld buiten de grenzen. Op die manier ware verklaard het toestaan van de mobilisatiecredieten en den Gods-vrede. Verkeerd was het echter, den noodtoestand tôt socialistisch principe te yer-heffen.Spreker betoogt verder dat het onwaar is dat er in het begin van Augustus in Hol-land een opbloei van vaderlandsliefde te bestatigen was. Het antimilitarisme won e.r meer dan ooit veld. H- acht het ten slotte noodzakelijk dat de oorlog buiten het land worde gehouden, maar wij mogen onze socialistische principes onder den indruk der tijdsomstandig-heden niet vastleggen voor de toekomst. In de toekomst moeten de mindere nationale belangen weer onderdoen voor de groote internationale belangen. GERHARD (Kamerlid) meent met Las-sale dat een sociaal-demokro-at moet dur-ven zoggen en zien wat is. Het inzicht van afdeeling Zaandam : wèl mobilisaie, in geen Jijkheid. Wie v66r de mobilisatie is kan zich nooit onttrekken aa.n de verdedicçing van de onafhankelijkheid des lands. En wie de onafhankelijkheid niet wil verdedigen moet aanbevelen onmiddellijke demobilisatie. Spreker legt er den nadruk op dat do motie van het Partijbestuur onafscheideljjk is van de toelichting welke Troelstra er aan gaf. TROELSTRA onderbreekt: Men ver-stond mij slecht. Ik heb juist betoogd dat ik allerminst een veehtmachien zou willen zijn. GERHARD acht het daarom noodig de motie van het Partijbestuur aan te vullen-in den geest van Troelstra en Van der Goes, als volgt dus: «Het Congres, overwegende dat in den toestand, door het uitbreken van don tegenwoordigen oorlog geschapen, het be-lang van de Nederlandsche arbeidersklasse, samenvallende met dat van de geheele natie, de handhaving van de onzijdigheid des lands met aile beschikbare middeien gebood, overeenkomstig het door de socialistische internationale steeds geëischte beginsel van zelfbeschikking voor aile volken, erkennend dat in dezen toestand de toepassing van àat beginsel in zich sluit de mogelijke verdedi-ging der onafhankelijkheid, voor zoover en zoo lang het belang der arbeidersklasse dit vordert; keurt de door de partijleiding ge-Volgde gedragslijn goed en vertrouwt ten voile dat, zoo lang deze toestand voort-duurt, zij haar gedragslijn in overeenstem-ming met deze beginselen zal blijven bepa-len.»Spreker meent dat volgens deze motie dtia wèl landsverdediging noodig kan zijn, doch niet in aile omstandigheden. De bepaling van die omstandigheden blijft aan de partijleiding.ZADELHOFF (Dordreeht) wil de motie Dordrecht verdedigen en zegt dat deze ga-heel los staat van de oppositie. De motie Dordrecht wil noch Troelstra noch de Kamerfractie blameeren. Verder wil zrij als principieel vaststellen dat we in de toekomst de landsverdediging niet kunnen aanvaarden. Dat is niet nieuw. Het was ;derp^da[rjvchtii}^,defih dom, «km ooslatc! 31e iaar « N. 99 Prijs per nammor : voor België 3S centiemsn, voor den reomda 5 ceatiamen s ïîsdacfcî® 247 - AdîililîJStpa&ie 21845 ZalersSap 1 ® 5

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes