Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit

708 0
close

Pourquoi voulez-vous rapporter cet article?

Remarques

Envoyer
s.n. 1917, 06 Mai. Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit. Accès à 23 mai 2024, à https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/fr/pid/fb4wh2hn19/
Afficher le texte

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

ZONDAGSBLAD Biiblad van " VOORUIT ,, ZONDAG 6 MEI t9i7 Derde Jaargang Nr 2 Pri js : 5 centiemen Het gulden Licht In groote ploegen schrijden ze over den steenweg, die langzaam zakt naar eene der hoofdstraten van de nijver-heidsstad.Zeven uur 's avonds ! Onophoudelijk komen ze aange-trapt, met zware stappen : werkheden met bemorste blok-ken, ftodderbroeken en flappende jassen. Een eindje van 't blikken bl.auwe stoopken blinkt uit hun zakken, en som-mige ontsteken mechanisch een korte pijp. Uit 't enge poortje, waarboven « Attention, sortie d'atelier! » in vuile letters op den triestig rooden muur geflanst is, ellebogen ze steeds, en heel de steenweg, reeds grijs van mistigen stofregen, wordt als door donkere bewegende kudden be-trappeld'. Onbewust worden ze vooruitgezwiept, gewoon altijd dezelfde baan te volgen : den langen steenweg af, de draaibrug over, en langs den spoorweg de stad in, als-of ze nog onder de reuzenkracht van de machines staan, nog onder de geheimzinnige macht van de f.abriek, die hen, met een zweepslag, den heelen dag zwoegen doet. Anders zijn hun gezichten doodmoe, ruw maar krachte— loos, na 't daglang sloven, maar van avond gaat het er wonder-levendig toe : « Maarte », zegt Rik, een stoere arbeider, tegen een jonge man uit de \oorste groep « ;.s ge verdoemme moed 'adt, dan zodde morge ni weirke, maa ge derft ni — zeg 'et zoe ! » « Moed, moed... G'et moed gelak ge ne neus et » bromt Martin en stapt_haastiger en somber voort. « Wijlle wirke morge toch ni, hé Jef, Fons, Rik? Wa zegde gali d'er van ?» — « Oem den duuvel weirke we morge ni. Den ieste Maa! Mcarge gaa 'm 'op schok/da's andere peiper! » schreeuwen de zwoegers dooreen om den jongen, en smaken reeds de vreugde van den vrijen dag die naakt. « Allee, verdoemme! Kom morge mè ons mee, è Marte? Let de patroen na den bliksem loepe ! » Martin Meysman zwijgt, zijn bruine oogen flikkeren doriker en onrustig. « Seg, Marte, hei Sjarlotteke soems wad oepgespelt, als ge morge den ieste Maa viert? Ja, ja, pas mar oep, joenge, da's gie zocht poezeke, zenne... » « Ga gaa van den avend ma na da kot, è, daa kunde den iele nacht op ien ligge, en da dis wèl e zocht poezeke ». Dat bijt Martin den spotter toe, en « Goeien avond, manne » zegt hij « tôt overmorge, zenne. » — <( Maa Marte » dringt Rik aan « komt toch me ons mee, gedomme ; en 's ave's is 't vergadering in de « Witte Steir », daar komde toch eene, è? » Schel flapt de spotter er achter : «A derft ni!... A derft ni!... » Ze zijn de brug over, en de kudden sphtsen, ieder naar zijn straat. Sommigen schieten nog « In 't Sapeurke » bin-nen, waaruit een dikke oranje licht-vlek en een walm van tabakrook valt en glas-scherpe snokken van een draai-orgel rinkinken. Alleen gaat Martin Meysman zijnen weg in de donker geworden zijstegen. Hij denkt, hij denkt... Thuis wacht David, zijn vader, een oude stielman. Samen bewonen zij Iwee bovenkamers in een straatje : ze koken en smoken in de een, die ook vaders slaapkamer is ; hij slaapt in de jnder. Ze komen stillekes rond. Vroeger zâten z'er dikker in : Martin ging toen naar de stadsschool en leerde en las veel, maar sedert moeder dood, zijn zuster getrouwd is en vader ziek werd, verblijft hij bij hem en werkt in één der groote meubelmakerijen van de stad. Daar voelde hij plot-selings een heel vreemde, een hee-l nieuwe lucht om hem hangen... In de fabriek staan van 's morgens tôt 's avonds ; 's middags met de anderen eten (hij woonde te ver van zijn werk) ; lachen en den aap houden met den patroon, die een uitperser en een parvenu is,... — wat een leven ! De eerste dagen had hij zich wildvreemd, als een schoolkmd gevoeld, te midden dier ruwe werkers, en zwijgend luisterde hij 't morren af en de klachten en zag hij naar al die noeste zwoegers met meewarigheid, en zwoegde hij zelf — schaven, vijlen, de mechanische zagen in werking zetten, planken verdragen — dat de blijnen er van op zijn vingers puilden en 't zweet hem onder de oksels kleefde. En hij \roeg zich af hoe lang dit zoo \oortgaan zou in zijn leven.. Maar langzamerhand, onbewust, had hij, mèt de anderen, in zich iets voelen opkomen, de gedachte die viijheid en waarde aan den werkman schenkt, die hem rechten en plichten, met gelijken ernst, voor oogen houdt, — de grootsche nieuwe gedachte, waarvoor hij geen woorden vond, maar die hij voèlde, voelde groeien, als de anderen. Doch hij durfde niet... Schuw bleef hij uit de vergaderingen, meetingen, waar gezellen optraden, meed de makkers, vreesde « den bedwelmenden klank der holle wind-redenaars » als vader zei, — en werkte, en sloofde, —■ en was ongelukkig. Ja, hij, Martin Meysman, wàs ongelukkig. Als hij nog jonger was, droomde hij op school de schitterendste toe-komstplannen, want slim en verstandig was hij, ontvan-kelijk voor allen invloed, voor elk tochtje, als een zaal waarvan aile vensters, wagenwijd open, de lucht optrek-ken. Maar nu zag hij geen toekomst meer, hij voelde zich een atoompje van de groote machine, die snorde in de fabriek ; — hij was machteloos. En omdat die vervloekte fabriek, de patroon, het werk zijn jonge vleugels hadden geknot, verbrand, — daàrorn was Martin ongelukkig en rilde hij, als hij 's avonds door de donkere zijstraten slenterde, waarin de stofregen wolk-te als killig-grijze mist. Morgen, den eersten Mei ! Reeds van voor een week waren de meesten besloten dien feestdag, hùnnen feest-dag te vieren. Sommigen hadden beslist geweigerd er aan mee te doen ; Martin aarzelde... Weer voelde hij zijne jeugdige vleugels gekortwiekt, hij was mets. «c Joenge » vermaande zijn oude vader altijd « za goer-zaam an oe oeverste, al verstaad' oek soems de weirde van eulle bevele ni. Za zachtaardig en gela.te, den iene nf den andere kie kom' et toch allemaa te goei. » Wat zou vader wel zeggen als hij morgen staakte ? Kon hij den ouden man, dien hij doodgaarne za"g, zooveel ver-driet aandoen? En met één slag zou de vrede en 't geluk uit hun kamerkes wegvlieden, want vader wilde gehoor-zaamd worden. , Als Martin aan het gerotste huis komt, waar David boven woont, gluurt hij een poosje naar het venster, waaruit een zacht licht straalt, en in zijn verbeelding ziet hij er den

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.  

Il n'y a pas de texte OCR pour ce journal.
Cet article est une édition du titre Zondagsblad: letterkundig bijblad van Vooruit appartenant à la catégorie Culturele bladen, parue à Gent du 1915 au 1928.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Ajouter à la collection

Emplacement

Périodes