Carolus: het weekblad van de Vlamingen

1213 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1914, 11 Juni. Carolus: het weekblad van de Vlamingen. Konsultiert 27 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/sx6445k960/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

CAROLUS HET WEEKBLAD VAN DE VLAMINGEN PRIJS PER JAAR : voor België fr. 2.50 voor Nederland f 2.— voor andere landen . . . fr. 5.— 4e Jaargang, Nr 24 — Dondcrdag 11 Juni 1914 Bureelen van het Beheer : — Bureelen van den Opstelraad : 8, OFFERANDESTRAAT, 8 - ANTWERPEN - TELEFOON 217* , PRIJS PER NUMMER : 5 Centiemen Aile brieven en mededeelingen dienen ! ten laatste Dinsdagavond ingezonden. Brieven uit Holland Onze Hollandsche correspondent schrijft : Heel Nederland is in rep en roer over een rapport uitgebracht door een Franschen meneer Romain aan den Franschen minister van Buiten-landsche zaken — en door dezen weer uitge-leverd aan den franschen gezant in den Haag... enz., enz., enz. Er is, zooals men weet, maar heel weinig noodig om den bureaucratischen sneeuwbal aan het rollen te brengen, vooral als er dan een kwestie van internationale politiek van wordt gemaakt ! Toch een geluk dat wij Belgen en Hollan-ders, daar samen nu niet zoo heel gauw toe komen, ik zeg niet tôt ruzie maken (want dat doen we wel degelijk op zijn tijd) — maar naar onzen buitenlandschen minister loopen zoodra er dan eens een grooter woord — of een blau-wer oog valt, dan door het poortje van de complaisance kan. Die meneer Romain blijkt dan ook van een Franskiljonsche overgevoeligheid. Ik begrijp nu meteen, hoe 't mogelijk is, dat ze aan de Fransch-Duitsche grenzen altijd ruzie hebben en er ieitelijk geen dag voorbijgaat of ze fabri-ceeren er daar een brokje van den aanstaanden oorlog bij. Als Harderwijk eens niet aan de idyllische Zuiderzee, maar onder den scepter van Keizer Wilhelm lag, dan zou vermoedelijk, op grond van het incident Romain, de oorlog er al zijn. De heer Romain — waarom heeft hij zoo'n klassieken naam ? — kwam met zijn vrouw, zijn vriend en een auto in Harderwijk, wellicht om bokking te koopen, mogelijk om bokken te schieten. Nu weten we allemaal éen ding, dat Romain klaarblijkelijk niet wist : de automobilisten doen verkeerd om hun pakje anders te dragen dan met een auto als perspectief. Een mensch met een stofbril, een berenhuid en een Caesars-gelaat, is een heel degelijk schouwspel zoo lang er een auto bij is. Neem de auto weg en hij wordt belachelijk. Er zijn meer van die dingen : een jachtpakje imponeert me altijd ; maar de-geen die ermee aan een diner verschijnt, wordt onbehoorlijk. Een militair uniform verblindt me steeds de oogen ; maar kom er niet mee in een milieu van ernst, want daar wordt het erger-lijk. Indien deze wet van de welvoeglijke kleedij niet bestond, zouden we wel In een badcos-tuum op den Boulevard kunnen verschijnen en in de kerk een maskeradepakje aan kunnen doen. Bij het eerste hoort een stuk zee, bij het tweede een brok carnaval en bij een autopak hoort een auto ! Probeer nu — zooals Romain — in Harderwijk met zoo'n auto-uitrusting te gaan kuieren, of in Parijs zonder zee en met badersairs, of in de kerk met een deukentop van den clown, dan zult ge spoedig ondervin-den dat de kinderen lachen, de bakvischjes giechelen, de maagden en jongelingen proesten, de vijf en twintigjarigen gooien met steenen en die van veertig jaar trachten uw vrouw te worgen. Zoo verging het Romain dan ook, naar hij het in zijn rapport vaststelt. We zijn dan over-tuigd, dat het conflict tusschen de Harderwij-ker bokkingrookers en het literair-individualisme van Romain behoort tôt de meest onver-klaarbare dingen van deze wereld. Zoodra de familie Romain zonder auto verseheen, was ze als een badende familie zonder zee; de Harder-wijkers joelden, schreeuwden, lachten, en duw-den, en de Romains ageerden terug, zoodat,om het laatste woord te hebben en te houden, einde-lijk een Harderwijker mevrouw Romain bij de keel greep, en trachtte haar tout court te worgen.Ziet, lezers, aan deze natuurlijkste aller cau-seele reeksen hebben we ons "internationaal conflict te danken ; het eerste dat, sedert den tijd van de Ruyter, onze diplomatie op de proef komt stellen. We dienen hierbij aan te teekenen, dat het rapport Romain niet onbeantwoord is gebleven. Zoo Parijs bij monde van Romain Harderwijk stegmatiseert als moreel nabuur-dorp van Tombocktoe, zoo heeft een Harderwijker de gansche wereld — behalve Harderwijk — getart het onrecht te bewijzen van zijn dorpsgenooten, die getracht hebben Romain en familie te lynchen. De Harderwijker was welsprekend op de volgende wijze : Als wij, Harderwijkers, Volen-dammers en zoo voort, ons wagen in Londen of Parijs, dan lachen ze ons niet alleen uit en bedrijven niet alleen straatschenderijen aan ons, maar ze trachten zelfs onze klompen te stelen en de gouden knoopen van onze pantalons af te gritten. Allez ! Wat een licht gaat ons daarop over het wezen van de wereldverhoudingen ! Een autopak, zonder auto; een Harderwijker, zonder Harderwijk, precies als een bader zonder zee, blijken de toorn van de volkeren op te wekken, gelijk een roode lap dien eens stiers. Het zijn niet de menschen, maar de pakjes, die elkander niet kunnen verdragen, als ze worden uit dob-beren gestuurd op de zee van het etrangisme ! Als we aannemen, dat ze aan de Fransch-Duitsche grens bezig zijn den oorlog te maken door middel van Harderwijker auto-incidenten van eenigszins speciaal model, dan weten we nu meteen ook, hoe het kwaad te compenseeren : trek de menschen geen buitengewone pakjes aan ! Zet je, Franschman, als je onder Duit-schers gaat, geen vrijheidsmuts op. En Duit-schers, laat je Pakelhaube thuis, als je een woordje met Franzoozen gaat redeneeren over Marokko of andere schoone zaken. En Brit, do-, 2-en oroek mei splendid tolacionruîten aan, i als ge naar het vaste land komt. Zoo ziet men, dat de internationale politiek in wezen niets is dan een négligé kwestie! In de pakjes zit het ; als er twintig millioen Harderwijkers waren, was er nu zeker oorlog tusschen Harderwijk en Frankrijk wegens de wijde vis-schersbroek. Zoo laten aile naties zich uitklee-den, en de oorlogsfabrieken staan stil. Daarin ligt nu bovendien dereden, waarom wij, Belgen en Nederlanders, die elkander nu al sedert bijna een eeuw onze schrale bibbe-rende leedjes heelemaal naakt hebben vertoond, altijd zulke goede vrienden zijn gebleven. XXX. Een open deur — een open mond — dat helpter menig in den grond. De vrouw, wier gezicht haar fortuin moet zijn, kan er op rekenen, dat zij haar fortuin op een goeden dag verliest. De Drie Bedriegers De kiezingen zijn bijzonder kalmpjes afge-loopen dezen keer ; pas veertien dagen voorbij en niemand denkt er nog aan. 't Schijntdat het bijzonder goed moet zijn gegaan, want iedereen was tevreden. Op aile daken werd er viktorie gekraaid, zoodat wij 't plezier wel hadden kunnen beleven dat de triomfstoeten, die door aile drie partijen werden ingericht, elkander op hun zegetocht door de stad ontmoetten, terwijl ze elk hunne glansrijke overwinning vierden. De liberalen jubelden omdat ze veel meer stemmen verkregen, één zetel verloren doch twee terug gewonnen hebben ; de socialisten omdat zij idem stemmen verkregen, geen één zetel verloren en toch éénen wonnen ; de katho-lieken... ja, die jubelden ook, omdat ze bij de andere partijen toch niet konden onderdoen, en nog zooveel klop niet kregen als zij hadden verwacht en ook wel verdiend. Laat ze dus aile drie maar uitgaan met fan-farengetoeter en tromgeroffel zooveel hun lust. Vocr ons, flaminganten, is het ondertusschen nog tijd de cijfers ©ens na te kijken om daaruit de noodige lessen te trekken. Wat, in de Vlaamsche arrondissementen bijzonder, opvalt, is, dat de katholieke lijst overal beduidend achteruit ging, daar waar een of andere beunhaas de franskiljonsche viool wilde bespelen. Mijnheer Woeste mag wel eens beteuterd naar zijn nieuwbakken gravenkroontje hebben gekeken,als hij dacht aan de tienduizend stemmen die zijne partij — grootendeels door zijne schuld — ten gunste van de twee flinke vlaamschgezinden Daens en Plancquaert ver-loor.Te Sint Nikolaas waar meneer Nobels, onza-liger gedachtenis, op de lijst prijkte ; te Den-dermonde waar er danig werd geknoeid, hebben de Vlamingen aan hunne ontstemming lucht gegeven. Te Tongeren-Maeseyck, waar Gielen de laatste op de lijst werd gedrongen, viel eene onbekende nulliteit, Van Ormelingen, voor den Menqelwerk van "Carolus" 4 Lode Baekelmans Een Inleiding lot zijn Werk In dien tijd werden de jongeren in de meeste Vlaamsche bladen om het ergst bespot. Op een almanak-blaadje van zekeren 26 Juli lezen wij o.a. "Het is gemakkelijker uw haar te laten groeien, dan een betamelijk vers te schrijven. (Dees gedacht is van een jongeren van Al-voorder.)Toen eindelijk dit kranig tweemaandelijksch tijdschrift eveneens te niet ging, schreef iemand in "De Werker" van 18 Dec. 1901 : — Al-voorder, Het tijdschrift der "jongeren" heeft opgehouden te verschijnen. Dit is een zeer merkwaardig feit in de geschiedenis der volken, eene wereldgebeurtenis, even als eene drie dagen lange geheel-onthouding van een mijner vrienden. Daarom stippen wij het aan. — In de Arbeid (1900-1904) bij Van Dishoeck uitgegeven, en bestuurd door Ed. Verburgh (Thorn-Prikker) en Victor de Meyere, liet Baekelmans verschijnen : De Mieren, De Aftocht der Veertig, Dolle Lijkredenen. En over al die tijdschriften, waaronder er waren, die goed werk brachten en waaruit in ieder geval verdienstelijke jonge schrijvers groeiden, zou men kunnen uitspreken de lijk-rede, die Baekelmans, een ontgoocheld "Stich-ter" in den mond legt. (1) "Waarom toch hielp ik al die organen stich-. ten, waarin onze stemmen soms zoo oproerig klonken in 't gedommel en gesoezel van wat lang den tijd weerstond en oud mocht worden. (1) "Havenlichtjes" blz. 165- Och zooals men hartstochtelijk het leven aan-bidt, zoo tracht men te scheppen, en weer en nogmaals. Dan kiest men stemmige, jonge namen, die klinken als een te wapen, als een strijdkreet, als een ordewoord, dan levert men veldslag tôt de voorraad is uitgeput en dan bezwijkt men, of liever men denkt zich in guer-rila strijd, en men hervat later met nieuwen moed." "en onwillekeurig denk ikopnieuw aan al de jonge, doode kinderen, onze tijdschriften, die wij liefhadden, die enkelen onzer met leedwezen, maar meestal met vreugde zagen sterven, alsof het innige, intieme vijanden waren, waarmede men nu toch eenmaal leven moest" "en de drukkers zijn zaakmen- schen, en eischen schromelijk veel geld... en de dichters hebben steeds te veel verzen en uitgevers zijn witte raven in ons land..." Er huivert weemoed door die woorden ge-sproken over gestorven jonge tijdschriften, waar omheen strijd gevoerd werd'om geweigerde bijdragen, of om principes ook wel... waarvan de inschrijvers schaarsch waren of niet betaalden. Die tijdschriften waren de trouwe weerspie-geling der jonge Vlaamsche literaire beweging in Antwerpen en Baekelmans' naam is daar onafscheidbaar-innig aan verbonden. Immers "hij was de ziel van de gansche jonge beweging, twijfelde nooit, baarde grootsche plannen, welke niet altijd tôt werkelijkheid gedijden, maar zijn geestdrift was aanstekelijk en op-beurend." (1) En al spotlachte en smaalde men, toch was de beweging vruchtdragend en een tijd lang verminderde de onverschilligheid van het publiek. In 1901 verseheen Baekelmans'eerste bun-del : Uit Grauwe Nevels, (Nederlandsche Boek- (1) Ary Delen in Letterkundig overzicht. handel te Antwerpen en H. Honigh-Utrecht), bevattend de volgende novellen : Ratten, 1900. Aan de Stokerijk, 1897. In de Schemering, 1900. Een Kat, 1896. Swaen, 1900. Rond het Slechten, 1900. Kerstvertelling, 1900. Zachtmoedigen, 1899. Hooidag, 1900. De Sabelslikster, 1901. Gretchen, 1900. Avondtocht, 1900. Drie schrijvers, welke zijn werk begrepen en waardeerden, leidden den jongen auteur in bij 't groote publiek : Victor de Meyere schreef er over in "De Arbeid" (4e jg. — blz. 138) en (Th. P.) — Thorn Prikker in de "Amsterdam-mer" (10 Nov. 1901), terwijl G. Eekhoud erover gewaagde in "Le Mercure de France" van Sept. 1902. Een tijdlang behoorde Baekelmans tôt de luidruchtige Vlaamsche kunstenaarsbent, waar-over hij ook spreekt in Marieken van Nijmegen, een roman in 1901 uitgegeven (bij Tierie en Kruyt te Amsterdam). In dit boek portretteerde hij aile mogelijke kennissen en vrienden. Het is tevens een strijd-boek, waarin hij spot met snobisme en het on-vruchtbaar-woekerend dilettantisme hekelt. Greintjes philosophie liggen zoo hier en daar in het boek verspreid, daar waar de auteur uiting geeft aan gedachten, hem lief, die te samen vormen de theorie der onbestendigheid. In 1903 schonk Baekelmans ons De Waarduit "De Bloeiende Eglantier'' (1) (Tierie en Kruyt, Amsterdam). Dit werkje werd in vloeiend Duitsch overgezet door Charlet en verseheen onder den titel "Der Wirt zùm bltihenden (1) Met teekeningen van René Pin. Haideroslein". De besprekingen in talrijke Duitsche bladen waren bijzonder gunstig. Vooral op de merkwaardige milieu-schildering, op de ironische uitbeelding van het Antwerpsche "Spieszburgertùm" werd door al de recencen-ten gewezen. Gewettigd was de bijval van deze sappige vertelling, waarin op kostelijke wijze en met scherp-ironischen humor de klein-burgerij der Vlaamsche havenstad geschilderd wordt. Merkwaardig is het, dat Baekelmans hier op heel gelukkige wijze, als door een sterke intuitie geleid, een kleurrijk beeld gaf van de oude stad in een tijd, dat deze nog besloten lag binnen den engen kring harer oude vesten. In 1904 kwam De Doolaar en de Weidsche Stad (Uitgever : Johan Pieterse, Wageningen). De roman welke de eerste zijn moest van eene reeks getiteld "Het Hommelnest" en waarvan het tôt nu toe nog niet verschenen boek De Parochie van Miserie het tweede deel zou uitmaken, is niet alleen te beschouwen als de weergave van hetgeen Lieven — een polderjon-gen — overkomt, wanneer hij aan zijn aandrang om in de groote stad fortuin te gaan zoeken, toegegeven heeft. De trage ondergang van den buitenjongen, de miserie welke hij onderstaat zijn niet het bizonderste in dit boek. Juist lijkt mij de opvatting van Georges Eekhoud (1) : "Il (le personnage de Lieven) sert plutôt de prétexte à des tableaux, ou mieux à des ébauches de la grande ville largement observés et rendus à l'emporte-pièce..." In dit boek, waarin het prachtige verhaal van den "Kaaizot" voorkomt, is de Stad in hare veelvormige verschijning, de ailes-overweldi-gende hoofdpersoon. De bundel Havenlichtjes, verseheen in 1905. (van Holkema en Warendorf. — Amsterdam). Hij bevat : (1) Mercure de France : 15-1-1905, p. 300-302.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel Carolus: het weekblad van de Vlamingen gehört zu der Kategorie Vlaamsgezinde pers, veröffentlicht in Antwerpen von 1911 bis 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume