De legerbode

686422 0
close

Warum möchten Sie diesen Inhalt melden?

Bemerkungen

senden
s.n. 1916, 24 Februar. De legerbode. Konsultiert 28 März 2024, https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/de/pid/pk06w9724h/
Text zeigen

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. De Tweede Cavalerie-Divisie gedurende den Aftocht naar den Yser (Vervolg) Nu men de beslissinggenomen had den aftocht tôt aan de kleine rivier, op wier oevers het leger zich voor een wanhopigen weerstand ging vast klampen, voort te zetten, moest men ze zonder aarzelen ten uitvoer brengen. Eene enkele spoor-lijn was beschikbaar voor het vervoer van de elementen waarvan het inschepen mogelijk werd geacht; het overige moest den weg langs de baan afleggen. i Het spreekt van zelf dat men, om deze beweging te beschermen, den vijandop de waterliniën ' die wij reeds hebben vermeld moest tegen hou-den. Doeh de troepen die te Melle-Quatrecht zegevierend hadden gestreden, waren op hunne beurt den 11™ October, onder de besenerming van de achterhoeden, terug getrokken; om langs de Schelde en de Leie een hinderpaal op te wer-'pen, bleef er dus ten Zuiden van Gent slechts de 1° cavalerie-divisie. Het was noodig eene andere vliegende groepeering samen te stellen om aan de vijandeiijke kolonspitsen den overtocht over het Schipdonck-kanaal te beletten. Om in deze dringende nood-zakelijkheid te voorzien werd de 2" cavalerie-divisie geschapen. Op 12eu October stelde de ,Koning tôt de beschikking van generaalde Monge enkele regimenten, die tôt dan toe aan legerdivi-sies gehecht waren, met bevel eenheid te brengen in de actie van deze nog op verschillende plaatsen verstrooide elementen, en te beginnen van den volgenden dag, den 13en, in voeling te blijven met den vijand, om zooveel mogelijk zijne bewegin-gen in de streek die aan zijne hoede was toever-trouwd te vertragen. Is het noodig er op tewijzen hoe moeilijk en hachelijk deze laak was? Men weet hoe bezwaar-lijk het is met die in der haast samengestelde eenheden te maneuvreeren. Maar al die bezwa-Ten moesten wijken voor de dringende noodza-kelijkheid.En zoo, verre van zich ongerust te maken, ■svedijverden generaal de Monge, zijnstaf en zijne troepen in behendigheid om over de talrijke mo e i I ij k h eden, w a a r men vôôr stond, te zegepra-len.Onmiddellijk werden bevelen rond gezonden, en in den nacht van 12en op 13e" October zag men de verstrooide regimenten, die nu plots |eene nieuwe opdracht hadden bekomen, samen-trekken naar eene verzamelplaats onmiddellijk in voeling met den vijand waarover men slechts zeer vage inlichtingen bezat. Men wist slechts met zekerheid dat de vloed stijgen ging ; dat hij ailes dreigde weg te spoelen en men er kost wat kost een dam tegen opwerpen moest. Op zich zelf was deze opdracht heel eenvoudig en klaar. Maar het werktuig waarover men be-schikte om ze te verwezenlijken was uiterst pri-mitief ; eenige eskadrons die sedert twee maand en half te velde waren en wier erg gedunde ran-gen bovendien de onvermijdelijke vermoeienis gevoelden die er volgen moest op de rustelooze week die zij sedert den val van Antwerpen hadden doorleefd ; een bescheiden groepeering kara-biniers-wielrij ders, van die zwarte duivels, die den schrik van de Duitschers uitmaakten en die in hunne met stof en slijk bedekte uitrusting be-ter dan ooit dien heldhal'tigen naam verdienden ; ten slotte nog eenige auto-mitrailleuses, die reeds «ngeduldig schenen om opnieuw langs de wegen te snellen en er een plotsen dood in de vijandeiijke rangen te zaaien. De artillerie, die bij deze groepeering wel on-misbaar schijnt, ontbreekt geheel en al. Zeker z'jn er bevelen gegeven om ze te verschaffen, maar de gebeurtenissen zullen de 2e cavalerie-divisie reeds achterden Yser doen trekken, vôôr dat de versterking van enkele kanonnen kan toe-koraen. Het is dus zonder artillerie dat zij -hare opdracht van aanvallende achterhoede zal moeten uitvoeren. * * De wijze waarop generaal de V-nige zijne opdracht ineende te volbrengen rtûofit zich reeds duidelijk in zijne eerste sciiikkingen voor Schipdonck, is het, bij gebrek aan artillei'ie, niet mogelijk van uit de verte de wegen te beschieten waarlangs de vijand weldra naderen zal. Het is nochtans volstrekt noodig zijn oprukken zooveel mogelijk te vertragen. De generaal neemt dus zijn toevlucht tôt een stoutmoedig defensief optredenvôôr de waterlinie: Ten einde de bewe-gingen van de achtervolgers te belemmeren en te vertragen, zullen onze ruiters en wielrijders hem vastberaden te gemoet trekken. Zij loopen aldus natuurlijk grooter gevaar, maar ieder uur gewonnen, helpt tôt de redding van het Belgisch leger. En dat is het voornaamste. Ook reeds van af den 13e" October, 's morgens, is het grootste gedeelte van de troepen der divi-sie, die gisteren nog verstrooid was, verzameld op de wachtstelling bij hetdorp Waerschoot, ten Zuiden van Eekloo, op o kilometers ten Oosten van het kanaal. Zij is gereed voor de beweging die er waarschijnlijk noodig zal zijn om den vijand tôt staan te brengen. Eskadrons werden naar de gevaarlijke punten te Cluysen en te Everghem gestuurd, op de vaart naar Terneuzen, en naar de brug van Appensvoorde, op de vaart van Gent naar Brugge. Het overige van de divisie bleef ten Westen van de Schipdoncksche vaart ; het bewaakt er de overgangspunten die moeten dienen voor den aftocht van de troepen die naar het Oosten zijn vooruitgerukt ; anderzijds zal het, desnoods, de vrijheid van beweging verzekeren voor de hoofd- groepeering die zich te Waerschoot bevindt. * * * Het duurt niet lang of er komt berieht over den marsch van de Duitschers. Den 13eo October, heel vroeg 's morgens, stieten de voor-uitgeschoven eskadrons inderdaad op de vijandeiijke voorhoeden. Het was wel de stijgende vloed dien men voorzien had, en die in machtige baren uit hetOosten aan kwam spoelen. Op de rechter zijde v^n de divisie, in de richting van het Zuiden, meldde men reeds om half negen van Appensvoorde de nadering van eene kolon bestaande uit infanterie, artillerie en cavalerie. Een weinigaan gene zijde van Lovendeghem, stelden kanonnen zich op in batterij, ten Zuiden van het kanaal van Gent naar Brugge. Uit de richting van het Oosten liet het eskadron van commandant Nyssens, dat zich naar Everghem hadbegeven,vanhetHullekenwetendat het in het gevecht gewikkeld was met eene machtige vijandeiijke kolon die langs Everghem was door-gebroken om zich naar Waerschoot te richten, terwijl eene andere kolon naar Belzeele afboog. En, ten slotte, het eskadron dat naar Cluysen was gestuurd, liet rond hetzelfde uur weten dat eene aanzienlijke kolon, bestaande uit infanterie en ruiters, dit dorp bezet had, terwijl meer in het Noorden talrijke bereden troepen en voetvolk, die te Selzaete over het kanaal naar Terneuzen waren getrokken, Oost-Eekloo bereikten. De 2e cavalerie-divisie stelde dus van hare stelling te Waerschoot vast dat aanzienlijke vijandeiijke machten, langs drie verschillende richtingen samen trokken. Yolgens de ontvangen bevelen, wisselen de vooruitgeschoven eskadronnen stoutmoedig eenige schoten met de kolonspitsen, verplich-ten ze te ontplooien en verdwijnen dan plots om wat verder weer dezelfde taktiek te herbe-ginnen. Met zooveel hardnekkiglieid houden zij vast aan den rninsten hinderpaal van hetterrein, met zooveel lenigheid en vlugheid schijnen zij hun aantal te verdubbelen, dat de vijand slechts zeer voorzichtig vooruitrukt. Hij aarzelt, meent te doen te hebben met troepen die heel wat anders talrijk zijn dan de kleine eskadrons die hem zoo voortdurend op het lijf zitten, en ver-liest zoo een kostbaren tijd. Het is gedurende dit pakkend gevecht, waarin onze dappere ruiters met hart en ziel opgingen, dat het eskadron Nyssens den roemrijken roi vervulde dien wij elders (1) reeds hebben vermeld. Wij zullen het hiernog eens bondig herinneren. Nadat het, zooals wij gezien hebben, den 13en October, 's morgens, den vijand op het Huileken bezig hield, hield het eskadroh er stand tôt op het oogenblik dat het, bijna geheel omsingeld, geen anderen terugweg meer vond dan in de richting van Somerghem. Als men het dorp na-dert verneemt men dat het reeds door den vijand is bezet. Gelukkiglijk begint de nacht reeds ta vallen. Commandant Nyssens maakt er gebruik van om een uitweg langs het Noorden te zoeken. Hoe vermoeid de kleine troep ook is, toch be-sluit hij liever ailes te wagen dan zich over te geven. Door bosschen en velden, terwijl zij de groote wegen vermijden, sluipen de mannea verder. Maar de stijgende vloed heeft reeds ailes ondergespoeld : Lembeke is bezet, Caprijcke insgelijks. Er blijft maar eene hoop meer over ; de Hollandsche grens zoo dicht mogelijk nade-ren, en langs deze heen, door de mazen van het net te slippen dat ieder oogenblik dichter wordt toegehaald. Maar zal men ze bereiken ? Sommige paarden zijn reeds gevallen en waren zoodanig uitgeput dat men ze heeft moeten achterlaten. Ailes wat er nog overblijft rijdt dan in voile vaart, door den nacht vol hinderlagen, naar het dorp Sint-Laureys. Het dorp is nog vrij ; geheel uitgeput bereikt het eskadron den Noordelijken oeveir van het Leopoldskanaal, op nauwelijks een ge-weerschot van de grens. Is het de redding? Misschien. Na eene korta rust die er volstrekt noodig is, zal men trachtenj het opgevatte plan ten uitvoer te brengen. En dan komt juist een patrouille, die men naar hett Westen heeft gestuurd, melden dat de Duitscher^ Oosthoek binnen getrokken zijn. De laatste uitweg is aldus afgesneden. Commandant Nyssens wil echter nog niet wanhopen. Als men er slechts in gelukt tôt tegen den nacht verborgen te blijven, zal men er door' eene laatste stoutmoedige poging, misschien nog in gelukken de waakzaamheid van den vijand tei verschalken. Men blijft wachten ; langzaam en vol angst, gaat de voormiddag echter zonder alarm voorbij, als plots, rond 3 uur, een wielrijder komt melden dat een talrijke vijandeiijke troep op Sint-Laureys aanrukt... Dit maal is het voor goed gedaan ! Mén zou natuurlijk op Hollandsch grondgebied de wijk kunnen nemen; maar deze inogelijkheid werd door allen terstond ter zijde geschoven. Men zit vast, goedl Maar dan zal men de wapens niet neerleggen vôôr dat men tôt het einde toe gestreden heeft. In een oogenblik zijn al de schikkingen genomen om den aanval af te wachten ; reeds bemerkt men de bewegingen van den nqderenden vijand. Aan den burgemeester die hetn vol angst komt smee-j ken aan het dorp de gevolgen van een gevecht te besparen. antvvoordt Nyssens, stoer en vastberaden dat hij slechts zijn plicht kent. Met één tegen tien of één tegen twintig, men weet het niet, wordt het gevecht aangevat.Vree-zende dat de hevigheid van het geweervuur. dat aan de zijde van den aanvaller knettert, zijne mannen zou verontrusten, begeeft commandant Nyssens zich vastberaden tôt op het midden van de brug en duidl aan zijne tirailleurs de richting aan in welke zij moeten sckieten. Een kogel schampt hem langs het voorhoofd af, een andere doorboort zijn mantel. Zonder ontroering vaagt' hij het bloed van zijn gelaat en gaat slechts een weinig achteruit. Hij komt aan net einde vau de brug als een kogel hem de bil verbrijzelt en bewusteloos in de gracht aan den zoom van den. weg doct rollen. Yijf of zes ruiters snellen naar hem toe en dragen hem weg. Doch door het' buiten gevecht stellen van hun aanvoerder is het vertrouwen van de manschappen geschokt. Toch houden zij overal nog stand, vuren hunne laatste patronen op, tôt er hun, geheel uitgeput en over-mand, niets anders meer te doen staat dan op Hollandsaii gebied te wijken. Nog steeds bewusteloos, wordt commandant Nyssens er heen gevoerd. Daar terug tôt zich zelve gekomen, zal' zijne eerste gedachte zijn te doen vaststellen, dat hij tegen zijn wil over de grens werd gefaracht, en later, jîoohaast hij van zijne wonden genezers zal zijn, zal hij zijne vrijstelling bekomen. Zij n eskadi-on heeft niet slechts het voorbeeld van eene zeldzame wilskracht en dapperheid gegeven. Het heeft ook medegewerkt om eene, aanzienlijke vijandeiijke troepenmacht van haar hoofddoel af te leiden. Te oordeelen naar doi troepen die de Duitschers in het veld brachten, viel het inderdaad niet te betwijfelen ofzij waren lUP if» 24 Febrnari 194 6 ' Niimmer 230

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dieses Dokument ist eine Ausgabe mit dem Titel De legerbode gehört zu der Kategorie Oorlogspers, veröffentlicht in Antwerpen von 1914 bis 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Zufügen an Sammlung

Ort

Themen

Zeiträume