De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland

1022 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1918, 05 Januar. De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland. Konsultiert 19 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/ks6j09x020/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Tweetalig Weekblad van den Bond der Belgtsche Arbeiders in Nederland Abonnementsprijs in Nederland : 90 cent per 3 maanden. . Redactie en Administratie : LONG VILLE, REMBRANDTSTR. 316, 's-GRAVENHAGE. - Abonnementsprijs voor het fiuitenland : i 1.50 per 3 maanden HET OORLOGSBILAN. Het Alg. Handelsblad heeft een over-zicht gepubliceerd nopens de oorlogs-verliezen. Wij ontleenen aan dit artikel de volgende cijfers. 1. Financieele verliezen. a) Groot-Britannië: 6 milliard pond sterling of oirca 150 milliard francs of meer dan vijf maal het Belgisch natio-naal vermogen. b) Duitschland: ruim 100 milliard marken, niets dan aan oorlogskredieten. o) Frankrijk: de oorlogskosten worden geschat op 102 milliard francs. 2. Verliezen aan menschenmateriaal. Gedurende de twee eerste oorlogs-jaren:a) Gesneuvelden: 4.631.500, zegge vier millioen zes honderd een en dertig duizend vijf honderd. b) Invaliden: 3.372.00, zegge drie millioen drie honderd twee en zeventig duizend:. , ' c) Gewonden: 11.215.300, zegge elf millioen twee honderd vijftien duizend drie honderd. De verliezen tôt op den d'ag van he-den worden geschat: a) Dooden: meer dan negen millioen. b) Dooden en invaliden: meer dan zestien millioen. " In deze verliezen zijn niet medegere-kend degenen, die overleden zijn in de krijgsgevangen- en interneeringskam-pen, noch die der burgerbeVolking. Wanneer men deze verliezen mede- Beste Wensehen aan al onze Ieden en onze kameraden van elders. Dat 1918 ons den algemeenen en duurzamen vrede brenge! Clemenceau volhardt.. In aanpassing met den uiterst kritie-'ken toestand' hebben onze Fransche partijgenooten biji dé regeering aangedron-gen op paspoorten voor Stockholm en Petrograd. demenoeau doet wat Ribot heeft voorgedaan: hij weigert. Ware het anders geweest, het w>u ons innig hebben verwonderd. Clemenceau blijft in zijn roi. Hij! heeft immer die moderne arbeidersklasse ge-pest.Aan hem de -verantwoordelijkheid te aanvaarden van den toestand van the-den en morgen. Maar ja! Wanneer de heeren minis-ters vinden dat het verkeerd loopt, ne-men zij ontslag en hun verantwoordelijkheid is gedekt. Welke zal nu de houding onzer Fransche kameraden zijn1? Zullen zij gebruik maken van de ter hunner bes-chikking liggende middelen om recht te laten weervaren? Wat er ook moge ge'beuren, de poli-tiek der regeeringen mag ons niet ont-moedigen. Tegenover het reactionaire jusqu'au boutisme der regeeringen moe-ten wij ons revolutionaire jusqu'au boutisme stellen. Over Kultuur-Autonomîe. Te klagen over het onthaal, dat mijn voorstel van kultuurautonomie voor Vlaanderen en Wallonie genoten heeft. heb ik niet. „L'Opinion Wallone" en de Gentsche aktivisten hebben mij uitge-scholden; de eenen omdat ik te vèr ging, de anderen omdat ik niet ver genoeg ging. Van Cauwelaert heeft mijn 6tel-ling inet zaclitmoedige kritiek behan-deld, aooaLs het onder niet-aktivistische flaminganten past. En van andere zijde heb ik instemming gekregen, zoowel van aktivistische (L. Picard') als van niet-aktivistische zijde. „L'Opinion Wallone" is zeker van meeniing, dat ailes maar bij het oude mor.t blijven. Dat is ook een stelling. Maar ik veroorloof mij „schijnheilig" (het blad'stelt me zoo voor) te denken. dat die tijd lang voorbij is. Dat ziet de Regeering ook wel in, want zoo de Bro-queville's laatste speech als naar ge- • woonte zoet-zalvend is, weet toch ieder-een d'at hij in het kabinet partijganger van de Vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool is geworden. Het verschil tusschen ,,1'Opinion Wallone" en de Regeering is, dat de redakteijrs van het. Waalsche blad niets willen do en, en dat d ■ Regeering iets wil dOen. Maar deze weet zelf niet wàt. Poullet en enkele zij-ner kollega's hebben nog altijd voet in het rnoeras der halfslachtigheid, terwijl de anderen dobberen op vijandelijke of half-vijandelijke waters. Ik heb me nu veroojdoofd den toe- rekent, komt men tôt een globaal ver-lieseijfer van twintig à vij f en twintig millioen. Zied'aar het bilan van drie en een half jaar oorlog. 't Is verschrikkelijk. Ziedaar een eerste resultaat van het „jusqu'au boutisme", terwijl het schijnt dat wij nog niet .Jusqu'au bout" zijn. Zij< willen nog verder gaan, zij willen gaan tôt het einde van het bittere einde, tôt de volledige uitmoording der Euro-peesche arbeidersklasse. Proletariërs aller landen! Gij staat voor de keus ofwel de hand te leenen aan degenen die u willen drijven in deze monsterachtige avontuur — de 1 zelfmoord van het proletariaat — ofwel den strijd te aanvaarden tegen aile impérialisme en militarisme. Omtrent uw keus bestaat er geen twijfel. Proletariërs aller landen! Vereenigt u dus! Proletariërs in de loopgraven! Neer dus de wapens! Kameraden in de munitiefabrieken! Kruist dus de armen! Arbeiders der Centrale rijken! Aan u het voorbeeld te geven en wij volgen. De bevrijdingskamp der arbëiders-klasse zal het werk der arbeiders zijn: aan ons onze klasse te redden! Op, verdrukten der aarde, tegen het jusqu'au boutisme, voor den algemeenen duurzamen vrede! Onze overwinning wordt niet beslist op het oorlogsveld, maar te Stockholm. stand te preciseeren en d'e Regeering aan te toonen, dat het iets, dat zij zoekt, principieel en feitelijk te bereikeni is, zonder de eenheid van België op te offe-ren, zonder ekonomische en politieke verdeeling of scheiding. De Gentsche aktivisten, die openlijk de spreekbuis van de Duitsche Regeering zijn, kunnen met deze mijne oplos-sing nataurlijk geen vrede hebben. Ook word ik in de „Gentsche Nieuwe Courant" afgetakeld door een jongen man, die zich Primo noemt. Zijn artikel heeft me nog eens bewe-zen, hoe moeilijk het is een débat aan te gaan met een mensch, die zich als een intellektueel voordoet maar eigenlijk bitter weinig van intellektualisme ver-staat. Schakeeringen verstaat hij niet en zijn gebrek aan ontwikkeling ont-waart men zoowel in zijn woorden als in zijn negatieve denkbeelden. Ik had me dë moeite gedaan den jongen man te Rotterdam te zeggen, dat men de praktische politiek van het akti-visme „kon verstaan" . indien men te rekenen had met een Duitsche blijvende Eegeering. Weet u nu, hoe die jongen die woorden ver ta ait? „Huysmans is partijganger van het aktivisme, indien de Duitsche Regeering blijft!" Deze mensch ziet niet in, dat ik van hem spreek en niet van mij. Ik ben geen akti-vist. Ik was en ben zoowel vijandig aan het princiep van de scheiding van België in twee staten, als de verdeeling van België in twee kantons. Ik was en ben vijandig aan de praktische politiek van het aktivisme, die zich ten dienste van de Duitsche Regeering stelt onder voor-wendsel Vlaanderen vrij te maken van Waalsclje of Fransche overheersching. Maar ik kan d'en politieken man verstaan, die, rekenend met een blijvenden overheerscher, van dien overheerscher het maximum van zijn eischen tracht te bekomen. Zoo sprak ik ongeveer tôt Primo. Maar Primo verstaat me niet. Mijn Ne-derlandsch was voor hem Latijn, zooals zijn familienaam, en op zijn misverstaan i bouwt hij nu konklusies op, zoo gek, dat het de moeite niet is die scheldwoorden te refuteeren. De heer Primo ziet niet in dat de oor- « log niet eindigen kan zonder volledjge vrijstelling van België. Hij ziet niet in, dat het eenige, d'at in de internationale richting aan Vlaanderen kan gegeven : worden, juist dat is wat ook in de'andere landen op de dagorde staat. En dat eenige is: Kultuurautonomie. Het vermakelijkste van die kritiek va.n de ,,Nieuwe Gentsche Courant" is dat zij kultuurautonomie voor onmoge-lijk acht, orndat ik de détails voor een bepaald systeem niet heb opgegeven. De redeneering is ongeveer zoo afdoende als de volgende: ,,Het Algemeen Stem-recht is morgen in België onmogelijk, omdat men niet weet of de kiezers zullen stemmen op 21-jarigen of 25-jarigen ouderdom ..." Primo gaat nog veel verder. Hpj ora- , • kelt dat een unitaire staat geen twee officieele talen kan hebben en hij wil i - I zelfs de geestelijkheid verhinderen aan franskillionisme te doen. Eindelijk neemt hij den laster der Bolscheviki be-treffend Hjalmar Branting over, wanneer hij toch zou moeten weten, zelfs als geïmproviseerd journalist-, dat van al dit praatjè geen woord recht is ge~ bleven. » * * Ik wil me niet verder onledig liouden met dien edelen vertegenwoordiger van Tirpitz' politiek in Vlaanderen — en nu kom ik tôt Léo Picard, die in de „Nieu-' we Rotterdamsche Courant" en andere bladen een gansch anderen toon heeft aangeslagen. Dit verheugt me! Dit verheugt me omdat onder de aktivisten nu toch , schijnbaar menschen gevonden worden, [ die zin hebben voor realiteiten. Zij verstaan nu, dat, zelfs zoo men dat wildë of wenschte, de scheiding van België in twee staten of twee kantons een poli-; tieke en zedelijke onmogelijkh id1 is. Politieke onmogelijkheid, voor de reden . die ik hooger heb opgegeven. Zedelijke onmogelijkheid, omdat de Belgen zich ; nog méér als voor den oorlog, voelen als één blok. Zij hebben samen geleden. Zij L willen samen leven. Wie dat niet ziet, heeft geen zin voor imponderabilia. Ik zeg dat het maximum dat we kunnen bekomen -— en ik voeg er bij, het maximum dat wenschbaar is — juist . kultuurautonomie . is. De invloed der Fransche kultuur op de Vlaamsche kul-tuur is een goede invloed, van 't oogen-. blik dat een Vlaamsche georganiseerde kultuur bestaat. Het ongelijk in het ver-leden is juist geweest dat we een Fransche kultuur in onze nabijheid hadden, en d'at onze Vlaamsche kultuur niet verder ging dan de lagere school. De invloed eener .andere kultuur is nooit ^ slecht, wanneer de eigen kultuur kan groeien en gedijen. In dit opzicht heeft de Broqueville gelijk dat wij een dubbel geestesvolk zijn: als Belgen als Vlamin-gen. Wij hebben, door de eeuwen heen, den terugslag der EVinsche beschaving gevoeld. Wij hebben nooit onder d'en invloed der Duitsche kultuur gestaan. Het ' waarom daarvan hoef ik hier niet uit-een te zetten. Maar het voldoet dat enkel vast te stellen voor het oogenblik. Maar de Broqueville vergeet te zeggen, dat deze geschiedkundige waarheid ons het recht niet .ontneemt onze eigen kultuur organisatorisch op te bouwen. Wij willen geen échos van anderen blijven. De kultuurmenschen van Vlaanderen, waren vroeger eenige hond'erd'en. In de 20e eeuw zullen duizenden kultuur ge-nieten, en die duizenden kennen slechts één taal: de hunne. Picard heeft dit ailes, naar me voor-komt, klaar ingezien. Met kultuurautonomie kunnen we toch voortleven, meent hij. Dat is ook mijn bescheiden oordeel. En dat is ook juist de vraag. Ik wil me voorspannen in een wagen, die ik trekken,kan. Picard vraagt me ook meer détails. Hij zou graag weten wie het budget van de begrooting zal opstellen, of er één of twee Ministers van Kunsten en Weten-schappen moeten regeeren, enz. Ik dank hem voor het stellen dier vragen en zal mijn best doen hieromtrent mijn opvat-ting neer te schrijven. Maar ik zeg voor-op, dat ik mijn systeem niet aanzie als een definitief voorstel. Wie het verbete-ren wil, bewijst ons allen dienst. Als onverbeterlijke oppurtunist neem ik ailes aan wat een verbetering onzer positie is. Blijft nu nog de redaktie van „Vrij België". Mijn vrienden zijn mindfer ge-kant tegen het denkbeeld der kultuurautonomie als tegen de internationale waarborg onzer zelfstandigheid. Van Cauwelaert en Hoste verstaan, zoo goed en wellicht beter dan ik, dat de Vervlaamsching van de Hoogeschool van Gent.1 geen oplossing is. Gansch Vlaanderen moet de Vlaamsche kultuur be-vorderen en organisch schragen. Er zullen konfessioneele moeilijkheden voor-komen, maar ik hoop wel dat in dit opzicht een modus vivendi zal gevonden ■ worden. Wat nu den internationalen waarborg aangaat, denk ik toch niet dat mijn vrienden een internationaal steun-punt voor Vlaanderen zullen weigeren, wanneer zij dit steunpunt vragen voor België. Er is een groot verschil tusschen een Duitsche en een Europeesche her-vorming van België. De eerste verwerp ik, de andere kan ik en wil ik niet ver-werpen, omdat ons probleem het pro-bleem is van tien andere naties. En laat mij hier een kleine voorspelling maken: Het zal niet lang duren voor dat de houding van onze eigen landgenooten mijne l opvatting zal versterken, en Van Cau-t welaert met Hoste zullen aan deze ' logika niet ontsnappen. C. H. Uit het fand der Démocratie. In hun manifest aan de Russische socialisten hebben onze Fransche pàrtij-genooten het over Amerika en noemen zij de Vereenigde Staten „het land der republikeinsche demokratie". Deze benaming doet ons veronder-stellen, dat onze Fransche partijgenoo-ten niet weten, welke zware strijd onze Amerikaansche makkers te voeren hebben — in het zoogenaamde „land der demokratie" — tegem de reaktie, tegen spoor- en staalbaronnen. Wellicht zorgt de Fransche censuur er voor, dat de Fransche bevolking niet al te goed ingelicht is over hetgeen zich aan de overzijde van den Atlantischen Oceaan afspeelt. Kregen de Fransche socialistische • parlementsleden, kreeg de redàktie van-,,1'Humanité" het „leading organ" der Amerikaansche. Socialistische Partij in handen, dan zouden zij zich zeker wel hebben gewacht om in hun manifest Amerika tegen Rusland uit te spelen als het land1 der demokratie. * * * Wij hebben onze lezers reeds vroeger door een artikel ingelicht nopens den strijd, die zich in het Land van den Dollar afspeelt. Onze partijgenooten der Vereenigde Staten zijn tegen den oorlog en hebben zich tegen de deelname van Amerika aan den oorlog verklaard. Zij worden als wij en als allen, die voor een vrede door overeeiikomst zijn, voor Duitsche agenten uitgescholden. Terwijl de Amerikaansche industriee-len al het Europeesche goud hebben in-gepalmd en reuzenwinsten hebben ver-wezenlijkt door de levering van oorlogs-materiaal, zijn het deze oorlogswinst-makers, die nu bij middel der burger-pers onze partijgenooten beschuldigen, met Duitsch goud vergoedi te worden. De hoofdleider der Amerikaansche socialisten, de in aile landen bekende Morris Hdllquit, was door onze partij kandidaat gesteld voor het ambt van Lord Mayor te New-York. In Amerika wordt de burgemeester door het kiezerskorps gekozen. Hillquit was tegen den oorlog, daarom had zijn kandidaatschap ditmaal een bij-zondere beteekenis. Kiezen voor Hillquit beteekende niet alleen, dat men een internationalen so-cialist als burgemeester van New-York wenschte, doch de kiezers, die Hillquit stemden, manifesteerden tevens vôôr de politiek van Hillquit; zij onderschreven de houding der Amerikaansche socialisten nopens het vraagstuk van oorlog en vrede. De verkiezingsstrijd werd hevig ge-voerd. De voorstanders van oorlog, die duidelijk gewaar werden, dat Hillquit in de verkiezingskampagne groot sukses oogstte, vreesden, dat hun kandidaat het onderspit ging delven. Aile middelen werden aangewend om de socialisten verdacht te maken. Président Wilson werd zelfs uitgenoodigd om in een boodschap, aan dç New-Yorksche bevolking gericht, zich tegen Hillquit uit te spreken. De New-Yorksche postdirekteur maak-te van het recht gebruik, hem tijd en s den oorlog toegekend om de bestelling van 't partijblad „The New-York Call" te vertragen, om de propaganda ten voordeele van Hillquit te belemmeren. Onze vrienden hebben zich echter niet onbetuigd gelaten. Prachtig hebben zij gewerkt en hun arbeid is met sukses bekroond. Morns Hillquit, een prachtige inter nationale figuur, heeft, de aanvallem van het socialisme kranig te woord gestaan. Om duidelijk te doen uitkomen welk stahdpunt onze Amerikaansche partijgenooten inn emen, vert al en wij eenige brokken uit een artikel, door Hillquit als antwoord aan den postmaster gericht. Hij zeide o.m. het volgende: „Kapitalisme is de oorzaak van den oorlog-. «The New-York Call" is het erkeode orgaan van de socialistische partij. De Amerikaansche socialistische partij verklaart dat de oorzaak van elken oorlog, den tegenwoordigen oorlog in-begrepen, aan het kapitalisme moet toegesehre-ven worden. De socialistische partij, waarvan de York Call" de openbare tribuun is, is vau mee-ning dat de belangen der werklieden van aile landen dezelfde zijn; dat de werklieden er geen belang bij hebben met elkander te rechten en dus geen belang bij oorlog hebben; dat aile oorlogen gevochten worden voor kapitalistische belangen, en dat het arbeidersbelang rergt te strijden tegen de vernietiging van îftt kapitalisme, waardoor tevens oorlogen onmogelijk worden. De socialistische partij van de Vereenigde Staten van Amerika heeft zich openlijk verklaard èn tegen den oorlog in 't algemeen, èn tegen de deelname van Amerika aan den tegen-woordigen oorlog in het bijzonder." Dat is een taal, die wij verstaan en wij meenen, dat onze lezers nu zullen weten wàt en hôè onze partijgenooten in Amerika denken over den oorlog. Wij hebben de bladen met den uitslag der verkiezing nog niet ontvangen. Al gelooven wij niet-, dat Hillquit als Lord Mayor zal verkozen zijn, toch kunnen wij— en dat op grond van gedeeltelijke uitslagen, — verzekeren, dat Hillquit's kandidatuur een reuzensukses is geweest. De persagentschappen hebben zich dan ook wel gewacht een woordje te renpen over het resultaat dezer verkiezing. En met- reden. ♦ « * Wij hebben inmiddels de Amerikaansche bladen ontvangen met den uitslag der verkiezingen. Zooals wij verondler-stelden, heeft de socialistische partij een reusachtig sukses te boeken. Voor wat New-York en distrikten betreft, is niet alleen het stemmencijfer, door onze par-tii beliaald, reusachtig gestegen, doch er zijn 10 raadsleden, 7 schepenien en 1 stadsmagistraat gekozen. Onze partijgenoot Morris Hillquit heeft als kandidaat voor Lord Mayor van New-York 148.000 stemmen be-haald.Wat dat beteekent, kan blijken uit het volgende: In 1909 behaalde de kandidaat der Partij 11.168 stemmen, in 1913 32.057 stemmen, zoodat Hillquit in deze verkiezing 115.000 stemmen meer behaalde dian de partijkandidaat in de vorige kiezing. Ook in andere distrikten is de vooruit-gang der Partij beteekenis vol. In Toledo behaalde de kandidaat voor Burgemeester 12.000 stemmen tegen 2500 bij de vorige kiezing. In Cincinnati steeg het aantal stemmen van 2800 tôt 15.000. Uit den uitslag der Amerikaansche gemeenteverkiezingen kunnen wij kon-kludeeren, dat niet alleen in neutrale landen, doch ook in oorlogvoerende staten het vertrouwen in de socialistische partij toeneemt. De Engelsche arbeiders In den oorlog, Q 0 De Engelsche Trade Unions houden niet op om voor de rechten der arbeiders op te komen. De vraag voor loons-verhooging staat aan de orde van den ■ dag. De Engelsche arbeiders eischen nifit alleen medezeggingsschap in de betli'ij f sregel i ng, doch eischen bij elke verhooging der levensvoorwaarden ook loonsverhooging. „The Times" wijst er met angst op, dat de vraag naar meer loon nooit op-houdt. Nu is de beurt weer aan de spoorwegmannen. Hun eisch is 10 shilling per week meer loon. De maatschap-pijen hebben een verhooging van 5 shilling aangeboden, doch daar gaan de cheminots niet op in. Gedurende den oorlog werden reeds de volgende verhoogingen van loon toegekend. In Februari 1915 3 shilling per • week voor aile werklieden die minder dan 30 sh. per week verdienden. In Ok- \ tober 1915 werd de toeslag van 3 sh. van Februari, tôt een algemeenen toeslag van 5 sh. gebracht. In September 1916 werd de toeslag tôt 10 sh. ver-hoogd. In April 1917 werd de toeslag met 5 sh. verhoogd. „Tlie Times" weet verder te vertellen, dat een loonsverhooging van 5 sh. per week en per man jaarlijks 8 millioen pond kost. • * * Wij zijn tevreden, dat onze Engelsche kameraden in den oorlog flink voor hun belangen optreden en wij durven, op grond van hetgeen wij zelf in Engeland gezien en meegemaakt hebben, zeggen, dat de Engelsche arbeiders aan de spits van de Europeesche arbeidersbeweging staan. Van meer beteekenis is nog, dat er in Engeland een streven valt waar te ne-men in de vakbeweging, dat voor doel heeft tôt samentrekking van aile krach-ten te komen. TWËEDE JAARGANG No. 17. ZATERDAG 5 JANUARI 1918 LOSSE NUMMERS 7V2 CENT Oplage van de week: 5850 Nos

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Rotterdam von 1916 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume