De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven

1363 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1917, 29 April. De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven. Konsultiert 26 April 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/gx44q7rk8v/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Tweede Jaargang, nr 17. Prijs per nummer : 5 centiemen. Zondag\ 29 AprM 191t. De Gazet van Leuven 1 = —J ABONNEMENTSPRIJS : — Per jaar . . . . 2,50 fr. □ Voor 6 maanden . . 1,25 fr. Voor 3 maanden . . 0,65 fr. ALLE BRIEFWISSELING TE ZENDEN : Naamsche Vest, 41, HEVEBLEE (Leuven) Postoheok-rekening Nr 242 Elke medewerker blijft verantwoordelijk voor zijn opstel. Ongetee' "ride brieven of bijdragen worden niet i a j*i» .luiïing genomen. Handschriften worden niet teruggegeven. AANKONDIGINGEN : Naar overeenkomst. BOEKBESPREKING : Het inzenden van één exemplaar geeft recht op vermelding ; twee exemplaren op bespreking. BERICHT Wij vestigen de aandacht onzer briefwisse-laars op het feit dat vele brieven met vertraging toekomen omdat de afzenders verwaarloozen hun adres te vermelden op den omslag. Alzoo zijn ons vele antwoorden op onzen vroegeren raadselprijskamp te laat toegekomen. Men gelieve daarop te letten. Rond de Mexikaansche omwentelingen. (SLOT) De Noord- Amerikanen hebben daarbij nog een groot punt uit het oog verloren, namelik : den rassenstrijd. De Amerikaan van Latijnschen oorsprong — 't zij van Mexiko af tôt Z. Ame-rika — wil niet bevriend worden met den Angel-SakservanNoord-Amerika; en in Mgxiko is die rassenhaat des te heviger daar beide landen gemeene grenzen hebben. De N. Amerikanen, ten andere, beoogden nog iets anders : het Panama Kanaal ging geopend worden, en daardoor voelden ze zich gedreven van Mexiko als een protektoraat van N. Amerika te maken. Dit mislukte volkomen, want Porfirio Diaz trof ten opzichte van zijne Noorderburen, maatregelen die rechtstreeks tegen de gedachten der N. Amerikanen ingin-gen.Vooreerst kocht de Mexikaansche regeering al de spoorwegen en ontsnapte zoo, door zelf kontrool te houden op zijn spoorwegnet, aan den invloed der groote Amerikaansche spoor-wegbezitters. Dan volgde de zaak van de spoorweglijn van Tehuantepec. Deze lijn die een groot belang had voor de Vereenigde Sta-ten, werd met Mexikaansch geld gebouwd, en de uitbating werd toevertrouwd aan een groep Londensche bankiers. Zoo ontsnapte weer eene belangrijke zaak aan de N. Amerikanen. De grensscheiding van « Chamizal », minder belangrijk misschien, bracht er niet toe bij om de wrijving te verminderen tusschen Mexiko en de Vereenigée-Staten. In 1847 werd de grenslijn tusschen de twee Staten aangenomen als zijnde den loop der Bravo rivier. Kort nadien trok de rivier een weinig terug Zuidwaarts ; de Amerikanen eigenden zich het Noordelik terrein toe en bouwden er een derde van de stad Eldasso op. De Mexikanen trokken de zaak voor het scheidsgerecht en de Vereenigde Staten verloren er het bezette en bebouwde deel door, dat ze Mexiko hadden ontnomen. De N. Amerikanen zagen om al die redenen de omwenteling van 1910 met genoegen aan-komen. Porfirio Diaz moest aftreden en Francisco Madero kwam aan 't bewind. De Noord-Amerikanen hielden zich onzijdig maar lieten den toevoer van wapens en schietvoorraad over hunne grenzen toe, voor de opstande-lingen.Met het nieuw bestuur koesterden de Amerikanen de hoop de verloren zaken te kunnen herwinnen. De nieuwe regeering ging verbintenissen aan met N. Amerikaansche bankiers, en Madero scheen genegen den spoorweg van Tehuantepec aan de Amerikanen over te laten voor 10.000 piasters. Er was zelfs spraak van eene herziening der grensscheiding voor de strook gronds van Chamizal, te Elvasso. Plotseling keerden de zaken. Madero kwam terug tôt de gedragslijn van Porfirio Diaz en de schoone N. Amerikaansche droomen waren verzwonden. De Vereenigde-Staten hielden niet genoeg rekening met de Europeesche invloeden in Mexiko. Hier is het petroleum-vraagstuk uiterst belangrijk. Niet lang geleden ontdekte men in Mexiko zulke rijke petroleum-bronnen, dat het land, in twee, drie jaar de tweede plaats innam, voor de opbrengst. Een Engelsch-Fransche groep bankiers heeft de bronnen van Tuxpam in uitbating, en de voortbrengst ervan is zoo groot dat de Ameri-kuansche petroleumcompagny de « Standard Oil » zich bedreigd voelt op de wereldmarkt. De Amerikanen deden al wat mogelijk was om de uitbating in handen te krijgen, maar ze lukten er niet in. In zaken handelsspoorwegen zijn de Belgen de Amerikanen voor geweest. Ze verkregen namelik den aanbouw van 5000 km. spoorweg-lijnen in al de deelen van het Mexikaansche rijk. Spijtig genoeg dat de Belgische bankiers de zaken hebben gedeeld met Fransche groe-pen, en zoo ook een deel der winsten verloren gaven. Al deze beschouwingen werpen klaarder licht op het verleden van Mexico en kunnen ons de nog voorvallende feiten helder maken; want wat vast staat is dat de regeering der Vereenigde Staten om al de hierboven ver-melde redenen in geen oprechte vriendschap kan leven met Mexiko. R. V. Kleine Kronijk Iets voor onze priesters. Wij knippen uit een artikel verschenen in het degelijk vlaamsch weekblad " De Eendracht „ het volgende : Sedert 1914 is er aan pastoor zijn maar luttel eer vast. Als we zien dat we verafschuwd en ver-schopt worden door diegenen die ons hadden moe ten leiden en zalvon, door diegenen die wij uit piëteîtssrevoel herders hieten. dan maakt een onbe-schrijfelijke droefheid zich van ons meester. We roepen in de diepte onzes harten uit : Heere, is dat al wat er voor verdrukten en zwakken in uwe heilige leer, balsemends nog overblijft dat Uwe dienar.en ons den rug keeren, beschimpen en belas-teren. ons zonder oordeel verketteren als de meest ongeschoolde en onwetende type uit het gepeupel dit zou doen. Met welk doelwit eilaas ! Welke drijf-veer jaagt hen naar de partij der machthebbers... Vaderlandsliefde, vierkantekilometersmin ? Och, kom, de tijden ziin te bang om te jokken en de aktivisten te uitgeslapen om zich door holklinkende frazen te laten bedotten... Er zijn er die g' iijk in 1798 bij hun volk zijn gebleven in de krochten en kelders, waar ze mis lazen en hunne ongelukkige schapen moed in spra-ken en opbeurden. Aile hebben de kleinen niet verlaten om de zeilen naar den wind der grooten te hangen — en zij, hopen we, zullen in het hart van de Vlaamsche apostelen de leer van Christus, den Nederige, redden, waar ze door intreden van mismoediaring en ontgoocheling door het bedrijf van honderden discipelen van Melchisedech werd verflauwd. De reden. Een medewerkor van " De Eendracht „ scbrijft in een artikel waarom hij aktivist werd. We knippen uit dit artikel het volgende : " Over een twintigtal maanden dacht ik er niet aan aktivist te zijn. Daar bleek ook geen reden toe. Ik was, zoo waar als God, een razend Belg. met de beteekenis die dat woord in den tijd der Godsvrêe hebben kon... Ik ben door den drang der feiten de razernij meer kwijt geraakt. Ik kreeg onder de oogen het beruchte schotschrift welk tegen Antwerpen, waar de Vlamingen voor landverraders werden geschol-den en wat dies meer gelijk ge wel zult gelezen hebben... Toen kwam het beruchte stuk " Appel aux Wallons, „ dat in Wallonië op duizenden exem plaren verspreid werd en waarin nog min nog meer dan aanhechting van Wallonië bij Frankrijk ge-waagd word, door de kopstukken der Waalsche Beweging zelve Toen kwamen ter oor de voor-drachten van Maeterlinck in Italië... waarin hij onze Vlaamsche soldaten als strijdende voor de Latijnsche beschaving voorstelde. Dan broodroofde onze regeering twee Vlaamsche voormannen, omdat ze in een Hollandsch blad de stem verhieven tegen al dien onzin in het buiten-land over de Vlamingen verspreid. Wat me nog deed aktivist worden. was nog de broodroof dier twee Vlamingen niet. Ik werd het maar toen ik vernam hoe achter het front staats-ambtenaars van aile soort en titel het delenda CarthagO over Vlaanderen mochten uitschreeu-wen... zonder gebroodroofd te worden : La Belgique sera latine ou ne sera pas. Dat was de oorlogsverklaring aan het Vlaamsche Volk, die door een schandalig en misdadig stilzwijgen van de Belgische Regeering, geleidelijk werd aanhoord en onbestraft aangezien. Toen ik vernam, hoe Dr Van de Perre achter het front de schandige misdeeling van den Vlaamsche soldaat aan de kaak spijkerde en hoe de Vlaamsche almoezeniers, door de haut-gradés van het Belgisch leger om hun vertrouwelijken omgang met de Vlaamsche boeren-jongens werden vervolgd ; hoe betaalde trawanten , van Havere uit Holland origestraft onzen Verriest met twaalf kogels mochten bedreigen en al wie maar de stem dierf verheffen tegen de driestige aanvaHen van 't Franskiljonisme als landverraders met strop en dood werden bedreigd — aïs ik heel dien stroom van Godstergend onrecht over mijn benepen boezem "neb voelen wentelen — toen eerst werd ik aktivist. Wat kan onze regeering daartegen j Wat ze kon tegen De Clercq en Jacob. Doch de Regeering is gebleven wat zij was, de echte gepa-tenteerde stiefmoeder van het Vlaamsche Volk. De minister Carton de Wiart heeft tijdens dezen oorlog niet eens geaarzeld eene aanbeveling te schrijven op de eerste bladzàjde van een boek dat onze Kem-pische boeren van 97 voor niet noemenswaardige bandieten aan de wereld afschildert. Een Belgische officier over onzen Vlaamschen strijd. Een Belgisch officier, onlangs nog aan 't front, doch sinds eenige weken krijgsgevangen in Duitsch-land, schrijft : " Eenieder kan de Vlaamsche eischen begrijpen. uitgezonderd onze Waalsche wederhelft. " Ik sprak over de Vlaamsche Beweging met Pranschen,Engelschen en Russen : allen bevroeden opperbest en geven het gewettigde toe van onzen strijd. Velen onder hen wa-en zeer verwonderd te hooren, dat er in België nog zulke ergerlijke mis-toestanden voorkomen. Dit achtten zij voor onmo-gelijk, want zij hadden een hoogen dunk van ons land gekregen. " De gemoedstoestand van de oft'icieren die hier tcg^:Ç»of-di6- van 't front komen, loont wel de moeite om na te worden gegaan, vooral bij Fran-schen en by Engelschen. 14 Ik laat natuuriyk terzijde, als weinig belang -wekkend, de trommelvuur-patriotards, die maar eeuwig opsnijden en doorkletsen over boches en over hun eigen patriotism ! Maar beslist kan ik zeggen dat de bezadigden, zij die nadenken, zijn ze dan soms jong en beroepsofficier, over den oorlog heelemaal anders oordeelen dan de toon der Fransche en Engelsche pers het aangeeft. " Deze bedreigt de wereld op onwaardige wijze en geeft niet de stroomingen weer die in het volk heerschen. " Een Engelsch officier, jong, maar een goed dichter, met wien ik me veel onderhoud, zei me : " Lloyd George is een paljas, een ijdele holle „ schreeuwer, een hoovaardige die 't land ten ver-„ derve leidt. Het huidige regeeringsgezinde Enge-„ land is gek en rot — sit venia verbo ter wille „ van Shakespeare — en 't is te hopen dat het „ nieuwe offensief volstrekt niets uitmaakt, want „ dan is de oorlog dit jaar bepaald ten einde. „ (1) " Ik maak er mij soms vroolijk over wanneer ik hier lees in Het Vlaamsche Nieuws of in De Eendracht dat de hooeste leus van een groep Vlamingen nog luiden kan : " Niets van den Duitsch ! „ „ Och arme ! En zeggen dat ik hier officieren, bijzonder Engelsche, die versch van 't front komen, op echt kameraadschappelijke wijze de hand van de Duitschers zie drukken. „ Een Engelsch vliegenier, onlangs hier aange-land, omhelsde in 't publiek een Duitsch soldaat tôt teeken van verzoening. » Dood van den heer Gouverneur-Generaal. Zijne Excellente de Gouverneur-Generaal in België, generaal-overste Vrijheer von Bissing, is Woensdag, te 8 1/2 uren 's avonds zacht ontslapen. De afgestorven gouverneur-generaal van België was in 1844 geboren. De nieuwe goeverneur-generaal van Belgie. Generaal-kolonel baron von Falkenhausen is goeverneur-generaal in België benoemd, in vervan-ging van wijlen baron von Bissing. Den 13 September 1844 geboren, was baron Lodewijk von Falkenhausen in 1902 op pensioen gesteld. Toen de oorlog uitbrak, nam hij terug dienst en voerde lange maanden het bevel over een leger op het fransch front. 1) Wij houden er aan te verklaren dat we ook deze woorden uit den briet letterlijk overnemen en we de laaglieid niet begaan zulke uitlàtingen aan officieren toe te dichten om daarmee onze lezers te verschalken en te bedriegen. Die onwaardige wijze laten wij aan anderen over, die een minder schoone, een minder goede zaak te verdedigen hebben. Zie onze nieuwe Raadselprijskamp op de 4de bladzijde. iETS VOOR 1EDERE WEEK Twee verhalen. Sokrates was een wijze Griekenlands ; met zijne leerlingen wandelde hij rond in Acade-mus' hof te Athene en hij leerde hun het goede. Omdat hij de rechtvaardigheid aan-prees en zijn levenswandel naar zijne eigen« leerstelsels regelde, beminde hem het volk. Velen kwamen naar hem luisteren als hij sprak van de vrijheid, van de grootheid van zijn volk, als hij de Atheners bezwoer hunne vadsigheid af te schudden om niet te worden verpletterd onder den hiel van het heerschzuchtige Sparta. Zij, wier hart tôt wijsheid en edele daden gestemd was, gaven geen gehoor meer aan de drogredenen van Melites en Anites, die geene toejuichers meer vonden op de Agora. Het zelfbewustzijn ontwaakte bij de Atheners ; Sokrates strooide het goede zaad in weligen bodem en zag het heerlijk tieren : de jeugd van Athene leerde de deugd kennen en be-minnen, en werd wars van druk en dwinge-landij ; de kloeke jongelingschap wilde een groot en vrij Athene in Attica. Toen staken Melites en Anites de hoofden bijeen en fluister-den : Sokrates is een schurk, die ons ten onder brengt en maakt dat het volk van Athene ons verracht. Hoe krijgen wij hem weg ? O rechtschapene wijsgeer, zeide Anites ; de dwaze massa gelooft al wat men zegt, mits men het maar genoegzaam herhale. Wij zullen aan het volk doen gelooven dat Sokrates de goden lastert, dat hij een verrader is, die het vrije Athene van Sparta wil afkeerig maken om het des te gemakkelijker aan den koning van Perzië te kunnen verkoopen. We zullen hem sleuren voor de ecclesia en hem beschul-digen van landverraad. » En de twee schelmen deden zooals zij overeengekomen waren. Zij togen heen en het lichtzinnige volk dat hunkert naar slechte daden geloofde hen toen zij Sokrates van de gemeenste laagheden beschuldigden ; en de massa juichte hen toe, toen ze zeiden dat Sokrates als een verderver der jeugd bij den raad der vijfhonderd moest aangeklaagd worden. Wel poogden Plato en Xenophon en de wijze Aristippos het volk over zijne dwaling in te lichten ; 't was ailes vergeefsch, de handlan-gers van Melites en Anites bewerkten de menigte en Sokrates werd voor de vijfhonderd rechters gesleurd. Wat was zijn antwoord fier en edel toen de archont-eponumos hem ondervroeg ? Maar de dolle massa wilde zijnen dood en de vijfhonderd schrikten voor de woeste schreeuwen van het gepeupel : Sokrates werd ter dood verwezen. De edele miskende dronk met vreedzaam hart en kalmen blik den giftbeker ledig... En jaren later begrepen de Atheners dat Sokrates een wijze was, wiens leer tôt in de verste geslachten zou zegepralen ; zij verston-den dat hij niet was een landverrader, maar een ziener wiens doorzicht verder reikte dan dat van het domme gemeen : zij richtten voor den martelaar een standbeeld op en gaven hem de eereplaats tusschen de helden die Athene's Iuister hadden vergroot. * * * Kerla was een doodeenvoudige burgersjon-gen. Hij kon niet bogen op groote populariteit, op uitgebreide kennissen, op machtige vrien-den. 't Was een heel gewoon mensch. Maar in zijn hart vlamde de edele drift : hij wilde . medehelpen tôt de bevrijding van zijn volk. En toen er anderen kwamen die te velde trokken voor hetzelfde doel, nam hij mede plaats in de gelederen. Er kwamen duistere schrikkelijke da^en, waarin onmenschelijk werd geleden, maar waar de vrijmaking van zijn volk aan Kerla mogelijk scheen. Zonder aarzelen wierp hij zich in den strijd ; z\n warm woord, zijne ijzeren overtuiging maakten indruk op het volk dat verbaasd was dat Kerla in zulke bange oogenblikken zôô stout een stuk dorst wagen. Allengs echter schuddeden de twijfelaars hunne onverschilligheid af, en vol geestdrift

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De gazet van Leuven: weekblad voor het arrondissement Leuven gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Leuven von 1916 bis 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Zeiträume