Vooruit: socialistisch dagblad

634 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1916, 12 Octobre. Vooruit: socialistisch dagblad. Accès à 02 juillet 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/br8mc8sj57/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

jr 32e(aar ■■ M. 284 Mttranm Pnj* per nummer : voor België 3 centiemen, tooi den Vreemde® eentismen wmm mmmÊÈËÈRi letafoon e iSasiaoiï® 241 - Admiislötratie 2S45 Oondordag 12 Ootober 1916 SI / ,^v*v Drnkst« r-U itgcefatet IsiSL'Maatschippij HET LICK? ~«' , bestuurder; R DE VISCK. Ledcbcrg-Ofn» . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE MOOQPOORT. 29. CENT ABON N EMENTSP2 y S BELGIË Drie maanden. . , , , fr. 3,25 Zes maanden . , . . . fr. 6 50 Een jaar ....... fr. 12.30 Mea abonneert eiefc op afle pe«fcurae!e» DEN VREEMDE Drie maanden Idagelijk» verxonden). ..... 5c. ft^BI Kasaaggra^ffii^aa»^ groote beteekenis zal hebben voor de visscherij in 't algemeen en hij eindigt m&ti te zeggen : «De zeemijnen hebben ons bewezen, dat de stroomingen van de Noordzee zich vrij geregeld naar onze oostelijke, westelijke en noordelijke kusten wenden, maar vooral dat deze drukking d>er zeewateren tegen de kust het sterkst is gedurende de wintermaanden,' waarin de groote haringvangst plaats heeft. » VERORDENING betreffende de beperking der epenbare onderstounlngslaatan mi hot uit den weg ruimen van algemeens noodlottige toestanden. g i. Personen die in staat zijnte werken, kunnen tot werken — ook buiten hunne woonplaats — gedwongen worden, zoover zij ten gevolge van spel, dronkenschap, ledigheid, vrijwillige of onvrijwillige werkeloosheid, \ oor hun onderhoud of voor het onderhoud van degenen tot wier onderhoud zij verplicht zijn, vreemde hulp verkrijgen of vragen. § 2. In geval van ongelukken, algemeen gevaar of ten einde een algeraeenen noodiotügen toestand uit den weg te ruimen, is ieder inwoner verplicht, volgens zijne krachten — ook buiten zijne woonplaats — hulp te verleenen. In geval hij weigert, kan hij er toe gedwongen worden. § 3. Metten hoogste 3 jaar gevangenis en met geldboete tot 10.000 mark of met eene dezer straffen wordt gestraft — voor zoover er volgens 'de bestaande wetten geene strengere straf toepasselijk is — wie volgens g 1 en a tot werken opgeroepen is en weigert het bevolen werk te aanvaarden of het werk, dat hij aanvaard heeft, voort te zetten. Is de daad door verscheidenen, gemeenschappelijk of volgens afspraak gepleegd geworden, thans zal eene gevangenisstraf van ten minste eene week toegepast en iedereen, die er aan deelgenomen heeft, als dader gestraft werden. 8 4. Zijn bevoegd de üuitsche militaire besturen en militaire rechtbanken. Gros»es Hauptqimrtier, den 3 October 1916. Der Generalquartiermcister, I. V. v. SAUBERZWEIG. VERORDENING Art. 1, — Ds gedroogde suikerijwortelen (suikerijpeeèn, suikerijboonen) van den nieuwen oogst worden in beslaggenomen. 1 • J"-c beschikking erover is verboden. Art. 2. — Groene suikerij wortelen mogen alleen pedreogd wordenj elk ander gebruik, inzonderheid het voederen ervan, is verboden. De bezitters van groene suikerij wortelen moeten t«t den toe van iedere maand, voor den eersten keer tot den toe October igtü,aan de bevoegde Orts-of Etappenkommandantur opgeven, aan welken droger en in welke hoeveelheid zij groene suikerijwortelen hebben. De drogers moeten erover boekhouden, van welke voortbrengers en in welke hoeveelheden zij groene suikerijwortelen gekocht hebben. De inzage dezer boeken staat aan de van een schriftelijk bewijs voorzien gelaiugden. der Etappen-Inspektion (Wirtschaftsausïchuss) altijd vrij. Artikel 3. — Het branden (roosten) Js, voor zoover het niet op bevel der Etappen-Inspektion (Wirtschaftsausschuss) geschiedt, alleen met goedkeuring der EtappenInspektion (Wirtschaftsausschuss), in 't Operatiegebied alleen met goedkeuring van 't ArmeeObcr-kommando (Landwirtschaftliche Betriebsstelle) toegelaten. Dit is ook geldig voor de eigenaars van drogcrijen die tegelijkertijd suikerijwortelen branden. Artikel 4. — Wie op 31 December 1916 voorraden >an gedroogde suikerijwortelen ia bewaring heeft, is •erplichc de in zijne bewaring zijnde hoeveelheden, met opgaat van den eigenaar en van de bergplaats, tot 10 januari 1917 aan die Oits- of Etappenkommandantur te melden, op wier grondgebied de bergplaats zich bevindt. Tot ij Januari 1917 zenden de Oitskommandanturen de aan haar ingediende opgaven van voorhanden voorraden door aan het Armee Oberkommando (Landwirtschaftliche Betriebsstelle), de Etappenkommandanturen aan de Etappen-Inspektion (Wirtschaftsausschuss) . . De hoogste prijs wordt voor gedroogde suikerijwortelen van besre hoedanigheid op 25 fr. bepaald, iVoor gezift afval op 13 fr. en voor niet gezift afval op ti fr. de 100 kilos, vrij geleverd te Gent. De betaling zal in gereed geld na aankomst der waar geschieden. Artikel 6. — De verzorging der bevolking is verzekerd en zal afzonderlijk geregeld worden. Artikel 7. t— Metten hoogste 3 jaar gevangenis en !met pe'dboete tot 50,000 mark (in woorden : Vijftig 'luizend mark) of met eene dezer straffen wordt gestraft : l. Wie de bestemmingen onder 1, 2 en 3 overtreedt; 9. wie zijne voorraden niet. niet stipt op tijdof onjuist ;opgee!t; 3. wie zijne voorraden, in spijt van eene aanmaning, niet aflevert. De voorraden, tot welke de overtreding betrekking heeft, zullen verbeurdverklaard worden. Zijn bevoegd de Duitsche militaire rechtbanken en militaire bastin cu., A.H. Q., den 24 September 1916. Der Oberbefehlshaber, Hertog Albrecht von Württêmbera. ïFd OE^T Als het er op aankomt hunne tegenstrevers te bevuilen, zijn alle middelen aan de klerikalen welkom en de vuilste 't eerst. « Het doel heiligt de middelen » is nog steeds hunne geliefkoosde spreuk. 1 Zulks is ten volle gebleken toen M. Maentout, katholiek Kamerlid, in het Landbouwershuis het stadsbestuur en Ed. Anseele 1 vardacht maakte schreeuwende winsten opgestreken te hebben op den aardappelver' j^oop, ten koste der landbouwers, die weinig betaald werden. Onze lezers herinneren zich de historie. Vooruit heeft afdoende geantwoord, Le {Bien Public heeft de terechtwijzing overgenomen. Maar M'. Maenhout heeft moedig(?) gezwegen, in de hoon da-t er van den laster , t°ch altijd iets zou overblijven. , Dat was maar een begin van de opzettelijke lastercampagne, die nu opnieuw schijnt tebeginnen. Op zondag 1 Oktober 1916 vertelde een Kentsch blad het volgende over den Rfesdalijfcan aarda/ppelverkoop : T->( Stad heelt aat& &£» handd. 7QP. dvii-_ zend frank toegedragen! Zegge : Zeven honderd duizend frank, ondanks de vele lage prijzen van inkoop en de hooge van verkoop. Die beschuldiging was valsch maar ze had zin, zij kon ten minste voor echt doorgaan, zoowel als ze nu in dees geval laster was. Le Bien Public was in den hemel en hij verhaastte zich het lasterartikel in zijn geheel te vertalen en over te nemen in zijn nummer van dinsdag 3 October. Maar dat groot en gezaghebbend burgersblad wist heel goed, dat voornoemde volzin gevaar aanbood voor vervolging en hij vertaalde hem als volgt : Le commerce des pommes de terre a causé à la ville un préjudice de 700 mille kilos, je dis 700.000 kilos et ce nonobstant les nombreux prix avautageux d'achat et les hauts prix de vente. Dat is letterlijk vertaald, meent ge? Zeker, behalve dat de 700,000 FRANKEN verlies voor de stad, in Le Uien Public 700,000 KILOS aardappelen worden. Nu 700,000 fr. en 700,000 kilos is een groot verschil, want een kilo aardappelen kan in dees geval geen frank verbeelden, vooral als men er bijvoegt, dat de stad zoo goedkoop inkocht. Terwijl het eerste blad dus eene beschuldiging van diefstal deed, wat vervolgbaar was, vond Le Bien Public goed van de franken verlies in kilos te veranderen, aldus de stad beschuldigende van negligentis of onbekwaamheid. Hij trok de beschuldiging van een pinte op een tjuurken, maar het lasterlijk doel bleef toch hetzelfde. Nu, de verknoeide beschuldiging van Le Bien Public had geenen zin, omdat, als men 700 duizend kilos aardappelen verliest door rotheid, zulks niemands schuld is, daar het stadsbestuur toch opzettelijk de pataten niet zal doen rotten en Anseele zoomin als iemand in de aardappelen zit, die de stad ontvangt. Neen, zij heeft geenen zin. Had de Bien Public geschreven : « de aardappelen voor de stad Gent bestemd werden frisch en gezond verzonden, zij kwamen frisch en gezond aan, en toch heei't de stad 700 duizend kilos bedorven aardappelen gehad », die beschuldiging zou aaneen hebben gehangen, maar 700.000 kilos rotte aardappelen mengen met goedkoopen inkoop en duren verkoop, dat heeft noch kop noch staart. # * # Onze schepen, gezel Anseele, beeft daar Maandag avond afdoende op geantwoord in den gemeenteraad, en zulks op een toon die bewees dat hij geheel goed op zijn gemak was. Hij herinnerde de raadsleden er te recht aan dat hij, vóór enkele weken, had verklaard dat de sardappeldienst een kleine winst overlaat. Onze partijgenoot stelde de lichtzinnigheid van Le Bien Public vast, die in dees geval misdadig wordt. Dat blad heeft partijgenooten die oyi het stadhuis zetelen in hunne hoedanigheid van gemeenteraadsleden. Heeft hij die heeren geraadpleegd? Zoo ja, dat hij het ronduit zegge. Zoo neen, dan is zijne houding dubbel slecht. Wij stellen vast, dat geen enkel katholiek raadslid de weerlegging of liever de uitlegging van Ed. Anseele in twijfel heeft getrokken. ie Bien Public kon ingelicht zijn, het stadhuis en de Echepenkabinettcn staan open voor hem gelijk voor iedereen. Waarom is hij schepen Anseele niet gaan ondervragen? Nu heeft h geen bewijzen van goedkoopen inkoop of duren verkoop, hij kon ze krijgen. Wij verstaan geheel goed dat Le Bien Public dat niet gedaan heeft, want dan was de laster onmogelijk, omdat hij op voorhand vernietigd was. En dat zou dien christelijken mensch zijn geliefkoosd lasterwapen uit de hand hebben geslagen. Mr ar dat verschoont de positie niet van onze-j tegenstrever. # # # Onze opzettelijke en onverbeterlijke vijanden noemen den aardappeldienst der stad een handel. Dat is hij niet ! In gewonen tijd koopt de handelaar zijne waren waar hij wil, aan wie hij wil en aan de prijzen die hij wil besteden. Hij verkoopt evenzoo in volle vrijheid en hij beschikt dus over inkoop en verkoop. De stad kan dat in den tegenwoordigen toestand niet. Zij koopt niet in gelijk zij wil en zij verkoopt aan de prijzen niet die zij wil. De stad drijft dus geenen aardappelliandel en dat weet Ze Bien Public. En als zij den patatendienst aangenomen heeft, dan was het met geen handelsdoel, maar om in de mate van het mogelijke de speculatie te beletten op eene voedingswaar van eerste noodzakelijkheid. Zij deed het om de menschen te ontlasten van uren ver naar den buiten te moeten trekken op zoek naar een beetje aardappelen en daar dikwijls geplunderd te worden als kiekens. De stad vervulde dus een grooten en schoonen plicht door te doen gelijk zij gedaan heeft. # * # De vuile lasterrol van Le Bien Public blijkt noji; klaarder na het volgende arti- keltje, zondag laatst verschenen in Le Jour^ nal de G'and, als volgt: DE LEGENDEN Eenigen tijd geleden verspreidde men in de stad het gerucht dat de stad schromelijk veel geld won aan den aardappeldienst. Het verschil tusschen den prijs die men aan de landbouwers betaalde en deze die men van de verbruikers eischte, was schandelijk, zoo beweerde men. Vandaag zingt men een ander deuntje: de bevoorradingsdienst der aardappelen, heeft aan de stad een te kort op den hals gehaald van meer dan een half millioen ! De verstandige menschea balen de schouders op. Degenen die de moeite doen van zich in te lichten, weten dat die komeerpraat, de eene zoowel als de andere, even. belachelijk zijn. De stad heeft het aldus geschikt dat de ontvangsten van den dienst der aardappeden in evenwicht zijn met de uitgaven ; het verschil is onbeduidend. (Gezel Anseele erkende zelfs dat er eene kleine winst was. Red. Vooruit.) De rondstrooiers dier valsche geruchten stellen zich bloot aan vervolgingen. Indien zij er tot hiertoe aan ontsnapt zijn, dan is het waarschijnlijk omdat men vastgesteld heeft dat het gentsch publiek die geruchten met de meeste onverschilligheid bejegent. # * * Waarom heeft « Le Bien Public » deze korte maar eerlijke verklaring tot hiertoe niet overgenomen ? Wij gaan het ronduit zeggep : 't Is omdat de. papen alle gelegenheden aangrijpen, zonder de minste kieskeurigheid in de middels, om de werkende klasse op te hitsen. Zij meenen dat er geene betere gelegenheid bestaat dan profijt te trekken uit de diepe stoffelijke ellende en het groot zedelijk verdriet dat op onze klasse weegt, om hun verachtelijk werk aan te vangen en voort te zetten. 't'Is laf, gemeen, en dat, « Bien Publie >, is echte demagogie of volksmennerij en daaraan doet gij mede. Op het oogenblik dat men verplicht is af te danken aan de darsem, dat de spaarcenten op zijn, dat het noodbarema nog niet in voege kan zijn, van dien oogenblik maakt gij gebruik, om de Emarten der armen te vergrooten in de hoop ze tot wanhoop en tot geweld te voeren. Dat is uw wérk, uw proper christelijk werk. « Bien Public » gij handelt slecht, doorslecht en de werkende klasse, zal er zich niet aan bedriegen. Zij zal inzien dat diegenen die haar willen ophitsen, zelven niets mankeeren aan eten noch aan drank, noch aan rijk geïnstalleerde woningen en donzig zachte beddingen. Maar een vrijzinnig geaneentebstuur, dat in droeve omstandigheden zijn plicht deed, aanvallen en een socialistischen werkjongen die het tot schepen bracht verdacht maken, dat, niet waar, is een stoel in dea paapschen hemel. Maar, geloof ons « Bien Public », uweplannen zullen verijdeld worden. Houd hetu -voor gezegd.F. H. VI In de nijverheid der boekbinderij is de superioriteit der groote ondernemingen ook te danken aan het feit dat zij kunstenaars van eersten rang in dienst kunnen nemen, die oorspronkelijke ontwerpen scheppen gansch geschikt voor hun doel. In de kleernijverheid voor mannen der Vereenigde Staten hebben de groote eonfectiehuizen allen een « aanduider » die men meestal geheel duur betaalt,die nieuwe modellen schept en de mode in de wereld slingert. « Men moet het wel erkennen, zegt Selliez, in zijn verslag, zekere kleermagazijnen — te New-York bijvoorbeeld — zijn bezig met het te winnen op de groote fransche kleermakers,» (1). Wij stellen dus vast, dat ds handswerkman hedendaags niet meer kan voldoen aan de'eischen der kunst die zich losgemaakt heeft van do oude overlevering, van den slenter, en die beweegbaar is geworden. De wenseb. om eene nieuwe kracht te geven aan de handstielen of ambachten door de kunst, kon dus ontstaan, in de geesten, die nooit de strekkingen van den hedendaagschen smaak hadden ontleed, en die dus zijne uiterste veranderlijkheid niet hadden opgemerkt. Men mag zeggen dat de handstiel de vertegenwoordiger is van den geest der over- (1) Georges Selliez: Mission industrielle aux Etat* Unis. Rapport du 23 Septembre ie03„ leveringen; hij houdt zich maar recht daar waar deze geest blijft bestaan. Indien er in Engeland nog een zoker aantal handwevers bestaan, dan is het omdat er in dit land nog oude jonge dochters zijn die bedspreien verlangen van een bijzondere teckening en waarop meestal verzen uit den bijbel zijn geweven. Deze die nog aan die oude modes houden, zijn voornamelijk verbruikers, omtrent van denzelfden ouderdom als de voortbrengers (2). De verscheidenheid der functies brengt voor de fabriek een ander gewichtig voordeel mede waarmede meer zich tot hiertoe weinig bezig hield. Wij bedoelen hierdoor de « localisatie » of de « plaatselijkheid >. De kantwerker bevindt zich onder oogpunt van de plaatsing van zijn werkhuis en van zijn winkel, in de voordeeligste voorwaarden. Hij is verplicht van in de gebuurte van den verbruiker te wonen en daar hij al de verschillende function in zijnen persoon vereenigt, is hij ook verplicht daar te werken. Hij~ moet dus voor zijn werkhuis de plaats nemen waar de huur het duurst is. Wij zien hoe hij zich tracht te onttrekken aan deze droevige noodzakelijkheid, door zoo weinig mogelijk plaats in te nemen, zoekend om in hoeken, op koeren, in kelders, eene kleine plaats te vinden, waar hij nog tracht den strijd vol te houden. Hoeveel voordeeliger is de toestand niet der groote onderneming. Zij kan zoowel voor de voortbrongst als voor den verkoop de beste plaats kiezen. Zij gaat in de bijzonderste straat een groot magazijn openen, dat door zijne uitstallingen de volksmassa zal aantrekken; de. fabriek zelve zal geplaatst zijn buiten de stad, daar waar de grootste onderneming denkt dat het voordeeligst is voor de voortbrengst. De nijverheid van het speelgoed te Parijs, toont ons op klare -wijze de superioriteit der fabriek. Terwijl de handwerkman in de stad moet blijven en eene huur betalen van 1500 fr. 's jaars die hem. verplettert, gaan de kapitalistische werkhuizen op zoek naar meer ruimte, goedkooper huurprijzen en eene bevolking die lager loonen aanvaard. De fabriekant Jumeau gaat naar Montreuil, die do poppen naar het schijnt tot hun koningrijk hebben verkozen; de poppenkoppen toonèn eene bijzondere voorliefde voor Charenton, waar men hare hersens in kurk uitsnijdt; de caoutchouc wijkt uit naar Belleville, met de fabrikanten Bapot en Amó of zelfs verder naar het departement der Oise met Derollant. Het speelgoed in metaal, aan wier hoofd de groote fabriek van Rossignol staat, gaat hooger de stad op naar het kwartier waar zich de kerk van St-Ambrosius bevindt en die men de « Ville Mécanique » bijgenaamd heeft. (3) Wij bemerken dezelfde strekking in delinnengoednijverheid in België. Aldus heefteen groot huis in Brussel een werkhuis inde provincie waar het vrouwenhandwerkgewend is aan zeer lage loonen. (De huisnijverheid, III bladz. 304).F. H. Schulze Gaevernitz: La Grande Industrie, bladz. 150. P. Du Marrousem: La questionouvrière III Le Jouet Parisien, 1894* blad 85. ZMlHsbM'vui "ïera!l5 Inhoud van het nieuw-verschijnend nummer (Tweede jaargang nr. 25 — 15 October 1916) Ed. Allaert: Zijn zwanenzang. — B. De Petter: Na oogsters. — G. Burssens: Verzen 'Ie lief, Meisje, Aan bedroefden. — Robert H. V. Avondsteniraiig. — Is. Albert Jozef van Hoorde (slot).—Peter Jo Frank : Terugblik. — Lod. De" Vriese : Een wandelinksken in 't ronde van Gent. Herinneringen en schetsen ({Vervolg) De mijnen en de zaastroomlngers De Koninklijke Maatschappij van Wetenschappen van Noorwegen te Drcntheim, maakt in haar jaarlijksch verslag een belangwekkende mededeeling openbaar van prof. Nordgaards over de zeestroomingen en de fauna der Noorweegsche zeeën. Het belangrijk deel van deze dissertatie is gewijd aan de talrijke naar de Noorweegsche kust gedreven mijnen, welke kunnen beschouwd worden als zeer geregelde aanwijzingen voor de zeestroomingen. In 1915 is het grootste aantal mijnen op de Noorsche kust komen aanspoelen in de maand Maart en April ; do maand Februari komt in de derde plaats. De schrijver verdedigt deze theorie, dat het menigvuldig voorkomen van mijnen in de maanden Maart en April het duidelijk bewijs levert van het be5t«/&n eener landwaarteche stroomiag, in de kuitwateren gedurende deze fcire» maaoden. Hij gelooft, la Wesf-ïteÈFio in in FraÉ# Uit Duifcscïie bron Westelijk gevechtsterrein : BERLIJN, 10 October. — Officieel : Legergroep gen. veldm. Kroonprins Rupprecht van Beieren : Ook gisteren voerde de vijand, meestal bij avond en nacht, sterke aanvallen uit op het groote aanvalsfront tusschen de Ancre en de Somme. Zij bleven allen zonder resultaat. Aanvalspogingen van de Franschen ten oosten van Verm&ndovillers werden verhinderd. Legergroep van den Duitschem Kroonprins : Aan beide zijden van de Maas lewendige artillerieen mijnwerpersgevechten. Russisch gevechtsterrein : Front gen. veldm. Prins Leopold van Beieren : Bij Col Ostrova (aan de Stochod) ten noordwesten van Luck wierpen wij de Russen uit een vooruitgeschoven stelling en sloegen tegenaanvallen af. Ten westen van Luck geene infanteTiebedrijvigheid. Duitsche afdeelingen namen met heel geringe eigen verliezen het dorp Herbesot, ten westen van de Nararofka, stormenderhand in, namen 4 officieren en 200 man gevangen en maakten eenige machiengewenen buit. Koeniecnseh geveehtsterrcin : In Zevenburgen : Aan het oosterfront schoten wij cveral op. De uitgang uit da Hargitta en het Barolergebergte aan den beneden- en bovenloop van de Osik is bevochten. Aan beide zijden van KroonstadS volgden de zegerijke troepen de -verslagen Roemenen scherp op de hielen. Totnutoe werden uit den driedaagschen slag van Kroonstadt aangebracht: 1175 gevangenen, 25 kanonnen (waaronder 13 zware), talrijke munitiewagens en wapens, Buitendien werden buitgemaakt: 2 loko* motieven, meer dan 800 met verplegingsmateriaal geladen wagens. De vijand heeft, volgens overeenstemmende berichten van alle troepen, zeer zware bloedige verlieaen Ten westen van de Vulkaan-pas werd de grensberg Negrocloe genomen. Front gen. veldm. v. Mackensen"* Da toestand bleef onveranderd. Balkanfront : De vijand' zette zijn aanvallen teg*a dö Bulgaarsche troepen in den Cernabooht voort. Hij bereikte bij Skovivi kleine voordeelen. Verder werd hij overal teruggeslagen. Uit Fransche bron PARIJS, 9 October..— Offioieel: Wederzijdsche beschieting ten zuiden van da streek van Roye. De Duitschers hebben de Fransche stellingen van Oanny-sur-Mate aeer levendig beschoten. De Fransche artillerie heeft geantwoord. Niets te vermelden op de rest van het front. PARIJS, 9 October. (Officieel): Aan de Somme een rustige nacht ten Noorden der rivier. Ten Zuiden der rivier wederzijdsche beschieting. In het gebied van Roye hebben de Duitschers de Fransche stellingen verwoed beschoten. Fransche artillerie antwoordt. Van 't overige front niets van belang. Uit Engelsche bron LONDEN, 9 October. Officieel: Haig rapporteert : Wij zijn vooruitgekomen en hebben posten betrokken ten* Oosten van Le Sars, in de riching van den heuvel van Warlencourt. Op verscheiden punten van het front langs de Ancrè zijn geslaagde gasaanvallen gedaan. De vijand antwoordde zwak. Onze patroelje vermochten vijandel ke loopgraven binnen te dringen en gevangenen te maken. Verscheidene oververvallen zijn uitgevoerd in den omtrek van Neuville SintVaast en Loos, waarbij oinze patroeljee da vijandelijke loopgraven binnen drongen, den vijand talrijke verliezen berokkenden en gevangenen maakten. Drie machinegeweerstellingen zijn verdelgd en er is aaaB&sakelijke soJiads a*ngeriehtt'in de vijandelijke schansen» JfC JJ£ 3pt 0§ miM tusscheD ifalls Uit Oostenóik^ch© bron WEENEN, 10X)itobar. — Langs het kusrfL landfront zijn de, italiaatieehe trotepen gister, n* «ene aeht dag»a lang mdaard hebbende #swflÉ,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Vooruit: socialistisch dagblad appartenant à la catégorie Socialistische pers, parue à Gent du 1884 au 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes