De legerbode

1428 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1915, 19 Januar. De legerbode. Konsultiert 04 Mai 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/ht2g737q9d/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is YOOR DE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of hatterij ^ ontvangt tien Pransche en tien Nederlandsche exemplaren. VERNIELINGSOORLOG Hel was reeds lang• voor niemand geen geheim meerdat, in geval van gewapend con-Jlikt met zijne naburen, Duitschland besloten was den oorlog te coeren op de meest schrik• wekkende wijze. Voor een vijf-en-twintig jaar reeds verklaarde Bismarck dat de naaste oorlog met Frankrijk een messenoorlog zou zijn, en in niets zou gelijken op den oorlog van 1830. Frankrijk moet « doodgebloed » worden. Ileel de duitsche krijgsleer was sa-men te vatten in de volgende formule : «Den vijand vernietigen », en de meest gezaglieb-bende schrijvers van over den Rijn hebben niets anders gedaan dan de noodzakelijkheid ervan te bewijzen. Men (vas dus verwittigd. Maar, naïef al s we waren, veronderstelden wij dat Duitschland zich bepaahle met de vernieling te be-werken van de krijgsmachten van den vijand. Daarin konden we niets buitengewoons vinden en dat stemde len voile overeen met het wesen zelf van den oorlog. Duitsclie ge-neralen, te beginnen met von Bernhardi, be-vestigen wel, dat met het 00g op dat doel niets mocht verwaarloosd worden, en schrik en vrees zaaien in de bezette streken scheen hem een van de meest geschikte middelen om den tegenstrever tôt genadevragen te dwin-gen.Maar daar er toch plechtige internationale overeënkomsten bestonden, heel een stel regels van eer, van volkerenrecht, oorlogswet• ten en gebruiken, had men zijn betrouwen gesteld op het beschaafde Duitschland, dat er •zich op beroemde een land van hooge cultuur te zijn, en de lang overwogen en geleerd op-gestelde overeenkomsten mede onclerteekend had. Wie kon vermoeden dat het van het na-komen dier overeenkomsten door den vijand gebruik zou maken om zijne noodlotlige machi te vergrooten met die regels met de voeîen te treden? Un nochtans vooriaan wel,en we dat het çastberaden het besluit had genomen zoo te handelen om in den ruimsten zin zijne ver-nielingsleer toe te passen. Pas na deoorlogs-verklaring zagen we het zijn woord verloo-chenen, zijne eer schenden, zich wetens en willens prijs geven aan de verachting der beschaafde natiënen stelde het zich aan als een afschuwelijk beeld van barbaarsch en harte• loQs volk. En no g' erger door de stem van zijne ontwikkelden (?) beroemde het zich op zijn vernielingswaanzin en spotte met de lichtgeloovige lieden, die geloof hadden ge-hecht aan de duitsche eerlijkheid en recht-schapenheid.Surgi dan krceg men een klaar inzicht van de wijze waarop Duitschland de vernieling van den vijand rekende te bewerken, en de « doodbloeding » door Bismarck gevraagd. Meedoogenloos vernietigen was het orde-woord aan hoogerhand gegeven; vernietigen, niei alleen de krijgsmacht van den vijand, maar al wat zijn rijkdom en zijn jierheid uitmaakte. En het werd een sjystematisch ingericht branden, rooven en moorden. De bevelen van zijn oversten uitvoerende,— dat is een onbetwistbaar bewezeu feit, — ver-woestte het dnitsch sohlatengebroed ailes op zijn doortocht : steden en dorpen, kunstp'e-bouwen, schatten uit het verleden ; roof de schaamteloos de private en gemeentegoede-reh, om ze naar hun land te sturen, schoot onschuldige bewoners voor den kop uit voor-wendsel dat ze lien uilgedaagd hadden, martelde ancleren, mishandelde ze op duizend schandige wijzen en viel met een ongemeene woede op zwakken, kinderen, vrouwen en grijsaards. In het toepassen van een vooraf beraamd stelsel van terrorisaiie wedijverde hunne lafheid met eene hartelooze laagheid. lia ! het was inderdaad een heerlijk blôedig verniclingswerk, sooals nooit vernielings-duivel er verzon. Zeker van de overwinning, trad Duitschland met een wcllustig-wreeden hoogmoed al deze regels en de wetten van eer met de voeten. Wie toch zou het ooit aandurven hem daarover rekening te vra-gen?...En nu, na zes maanden oorlog, zien we dat het werkelijk beoogde doel, de vernieti-ging van den tegenstrever, niet is bereikt, Integendeel, het verwijdert zich verder van dag tôt dag. Verre van verpletterd te zijn, staan de verbondene legers veel sterker dan ooit, en hunne sterkte groeit voortdurend aan. Niets is er verniètigd tenzij de eer van Duitschland en de steden, de dorpen, de kunstgebouwen, de schatten in brand geste-ken of verwoest door de pruisische furie. Zelf s de bevolking van België, Noord-Frank-rijk en Polen, welke men schrik meende in te boezemen. blijft onwankelbaar betrou-wend, en voelt slechts liaat en afkeer voor den lijdelijken en brutalen overweldiger. Moeten we dan verwonderd staan over den, ommekeer welke men heden waarneemt in de liouding der Duitschers? In plaais van woorden van hoogmoed, een diepe vereering voor de macht, minachtende beschimpingen je gens den vijand zien we nu in de overrijn-sclie bladen, die gehoorzamen aan een nieiuv ordewoord, beleedigende vleierijen aan de vijandelijke soldaten, wier moed en taaiheid ze roemen, en scliijnheilig medelijden voor de geteisterde bevolking. De verantwoorde-lijkheid van dezen monsterachtigen oorlog, door hen losgebrand, niet meer durvende aannemen, pogen de Duitschers deze terug te werpen op hunne tegenstrever s. 't Is omdat, volgens de diepe gedachte van den dichter Loovendaal, er hij die zich bewust is van sijn schuld, zoekl anderen te laken om de laagheid van zijn eigen fout le verminderen ». Tegenover de nauwkeuriggestelde besehuî-diging van gruwelen en woest geweld door Frankrijk en België tegen hen ingebrackt, waarvoor deze de geheele wereld als rechter stellen, weten de Duitschers enkel verwarde ontkenningen te zetten. « Het is niet waar ! Het is niet waar ! » huilen zijn woordvoer-ders. En instinctrnatig denkt men aan den moordenaar die, om zijn leven te redden, looehent en maar looehent tegen de klare waarhcid in. Dat zijn al veelbeteekenende verschijnsels. Ze toonen ons dat de vijand zich bewust wordt van het lot dat hem te wachten staat. Na een wreeden vernietigingsoorlog te hebben gevoerd, vreest hij nu op zijne benrt hem te zullen ondergaan, en zoekl een veroni-schuldiging voor zijne wandaden. Hij zal er toch niet. aan ontsnappen. Maar de bondgenooten zullen het volkerenrecht en de oorlogswetten eerbiedigen, om des te beter de barbaren aan den schandpaal te slaari en niet afwijken van den weg van de eer om de krijgsmacht van den vijand, te vernielen. Ze zullen onmeedoogend wezen, jawel. maar enkel in het nastreven van het wettig doel dat ze gezworen hebben te bereiken : de wereld bevrijden van de duitsche barbarie met tôt in zijne wortelen de kwaal te vernietigen, welke heet Tiet pruisisch miîitarism. Roemrijke. Daden Hier volgen, zooals Je Moniteur ze afkondigt, de roemrijke daden om dewelke talrijke militai-ren de ouderscheidingen liebben verkrege* waarvan wij reeds melding maaktea : Hulpofficier Dslta, ran het 4 l.,conuai. ran comp. wielrijders-yrij'yrilliçers werkzaam bij Ie legerdivisie, wordt tôt onderluitenant dep infanterie benoemd om zijn uitstekend gedraseK om de roemrijke krijgsdaden die kij tjjdeas de» yeldtoeht lieeft bedreren. Leopoldsorde : Tôt Groot-ojjicier : Lnitenant-genaraal Dossin, berelbebber der 2 L. D., om zijn uitstekend gedraghij degerechtea aan den Yser. Tôt Ojfficieren : Majcors : Lbfèvre, ran het 4», om zijn schitte-, rend gedrag op het slagveld en om zijne houding welke steeds die van een dappere was, nameiijk den 29 Augustus 1914, wanneer zijn bataJjon be-last werd de loopgraven ter hoogte en ten Wes-ten ran het fort van Waelhem terug te bezelten, waar hij tôt aan de knieën in het water zijne» post bleef behouden, onder de beschieting ran "s vijandsaware artillerie-stukken, tôt 's auderea-daags ongereer 18 ure ; Duyivier, van het 22 : 1° om zijn prachtig gedrag den 18 Augustus 1914, te Hautem-biute-Margaretha, met vooruitgeschoven posten tôt" het uiterste te verdedigen, wat voor uitwerksel had de insluiting gedurende langen tijd te yer-tragen van een dorp bezet door het 22" en bij t« dragen tôt de redding van dit regiment dat door den zeer overmachtigen vijand ging verpletterd worden ; 2° met den 2 October 1914 het commando over zijn bataljon te hebben behouden of-sehoon een kogel zijn bil had doorboord, en hes» het gaan uiterst pijnlijk maakte ; Evrard, van het 7, om door zijne heldhaftige houding en ofsehoon aan den schouder gewond, erin geslaagd te hebben zijne troepen op den lin-keroever van den Yzer terug te brengen, de»' grond voet voor roet verdedigend, onder een he-vig vuur van infanterie, artillerie en mitrailleurs» en den stroom enkel met de laatste best,andde<M$tt zijaer troepen. terug te hebben OTergestokea. Tôt Ridders ? Tweede kapitein Dorpe, van het 1 J., om cl en taaien moed aan den dag gelegd bij de gevechtea aan den Yser ; toen de troepen zwichtten en weken. met de afgezonderden te herzamelen, na een peloton van deze laatsten te hebben gevormd, bracht hij dit uit eigen beweging in de loopgraven der 4e gemengde brigade, waar hij met be-wonderenswaardige dapperheid voeht ; genoopt zijne stelliugen tôt driemaal toe aan anderei * troepen af te slaan, bracht hij zijn peloton op a liciers punten der vuurlinie waar hij niet ophield slaags te blijven ; Luitenants : Costn, K.-L.-A., van het 7, om zijnen moed en zijne dapperheid bij de verdedi* ging Tan den Yser t.e Sint-Joris, door zijn kranig gedrag het moreel hoog houdeud zijner man-schappen, die loopgravenbezetten ^elkeaanee» ' heyig vuur der vijandelijke artillerie warett onderworpen ; De Wilde, van het lâ, in het gevolg van de artillerie (1er 12e gemengde brigade, om ziju schilterend gedrag als doeiwaarnemer, bediening die hem in inzonderheid gevaarvolle en moeilijke omstandigheden werd toevertrouwd, bij de gevechten geleverd rond Haeeht, op 11 en 12 September iaatstleden ; Graaï d'Oultremoîît, van het i gidsen^ om de blijken van stoulmoedigheid, toewijding eu koelbloedigheid die hij gaf tijdens verkenningea en nameiijk om die welke hij deed van 3 toi 20 October jongstleden ; Servais, van het 3 lsn&iers, om de bedaarheid, de koelbloedigheid en den boven allen lof ver-hevan moed betoond tijdens den veldtocht ea nameiijk den 8 September Iaatstleden wanneep hij met enkele manschappen aan k«el een de-lijk aehadron het hoot'd bood ; 19 janiiari 1915 Nnmmer -

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume